Artikel 20 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
-
a. de bestemmingen te wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredige worden geschaad.
-
b. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 1' toe te kennen aan gronden, grenzend aan dezedubbelbestemming, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van bedoelde dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
-
c. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' toe te kennen aan gronden, grenzend aan dezedubbelbestemming, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van bedoelde dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.