Plan: | 1e herziening Buitengebied Gras |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1842.bp19BG02-va02 |
Geel = toegevoegde tekst
Groen
= verwijderde tekst
Tramkade 28/28a, Schipluiden: De locaties Tramkade 28 en 28a te Schipluiden waren niet correct verwerkt in de verbeelding. Af te leiden uit de toelichting is dat bedoeld is om één grote woonbestemming met maximaal twee wooneenheden mogelijk te maken. Per abuis is dit visueel zo verwerkt dat er twee woonbestemmingen met maximaal twee wooneenheden ingetekend zijn. Dit is op 18-05-2022 hersteld in de verbeelding. |
Artikel A: Toepassingsbereik
Het bestemmingsplan 'Buitengebied Gras' met IMRO-code NL.IMRO.1842.bp11BG04-va02 (vastgesteld op 25 juni 2013) is onverkort van toepassing op het plangebied van dit plan met NL.IMRO-code NL.IMRO.1842.bp19BG02-va02, met uitzondering van:
het bestemmingsplan 1e herziening Buitengebied Gras van de gemeente Midden-Delfland.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1842.bp19BG02-va02 met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven en groene en recreatieve functies in het buitengebied, zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt aan gasten.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
het bedrijfsmatig exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
gebouwen, bouwvlakken, situaties of functies die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
recreatieve activiteit die plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
al dan niet bebouwd perceel dat voorzien is van een bouwvlak en direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van het gebouw.
is gericht op het toegankelijk maken van erven en het verbinden van erven op een doelmatige wijze met de meest nabij gelegen openbare weg.
een gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, kanovaren, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans, campers of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
een voorziening waar ter wille van kinderen dieren worden gehouden.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
theetuin, koffieschenkerij of -proeverij van streekeigen producten dan wel producten (inclusief het schenken van licht alcoholische dranken), géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
het Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025, zoals door de raad van de gemeente Midden-Delfland is vastgesteld op 8 december 2009.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
het bieden van zorg aan eenieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
kampeermiddelen in de vorm van tenten, toercaravans, vouwwagens en campers.
verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt.
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, apparatuur voor telecommunicatie wordt hieronder niet begrepen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, (pension)stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden inclusief kleinschalige horeca in de vorm van het schenken van koffie, thee, frisdranken en/of licht alcoholische dranken.
het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehele jaar.
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, welke niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf.
elk vaartuig, met uitzondering van een zeilplank, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, watersport of andere recreatie op het water.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte periode van het jaar.
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken – voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren; indien een gebouw voorzien is van een niet geheel door wanden omsloten overkapping, wordt het gedeelte van het gebouw onder deze overkapping mede als oppervlakte berekend, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op dakoverstekken en luifels met een diepte van minder dan 1 m.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Tabel 3.1 Toegestane nevenfuncties
nevenfunctie | max. m² aan bebouwing | max. m² aan gronden |
verkoop van streekeigen producten | 100 | - |
veearts; hoefsmederij | 200 | - |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | 200 | - |
kinderboerderij | 200 | 200 |
|
|
|
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur | 200 | - |
kleinschalig kamperen | 100 | 2500 |
bed & breakfast | 125 | 250 |
kleinschalige horecagelegenheid | 100 | 500 |
museum/tentoonstellingsruimte | 200 | - |
oude ambachten | 200 | - |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
het niet is toegestaan om afzonderlijke woningen te bouwen overeenkomstig het aantal wooneenheden binnen het hoofdgebouw en bij herbouw van het hoofdgebouw dient het gebouw door één aaneengesloten dak te worden afgedekt;
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de oppervlakte |
|
10 m |
bedrijfsgebouwen ten behoeve van paardenfokkerijen | bestaand | bestaand | bestaand |
bedrijfsgebouwen* ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' | 12 m | ||
kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' | 8 m | 10 m | |
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bijenhouderij' | 150 m² | 4 m | |
bijenkasten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bijenhouderij' | 3 m | ||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' | 70 m² | 3 m | |
overige bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | 6 m |
|
watertanks ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw'/overige vloeistoftanks | 15 m/8 m | ||
watersilo's ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw'/overige silo's | 4 m/12 m | ||
lichtmasten bij paardenbakken binnen het bouwvlak | 6 m | ||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - buiten het bouwvlak - elders |
1 m 1 m 2 m |
||
poldermolentjes | 5 m | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw'**/overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde op gronden zonder de aanduiding | 8 m/3 m |
* waaronder tevens wordt begrepen een bedrijfshal, verwerkingshal, laboratoria, (niet zelfstandige) kantoren, presentatieruimte en onderzoeksruimte, WKK-installaties en voorzieningen ten behoeve van aardwarmteboringen.
** ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' wordt hieronder tevens begrepen: waterbassins en voorzieningen ten behoeve van WKK-installaties en voorzieningen ten behoeve van aardwarmteboringen.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover gebouwen worden opgericht, nadere eisen stellen aan de situering, de oppervlakte en/of de inhoud van de gebouwen teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van de bebouwing ten opzichte van het perceel te verzekeren, waarbij in ieder geval geldt dat de situering, onderlinge maatverhoudingen, dakvorm en nokrichting van de gebouwen afgestemd dienen te worden op de ontwikkelingsprincipes voor de betreffende polder zoals beschreven in het Landschapsontwikkelingsperspectief.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2 onder a ten behoeve van de overschrijding van een agrarisch bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a teneinde kuilvoerplaten, sleufsilo's en mestopslag buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder h teneinde voorzieningen bij paardenfokkerijen toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij toepassing van de omgevingsvergunning zoals opgenomen in lid 3.6.1 tevens
afwijken van het bepaalde in lid 3.2 teneinde afrastering behorende bij een paardenbak met een
hoogte van ten hoogste 1,5 m toe te staan.
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van agrarische grondgebonden veehouderijbedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zoals bepaald in lid 3.2 onder h, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische grondgebonden veehouderijbedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder d ten behoeve van de bouw van een eerste agrarische bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor het bouwen van een ondergrondse (giet)waterbassin, waterberging of kelder voor de berging van oppervlaktewater en/of hemelwater, mits:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor het toevoegen van een tweede wooneenheid binnen de bestaande bedrijfswoning en/of bijgebouwen voor inwoning van een rustende boer, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalige windenergievoorzieningen, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 om paardenbakken buiten het bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van het toestaan van de in tabel 3.2 genoemde niet-agrarische nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Tabel 3.2 Toegestane nevenfuncties na afwijking bij een omgevingsvergunning
nevenfunctie | max. m² aan bebouwing | max. m² aan gronden |
veehandelsbedrijven | 200 | - |
foeragehandel; handel in zaad en pootgoed; opslag van producten van derden | 200 | - |
kampeerboerderij | 200 | 500 |
poldersport | 100 | gehele bedrijf |
verhuur/gebruik van ruimten voor sociaal maatschappelijke activiteiten, zoals workshops, verenigingen en ateliers | 200 | gehele bedrijf |
sociale nevenfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) | 200 | gehele bedrijf |
kunst- of antiekhandel | 200 | - |
dierenpension | 200 | 500 |
hondenfokkerij | 200 | 500 |
paardenstalling/paardrijactiviteiten tot 15 paarden | 200 | 800 |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de typen nevenfuncties zoals genoemd in tabel 3.1 en 3.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de in tabel 3.1 en 3.2 toelaatbare nevenfuncties met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.6.2.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van mestzakken buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Agrarisch met waarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.7.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het agrarische bouwvlak te vergroten tot ten hoogste 2 ha, met inachtneming van het volgende;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om gronden met de bestemming Agrarisch met waarden zonder bouwvlak, te voorzien van een bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de aanduiding 'glastuinbouw' en het bijbehorende bouwvlak te verwijderen en de bestemming te wijzigen in Agrarisch met waarden, zonder bouwvlak, Groen - Landschappelijke overgangszone of Water indien er sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van het glastuinbouwbedrijf en de sanering van het glas op enigerlei wijze is gecompenseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met waarden zodanig te wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf – de in tabel 3.3 genoemde vervolgfuncties toegestaan zijn, met inachtneming van het volgende:
Tabel 3.3 Toegestane vervolgfuncties
vervolgfuncties |
wonen |
verkoop van streekeigen producten |
veearts; hoefsmederij |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten |
kinderboerderij |
paardenstalling/paardrijactiviteiten tot 15 paarden |
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur |
kleinschalig kamperen |
bed & breakfast |
kleinschalige horecagelegenheid |
horeca t/m categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten |
museum/tentoonstellingsruimte |
veehandelsbedrijven |
foeragehandel; handel in zaad en pootgoed; opslag van producten van derden |
kampeerboerderij |
kleinschalig kamperen |
poldersport |
verhuur/gebruik van ruimten voor sociaal maatschappelijke activiteiten, zoals workshops, verenigingen en ateliers |
sociale nevenfunctie (resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, kinderopvang) |
kunst- of antiekhandel |
dierenpension |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch met waarden te wijzigen in de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie teneinde een nieuw kampeerterrein te realiseren, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Agrarisch met waarden te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van de Ruimte voor Ruimte-regeling de bestemming Agrarisch met waarden te wijzigen ten behoeve van de bouw van een extra woning in ruil voor de sloop van alle op het bouwvlak aanwezige bedrijfsbebouwing, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch met waarden' te wijzigen in de bestemming 'Groen - Landschappelijke overgangszone', met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
het niet is toegestaan om afzonderlijke woningen te bouwen overeenkomstig het aantal wooneenheden binnen het hoofdgebouw en bij herbouw van het hoofdgebouw dient overigens het gebouw door één aaneengesloten dak te worden afgedekt;
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m |
|||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m² | 3 m | 6 m | |||
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud | 6 m* | 10 m* | |||
overkappingen ter plaatse van een longeerring | 320 m² | 5 m | ||||
overkappingen ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'overkapping mestplaat' | het hele aanduidingsv-lak | 10 m | ||||
zendmast ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie' | 30 m | |||||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
|||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5 m |
* tenzij middels de maatvoeringaanduiding 'maximale goot en bouwhoogte' anders is aangegeven.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 om andere bedrijfsactiviteiten toe te laten uit ten hoogste dezelfde bedrijfscategorie als conform de bestemmingsomschrijving is toegestaan, voor zover deze bedrijfsactiviteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met de reeds gevestigde en toegestane bedrijfsactiviteiten op de betreffende locatie.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2 onder f ten behoeve van het vergroten van de inhoudsmaat van bedrijfsgebouwen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder f, om de maximum inhoud voor bedrijfsgebouwen bij agrarisch aanverwante bedrijven eenmalig te vergroten, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2 onder f ten behoeve van het vergroten van de hoogte van lichtmasten, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zoals bepaald in lid 4.2 onder g, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor de bedrijven in de bestemming Bedrijf om met toepassing van de Ruimte voor Ruimte-regeling de bestemming Bedrijf te wijzigen ten behoeve van de bouw van een extra woning in ruil voor de sloop van alle op het bouwvlak aanwezige bedrijfsbebouwing, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - paardenhouderij annex agrarisch' te wijzigen in de bestemming Agrarisch of de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch aanverwant bedrijf', met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m |
erf- en terreinafscheidingen | 2 m | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
het niet is toegestaan om afzonderlijke woningen te bouwen overeenkomstig het aantal wooneenheden binnen het hoofdgebouw en bij herbouw van het hoofdgebouw dient overigens het gebouw door één aaneengesloten dak te worden afgedekt;
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m |
||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m² | 3 m | 6 m | ||
recreatiewoningen | bestaand | bestaand | 6 m | 10 m | |
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud | 6 m | 10 m | ||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zoals bepaald in lid 7.2 onder e, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Groen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
De voor 'Groen - Landschappelijke overgangszone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
op deze gronden zijn uitsluitend toelaatbaar:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bergingen en stallen voor kleinvee ten behoeve van woningen op aangrenzende percelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
overige erfafscheidingen | 1 m | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
het niet is toegestaan om afzonderlijke woningen te bouwen overeenkomstig het aantal wooneenheden binnen het hoofdgebouw en bij herbouw van het hoofdgebouw dient overigens het gebouw door één aaneengesloten dak te worden afgedekt;
max. inhoud | max oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m |
||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m² | 3 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud | 6 m | 10 m | ||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen ) worden opgericht, nadere eisen stellen aan de situering, de oppervlakte en/of de inhoud van de gebouwen ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van de bebouwing ten opzichte van het perceel te verzekeren, waarbij in ieder geval geldt:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geld de volgende bepaling:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zoals bepaald in lid 10.2 onder e, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen | bestaand |
|
7 m |
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen zoals bepaald in lid 11.2 onder c, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
het niet is toegestaan om afzonderlijke woningen te bouwen overeenkomstig het aantal wooneenheden binnen het hoofdgebouw en bij herbouw van het hoofdgebouw dient overigens het gebouw door één aaneengesloten dak te worden afgedekt;
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m | ||
bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m | ||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m2 | 3 m | 6 m | ||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen zoals bepaald in lid 12.2 onder e, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk - Zorg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen | bestaand | bestaand | bestaand |
