Plan: | Verzamelplan Glastuinbouw |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.GTVERZAMELPLANabp-VA01 |
Op 19 december 2012 is het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland vastgesteld. Op 28 januari 2014 volgde het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Boomawatering.
Beide bestemmingsplannen zijn op bepaalde locaties gewijzigd door toepassing van de opgenomen wijzigingsbevoegdheden.
Inmiddels is gebleken dat de bestemming van een aantal percelen niet in overeenstemming is met eerder gemaakte afspraken. In de correspondentie tussen de perceelseigenaren en de gemeente is aangegeven dat deze 'hiaten' in het nieuwe bestemmingsplan voor het duurzame glastuinbouwgebied hersteld worden.
Op 1 juli 2018 is de verplichting om bestemmingsplannen en beheersverordeningen binnen tien jaar te actualiseren vervallen. Reden hiervoor is de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Vanwege de invoering van deze wet is nog niet duidelijk of en wanneer het bestemmingsplan voor het duurzame glastuinbouwgebied in procedure wordt gebracht.
Om de nagekomen afspraken tussen perceelseigenaren en de gemeente te waarborgen is het bestemmingsplan Verzamelplan Glastuinbouw opgesteld. De eerder gemaakte afspraken tussen de perceelseigenaren en de gemeente worden hierin opgenomen.
Daarnaast worden een aantal woonbestemmingen in het duurzaam glastuinbouwgebied verwijderd. Het betreffen woningen welke door middel van toepassing van de regeling 'Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering" (VORM) gesloopt zijn en in gebruik zijn genomen door een glastuinbouwbedrijf. Daarnaast worden 4 woonpercelen wegbestemd. Dit betreffen woningen welke in aanmerking kwamen voor de uitkoopregeling woningen onder hoogspanningsverbindingen.
Het bestemmingsplan betreft geen aaneengesloten gebied. Het plangebied beslaat 65 verschillende percelen, welke gelegen zijn in het (duurzame) glastuinbouwgebied van de gemeente Westland. Het betreffen verschillende percelen, met een variërende oppervlakte.
In het bestemmingsplan zijn de volgende percelen opgenomen:
Binnen het plangebied waren, voor het van kracht worden van dit bestemmingsplan, de volgende planregimes van kracht:
Het bestemmingsplan "Verzamelplan Glastuinbouw" bestaat uit een toelichting, planregels en een planverbeelding. De toelichting is als volgt opgebouwd. In Hoofdstuk 2worden de verschillende percelen beschreven. Dit tezamen leidt tot een beschrijving van de gemeentelijke visie op het gewenste behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied. In Hoofdstuk 3 wordt onderzoek op het gebied van milieu, ecologie, archeologie en cultuurhistorie en water behandeld. In Hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de planvorm en de achtergrond bij de regels die zijn opgenomen voor de verschillende bestemmingen. Tot slot wordt in Hoofdstuk 5 ingegaan op de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
De beleidscontext voor de visie op het plangebied wordt gevormd door gemeentelijke, regionale, provinciale en landelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante beleid samengevat. Het hier samengevatte beleidskader is niet uitputtend. In de toelichting wordt op een aantal plaatsen verwezen naar specifiek beleid of beleidsnotities die niet in deze paragraaf worden behandeld. Tot slot wordt in dit hoofdstuk een beschrijving gegeven van de visie op het plangebied. Deze visie is gericht op het behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit.
Structuurvisie Westland 2025-Perspectief 2040
Na een periode van ongekende groei heeft de economische conjunctuur een ongewild moment van bezinning gebracht. Ambities en de realiteit van alledag sluiten niet meer op elkaar aan. Met dit besef stelt de gemeente haar structuurvisie op, in de wetenschap dat de rol van de overheid de komende jaren zal veranderen. De visie geeft een ruimtelijk toekomstperspectief, ons streven voor de langere termijn, zonder daarbij de realiteit uit het oog te verliezen. In het perspectief 2040, dat in dialoog met de samenleving tot stand is gekomen, staan de ambities voor de toekomst van Westland. Hierin staan ook de kernwaarden die we als meetlat gebruiken bij toekomstige afwegingen of ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt of niet. We zetten zo eerst de stip op de horizon om aan te geven waar we naartoe willen. Op basis daarvan gaan we aan de slag met ruimtelijke ontwikkelingen die ons dichter bij het geschetste perspectief brengen. Met deze visie op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) faciliteert Westland de gewenste ontwikkelingen en stelt het tegelijkertijd het ruimtelijk kader tot 2025, met het besef dat de uitwerking aan vele partijen is. Westland wil ontwikkelingen mogelijk maken en niet opleggen onder het adagium ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder'. Deze visie gaat uit van participatie planologie, wat betekent dat de gemeente nadrukkelijk andere partijen uitnodigt en haar partners zoekt bij het verwezenlijken van een gedeelde ambitie. De visie is het beleidsbepalend document voor ruimtelijke ontwikkeling in Westland, waarmee duidelijkheid wordt verschaft aan ontwikkelende partijen en over de functionele invulling van gebieden. De structuurvisie biedt een juridische basis voor bovenplanse verevening en vormt de basis voor bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen in anterieure overeenkomsten met marktpartijen.
Verkeer- en vervoerbeleid
In de structuurvisie Westland uit 2014 is in hoofdlijnen het verbeteren van de bereikbaarheid van Westland opgenomen. Het verbeteren van de bereikbaarheid ondersteunt de ambities om een duurzame Greenport gemeente zijn, waar het goed wonen, werken en recreëren is. Speerpunten voor de bereikbaarheid zijn:
De kaders voor onder andere duurzaam veilige inrichting van de wegen en de parkeernormen zijn opgenomen in het Westlands Verkeer en Vervoerplan, vastgesteld door de raad van de gemeente op 28 november 2006.
Beleidsregel Parkeernormering gemeente Westland 2018
In de vergadering van burgemeester en wethouders van 16 januari 2018 is de 'Beleidsregel Parkeernormering gemeente Westland 2018' vastgesteld. Hiermee vervalt de verwijzing naar het WVVP. In het beleid is de parkeernormering van de gemeente Westland geactualiseerd en in overeenstemming gebracht met de meest recente kerncijfers van het CROW (landelijke richtlijnen).
Beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland
In de beleidsnotitie conventionele explosieven in het Westland wordt beschreven hoe om moet worden gegaan met diepte werkzaamheden op locaties die mogelijk conventionele explosieven bevatten. De basis voor het gemeentelijk beleid voor het opsporen van explosieven is de explosieven risicokaart. Deze kaart geeft een eerste indicatie van het mogelijke gevaar van diepte werkzaamheden op bepaalde locaties in het Westland. In het projectgebied zijn geen mogelijke vindplaatsen van conventionele explosieven aanwezig.
Handhaven op maat
Op 17 november 2015 hebben burgemeester en wethouders van Westland de beleidsnota 'Handhavingsbeleid, integrale handhaving Wabo taken' vastgesteld. Hierin zijn de doelen en richting voor milieuhandhaving en bouw- en woningtoezicht beschreven. De naleving van wet- en regelgeving is daarbij een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, burgers en bedrijven. De wet- en regelgeving zijn bedoeld om kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid binnen de leefomgeving te beschermen en bevorderen en dat is in ieders belang. Dit draagt bij aan een prettige woon-, werk- en leefomgeving voor de burgers en ondernemers van de Gemeente Westland. De handhaving van de regelgeving vervat in dit plan is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Het gaat daarmee vooral om de planregels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. Een aantal vormen van gebruik wordt specifiek aangeduid als strijdig met de bestemming, zodat handhavend optreden hiertegen eenduidig mogelijk te maken. Uiteraard betreft het hier een niet-limitatieve opsomming. Handhaving van dit plan is van belang om de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid er van in stand te houden. Daarnaast heeft handhaving uiteraard ook een belangrijke functie in het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. De planregels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Handhaving van het plan zal in de praktijk primair plaatsvinden via de bestemmingsplantoets in het kader van de omgevingsvergunning en door feitelijk toezicht op de aanwezigheid van bouwwerken en op gebruiksactiviteiten. Binnen de gemeente heeft het team bouw- en woningtoezicht van de afdeling Ruimte, Omgeving en Veiligheid hierin een centrale taakstelling. Bij gebleken strijdigheid met het plan wordt, afhankelijk van de prioriteitsstelling, een handhavingstraject ingezet.
Woonvisie
“Westland is een unieke, internationaal toonaangevende, goed bereikbare en duurzame Greenportgemeente, waarin het goed wonen, werken, ondernemen en recreëren is”. Dit is de kernambitie van de Structuurvisie Westland 2025 (perspectief 2040), die in 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. De Woonvisie is een actualisatie van de Woonvisie Westland 2009 en richt zich op het deelonderwerp “wonen” van de structuurvisie Westland.
Karakter en functie Woonvisie
De woningmarkt is continu in beweging. Dit verdraagt geen strak gedetailleerd programma, maar een kader voor beslissingen. De Woonvisie biedt het kader voor besluiten over programma's, inzet van middelen en capaciteit en geeft richting aan het handelen van de gemeente en haar partners. De Woonvisie is in overleg met de woningcorporaties tot stand gekomen en via een discussiebijeenkomst met andere partners op volkshuisvestingsgebied besproken.
