direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen - II
Plan: Hoogeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.obp0002-0002

Artikel 12 Wonen - II

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1

De voor 'Wonen - II' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. verkeersdoeleinden (woonstraten, voet- en fietspaden);
  • e. groen- en speelvoorzieningen;
  • f. water;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.1.2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - water' dient minimaal 35 % als oppervlaktewater te worden gerealiseerd.

12.1.3

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad' dient een fietspad te worden gerealiseerd.

12.2 Dubbelbestemmingen
12.2.1

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de bestemming 'Waarde - Archeologie' is het bepaalde in Artikel 18 (Waarde - Archeologie) van toepassing.

12.2.2

Waar de in dit artikel bedoelde gronden samenvallen met de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' zijn deze gronden primair bestemd voor waterstaatsdoeleinden en is het bepaalde in Artikel 20 (Waterstaat - Waterkering) van toepassing.

12.3 Bouwregels
12.3.1

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend vrijstaande of twee aaneen gebouwde grondgebonden woningen worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan het aangegeven percentage bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woningen' 2, mogen binnen het bouwvlak maximaal twee (half)vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
  • e. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen;
  • f. op hoofdgebouwen dient een kap te worden gebouwd;
  • g. de minimum afstand van hoofdgebouwen tot de tussen twee bouwpercelen gelegen perceelsgrens bedraagt 1,00 m; deze bepaling is niet van toepassing op hoofdgebouwen, die op de tussen twee bouwpercelen gelegen perceelsgrens worden gebouwd;
  • h. de minimum onbebouwde strook voor de voorgevel bedraagt 3,00 meter;
  • i. de afstand van een woning tot een gemaal bedraagt minimaal 10 meter.
12.3.2

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3,00 meter achter de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
  • b. indien de gebouwen en de overkappingen niet in de erfscheiding worden gebouwd dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 1,00 meter te bedragen;
  • c. de diepte van een aan- of uitbouw, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel waaraan wordt gebouwd, mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de maximum oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt 50% van het oppervlak van het zij- en achtererf tot een maximum oppervlakte van 50 m2; dan wel bij een zij- en achtererf groter dan 100 m2 niet meer dan 50% van het zij- en achtererf tot een maximum van 75 m2;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4,00 meter en 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw op de aangrenzende gronden;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4,00 meter.

12.4 Nadere eisen
12.4.1

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. parkeren in de openbare ruimte.

12.5 Gebruiksregels
12.5.1

Onder strijdig gebruik zoals in Artikel 23 bedoeld wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen, mits:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw met een maximum van 50 m2;
  • c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
  • e. het beroep alleen door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • f. er geen ingevolge de Wet milieubeheer vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden;
  • g. geen horeca en detailhandel plaatsvinden.
12.5.2

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in Artikel 23 lid 1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het inrichten van de gronden in afwijking van het aangegeven wegprofiel.
12.5.3

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde onder 12.5.2, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

12.6 Wijzigingsbevoegdheid
12.6.1

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' het plan wijzigen in die zin dat:

de gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' geheel of gedeeltelijk worden bestemd voor 'Wonen - III'; na wijziging in de bestemming 'Wonen - III' zijn deze gronden bestemd voor wonen in de vorm van (meer dan twee aaneengebouwde) woningen en is het bepaalde in Artikel 13 van toepassing.