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
woningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand+ eenmalig 10% van de inhoud | bestaand |
bestaand |
|
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m² | 3 m | 6 m | |
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud | 6 m | 10 m | |
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
|||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 5 m |
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder a en b teneinde 1 extra gebouw toe te staan in de vorm van een schuilhut/observatiehut met inachtneming van het volgende:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Natuur' wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch met waarden', mits:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal | max. opp. | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer op gronden ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' | 50 m² | 3 m | 4,5 m | |
sanitaire voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' | 15 m² | |||
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatievoorzieningen' | 250 m² | 3 m | ||
hobbykassen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatievoorzieningen' | 1 per volkstuin | 15 m² | 3 m | |
vlaggenmasten, lichtmasten en palen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatievoorzieningen' | 15 m | |||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
|||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
De voor 'Recreatie - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen | zoals aangegeven middels de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' | zoals aangegeven middels de aanduiding 'maximum goothoogte' | zoals aangegeven middels de aanduiding 'maximum bouwhoogte' |
schuilgelegenheden | 5 m² | 3 m | |
vlaggen- en lichtmasten | 15 m | ||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Recreatie - Golfbaan zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 18.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 18.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud |
|
10 m |
||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m² | 3 m | 6 m | ||
club- en of beheergebouw | zoals aangegeven middels de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwd oppervlakte' | 4 m | |||
erf- en terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende bepaling:
De voor 'Recreatie - Scouting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen | 50 m² | 3 m | |||
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning, aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen |
bestaand + eenmalig 10% van de inhoud | bestaand |
bestaand |
bestaand |
|
|
|
|
|
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud | bestaand | bestaand | bestaand |
trekkershut | 33 m2 | 3 m | 5 m | |
appartement | bestaand | bestaand | bestaand | |
veldschuur | 350 m2 | 4,5 m | 10 m | |
bouwwerken, geen gebouwen zijn de | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende bepaling:
gebruik | max. oppervlakte |
kattenpension | 100 m2 |
kleinschalige horeca: - feestzaal/vergaderruimte - receptie - opslag terrasmeubilair |
125 m2 95 m2 42 m2 |
dagrecreatieve activiteiten, zoals: - sport- en spelactiviteiten - creatieve workshops |
50 m2 135 m2 |
sociaal-maatschappelijke functies, waaronder verhuur aan zorginstelling | 150 m2 |
productie van streekeigen (zuivel)producten | 115 m2 |
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 22.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfsgebouwen | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud* | zoals aangegeven middels de aanduiding 'maximum goothoogte' | zoals aangegeven middels de aanduiding 'maximum bouwhoogte' |
lichtmasten | 15 m | ||
bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* tenzij anders door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Verkeer zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 25.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en geldt de volgende regel:
De voor 'Verkeer - Rijksweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de realisatie van een nieuwe brug bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2 onder c, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 28.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 28.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 29.1 Toegestane nevenfuncties
nevenfunctie | max. m² aan bebouwing | max. m² aan gronden |
verkoop van streekeigen producten | 100 | - |
veearts; hoefsmederij | 200 | 100 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | 200 | - |
kinderboerderij | 200 | 200 |
paardenstalling/paardrijactiviteiten tot 5 paarden | 200 | 800 |
kano-, roeiboot- of fietsenverhuur | 200 | - |
bed & breakfast | 125 | - |
kleinschalige horecagelegenheid | 100 | 500 |
museum/tentoonstellingsruimte | 200 | - |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
het niet is toegestaan om afzonderlijke woningen te bouwen overeenkomstig het aantal wooneenheden binnen het hoofdgebouw en bij herbouw van het hoofdgebouw dient overigens het gebouw door één aaneengesloten dak te worden afgedekt;
max. inhoud | max. oppervlakte | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
woningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | bestaand + eenmalig 10% van de inhoud* |
|
|
10 m |
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen (per woning) | 50 m² | 3 m | 6 m | |
recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' | bestaand* | bestaand | bestaand | bestaand |
erf- en terrein- afscheidingen: - voor de voorgevel - buiten het bouwvlak - elders |
1 m 1 m 2 m |
