Plan: | Bedrijventerrein Honderdland fase 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.abpNBTHLANDf1-VA01 |
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Honderdland fase 1 van de gemeente Westland.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1783.abpNBTHLANDf1-VA01 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aparte ruimte die via het hoofdgebouw toegankelijk is en ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een onderneming welke gevestigd is of kan zijn in een woning en die toebehoort aan een natuurlijk persoon, welke in de betreffende woning woont en die geen personeel in dienst heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de onderneming de ruimtelijke uitstraling van de woonfunctie niet aantast.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in één of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, installeren of inzamelen en verhandelen van goederen.
de totale vloeroppervlakte van alle bouwlagen van een bedrijf met inbegrip van alle daartoe behorende ruimten, waaronder ontvangsthal, dienstruimten en magazijnen. Niet inbegrepen zijn inpandige dienstwoningen en gebouwde parkeervoorzieningen voor personenauto's. Wat betreft inpandige parkeerruimte valt een overdekte stallingsruimte voor een busje of een vrachtwagen wel hieronder.
een woning bij een bedrijf, die bestemd is voor bewoning door (het huishouden van) of door bij dat bedrijf werkzaam personeel.
een cluster aaneengesloten percelen bestemd voor bedrijven, dienstverlening en de daarbij behorende voorzieningen.
bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of vergund zijn om tot stand te zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat wordt begrensd door vloeren of balklagen die op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggen. Het dient hierbij te gaan om horizontale bouwlagen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de snijlijn van het maaiveld en het beloop van een watergang.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een (vrijstaand of aan een hoofdgebouw aangebouwd) gebouw dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en geen rechtstreekse toegang tot het hoofdgebouw heeft.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
een constructie, welke ondergeschikt is aan het dakvlak, ter vergroting van een gebouw, die vrij ligt in het hellend dakvlak.
een toevoeging aan het dakvlak van een bouwmassa die niet vrij in het dakvlak ligt, maar ten minste de nok- of gootlijn of zijkant van het dakvlak raakt van het betreffende gebouw/de betreffende woning. Het plaatsen van een dakopbouw gaat ten koste van de karakteristiek van het profiel van het gebouw/de betreffende woning.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel van het gebouw uitsteekt.
al dan niet bebouwde gronden die bij de hoofdmassa horen, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze inrichting niet verbieden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
de met de gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie' aangegeven zone, zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder.
de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen.
het niet bedrijfsmatig gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee en/of telen van agrarische producten.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken exclusief de aan- en uitbouwen of bijgebouwen.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtsreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een onderneming gericht op de vrijetijdsbesteding, waaronder begrepen detailhandel, horeca, recreatie, sport, care en daarmee naar aard gelijk te stellen activiteiten.
voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
de achtergevel van het oorspronkelijk vergunde hoofdgebouw.
een kantoor welke ter plaatse rechtstreeks verbonden is aan en ten dienste staat van een bedrijf.
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand, welke ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval begrepen een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop of sekstheater, een sekswinkel, een seksautomatenhal en een seksclub of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts) voorzieningen, zoals:
uitbreiding van een ruimte in het hoofdgebouw tot buiten het bestaande oorspronkelijke hoofdgebouw (bijvoorbeeld erker) en welke ruimtelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn voor de, met een gevellijn op de planverbeelding aangegeven, voorgevel van dat hoofdgebouw of voor een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
de naar de weg gekeerde zijde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of waar deze op de planverbeelding is aangegeven met een gevellijn.
