direct naar inhoud van Artikel 5 Water
Plan: Gantel de Baak
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.obp00000013-vast

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Hoofdbestemming

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding (waterberging, wateraan- en waterafvoer);
  • b. het verkeer en vervoer te water;
  • c. kruisend verkeer;
  • d. ligplaats voor pleziervaartuigen;

met de daarbij behorende andere bouwwerken, zoals bruggen en duikers.

5.1.2 Medebestemming

Ter plaatse van de functieaanduiding "oeverzone (oe)", voor zover binnen de in lid 5.1.1 bedoelde bestemming is gegeven, zijn de gronden mede bestemd voor oevers.

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in lid 5.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen bruggen ten behoeve van kruisend verkeer en niet zijnde steigers en vlonders.

 

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.2:

  • a. Voor de bouw van steigers binnen de gronden als bedoeld in lid 5.1.1 op voorwaarde dat de waterstaatkundige functie van de gronden (de doorstroming) en/of de verkeersfunctie van de gronden niet in onevenredige mate wordt aangetast; waarbij:
    • 1. de lengte niet meer mag bedragen dan 5 m en de breedte niet meer dan 1 m;
    • 2. de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,5 m boven het gemiddelde waterpeil;
  • b. Voor de bouw van vlonders/terrassen binnen de gronden als bedoeld in lid 5.1.2 (oeverzone); waarbij:
    • 1. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 30 m2;
    • 2. de hoogte niet meer mag bedragen dan 0,5 m boven het gemiddelde waterpeil;
    • 3. de onder 2 bedoelde hoogte mag worden overschreden door borstweringen waarbij de hoogte niet meer dan 1,5 m mag bedragen.
  • c. Voor de bouw van een insteekhaven binnen de gronden als bedoeld in lid 5.1.2 (oeverzone), voor zover grenzend aan de bestemming 'Water - Waterweg' en op voorwaarde dat de waterstaatkundige functie van de gronden (de doorstroming) en/of de verkeersfunctie van de gronden niet in onevenredige mate wordt aangetast.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Algemeen

Onverminderd het bepaalde in lid 12.2.1 onder van artikel 12 (Algemene gebruiksregels) is het verboden de in lid 5.1.1 en lid 5.1.2 bedoelde gronden te gebruiken voor/als ligplaats/aanlegplaats van vaartuigen.

5.4.2 Afwijking gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.4.1 voor het gebruik van de gronden als bedoeld in lid 5.1.1 als aanlegplaats/ligplaats van pleziervaartuigen op voorwaarde, dat:

    • 1. door het gebruik van de ligplaats/aanlegplaats geen afbreuk wordt gedaan aan het verkeer en vervoer te water;
    • 2. de breedte van de ligplaats niet meer dan 5 m mag bedragen;.

5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5.1 Verbodsregels

  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) binnen de gronden als bedoeld in lid 5.1.2 (oeverzones) de navolgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
    • 1. het plaatsen van oeverbeschoeiingen hoger dan 0,20 m gemeten vanaf het waterpeil, voor zover dit geen bouwwerken zijn;
    • 2. het wijzigen van het profiel van de gronden;
    • 3. het ontgronden en/of het graven van watergangen.
  • b. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) binnen de gronden als bedoeld in lid 5.1.2 (oeverzones) de navolgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
    • 1. het graven van insteekhavens.

5.5.2 Uitzonderingen

  • a. Het bepaalde in lid 5.5.1 onder a is niet van toepassing op:
    • 1. normale onderhoudswerkzaamheden waarbij geen aantasting van het profiel zal plaatsvinden;
    • 2. het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de bouw van een vlonder/terras waardoor door burgemeester en wethouders een ontheffing is verleend.

5.5.3 Toelaatbaarheid

  • a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.5.1 onder a is slechts toelaatbaar, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige en landschappelijke functie van de gronden.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.5.1 onder b is slechts toelaatbaar, indien:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige functie van de gronden en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid te water';
    • 2. de oppervlakte van de insteekhaven in totaal, met inbegrip van de oppervlakte binnen de bestemming “Wonen” niet meer dan 40 m2 zal bedragen'.

5.5.4 Adviezen

Alvorens te beslissen over een vergunning als bedoeld in lid 5.5.1 wordt, voor zover de vergunning betrekking heeft op gronden grenzend aan de gronden als de bestemming 'Water - Waterweg' wordt door burgemeester en wethouders over de waterstaatkundige en verkeerskundige situatie schriftelijk bij het Hoogheemraadschap van Delfland.

Geen advies is noodzakelijk indien het Hoogheemraadschap van Delfland vooraf schriftelijk heeft verklaard dat zij kunnen instemmen met de vergunning.