Prioriteiten en uitgangspunten van de Woonvisie
De "Woonvisie Westland 2030" geeft de prioriteiten, uitgangspunten en visie hoe Westland er in 2030 uit moet zien.
De hoofdthema's van Woonvisie zijn:
Betaalbaarheid
Doorstroming en wooncarrière (met name focus op)
Ruimtelijke verdeling (in en om de kernen)
Kwaliteit van de woningvoorraad
Beleid en beleidsregels voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk in Westland
In deze Nota wordt aangegeven dat het wenselijk is een goede ruimtelijke spreiding van de verkooppunten van consumentenvuurwerk te bewerkstelligen. Doel bij een ruimtelijke benadering is het bereiken van een gelijkmatige spreiding van (kleine) bedrijven voor verkoop en opslag van consumentenvuurwerk over Westland, om op deze wijze straathandel en vuurwerktoerisme zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij moet er binnen elk verzorgingsgebied sprake zijn van voldoende (vuurwerk)aanbod om de lokale markt te voorzien en zodoende illegale handel in principe overbodig te maken en te voorkomen.
Het uitgangspunt voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk van de gemeente Westland is:
Ruimte bieden aan ondernemers voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk met inachtneming van veiligheid en milieuregelgeving onder voorwaarde van een goede ruimtelijke spreiding.
Met daarbij de volgende randvoorwaarden:
In de planregels van het voorliggende bestemmingsplan is opgenomen dat opslag en verkoop van consumentenvuurwerk niet is toegestaan, met uitzondering van de locaties waarvoor een vergunning is verleend.
Metropoolregio Den Haag-Rotterdam
In de metropoolregio Rotterdam Den Haag werken 23 gemeenten samen aan het verbeteren van de bereikbaarheid en het vernieuwen van de economie. Daarmee versterken ze onder meer de (internationale) concurrentiepositie van de regio. Met elkaar vormen deze 23 gemeenten het bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH).
Voor het overleg tussen de 23 gemeenten en het nemen van besluiten kent de MRDH de volgende besturen en commissies: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de bestuurscommissie Vervoersautoriteit (Va), de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat (EV) en de voorzitter. Met 23 gemeenten, 2,3 miljoen mensen, 1,2 miljoen banen met werk voor 13,5% van de Nederlanders en een bijdrage van 15% aan het BNP is de metropoolregio een regio die er toe doet. Voor een grootstedelijke regio waar het goed wonen, werken en recreëren is, heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) zichzelf twee belangrijke ambities gesteld: het vernieuwen van economie en het verbeteren van de bereikbaarheid. Het Rijk gaf de Metropoolregio Rotterdam Den Haag de status van vervoerregio. En daarmee ook wettelijke taken rond verkeer en vervoer. Aan het begin van elke nieuwe bestuursperiode (elke vier jaar) stelt het bestuur een regionale strategische agenda vast, van waaruit de regionale vraagstukken worden opgepakt. De huidige strategische agenda loopt tot en met 2022.
Het omgevingsbeleid Zuid-Holland is op 1 april 2019 in werking getreden. In het Omgevingsbeleid is al het bestaande provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving samengevoegd in een Omgevingsvisie en een Omgevingsverordening. Omdat onderdelen uit het Programma ruimte naar het visiedeel zijn omgezet, is het resterende deel hiervan nu onderdeel van het Omgevingsbeleid. Het gehele Omgevingsbeleid is alleen redactioneel gewijzigd, de beleidsinhoud is niet veranderd.
Het beleid is eenvoudiger, transparanter en toegankelijker gemaakt voor initiatiefnemers in Zuid-Holland. Al het sectorale beleid is samengevoegd in een digitaal systeem, dubbele teksten zijn er uit gehaald en samenhang is inzichtelijker gemaakt. Hiermee is een einde gekomen aan sectorale visies en nota's. Het beleid kan nu modulair worden aangepast en daarmee kan het Omgevingsbeleid doorontwikkeld worden richting inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Met het samenbrengen van verschillende beleidsplannen voor de fysieke leefomgeving tot 1 integraal Omgevingsbeleid sorteert de provincie voor op de Omgevingswet. De Omgevingswet verplicht provincies om 1 Omgevingsvisie en een Omgevingsverordening te maken.
De Omgevingsvisie bestaat uit de volgende onderdelen:
Met het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Hieraan wordt richting gegeven door het maken van samenhangende beleidskeuzes, die volgen uit onze provinciale opgaven. Deze beleidskeuzes werken door naar uitvoeringsprogramma's en naar regels in de verordening. Het geheel aan bestaande beleidskeuzes, inclusief de doorwerking naar programma's en verordening, vormt het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving.
.
Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur toont de essentie en de samenhang van verschillende ruimtelijke beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie. Het integrale kaartbeeld van de ruimtelijke hoofdstructuur is opgebouwd uit de volgende kaartbeelden:
De ruimtelijke hoofdstructuur
Ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond
De drukte in de ondergrond neemt toe als gevolg van nieuwe mogelijkheden om de ondergrondse ruimte te benutten en de toenemende druk op de bovengrondse ruimte. Dat vraagt om een actieve ordening van ondergrondse functies, afgestemd met bovengrondse ontwikkelingen, in een driedimensionale planvorming (3D-ordening).
De ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond toont indicatief en informatief de huidige ruimtelijke situatie van de ondergrond en strategische doelstellingen voor de ondergrond. De kaart verbeeldt de grotere ondergrondse infrastructuur van bovenlokaal belang én de gebieden met een specifieke betekenis vanuit een ondergronds belang. Onder de grote ondergrondse infrastructuur van bovenlokaal belang zijn meegenomen de (buis)leidingen, warmtenetwerken, tunnels in het openbaar vervoer en wegennetwerk. Gebieden met een specifiek ondergronds belang hebben betrekking op de bescherming/reservering voor de drinkwatervoorziening, de ambitie voor bodemenergie, de stimulering van ondergrondse waterberging, aardkundige waarden en hoge archeologische waarden.
Programma ruimte
De drukte in de ondergrond neemt toe als gevolg van nieuwe mogelijkheden om de ondergrondse ruimte te benutten en de toenemende druk op de bovengrondse ruimte. Dat vraagt om een actieve ordening van ondergrondse functies, afgestemd met bovengrondse ontwikkelingen, in een driedimensionale planvorming (3D-ordening).
De ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond toont indicatief en informatief de huidige ruimtelijke situatie van de ondergrond en strategische doelstellingen voor de ondergrond. De kaart verbeeldt de grotere ondergrondse infrastructuur van bovenlokaal belang én de gebieden met een specifieke betekenis vanuit een ondergronds belang. Onder de grote ondergrondse infrastructuur van bovenlokaal belang zijn meegenomen de (buis)leidingen, warmtenetwerken, tunnels in het openbaar vervoer en wegennetwerk. Gebieden met een specifiek ondergronds belang hebben betrekking op de bescherming/reservering voor de drinkwatervoorziening, de ambitie voor bodemenergie, de stimulering van ondergrondse waterberging, aardkundige waarden en hoge archeologische waarden.
Ambitie
Zuid-Holland is een strategisch gelegen, vruchtbare delta, grotendeels onder zeeniveau, met een dalende bodem en mede daardoor met een uniek gevarieerd kust-, veen- en rivierenlandschap. In dit gebied hebben inwoners het landschap gevormd en bewoonbaar gemaakt door inpoldering. Ook hebben onze inwoners het gebied verbonden met de rest van de wereld. In de loop der eeuwen heeft zich in Zuid-Holland een meerkernig stedelijk netwerk ontwikkeld. Een centrum van handel, cultuur en wetenschap, met als kenmerk en kracht de diversiteit aan mensen, landschap en economie. Een dynamische delta die altijd dreigingen heeft weten om te zetten in kansen.
Zuid-Holland is kwetsbaar voor veranderingen, zoals globalisering, klimaatverandering, demografische trends en nieuwe technologie. In ons laaggelegen deltagebied heeft de klimaatverandering grote ruimtelijke, economische en sociale gevolgen. Zuid-Holland is als open economie gevoelig voor de gevolgen van globalisering. De segregatie neemt toe. Onze energie-intensieve economie heeft, zoals ook benoemd in het klimaatakkoord van Parijs, alleen toekomst als wordt overgegaan tot verduurzaming. Daarnaast zorgt de trek naar de stad voor een toenemende druk op onze schaarse ruimte. Tegelijkertijd herbergt deze regio een groot reservoir van talent, creativiteit en ondernemerskracht.
De Provincie ziet zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving. Deze nevengeschikte ambities staan niet op zichzelf. Ze zijn geworteld in de historie, ligging en economische structuur van Zuid-Holland en gekoppeld aan de strategische uitdagingen waar deze regio voor staat. Onze ambities zijn de kaders waarbinnen wij ruimte geven.
De tuinbouw in Zuid-Holland is in de fase van volwassenheid van hun levenscyclus beland. De werkgelegenheid, de afzet en innovatiekracht van deze sectoren stabiliseren en dreigen zonder bijsturing op termijn wellicht zelfs af te nemen. De opgave voor de glastuinbouw is om te vernieuwen en verduurzamen. Kansen op innovatie en groei ontstaan door meer interactie tussen economische clusters en door nieuwe economische sectoren binnen de traditioneel sterke clusters. Nauwe samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderzoekers en een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt kunnen daarbij tot stroomversnelling leiden. Het sneller naar de markt brengen van nieuwe kennis (valorisatie) wordt daardoor bevorderd.
De opgave voor de sector is om meer toegevoegde waarde te genereren bij het zelfde ruimtegebruik met minder verbruik van energie en water. Het proces van schaalvergroting stelt eisen aan de ruimtelijke inrichting van de Greenports en vraagt om modernisering van teeltareaal. Verder experimenteert de sector op grote schaal met nieuwe vormen van energiewinning en waterberging. Naast de primaire productie groeien vooral de toeleverende bedrijven sterk, wat tot conflicterende ruimteclaims leidt, omdat het eveneens van groot belang voor het innovatief vermogen van de sector is dat binnen de provincie voldoende teeltareaal voor (glas)tuinbouw beschikbaar blijft.
Westland is een glastuinbouwgebied dat zich door herstructurering, modernisering en intensivering van het bestaande areaal verder moet ontwikkelen. Binnen Westland is ruimte voor glasopstanden, maar de Provincie biedt bij uitzondering ook ruimte voor weloverwogen vormen van functiemenging, als die het greenportcluster versterken. Bedrijven kunnen worden toegelaten als ze behoren tot de keten glastuinbouw en een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de Greenport als internationaal centrum voor teelt, kennis en handel.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte & AMvB ruimtelijke ordening
Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.
Doelen
In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
Het Westland is op de kaart van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen als Greenport.
Figuur - Uitsnede kaart nationale ruimtelijke hoofdstructuur
Nationale belangen
De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in de AMvB ruimtelijke ordening. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij de AMvB kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit. Voor het projectgebied zijn geen nationale belangen in het geding.
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de beleidskaders van de verschillende overheden.
In 2019 is de woning Assendelftlaan 5 gesloopt ten behoeve van de reconstructie van het omliggende glastuinbouw bedrijf. Hierbij is gebruik gemaakt van de regeling 'Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering" (VORM).
De locatie van de woning is gelegen in het bestemmingsplan 'Glastuinbouwgebied Westland' en had de bestemming 'Wonen". Het is onwenselijk ter plaatse een nieuwe woning te realiseren. De gronden komen immers ter beschikking van het glastuinbouwbedrijf. De bestemming van het perceel Assendelftlaan 5 wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
locatie Assendelftlaan 5
De woning Baakwoning 1a is in 2013 gerealiseerd als een bedrijfswoning behorende bij een (nog te realiseren) glastuinbouwbedrijf. Het glastuinbouwbedrijf, wat gekoppeld zou worden aan de woning Baakwoning 1a, is echter nooit gerealiseerd. In middels is bekend dat het glastuinbouwbedrijf, waar de woning aan gekoppeld dient te worden, niet gerealiseerd gaat worden. Om die reden is besloten de woning Baakwoning 1a om te zetten naar de bestemming 'Wonen'.
De bestemming van het perceel wordt daarom gewijzigd van 'Agrarisch-Glastuinbouw' naar 'Wonen'. Het woonperceel heeft een oppervlakte van 1384m2..waarvan 1000m2 wordt voorzien van de bestemming 'Wonen'. Een deel van de watergang, gelegen direct naast de toekomstige woonbestemming, is ook bestemd als 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Dit deel van de watergang wordt voorzien van de bestemming 'Water'.
De woning Baakwoning 1a
In de periode 2013 tot en met 2016 zijn aan de Boerenlaan in 's-Gravenzande een 12-tal uitplaatskavels gerealiseerd. Deze uitplaatskavels worden van het glastuinbouwgebied afgeschermd door een watergang. Een deel van de watergang maakt kadastraal onderdeel uit van de woonkavels en een deel maakt kadastraal onderdeel uit van het glastuinbouwbedrijf. De bestemming van deze watergang is niet consistent. Een deel is voorzien van de bestemming Wonen en een deel is voorzien van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw.
Om de functie van de watergang in overeenstemming te brengen met de bestemming wordt de watergang voorzien van de bestemming Water. Door deze aanpassing van de bestemming is de begrenzing tussen de woonkavels en het glastuinbouwgebied duidelijker.
Daarnaast is een deel van de Boerenlaan (ter hoogte van de aansluiting met de Parallelweg) niet voorzien van een digitaal ontsloten bestemmingsplan. Dit deel heeft een oppervlakte van 590m2. Omdat het gewenst is het gehele grondgebied van de gemeente te voorzien van een digitaal ontsloten bestemmingsplan (in verband met de aankomende Omgevingswet) wordt ook dit deel van de Boerenlaan in dit bestemmingsplan opgenomen en voorzien van de bestemming Verkeer.
Aangezien een deel van het achtererf van het perceel Boerenlaan 2 voorzien is van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw en dit door het herbestemmen van de watergang een gebiedsvreemde functie wordt zal de bestemming van dit deel van het perceel in overeenstemming worden gebracht met het daadwerkelijke gebruik. Het gehele perceel Boerenlaan 2 wordt voorzien van de bestemming Wonen.
De watergang gelegen achter de woningen Boerenlaan 2 tot en met 8D
Op 1 november 2018 is er een verzoek ingediend om de woning en omliggende grond op het perceel Boomaweg 1 te Monster, kadastraal bekend als MSR00, sectie H, nummers 3551 en 3306 gedeeltelijk te wijzigen van de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' naar de bestemming 'Wonen'. Deze bestemmingswijziging is mogelijk gemaakt met een wijzigingsplan, wat op 25 juli 2019 is vastgesteld.
Bij het verzoek is tevens een verzoek ingediend om de naastgelegen bedrijfsruimte te voorzien van de bestemming 'Bedrijf-Agrarisch Aanverwant Bedrijf'. Bij de beoordeling van het verzoek is destijds geoordeeld dat, gezien de feiten uit het verleden, de wijziging naar de bestemming 'Bedrijf-Agrarisch Aanverwant Bedrijf' valt binnen de mogelijkheden voor bestemmingswijziging. Deze bestemmingswijziging kon niet met hetzelfde wijzigingsplan gerealiseerd worden.
Op 11 maart 2019 is aangegeven dat deze wijziging gerealiseerd wordt door middel van een bestemmingsplanprocedure. De bestemming van het perceel Boomaweg 1 wordt gewijzigd van 'Agrarisch-Glastuinbouw' naar 'Bedrijf-Agrarisch Aanverwant Bedrijf'.
De bedrijfslocatie Boomaweg 1
Het perceel Burgemeester Crezeelaan 64 is voorzien van de bestemming 'Wonen'. Echter komt de woonbestemming niet overeen met de eigendomssituatie, waardoor een deel van het woonperceel voorzien is van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw en visa versa.
De woonbestemming wordt aangepast zodat het gehele perceel de bestemming 'Wonen' krijgt. Daarnaast wordt een deel van de huidige woonbestemming aangepast naar 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Hierdoor krijgen de gronden de bestemming waarvoor ze ook gebruikt worden. De woonbestemming heeft een oppervlakte van 995m2.
Het woonperceel Burgemeester Crezeelaan 64
Direct ten noorden van de woning aan de Burgemeester Elsenweg 5 wordt het project Elsenbosch gerealiseerd.
Elsenbosch betreft een transformatie van het glastuinbouwgebied, waarbij een functioneel gemengd programma wordt beoogd, met ruimte voor vestiging van een brandstofverkooppunt, een fastfoodrestaurant, bedrijvigheid met een hoogwaardig, greenport gerelateerd karakter, een kleinschalig kantoorgebouw en tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten (voor de duur van 10 jaar). Daarnaast wordt ruimte gecreëerd voor een uitbreiding van Van den Bos Flowerbulbs.
Een weergave van de ontwikkeling Elsenbosch, waarbij de woning Burgemeester Elsenweg 5 rechtsonder zichtbaar is
De woning Burgemeester Elsenweg 5 is niet meegenomen in het bestemmingsplan Elsenbosch. De woning is gelegen in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland en is voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. De woning is aangemerkt als een bedrijfswoning.
Na realisatie van Elsenbosch is de woning gelegen tussen dat bedrijventerrein en het bestaande bedrijventerrein aan de zuidzijde. Het perceel maakt geen onderdeel meer uit van het duurzame glastuinbouwgebied. De huidige bestemming (als bedrijfswoning) is niet meer passend voor het perceel. Het perceel kan ook niet meer gebruikt worden voor een bedrijfswoning, behorende bij een volwaardig glastuinbouwbedrijf. De woning is feitelijk een burgerwoning en wordt ook als zodanig gebruikt. De bestemming van het perceel wordt afgestemd op het feitelijke gebruik. Het perceel wordt derhalve voorzien van de bestemming 'Wonen'.