de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de naar het openbare gebied gekeerde gevel(s) van de hoofdbebouwing of daar waar deze op de planverbeelding is aangegeven met een gevellijn.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
een kantoor welke ter plaatse niet rechtstreeks verbonden is aan en/of ten dienste staat van een bedrijf.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de loodrechte afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de afstand tussen de boveninsteek van het water en het deel van de aanlegsteiger dat daar het verst vanaf gelegen is.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen op de onder lid 3.1 genoemde gronden gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erfafscheidingen tussen de voorgevelrooilijn en de openbare weg | 1 m; | |||
b. | van erfafscheidingen elders | 2 m; | |||
c. | van silo's | 15 m; | |||
d. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m. |
Ten behoeve van hobbymatige agrarische activiteiten gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder c en lid 3.2.2 onder d voor het vergroten van de aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van lid 4.1 zijn tevens toegestaan:
Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen op de onder lid 4.1 genoemde gronden gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende regels:
In aanvulling op het bepaalde onder lid 4.2.1 gelden voor bedrijfswoningen en bijbehorende aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erfafscheidingen tussen de voorgevelrooilijn en de openbare weg | 1 m; | |||
b. | van erfafscheidingen elders | 2 m; | |||
c. | van vlaggenmasten | 6 m; | |||
d. | van portaalkranen | 8 m; | |||
e. | van reclamezuilen of -constructies | 10 m; | |||
f. | van silo's | 12 m; | |||
g. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent de situering van de gebouwen, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden de gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor de opslag van goederen.
Afwijken voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder c voor het vergroten van de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.4 om showrooms toe te staan indien de uit te stallen goederen behoren tot de normale bedrijvigheid/bedrijfsvoering en de oppervlakte van de showroom niet meer dan 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 75 m² bedraagt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' [sba-1] te wijzigen in de bestemming Bedrijf zonder de betreffende aanduidingen, indien de bedrijfswoning ten behoeve van de bedrijfsvoering van een bedrijf is of wordt gesloopt.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op regionale bedrijventerreinen zijn uitsluitend toegestaan:
In afwijking van lid 5.1.1 en 5.1.2 zijn tevens toegestaan:
aanduiding | SBI-code (2008) | uit ten hoogste categorie | ||||
transportbedrijf (trb) |
3099 | 3.2 | ||||
specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf (sb-mbb) | 2561, 331.1 | 3.2 | ||||
specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf (sb-aub) | 451,452, 454 | 1, 2 |
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen op de onder lid 5.1 genoemde gronden gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erfafscheidingen tussen de openbare weg en 2 m achter de voorgevelrooilijn | 1 m; | |||
b. | erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - terreinafscheidingen' [sba-ta] | 2,5 m; | |||
c. | van erfafscheidingen elders | 2 m; | |||
d. | van vlaggenmasten | 6 m; | |||
e. | van portaalkranen | 8 m; | |||
f. | van reclamezuilen of -constructies | 10 m; | |||
g. | van silo's | 12 m; | |||
h. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent de situering van bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met het oog op intensief ruimtegebruik, bij een omgevingsvergunning afwijken van het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage tot een maximum van 90% ten behoeve van, al of niet onder peil, te integreren parkeervoorzieningen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c voor het vergroten van de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder g voor het vergroten van de bestaande bouwhoogte van een bedrijfsverzamelgebouw, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor het bouwen van een erfafscheiding hoger dan 1 m, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik van de gebouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden de gronden buiten het bouwvlak te gebruiken voor de opslag van goederen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.2:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4 lid 5.2 onder d zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld zoals bedoeld in de Wet milieubeheer.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijventerrein' met de aanduidingen als bedoeld in lid 5.1.3 wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' zonder de betreffende aanduiding, indien de betreffende activiteit ter plaatse is beëindigd.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
a. | van erfafscheidingen tussen de openbare weg en 2 meter achter de voorgevelrooilijn | 1 m; | |||
b. | van erfafscheidingen elders | 2 m; | |||
c. | van vlaggenmasten | 6 m; | |||
d. | van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m. |
Afwijkingvan de Staat van Horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Een erker is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor verkeersregeling, verkeersleiding, wegaanduiding of verkeersverlichting, ten hoogste 3 m bedraagt.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen omtrent de plaatsing en de goot- en boeibordhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijerfscheiding wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de te bouwen gebouwen geen onnodige nadelige veranderingen teweegbrengen in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden ondernemingen, mits:
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een ondergrondse olietransportleiding met een diameter van ten hoogste 12 inch en een druk van ten hoogste 115 bar. Ingeval van strijdigheid, gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de betreffende gronden van toepassing zijn.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 13.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Olie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 13.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 13.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken leidingexploitant.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering. Ingeval van strijdigheid, gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de betreffende gronden van toepassing zijn.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 14.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage geeft aan hoeveel procent van het oppervlak van dat bouwperceel maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
De op de planverbeelding aangegeven bouwvlakken waarin geen percentages zijn geplaatst mogen volledig worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage heeft geen betrekking op bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De op de planverbeelding aangegeven hoogteaanduiding geeft de maximale goot- dan wel bouwhoogte van gebouwen in meters aan.
