Plan: | Gantel de Baak |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.obp00000013-vast |
De voor "Leiding - Olie" aangewezen gronden zijn primair bestemd voor een (ondergrondse) olieleiding met de daarbij behorende bouwwerken.
Secundair zijn de gronden als bedoeld in lid 9.1.1 bestemd voor de andere aangegeven bestemmingen.
Op de in lid 9.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in lid 9.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 9.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de in lid 9.1.2 bedoelde (secundaire) bestemmingen, waarbij het bepaalde in de bouwregels van de onderscheiden bestemmingen van overeenkomstige toepassing is.
Deze bouwwerken mogen slechts worden opgericht voor zover de leidingbelangen zulks gedogen. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien binnen de in lid 9.1.1 onder a, b en c bedoelde bestemmingen geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen zullen burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij de leidingbeheerder.
Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 12 (Algemene gebruiksregels) van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende andere werken en/ of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren
Het bepaalde in lid 9.5.1 is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden aan de gronden waarbij geen schade kan worden toegebracht aan de leidingen en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid.
Een vergunning als bedoeld in lid 9.5.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/ of werkzaamheden geen schade kan worden toegebracht aan de leidingen en een afweging van de in het geding zijnde belangen, tot uitkomst heeft, dat een vergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
Alvorens te beslissen over een vergunning als bedoeld in lid 9.5.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies over de veiligheidsaspecten ingewonnen bij de leidingbeheerder.
Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.3 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de in lid 9.1.1 bedoelde bestemmingsvlakken aan te passen, toe te voegen of te verwijderen met inachtneming van het onderstaande:
De wijziging kan alleen worden toegepast:
Alvorens toepassing te geven aan deze regels dienen burgemeester en wethouders vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de leidingbeheerder.
Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening.