Plan: | Hoogeland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.obp0002-0002 |
De op de plankaart voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de bescherming, instandhouding en onderzoek van de (potentiƫle) archeologische waarden van het gebied.
Deze gronden zijn secundair bestemd voor de op de plankaart aangegeven bestemmingen.
Waar de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden samenvallen met de bestemmingen 'Waterstaat - Waterkering' zijn deze gronden primair bestemd voor waterstaatsdoeleinden en is het bepaalde in Artikel 20 (Waterstaat - Waterkering) van toepassing.
Alvorens in het als (potentieel) archeologisch waardevol gebied, zoals op de plankaart aangegeven, een bouwvergunning wordt verleend, dient de aanvrager van de bouwvergunning een rapport van archeologisch onderzoek over te leggen waaruit, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat het archeologisch belang in het gebied van het (bouw)plan niet wordt geschaad, dan wel op welke wijze dit belang kan worden gewaarborgd bij de uitvoering van het bouwplan.
Het overleggen van een rapport van archeologisch onderzoek is echter niet vereist:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de andere bouwwerken.
Het is verboden op of in deze gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Geen aanlegvergunning is vereist voor werken of werkzaamheden die:
De aanlegvergunning wordt verleend, indien door de onder 18.5.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de aanwezige archeologische waarden niet of in geringe mate worden aangetast. Indien het om zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt de aanlegvergunning verleend onder de voorwaarde dat voorafgaand aan de werkzaamheden adequaat archeologisch onderzoek zal plaatsvinden teneinde deze archeologische waarden veilig te stellen door middel van een opgraving (behoud ex situ).
Alvorens de gevraagde aanlegvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders de gemeentelijk archeoloog om advies. Burgemeester en wethouders kunnen gemotiveerd afwijken van dit advies.