Indien op de planverbeelding geen hoogteaanduiding is opgenomen, geldt voor de maximaal toelaatbare goot- dan wel bouwhoogte het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze planregels.
De in lid 16.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door antenne installaties, mits deze voldoen aan het bepaalde in lid 16.4 en door schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen, alarminstallaties en andere ondergeschikte bouwdelen, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald.
De in lid 16.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden door liftkokers, indien en voor zover de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald.
De in lid 16.2 bedoelde hoogten mogen worden overschreden, indien deze hoogteoverschrijding voortvloeit uit de wet en of behoort tot normaal onderhoud.
Als maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maten, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald:
Erfscheidingen: | |||||
a. | tussen de openbare weg en 2 m achter de voorgevelrooilijn | 1 m; | |||
b. | erfscheidingen elders | 2 m; | |||
c. | overkappingen | 3 m; | |||
d. | straatmeubilair | 3 m; | |||
e. | lichtmasten | 20 m; | |||
f. | antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes | 5 m; | |||
g. | overige bouwwerken | 2 m; | |||
h. | vlaggenmasten | 6 m. |
De op de planverbeelding aangegeven bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door:
Bij elke ontwikkeling wordt de normering vanuit het Westlands Verkeer en Vervoerplan 2005 toegepast.
Voor het bouwen van dakkappellen gelden de volgende regels:
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 van de Wro in samenhang met artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' mogen geen nieuwe geluidsgevoelige objecten, als bedoeld in de Wet geluidhinder, worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.1.1 mits door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat de bouw van een geluidsgevoelig object mogelijk is, dan wel een besluit hogere grenswaarden van toepassing is op het betreffende gebied.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' voor de bescherming van het woon en leefklimaat in verband met een bevi-inrichting de volgende regels:
Het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 voor het toestaan van de in lid 18.2.1 genoemde functies en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies voor zover in overeenstemming met de in hoofdstuk 2 genoemde bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Het is verboden op of in de gronden met de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone-munitie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 18.3 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien uit nader onderzoek blijkt dat dit verantwoord is, gelet op mogelijk in de grond aanwezige munitie. Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning regels en beperkingen verbinden, gericht op het beperken van veiligheidsrisico's.
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds omgevingsvergunning kan worden verleend – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels in het plan voor:
Omgevingsvergunning wordt in ieder geval niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Wijzigingsbevoegdheid voor aanpassing van de bestemming
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' deels uitbreiden, verplaatsen en verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' met bijbehorend bouwvlak en maatvoeringsaanduidingen die aansluiten op aangrenzende gronden en de (stedenbouwkundige) structuur van het plan, indien de bedrijfsfunctie is beëindigd en onder de voorwaarden dat:
Het is verboden hoofdgebouwen met de aanduiding 'karakteristiek' [ka] zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.1.1 is niet vereist voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 34.1.1 wordt in ieder geval verleend indien het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor het bouwen (2.1 lid 1 sub b Wabo) heeft verleend voor de bouw van een nieuw hoofdgebouw op de betreffende gronden.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Honderdland fase 1'.