De woning Burgemeester Elsenweg 5
Een deel van de berm aan de zuidzijde van de Burgemeester van der Doornlaan is niet voorzien van een digitaal ontsloten bestemmingsplan. Dit deel heeft een oppervlakte van 870m2. Omdat het gewenst is het gehele grondgebied van de gemeente te voorzien van een digitaal ontsloten bestemmingsplan (in verband met de aankomende Omgevingswet) wordt ook deze berm in dit bestemmingsplan opgenomen. Aangezien deze berm voor het overgrote deel in gebruik is als watergang zal deze bestemd worden als 'Water'. Het deel wat niet in gebruik is als watergang wordt voorzien van de bestemming 'Verkeer'.
Het woongebouw Burgerdijkseweg 7 is in 1966 gerealiseerd en vergund als een bedrijfswoning behorende bij een veeteeltbedrijf. De bouwvergunning is destijds verleend op basis van het Plan in Hoofdzaak. In de daarop volgende herziening van het bestemmingsplan is het pand voorzien van de bestemming Wonen.
Deze woonbestemming is in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland overgenomen. Op dat moment was er ook geen sprake meer van een veeteeltbedrijf. Alle bijbehorende bouwwerken (welke bij het voormalige veeteeltbedrijf behoorde) zijn hierdoor onder de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan geplaatst. In het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied is een regeling opgenomen voor voormalige boerderijen. Zie hiervoor de onderstaande beargumentatie uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland. De bestemming Voormalige boerderij sluit aan bij de gewenste ruimtelijke invulling van deze voormalige boerderij. De bestemming van de boerderij en het bijbehorend erf wordt gewijzigd in 'Wonen-Voorrmalige boerderij'.
Wonen – Voormalige boerderij De ontwikkelingen van akkerbouw, veeteelt enz. naar glastuinbouw heeft er toe geleid dat er in het plangebied van het bestemmingsplan enkele voormalige boerderijen met omliggende gronden aanwezig zijn, zonder dat er nog agrarische activiteiten plaats vinden. Een aantal van die voormalige boerderijen hebben al de bestemming 'Wonen' conform de oude bestemmingsplannen of door middel van Woningen Buitengebied Westland deel I, II of III. Voor deze voormalige boerderijen is voor een aparte regeling gekozen, omdat de voormalige boerderijen een bepaalde karakteristieke waarde hebben. Enkele van de voormalige boerderijen zijn zelfs aangewezen als rijks- of gemeentelijke monument. Bij de verkoop van gronden ten behoeve van de glastuinbouw zijn in het verleden de bijgebouwen regelmatig buiten de verkoop gehouden. Deze oppervlakte aan bijgebouwen is veelal groter dan de bij recht toegestane hoeveelheid bijgebouwen in het glastuinbouwgebied. Bij de voormalige boerderijen is het in de meeste gevallen landschappelijk goed inpasbaar om een groter oppervlak aan bijgebouwen toe te staan. Bij recht is er 100 m2 toegestaan. Alles boven de 100 m2 valt onder het overgangsrecht. Binnen de bestemming is het mogelijk om bij vervanging van beeld verstorende bijgebouwen gebruik te maken van een saneringsregeling, waarbij de bijgebouwen op het perceel eenmalig mogen worden vernieuwd. Daarbij mag 50% van het oppervlak tussen de 100 m² en 500 m² worden teruggebouwd, bovenop de bij recht toegestane oppervlakte van 100 m². Indien meer dan 500 m² aan bijgebouwen aanwezig is, mag tot een maximum van 20% van het oppervlak boven de 500 m² worden teruggebouwd. De toepassing van deze regeling heeft tot gevolg dat er een afname van de bestaande hoeveelheid aan bebouwing plaatsvindt. Tevens geldt dat een verbetering van het aanzicht en of landschappelijke inpassing plaatsvindt. Karakteristieke bijgebouwen komen niet in aanmerking voor de saneringsregeling. |
De voormalige boerderij Burgerdijkseweg 7
Naast de aanpassing van de bestemming op het perceel Burgerdijkseweg 7 wordt ook de bestemming van de naastgelegen watergang (rechts van het woonperceel) aangepast. Deze hoofdwatergang is nu bestemd als 'Water'. De bestemming wordt aangepast in de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw" met de functieaanduiding 'hoofdwatergang'. Binnen de aanduiding mogen de gronden pas gebruikt worden voor een andere functie dan de waterfunctie indien het hoogheemraadschap akkoord is met de aangepaste waterhuishoudkundige functie.
De bestemming van het perceel Casembrootlaan 36 is bij de vaststelling van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Boomawatering gewijzigd van 'Agrarisch-Glastuinbouw' naar 'Wonen'. Echter is niet het gehele woonperceel omgezet, terwijl dit wel is afgesproken met de perceelseigenaar. Het resterende deel van het perceel kadastraal bekend als MSR Sectie I nummer 2454 wordt nu ook voorzien van de bestemming 'Wonen'. Het gehele woonperceel heeft na de bestemmingsomzetting een oppervlakte van 1240m2.
De woning Casembrootlaan 36
Op het perceel Claes de Wyckerlaan 2 is het bedrijf Betonwerk Verkade B.V. gevestigd. Het perceel is ook voorzien van de bestemming Bedrijf. Echter is een deel van het perceel (met een oppervlakte van om en nabij 450m2 betrokken bij de woonbestemming van het perceel Madeweg 11. De bestemming van dit deel van het perceel wordt dan ook gewijzigd in de bestemming Bedrijf, welke aansluit bij de huidige bedrijfsbestemming van het perceel Claes de Wyckerlaan 2.
Het bedrijfsperceel Claes de Wyckerlaan 2
Het woonperceel Galgepad 22 is in het nu geldende bestemmingsplan voorzien van de bestemming 'Wonen'. Echter is een deel, aan de achterzijde van het perceel, voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Op het achterliggende perceel wordt een uitplaatskavel gerealiseerd. Door de realisatie van dit kavel zijn de resterende gronden niet meer te gebruiken conform de beoogde bestemming. De resterende gronden worden nu bestemd conform het huidige gebruik. Hierdoor wordt het gehele perceel wat toebehoord aan de woning Galgepad 22 voorzien van de bestemming 'Wonen'.
Het woonperceel Galgepad 22
Op 1 januari 2017 is de uitkoopregeling gestart voor woningen die recht onder hoogspanningslijnen staan.
Een woning komt in aanmerking als deze op 1 januari 2017:
De woning Galgeweg 47a
De woning Galgeweg 47a komt in aanmerking voor de uitkoopregeling. De woning wordt door de gemeente verworven en gesloopt. Het perceel wordt, na sloop, verkocht aan het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Aangezien het perceel de bestemming 'Wonen' heeft zal de bestemming van het perceel gewijzigd moeten worden naar 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Het perceel Galgeweg 47a
In augustus 2019 is de woning Gantellaan 30 gesloopt ten behoeve van de reconstructie van het omliggende glastuinbouw bedrijf. Hierbij is gebruik gemaakt van de regeling 'Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering" (VORM). De locatie van de woning is gelegen in het bestemmingsplan 'Glastuinbouwgebied Westland' en had de bestemming 'Wonen'. Het is onwenselijk ter plaatse een nieuwe woning te realiseren. De gronden komen immers ter beschikking van het glastuinbouwbedrijf. De bestemming van het perceel Gantellaan 30 wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
De woning Gantellaan 30
De woning Groeneweg 59 is voorzien van de bestemming 'Wonen', met uitzondering van het achterste gedeelte van de tuin. Deze gronden (kadastraal bekend als GVZ sectie L nummers 3843 en 7744) zijn bestemd als 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Gezien de ligging van het perceel is uitgesloten dat een deel van deze percelen nog gebruikt kan worden voor de ontwikkeling van het achterliggende glastuinbouwgebied. Een deel van de boven genoemde gronden zullen worden voorzien van de bestemming 'Wonen'. Het deel wat nog gebruikt kan worden voor de ontwikkeling van het duurzame glastuinbouwgebied wordt niet meegenomen in het bestemmingsplan en blijft voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
De woning Groeneweg 59
De woningen Groeneweg 115 en 117 zijn beide bestemd als 'Wonen', met uitzondering van het achterste gedeelte van de tuin. Deze gronden (kadastraal bekend als GVZ sectie L nummers 7514 en 7515) zijn bestemd als 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Gezien de herstructurering die plaats heeft gevonden en de ligging van de nieuwe waterberging, direct achter de woonpercelen, is de kans uitgesloten dat beide kadastrale percelen nog ten dienste komen van het duurzame glastuinbouwgebied. Aangezien de gronden gebruikt worden en in eigendom zijn bij Groeneweg 115 en 117 wordt de bestemming bij de woonpercelen betrokken. De percelen krijgen de bestemming 'Wonen'. Hierdoor krijgen de woonpercelen een oppervlakte van 800 en 950m2.
De woningen Groeneweg 115 en 117
Het perceel Grote Achterweg 2b is bestemd als 'Wonen'. De woonbestemming heeft een oppervlakte van 1000m2. Per abuis is de woonbestemming verkleind. In het voorheen geldende bestemmingsplan 'Buitengebied' (van de voormalige gemeente Naaldwijk) was een deel, wat nu bestemd is als 'Agrarisch – Glastuinbouw', voorzien van de bestemming 'Woondoeleinden'. Het betreft een verkleining van circa 900 m². Dit deel valt nu onder de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, zoals genoemd in artikel 38.2 van dat bestemmingsplan.
Naar aanleiding van een ingediend verzoek om planschade is besloten het planschadeverzoek toe te wijzen en is besloten de planschadevergoeding uit te keren in natura (op basis de volgende uitspraak ABRvS 25-08-2010, ECLI:NL:RVS:2010:BN4909). De bestemming van het perceel wordt aangepast. Hierbij zal de woonbestemming van het perceel worden vergroot, waarbij de bestemmingslegging van het voorheen geldende bestemmingsplan 'Buitengebied' (van de voormalige gemeente Naaldwijk) als uitgangspunt wordt genomen.
De woning Grote Achterweg 2B
Op 1 januari 2017 is de uitkoopregeling gestart voor woningen die recht onder hoogspanningslijnen staan.
Een woning komt in aanmerking als deze op 1 januari 2017:
De woning Harteveldlaan 50
De woning Harteveldlaan 50 komt in aanmerking voor de uitkoopregeling. De woning wordt door de gemeente verworven en gesloopt. Het perceel wordt, na sloop, verkocht aan het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Aangezien het perceel de bestemming 'Wonen' heeft zal de bestemming van het perceel gewijzigd moeten worden naar 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Het perceel Harteveldlaan 50
Bij de percelen Hoefweg 8, 8a en 10 is gebleken dat de woonbestemming niet aansluit op de eigendomssituatie. Daarnaast hebben er in 2016 een aantal grondtransacties plaatsgevonden. De bestemming van deze gronden is echter niet in overeenstemming met het nieuwe gebruik. Voor de percelen aan de Hoefweg worden de bestemmingen van de percelen aangepast zodat deze in overeenstemming zijn met het feitelijke gebruik en het feitelijke eigendom.
De percelen Hoefweg 8, 8a en 10
Een deel van het perceel Hoge Geest 6 is voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Aangezien de gronden gebruikt worden ten behoeve van de woonfunctie is dit in strijd met de regels van het bestemmingsplan. Op 8 augustus 2016 is de perceelseigenaar door de gemeente geinformeerd inzake deze kwestie. Daarbij is aangegeven dat de gronden weliswaar gebruikt worden in strijd met het bestemmingsplan (er is immers geen sprake meer van een volwaardig en doelmatig glastuinbouwbedrijf), maar dat de gemeente hier niet handhavend tegen zal optreden. Dit omdat het gebruik conform de agrarische bestemming, gezien de omliggende (woon- en bedrijfs)bestemmingen niet meer mogelijk is. In de desbetreffende brief is aangegeven dat bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan het volledige perceel voorzien wordt van de bestemming 'Wonen'. Dit bestemmingsplan geeft uitvoer aan de toezegging zoals die opgenomen is in de genoemde brief.
Het perceel Hoge Geest 6
In het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied zijn de percelen Hoogweg 15c en e voorzien van één bestemming 'Bedrijf'. In de regels van dat bestemmingsplan is bepaald dat per bestemmingsvlak maximaal één bedrijf is toegestaan. Binnen het desbetreffende bestemmingsvlak zijn echter twee bedrijven aanwezig. Ook in het voorheen geldende bestemmingsplan waren ter plaatse twee bedrijven toegestaan. Om dit hiaat in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland te herstellen worden beide percelen opgenomen in het bestemmingsplan en elk voorzien van een eigen bedrijfsbestemming.
Het bedrijfsperceel Hoogweg 15c en e
Op het perceel Kerklaan 79 is een woonbestemming gelegen, waarbij de bouwmogelijkheid nog niet benut is. Dit bouwkavel is gelegen ter hoogte van de parkeerplaats.
Inmiddels zijn er plannen om het achterliggende glastuinbouwgebied te herstructureren. De ligging van het bouwkavel is hierin niet ideaal. Om een optimalisatie door te voeren zal het bouwkavel verschoven worden, zodat deze aansluit op het naastgelegen woonkavel (ter hoogte van de watertank).
Het perceel kerklaan 79
Naast de aanpassing van het perceel Kerklaan 79 wordt ook het perceel Kerklaan 77 aangepast. De woning is nu bestemd als bedrijfswoning. De achterliggende gronden zijn verkocht aan een naastgelegen glastuinbouwbedrijf. De woning wordt gebruikt als burgerwoning en wordt als zodanig opgenomen in dit bestemmingsplan.
Tussen de woning Kerklaan 77 en 75a wordt een uitplaatskavel gerealiseer .Ook dit uitplaatskavel wordt in dit bestemmingsplan opgenomen. Aangezien een deel van de gronden (in eigendom van Kerklaan 75a) gelegen tussen het uitplaatskavel en de woning Kerklaan 75a nog voorzien is van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw, worden ook deze gronden in dit bestemmingsplan meegenomen.
Het perceel Kerklaan 77
De woning Komkommerlaan 1 is voorzien van de bestemming 'Wonen'. De begrenzing van de bestemming 'Wonen' zorgt niet voor een optimale verkaveling van het omliggende gebied. Ook komt de bestemming niet overeen met het feitelijke gebruik. Een deel wat bestemd is als 'Wone'n wordt gebruikt voor het glastuinbouw bedrijf en visa versa. De aanpassing van de bestemming zorgt voor een optimalere verkaveling van het gebied. Tevens wordt het feitelijke gebruik in overeenstemming gebracht met het feitelijke gebruik.
Het woonperceel Komkommerlaan 1
De Kralingerweg functioneerde tot 2017 als tuinderslaan, met daaraan enkele (burger-)woningen. Door de uitbreiding van het aangrenzende zaadteelt en zaadveredelingsbedrijf zijn de glastuinbouwbedrijven ter plaatse verdwenen. Ook de tuinderslaan naar die bedrijven is inmiddels verwijderd. Alleen de woningen aan de Kralingerweg worden nog ontsloten door deze weg. Hierdoor is er geen sprake meer van een tuinderslaan maar van een gewone straat. De Kralingerweg was, door haar functie als tuinderslaan voorzien van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw. Aangezien de weg deze functie heeft verloren, past deze bestemming niet meer bij de nieuwe functie van de weg. De bestemming van de Kralingerweg is gewijzigd naar een reguliere verkeersbestemming.
De Kralingerweg
Op het perceel Kralingerweg 2 bevindt zich een woning, welke bestemd is als 'Wonen' en achterliggende bedrijfsopstallen (met de bestemming Bedrijf). Het overgrote deel van het perceel is verkocht aan het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Deze gronden met de bestemming 'Bedrijf' worden in de gewijzigd naar 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Het deel wat niet verkocht is aan het achterliggende bedrijf wordt nu betrokken bij de invulling van het woonperceel. Hierdoor wordt het woonoppervlak vergroot naar 1.000m2. De bedrijfsopstallen worden gesloopt.
Het perceel Kraingerweg 2
Het woonperceel Maasdijk 50 is in het bestemmingsplan 'Woningen Buitengebied Deel 1', wat op 14 mei 2007 is vastgesteld, voorzien van de bestemming 'Wonen'. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is het perceel weer voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Hierdoor valt het gebruik als burgerwoning onder de (gebruiks)overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.
Het perceel wordt wederom bestemd als 'Wonen', waardoor de gebruiksovergangsrechterlijke situatie wordt opgeheven.
De woning Maasdijk 50
Het tuincentrum aan de Madeweg 1 is gelegen in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Boomawatering en is voorzien van de bestemming 'Detailhandel', met de functieaanduiding tuincentrum.
In de bouwregels van de bestemming 'Detailhandel' is bepaald dat de maximale goot- en bouwhoogte en het maximale bebouwingspercentage op de planverbeelding is aangegeven. Echter ontbreekt ter plaatse van het perceel Madeweg 1 de benodigde maatvoering.
Daarnaast ontbreekt ter plaatse de mogelijkheid voor het opslaan en de verkoop van consumentenvuurwerk. Dit was wel de intentie van het voorheen geldende bestemmingsplan. Voor het opslaan en de verkoop van consumentenvuurwerk is ook een benodigde vergunning verleend. Deze mogelijkheid wordt in dit bestemmingsplan weer opgenomen.
Het perceel is om die reden meegenomen in het bestemmingsplan. Ter plaatse is het tuincentrum wederom voorzien van de bestemming Detailhandel, met bijbehorende functieaanduiding. Op de planverbeelding is ter plaatse wel de benodigde maatvoering opgenomen.
Het tuincentrum aan de Madeweg 1
Het perceel Middel Broekweg 84 is niet geheel voorzien van de bestemming 'Wonen', terwijl dit perceel sinds de jaren '80 als zodanig in gebruik is en er voor het perceel vergunningen zijn verleend ten behoeve van prive gebruik van de gronden. De bestemming van deze gronden wordt in overeenstemming gebracht met het (vergunde) gebruik.
Het perceel wordt voorzien van de bestemming 'Wonen'. Het woonperceel krijgt een oppervlakte van 660m2.
Het perceel Middel Broekweg 84
De woningen Middelbroekweg 115 en 117 zijn beide bestemd als 'Wonen. Echter is het zijerf van Middelbroekweg 115 (kadastraal bekend als NWK sectie L nummers 5284) bestemd als 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Ook een deel van het woonperceel Middelbroekweg 117 is voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Gezien de ligging van de naastgelegen waterberging, direct ten zuiden van het woonperceel, is de kans uitgesloten dat dit perceel nog ten dienste komen van het duurzame glastuinbouwgebied. Aangezien de gronden gebruikt worden en in eigendom zijn bij Middelbroekweg 115 en 117 wordt de bestemming bij de woonpercelen betrokken. De percelen krijgen de bestemming 'Wonen'. Hierdoor krijgen de woonpercelen een oppervlakte van 746 en 804m2.
De percelen Middel Broekweg 115 en 117
Op het perceel Molenweg 7 was tot voor kort een glastuinbouwbedrijf aanwezig. In oktober 2018 heeft er reconstructie plaatsgevonden, waarbij het glastuinbouwbedrijf, behorende bij Molenweg 7, is gesloopt. De woning Molenweg 7 maakt geen onderdeel uit van een glastuinbouwbedrijf. Het perceel is echter wel bestemd als Agrarisch-Glastuinbouw.
Het perceel heeft een oppervlakte van ruim 2.600m2. Een deel van het perceel wordt voorzien van de bestemming 'Groen'. Naast het omzetten van de bestaande woning naar de bestemming 'Wonen' (met een maximum oppervlakte van 1.000m2) wordt ter plaatse ook een uitplaatskavel gerealiseerd (welke ook een oppervlakte heeft van 1.000m2).
Aangezien het perceelsgedeelte wat nu bestemd is als Groen nu een andere invulling heeft, is aan het woonperceel Molenweg 7 een voorwaardelijke verplichting gekoppeld, om zodoende de groene invulling ter plaatse van de groenbestemming te waarborgen.
Het perceel Molenweg 7
In oktober 2018 is de woning Molenweg 7a gesloopt ten behoeve van de reconstructie van het omliggende glastuinbouw bedrijf. Deze reconstructie is inmiddels gestart. Hierbij is gebruik gemaakt van de regeling 'Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering" (VORM). De locatie van de woning is gelegen in het bestemmingsplan 'Glastuinbouwgebied Boomawatering' en had de bestemming 'Wonen". Zoals op onderstaande afbeelding zichtbaar is, is gestart met de bouw van het nieuwe glastuinbouw bedrijf. Aangezien het perceel de bestemming Wonen heeft, is de nieuwe ontwikkeling niet in overeenstemming met de bestemming. De bestemming van het perceel Molenweg 7a wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
De locatie van de (voormalige) woning Molenweg 7a
Monsterseweg 14 betreft de dienstwoning behorende bij het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Zeestaat 35 betreft een burgerwoning. Echter is Monsterseweg 14 voorzien van de bestemming 'Wonen' en is Zeestraat 35 voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Hierdoor is Zeestraat 35 bestemd als dienstwoning.
Met dit bestemmingsplan wordt deze verwisseling ongedaan gemaakt, waarbij Monsterseweg 14 bestemd wordt als 'Agrarisch-Glastuinbouw' en Zeestraat 35 wordt bestemd als 'Wonen'. Hierdoor sluit het gebruik van de woningen aan bij de bestemming.
Het perceel Monsterseweg 14
Een deel van het perceel Monsterseweg 27 is voorzien van de Agrarisch-Glastuinbouw. Het overgrote deel is voorzien van de bestemming 'Wonen'.
De intentie was om de tuinderlaan, gelegen tussen Monsterseweg 27 en 29 te voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Alleen is deze bestemming te ruim waardoor een deel van de tuin van Monsterseweg 27 ook voorzien is van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Het perceel Monsterweg 27 is geheel voorzien van de bestemming 'Wonen'.
Het perceel Monsterseweg 27
De tuinderslaan naar de woning Monsterseweg 31a is niet voorzien van een digitaal ontsloten bestemmingsplan. Dit deel heeft een oppervlakte van 1300m2. Omdat het gewenst is het gehele grondgebied van de gemeente te voorzien van een digitaal ontsloten bestemmingsplan (in verband met de aankomende Omgevingswet) wordt ook deze tuinderslaan in dit bestemmingsplan opgenomen en vanwege zijn functie als tuinderslaan voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
De tuinderslaan naar Monsterseweg 31a
Monsterseweg 129 betreft de voormalige bedrijfswoning, behorende bij het tuincentrum aan de Monsterseweg 129a. Inmiddels is het tuincentrum verkocht aan een groot tuincentrumconcern en maakt de woning geen onderdeel meer uit van het bedrijf.
De bestemming van het woonhuis wordt gewijzigd van Detailhandel naar de bestemming Wonen.
Het perceel Monsterseweg 129
Op het perceel Monsterseweg 129a is een tuincentrum gevestigd. De bedrijfswoning behorende bij het tuincentrum is afgesplitst van de detialhandelsbestemming. Aangezien de detailhandelsbestemming per detailhandelsbedrijf 1 bedrijfswoning mogelijk maakt, zal ook het detailhandelsbedrijf in het bestemmingsplan worden opgenomen, waarbij de mogelijkheid van een bedrijfswoning bij een detailhandelsbedrijf, uit de planregels verwijderd wordt.
Daarnaast ontbreekt ter plaatse de mogelijkheid voor het opslaan en de verkoop van consumentenvuurwerk. Dit was wel de intentie van het voorheen geldende bestemmingsplan. Voor het opslaan en de verkoop van consumentenvuurwerk is ook een benodigde vergunning verleend. Deze mogelijkheid wordt in dit bestemmingsplan weer opgenomen.
Het tuincentrum aan de Monsterseweg 129a
Op 5 april 2016 is het wijzigingsplan 'Naaldwijkseweg 169 te 's-Gravenzande, Bospolder 33, 35 en Dortlaan 36 te Honselersdijk' vastgesteld. Het doel van het wijzigingsplan was om de bedrijfsbestemming op het perceel te verwijderen en de woning Naaldwijkseweg 169 een burgerbestemming te geven. De resterende gronden zouden weer ten goede komen van het glastuinbouwgebied.
Aan de bestemmingswijzigingen uit het wijzigingsplan is ook uitvoer gegeven. De bedrijfsgebouwen zijn inmiddels gesloopt. Echter zijn in het wijzigingsplan twee woningen opgenomen, namelijk Naaldwijkseweg 167 en 169. De planregels van het wijzigingsplan maken ter plaatse echter maar 1 woning mogelijk. De bestemming 'Wonen' op de desbetreffende percelen wordt aangepast, zodat ter plaatse 2 woningen zijn toegestaan. Dit conform het huidige feitelijke gebruik.
De woningen Naaldwijkseweg 167 en 169
Op 12 juni 2018 is het wijzigingsplan 'Naaldwijkseweg 219 's-Gravenzande' vastgesteld. De bestemming van het perceel is destijds gewijzigd van 'Agrarisch-Glastuinbouw' naar 'Wonen'. Ten behoeve van schaalvergroting is een groot deel van de gronden aan de Naaldwijkseweg 219 verkocht aan het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Het glastuinbouwbedrijf heeft al twee bedrijfswoningen in zijn bezit en heeft aangegeven dat deze woning niet voor zijn bedrijfsvoering nodig te hebben. Gelet op de ligging van de woning aan een (blijvende) doorgaande verkeersverbinding ligt de woning nu en in de toekomst de herstructurering van de glastuinbouw niet in de weg. Conform gemaakte afspraken zou de woonbestemming op het perceel een oppervlakte krijgen van 1000m2.
Echter heeft het woonperceel in het wijzigingsplan een oppervlakte van 850m2. De intentie was namelijk om op het buurperceel een extra uitplaatslocatie te creeren van een zelfde oppervlakte.
De perceelseigenaar van de extra uitplaatslocatie heeft aangegeven genoegen te nemen met een kleiner perceel, waardoor het woonperceel Naaldwijkseweg 219 vergroot kan worden tot (de eerder afgesproken) 1000m2.
De woning Naaldwijkseweg 219
Op 27 maart 2018 is besloten om mee te werken aan de verburgelijking van de (voormalige) bedrijfswoning behorende bij het tuincentrum. Gezien de bestemming 'Detailhandel' was het niet mogelijk de bestemming van de woning te wijzigen door middel van toepassing van een wijzigingsbevoegdheid. Op 24 juli 2018 is een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de (voormalige) bedrijfswoning als burgerwoning. Met dit bestemmingsplan wordt de bestemming van het perceel definitief gewijzigd naar de bestemming 'Wonen'.
Aangezien de detailhandelsbestemming per detailhandelsbedrijf 1 bedrijfswoning mogelijk maakt, zal ook het detailhandelsbedrijf in het bestemmingsplan worden opgenomen, waarbij de mogelijkheid van een bedrijfswoning bij een detailhandelsbedrijf, uit de planregels verwijderd wordt.
Daarnaast ontbreekt ter plaatse de mogelijkheid voor het opslaan en de verkoop van consumentenvuurwerk. Dit was wel de intentie van het voorheen geldende bestemmingsplan. Voor het opslaan en de verkoop van consumentenvuurwerk is ook een benodigde vergunning verleend. Deze mogelijkheid wordt in dit bestemmingsplan weer opgenomen.
Bij de woonbestemming voor Naaldwijkseweg 257 zal extra aandacht worden besteed aan de aanwezige bunker. Deze bunker is beschermenswaardig, maar heeft ook invloed op de maximale bouwmogelijkheden op het perceel.
