direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen - III
Plan: Hoogeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.obp0002-0002

Artikel 13 Wonen - III

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1

De voor 'Wonen - III' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. verkeersdoeleinden (woonstraten, voet- en fietspaden);
  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. water;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.1.2

Ter plaatse van de bouwaanduiding 'gestapeld' zijn gestapelde woningen op de tweede bouwlaag en hoger gelegen bouwlagen toegestaan.

13.1.3

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - praktijkruimte' zijn op de begane grondlaag praktijkruimten en openbare dienstverleningfuncties toegestaan.

13.2 Dubbelbestemmingen
13.2.1

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de bestemming 'Waarde - Archeologie' is het bepaalde in Artikel 18 (Waarde - Archeologie) van toepassing.

13.3 Bouwregels
13.3.1

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mogen grondgebonden woningen worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • b. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd of ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
  • e. ter plaatse van hoekwoningen van grondgebonden woningen mag de aangegeven goothoogte uitsluitend ten behoeve van een stedenbouwkundig accent met 3,00 meter worden verhoogd;
  • f. de minimum afstand van hoofdgebouwen tot de tussen twee bouwpercelen gelegen perceelsgrens bedraagt 1,00 m; deze bepaling is niet van toepassing op hoofdgebouwen die op de tussen twee bouwpercelen gelegen perceelsgrens worden gebouwd;
  • g. onder gestapelde woningen binnen de aanduiding 'gestapeld' dient een halfverdiepte parkeervoorziening van 1 bouwlaag te worden gebouwd;
  • h. indien gestapelde woningen worden gebouwd dient ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' ten minste 80% van het aantal woningen als gestapelde woning te worden gebouwd.
13.3.2

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3,00 meter achter de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
  • b. indien de gebouwen en de overkappingen niet in de erfscheiding worden gebouwd dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 1,00 meter te bedragen;
  • c. de diepte van een aan- of uitbouw, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel waaraan wordt gebouwd, mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de diepte van een aan- of uitbouw op percelen die grenzen aan bestaande tuinbouwbedrijven, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel waaraan wordt gebouwd, mag ten hoogste 2,50 m bedragen;
  • e. de maximum oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt 50% van het oppervlak van het zij- en achtererf tot een maximum oppervlakte van 50 m2; dan wel bij een zij- en achtererf groter dan 100 m2 niet meer dan 50% van het zij- en achtererf tot een maximum van 75 m2;
  • f. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4,00 meter en 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw op de aangrenzende gronden;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4,00 meter.

13.4 Nadere eisen
13.4.1

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. parkeren in de openbare ruimte.

13.5 Gebruiksregels
13.5.1

Onder strijdig gebruik zoals in Artikel 23 bedoeld wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen, mits:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw met een maximum van 50 m2;
  • c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
  • e. het beroep alleen door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • f. er geen ingevolge de Wet milieubeheer vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden;
  • g. geen horeca en detailhandel plaatsvinden.
13.5.2

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in Artikel 23 lid 1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het inrichten van de gronden in afwijking van het aangegeven wegprofiel.
13.5.3

Burgemeester en wethouders verlenen Ontheffing van het bepaalde onder 13.5.2, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.