|||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* tenzij met een maatvoeringsaanduiding 'maximum inhoud' anders is aangegeven;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 29.2 om de inhoudsmaat van woningen te vergroten tot ten hoogste 1000 m³ (exclusief ondergrondse bouwlagen), met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de goot- en bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen zoals bepaald in lid 29.2 onder j, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in tabel 29.1, ten behoeve van het toestaan van sociale nevenfuncties binnen het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Leiding - Co2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een CO2-leiding met een diameter van ten hoogste 26 inch en een druk van ten hoogste 22 bar.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 30.2 onder b. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is niet toegestaan op of in de gronden met de bestemming Leiding - Co2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 30.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 30.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 31.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 31.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 31.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid 31.4.3, wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijke advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse 380 kV-hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 32.2, indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en nadat de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
Het is verboden op of in de in 32.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 32.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 32.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de verbinding, gelet op de diepte van de kabel en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding - 1' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 380 kV met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 33.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de hoogspanningsverbinding door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
Het is verboden op of in de in 33.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 33.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 33.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien deze niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding - 1' wordt gewijzigd in de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding 3' alsmede de bestemming 'Leiding - Hoogspanning 3' wordt verwijderd ter plaatse van de aftakking naar het gedeelte die niet is voorzien van een bestemming, mits:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding - 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een gecombineerde bovengrondse 380 kV/150 kV-hoogspanningsverbinding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 34.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de hoogspanningsverbinding door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
Het is verboden op of in de in 34.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 34.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 34.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien deze niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding - 3' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 35.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 35.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 35.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor ondergrondse en/of bovengrondse leidingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 37.2 onder b. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen, de veiligheid van de betrokken leidingen niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Leidingstrook zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 36.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 36.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een olieransportleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 37.2 onder b. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen, de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Olie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 37.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 37.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 38.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Riool zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 38.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 38.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een ondergrondse waterleiding.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 39.2 onder b indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de in 39.1 genoemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 39.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in 39.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.4.1 schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie I' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
39.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,
geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
39.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 39.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden die:
39.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in lid 39.3.1 wordt slechts verleend, indien:
39.3.4 Archeologisch onderzoek
Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 39.3.1 wordt verleend, moet door de aanvrager bij de
gemeente advies worden ingewonnen of aanvullend archeologisch onderzoek noodzakelijk is op grond
waarvan door het bevoegd gezag kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische
waarden worden verstoord.
39.3.5 Voorschriften aan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
Indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 39.3.4 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden
door het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 39.3.1 kunnen worden verstoord,
verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning als
bedoeld in lid 39.3.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de op de plankaart als 'Waarde - Archeologie I'
aangewezen gronden te wijzigen of (gedeeltelijk) te verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming
'Waarde - Archeologie - 2' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van
archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is
aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie II' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
40.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,
geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
40.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 40.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden die:
40.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in lid 40.3.1 wordt slechts verleend, indien:
40.3.4 Archeologisch onderzoek
Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 40.3.1 wordt verleend, moet door de aanvrager bij de
gemeente advies worden ingewonnen of aanvullend archeologisch onderzoek noodzakelijk is op grond
waarvan door het bevoegd gezag kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische
waarden worden verstoord.
39.3.5 Voorschriften aan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
Indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 40.3.4 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden
door het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 40.3.1 kunnen worden verstoord,
verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning als
bedoeld in lid 40.3.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de op de plankaart als 'Waarde - Archeologie II'
aangewezen gronden te wijzigen of (gedeeltelijk) te verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming
'Waarde - Archeologie - 3' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van
archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is
aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie III' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
41.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,
geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
41.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 41.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden die:
41.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in lid 41.3.1 wordt slechts verleend, indien:
41.3.4 Archeologisch onderzoek
Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 41.3.1 wordt verleend, moet door de aanvrager bij de
gemeente advies worden ingewonnen of aanvullend archeologisch onderzoek noodzakelijk is op grond
waarvan door het bevoegd gezag kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische
waarden worden verstoord.
41.3.5 Voorschriften aan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
Indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 41.3.4 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden
door het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 41.3.1 kunnen worden verstoord,
verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning als
bedoeld in lid 41.3.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de op de plankaart als 'Waarde - Archeologie III'
aangewezen gronden te wijzigen of (gedeeltelijk) te verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming
'Waarde - Archeologie - 4' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van
archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is
aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie IV' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
42.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk,
geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
42.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 42.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden die:
42.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in lid 42.3.1 wordt slechts verleend, indien:
42.3.4 Archeologisch onderzoek
Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 42.3.1 wordt verleend, moet door de aanvrager bij de
gemeente advies worden ingewonnen of aanvullend archeologisch onderzoek noodzakelijk is op grond
waarvan door het bevoegd gezag kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische
waarden worden verstoord.
42.3.5 Voorschriften aan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
Indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 42.3.4 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden
door het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 42.3.1 kunnen worden verstoord,
verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning als
bedoeld in lid 42.3.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de op de plankaart als 'Waarde - Archeologie IV' aangewezen gronden te wijzigen of (gedeeltelijk) te verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming
'Waarde - Archeologie - 5' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van
archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is
aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden in de vorm van:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in afwijking van het bepaalde in de regels voor de andere daar voorkomende bestemming(en) voor het bouwen van bouwwerken de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 44.2 teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de commissie welstand en erfgoed, en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand of object gelet op:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, zoals bedoeld in artikel 3.3 sub b Wet ruimtelijke ordening, bouwwerken te slopen, tenzij artikel 2.6 van het Besluit omgevingsrecht van toepassing is.
a. Het in lid 44.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden die betrekking hebben op:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 45.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint
het bevoegd gezag
initiatiefnemer schriftelijk advies in bij de waterbeheerder omtrent de vraag of belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor waterhuishouding en waterberging.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 46.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint
het bevoegd gezag
initiatiefnemer schriftelijk advies in bij de waterbeheerder omtrent de vraag of belang van de waterstaatkundige functie door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Algehele herbouw van (bedrijfs)woningen mag uitsluitend plaatsvinden op bestaande fundamenten.
De afstand van gebouwen tot waterlopen bedraagt ten minste:
Landhoofden behorende bij bruggen zijn toegestaan op bestemmingen grenzend aan de bestemming Water.
Ondergrondse bebouwing is uitsluitend ter plaatse van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat geen inbreuk mag worden gemaakt op het maximaal te bebouwen oppervlak van het perceel en eventuele dubbelbestemmingen het realiseren van de bebouwing niet in de weg staat.
De voorschriften van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de
bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduidingen 'vrijwaringszone - molenbiotoop 1' en 'vrijwaringszone - molenbiotoop 2' de volgende regels:
Indien de molen buiten het plangebied in stedelijk gebied is gelegen, gelden ter plaatse van de
desbetreffende aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop 2' op de grens van het plangebied – in
afwijking van hoofdstuk 2 – de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - eendenkooi' zijn activiteiten of werken en werkzaamheden die eenden binnen de afpalingskring kunnen verstoren niet toegestaan. Voor openbare werken en werken waarvan redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat deze op ander wijze dan wel tijdstip worden verricht en op handelingen verricht tot uitoefening van een beroep of van een bedrijf is het verbod niet van toepassing.
In aanvulling op of afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone' (met nummer) dat ten behoeve van het toetsingsvlak van de communicatie-, navigatie- of surveillanceapparatuur van LVNL de bouwhoogte van een bouwwerk in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan de hieronder genoemde hoogte:
met dien verstande dat hiervan afgeweken kan worden indien advies wordt ingewonnen bij LVNL (of diens rechtsopvolger) over het effect hiervan op de goede werking van de betreffende apparatuur en uit dit advies blijkt dat er geen nadelige effecten zijn op de goede werking van de betreffende apparatuur.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidheidszone - leiding' mag het aantal beperkt kwetsbare objecten niet toenemen.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn de gronden tevens bestemd voor een strook ten behoeve van de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen vaarweg.
Er zijn wat de bebouwing betreft, in afwijking van de bepalingen bij de andere voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de vaarweg.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 51.5.1 ten behoeve van de bouw van bouwwerken overeenkomstig de regels van de andere bij dit plan aangewezen bestemmingen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de vaarweg en voorafgaand overleg met de vaarwegbeheerder heeft plaatsgevonden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone 1' zijn de gronden tevens bestemd voor:
Op deze gronden mogen bouwwerken behorende bij de functie als genoemd in lid 51.6.1 worden gebouwd. Hiervoor gelden, in aanvulling op de bepalingen bij de andere ter plaatse voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 49, en worden
toegestaan dat een bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het
volgende:
Het bevoegd gezag kan
ter plaatse van de bouwaanduiding
bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in hoofdstuk 2 teneinde het aantal wooneenheden in het hoofdgebouw te vermeerderen, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 48.3 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 48.4 teneinde de afstand tot waterlopen te verkleinen indien de initiatiefnemer een positief advies van het Hoogheemraadschap van Delfland heeft ontvangen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten behoeve van de realisatie van
het
een gemaal
Akkerdijkschepolder,
met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het toestaan van een goothoogte van ten hoogste 6 m bij (bedrijfs)woningen, indien dit vanuit stedenbouwkundig opzicht aansluit op woningen in de omgeving en landschappelijk aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie 1 t/m 4 geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten mogelijk te maken met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van de aanleg van een boorlocatie voor aardwarmtewinning en daarbij horende voorzieningen, met als doel de productie van energie voor één of meerdere glastuinbouwbedrijven, met inachtneming van het volgende:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Met dien verstande dat:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 1e herziening Buitengebied Gras'.