Aangezien de begrenzing van de woonbestemming van het perceel Naaldwijkseweg 259 niet overeenkomen met de eigendomsgrenzen wordt ook dit perceel opgenomen ,waarbij dit hiaat hersteld wordt.
Het tuincentrum en de woning aan de Naaldwijkseweg 257
In het geldende bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland zijn de percelen Nieuwe Tuinen 34 en 36 voorzien van de bestemming 'Wonen'. Echter zijn niet alle gronden behorende bij deze woning meegenomen. Een deel van de prive gronden heeft nog de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
In dit bestemmingsplan worden alle (prive) gronden behorende bij de percelen Nieuwe Tuinen 34 en 36 voorzien van de bestemming 'Wonen'. Hierbij komt de achterste perceelsgrens gelijk te liggen met de bestemmingsgrens van de burgerwoning Nieuwe Tuinen 38.
De woningen Nieuwe Tuinen 34-46
Op 12 maart 2019 is het wijzigingsplan 'Nieuwe Tuinen 40 te De Lier' vastgesteld. Hierbij is de bestemming van het perceel gewijzigd van 'Agrarisch-Glastuinbouw' naar 'Wonen'. Echter zijn niet alle gronden behorende bij deze woning meegenomen in het wijzigingsplan. Een deel van de prive gronden heeft nog de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. In dit bestemmingsplan worden alle (prive) gronden behorende bij het perceel Nieuwe Tuinen 40 voorzien van de bestemming 'Wonen'. Hierbij komt de achterste perceelsgrens gelijk te liggen met de bestemmingsgrens van de burgerwoning Nieuwe Tuinen 38.
De woning Nieuwe Tuinen 40
Op 13 juni 2007 is een vrijstelling (ex artikel 19 WRO) verleend voor de bouw van een burgerwoning op het perceel Nieuweweg 39. Bij deze vrijstelling is een kaart opgenomen met daarin een vlak met de aanduiding 'Wonen'. Tevens zijn een aantal bijgebouwen ingetekend.
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is het perceel voorzien van de bestemming 'Wonen' (tot een maximum van 1.000 m2). De perceelsaanduiding bij de vrijstelling was echter ruimer dan de opgenomen bestemming 'Wonen'. Hierdoor valt een deel van het perceel (inclusief bijgebouwen) onder het overgangsrecht. Dat is echter niet wenselijk. De bestemming 'Wonen' van het perceel Nieuweweg 39 wordt vergroot conform de tekening behorende bij de in 2007 verleende vrijstelling.
Gezien de ligging van de woonpercelen Nieuweweg 37 en 41, ten opzichte van Nieuweweg 39 en het achterliggende glastuinbouwgebied, wordt ook deze bestemming afgestemd op het huidige gebruik.
De woonpercelen Nieuweweg 37 tot en met 41 te Honselersdijk
Op 7 november 2019 is een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan verleend voor de bouw van de woning Noordlandseweg 77b. Aangezien met de omgevingsvergunning de bestemming van de gronden niet is gewijzigd, heeft een deel van dit perceel nog de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Het gevolg hiervan is dat de eigenaar van de nog te bouwen woning geen gebruik kan maken van de mogelijkheden van vergunningsvrij bouwen, terwijl dit wel de intentie was (gezien de verleende vergunning om af te wijken van het bestemmingsplan).
De bestemming van het perceel Noordlandseweg 77b wordt gewijzigd naar de bestemming 'Wonen'. De begrenzing wordt afgestemd op de eerder verleende vergunning.
Daarnaast is gebleken dat de woning Noordlandseweg 77a bestemd is als bedrijfswoning, terwijl de woning geen onderdeel uitmaakt van een glastuinbouwbedrijf en dat de woning (met bijbehorende gronden) gezien de ligging daarvan, niet meer betrokken worden bij een tuinbouwbedrijf. De bestemming van het woonperceel wordt gewijzigd naar de bestemming Wonen.
Ook de begrenzing van de woonbestemmingen Noordlandseweg 77 en 77c wordt afgestemd op het kadastrale eigendom. Aangezien er tussen de woningen Noordlandseweg 77c en 79 een watergang is gelegen, welke bestemd is als 'Agrarisch-Glastuinbouw' wordt ook deze watergang voorzien van een andere bestemming (in dit geval 'Water'), aangezien de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw' in dit geval een gebiedsvreemde bestemming is.
Het wooncluster Noordlandseweg 77 tot en met 79
In 2018 is besloten om de bestemming van het perceel te wijzigen. In het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is het perceel voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Echter is het perceel nooit onderdeel geweest van een glastuinbouwbedrijf. Op de locatie was in het verleden een melkveehouderij gevestigd. Deze veehouderij is als sinds lange tijd beeindigd. De boerderij is blijven bestaan. Bepaalde onderdelen van de boerderij hebben zelfs een monumentale status.
Er is destijds besloten om de bestemming van het perceel te wijzigen naar 'Wonen-Voormalige boerderij'. De bestemmingswijziging heeft geen doorgang gevonden, vanwege het feit dat dit niet mogelijk was met toepassing van een van de wijzigingsmogelijkheden uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland. In overleg, tussen initiatiefnemer en gemeente, is besloten de bestemming van het perceel te wijzigen in de eerst volgende herziening van het bestemmingsplan.
In dit bestemmingsplan wordt de bestemming van het perceel gewijzigd van 'Agrarisch-Glastuinbouw' naar 'Wonen-Voormalige boerderij'.
De boerderij op het perceel Noordlierweg 32
De woning aan de Oostbuurtseweg 12 is voorzien van de bestemming 'Wonen'. Echter is de bestemming beperkt tot een klein deel van het erf rondom de woning. Het overige deel van het woonperceel is voorzien van de bestemming 'Natuur'.
Aangezien de perceelseigenaar nieuwe erfbebouwing wil oprichten, op een stedenbouwkundige wenselijkere plek, wordt de ligging van de woonbestemming aangepast. Een deel van de (voormalige) woonbestemming wordt voorzien van de bestemming Groen.
Het perceel Oostbuurtseweg 12
Aan de Oostbuurtseweg, ter hoogte van nummer 43, bevindt zich een bebouwingscluster met diverse gebouwen. Deze gebouwen hebben verschillende bestemmingen. De gebouwen met nummer 43 en 43a zijn voorzien van de bestemming Wonen. Dit betreft ook een rijksmonument. De gebouwen met de nummers 45, 45a, 45b en 47 zijn voorzien van de bestemming Bedrijf.
Het gebouw 45-47 is ook voorzien van de aanduiding rijksmonument. Het betreft echter de bedrijfswoning bij het bedrijf. De bedrijfswoning heeft geen monumentale status. Het koetshuis, behorende bij de woning op nummer 43, betreft echter wel een gemeentelijk monument.
In het bestemmingsplan wordt de aanduiding van het monument verplaatst van het pand 45-47 naar 45a. Daarnaast wordt een extra aanduiding opgenomen op het pand 45-47.
het bebouwingscluster Oostbuurtseweg 45 t/m 47
Op de hoek Oostbuurtseweg - Zijtwende bevindt zich een bedrijf met daarbij 2 bedrijfswoningen.
Het perceel is voorzien van de bestemming Bedrijf.
Het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland laat per bedrijf maar één bedrijfswoning toe, terwijl ter plaatse twee bedrijfswoningen aanwezig zijn.
Hierdoor staat één van de twee bedrijfswoningen onder het overgangsrecht. Om dit te herstellen wordt de bestemming ter plaatse aangepast waarbij op het perceel twee bedrijfswoningen mogelijk zijn.
Het bedrijfsperceel, inclusief 2 bedrijfswoningen, aan de Oostbuurtseweg 72-74
Het perceel Opstalweg 35 is voorzien van de bestemming 'Wonen'. Deze woonbestemming strekt echter verder dan het daadwerkelijke woonperceel van Opstalweg 35. Hierdoor heeft een deel van de tuinderlaan Opstalweg ook de bestemming 'Wonen'. Hiermee past het feitelijke gebruik van deze tuinderslaan niet binnen de bestemming.
Het deel van de woonbestemming, behorende bij Opstalweg 35, wat niet in eigendom is van Opstalweg 35, zal worden voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Binnen deze bestemming zijn tuinderslanen mogelijk.
De tuinderlaan nabij de woning Opstalweg 35
Opstalweg 41 betreft de dienstwoning behorende bij het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Opstalweg 43 betreft een burgerwoning. Echter is Opstalweg 41 voorzien van de bestemming 'Wonen' en is Opstalweg 43 voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Hierdoor is Opstalweg 43 bestemd als dienstwoning.
Met dit bestemmingsplan wordt deze verwisseling ongedaan gemaakt, waarbij Opstalweg 41 bestemd wordt als 'Agrarisch-Glastuinbouw' en Opstalweg 43 wordt bestemd als 'Wonen'.
Hierdoor sluit het gebruik van de woningen aan bij de bestemming.
De woningen Opstalweg 41 en 43
Aan de Oude Campsweg, nummers 25 tot en met 29, bevindt zich één bedrijf met daarbij drie bedrijfswoningen. Het perceel is voorzien van één bestemmingsvlak, met de bestemming bedrijf.
Het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland laat per bedrijf maar één bedrijfswoning toe, terwijl ter plaatse drie bedrijfswoningen aanwezig zijn.
Hierdoor staan twee van de drie bedrijfswoningen onder het overgangsrecht. Om dit te herstellen wordt de bestemming ter plaatse aangepast waarbij op het perceel drie bedrijfswoningen mogelijk zijn.
Het bedrijf, met bedrijfswoningen, aan de Oudecampsweg 25 t/m 29
Op het perceel Pouwelslaan 10 bevindt zich een caravanstalling en een bedrijf in de verhuur van opslagunits. Het betreft één bedrijf met twee verschillende bedrijfsactiviteiten. Het perceel is voorzien van de bestemming Bedrijf, met een functieaanduiding van bedrijf tot en met categorie 2.
Het deel van het bedrijf wat opslagunits verhuurt past binnen deze functieaanduiding, aangezien het bedrijfstype is aangemerkt als een categorie 2 bedrijf. Het stallen van caravans is echter niet genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten.
In het bestemmingsplan wordt het perceel ook voorzien van een aanduiding voor caravanstalling, zodat alle bedrijfsactiviteiten ter plaatse passen binnen de geldende bestemming.
De bedrijfslocatie aan de Pouwelslaan 10
Op 1 januari 2017 is de uitkoopregeling gestart voor woningen die recht onder hoogspanningslijnen staan.
Een woning komt in aanmerking als deze op 1 januari 2017:
De woning St. Jorispad 17
De woning St. Jorispad 17 komt in aanmerking voor de uitkoopregeling. De woning wordt door de gemeente verworven en gesloopt. Aangezien het perceel de bestemming 'Wonen' heeft zal de bestemming van het perceel gewijzigd moeten worden naar 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Het perceel St. Jorispad 17
De begrenzing van het woonperceel Sint Jorispad 24-24a komt niet overeen met de eigendomsgrenzen.
Om dit te herstellen wordt het perceel opgenomen in het bestemmingsplan. Het perceel wordt wederom voorzien van de bestemming 'Wonen', waarbij de eigendomsgrenzen in overeenstemming worden gebracht met de bestemmingsgrenzen.
Het perceel Sint Jorispad 24-24a
Op 1 januari 2017 is de uitkoopregeling gestart voor woningen die recht onder hoogspanningslijnen staan.
Een woning komt in aanmerking als deze op 1 januari 2017:
De woning St Joripad 24b
De woning St Jorispad 24b komt in aanmerking voor de uitkoopregeling. De woning wordt door de gemeente verworven en gesloopt. Het naastgelegen glastuinbouwbedrijf heeft geen interesse in de aankoop van de betreffende grond. Aangezien de gemeente plannen heeft om de gronden naast de watergang in te richten als onderdeel van het natuurnetwerk Nederland zullen deze gronden hiervoor ingezet worden.
Aangezien het perceel de bestemming 'Wonen' heeft zal de bestemming van het perceel gewijzigd moeten worden naar 'Groen'.
Het perceel Sint Jorispad 24b
Het perceel Strandweg ong. heeft de bestemming 'Wonen'. Het perceel had de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw', maar is bij de vaststelling van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland gewijzigd naar 'Wonen'. Deze woonbestemming betrof de vervangende woonlocatie voor Monsterseweg 26c te 's-Gravenzande. De woning is echter nooit gerealiseerd en ter plaatse is recentelijk een nieuw glastuinbouwbedrijf gerealiseerd. Het handhaven van de woonbestemming op deze locatie is dan ook niet wenselijk. De bestemming van het perceel wordt gewijzigd van 'Wonen' naar 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Het voormalige bouwkavel aan de Strandweg
Het perceel Stuartlaan 6-6a is voorzien van één bestemmingsvlak met de bestemming Wonen. Op het perceel zijn een tweetal woningen aanwezig. Doordat per bestemmingsvlak maar één woning is toegestaan, bevindt zich één van de twee woningen onder het overgangsrecht.
Om dit te herstellen wordt het perceel opgenomen in het bestemmingsplan. Het perceel wordt wederom voorzien van de bestemming Wonen, waarbij ter plaatse van dit perceel twee woningen zijn toegestaan.
Het perceel Stuartlaan 6 en 6a
In het raadsvoorstel voor het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan glastuinbouwgebied Boomawatering is onderstaande onderbouwing opgenomen om de woning Van Ruyvenlaan 2 te Poeldijk met een deel van de omliggende gronden niet te bestemmen als "Wonen", maar te bestemmen conform de op dat moment geldende agrarische bestemming:
De eigenaar heeft in 2002 bouwvergunning aangevraagd en gekregen voor de bouw van een agrarische bedrijfswoning op het perceel Van Ruijvenlaan 2 te Poeldijk. De bedrijfswoning was aangevraagd ten behoeve van een zeer kleinschalig glastuinbouwbedrijf. Bij een inventarisatie ten behoeve van het bestemmingsplan Boomawatering is geconstateerd dat er sprake was van strijdig gebruik van agrarische gronden en bouwen zonder vergunning. De eigenaar heeft in totaal 7015m2 aan gronden in bezit met daarop een kas van circa 3500m2. In het ontwerp is de woning Van Ruijvenlaan 2 opgenomen met de bestemming “Wonen”, omdat er op dat moment vanuit was gegaan dat ten tijde van de vaststelling de strijdigheden opgelost zouden zijn en de resterende gronden verkocht zouden zijn ten behoeve van een concrete glastuinbouwreconstructie.
Stand van zaken is dat op dit moment alle gronden nog in eigendom (7015m2) zijn bij de eigenaar, herstructurering niet meer actueel is en dat niet is gebleken dat de agrarische bedrijfsvoering is beëindigd. Gelet hierop is de bestemming “Wonen” niet meer opgenomen op de planverbeelding. De gronden blijven dan conform het huidige bestemmingsplan bestemd als “Agrarisch – Glastuinbouw”.
Tegen het vaststellingsbesluit heeft de perceelseigenaar beroep aangetekend, De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 november 2015 voor het perceel Van Ruyvenlaan 2 te Poeldijk onder andere het volgende bepaald:
Door de vernietiging van het plangedeelte van de percelen aan de Van Ruyvenlaan 2 te Poeldijk is de planverbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied" Monster in combinatie met de planregels van de parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied Westland van toepassing. De gronden hebben volgens deze bestemmingsplannen de bestemming "Agrarische doeleinden, glastuinbouw".
Zowel in de parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied Westland en de planregels uit het bestemmingsplan "Glastuinbouwgebied Boomawatering" die als onderligger gelden voor dit bestemmingsplan is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming "Agrarische doeleinden, glastuinbouw" om te zetten in de bestemming "Wonen".
De bestemming van het perceel Van Ruyvenlaan 2 wordt gewijzigd in de bestemming ' Wonen'. Voor de resterende gronden wordt een koopoptie aangegaan. Op het moment dat de gronden nodig zijn voor de reconstructie van de glastuinbouw kunnen deze gronden aangewend worden.
Aangezien het gehele perceel bij de uitspraak van de Afdeling is vernietigd worden ook de gronden die geen onderdeel uit maken van de woonbestemming mee bestemd. Deze gronden worden voorzien van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw.
Het perceel Van Ruyvenlaan 2 Poeldijk
In 2015 is een wijzigingsplan vastgesteld om op de locatie Vierschaar 8 een uitplaatslocatie te realiseren. De woning is in 2016 gerealiseerd. Echter is een klein deel van het kavel niet betrokken bij het wijzigingsplan. Aan de achterzijde van het perceel is een klein deel nog voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Op het achterliggende perceel wordt nu een uitplaatskavel gerealiseerd. Door de realisatie van dit kavel zijn de resterende gronden niet meer te gebruiken conform de beoogde bestemming. De resterende gronden worden nu bestemd conform het huidige gebruik. Hierdoor wordt het gehele perceel wat toebehoord aan de woning Vierschaar 8 voorzien van de bestemming 'Wonen'.
Het woonperceel Vierschaar 8
In 2020 is een wijzigingsplan vastgesteld om op de locatie Vierschaar Kavel 5 een uitplaatslocatie te realiseren. Rondom het kavel liggen nog enkele gronden, welke de toegang tot het uitplaatskavel vormen. Deze gronden zijn voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Door de realisatie van dit kavel zijn de resterende gronden niet meer te gebruiken conform de beoogde bestemming.
De resterende gronden worden nu bestemd conform het huidige gebruik. Hierdoor wordt het gehele perceel wat toebehoord het uitplaatskavel Vierschaar kavel 5 voorzien van de bestemming 'Wonen'.
uitplaatskavel Vierschaar kavel 5
Voor de afwatering van de Vlotwatering richting de Noordzee is een gemaal noodzakelijk.
Tot 2012 bevond zich het gemaal aan het einde van het Heijdsepad.
In 2011 is het nieuwe gemaal, nabij Duingeest, in gebruik genomen. Hierdoor verviel de functie van het oude gemaal.
Het oude gemaal is in 2012 gesloopt. De specifieke bedrijfsbestemming op de locatie van het oude gemaal kan een knelpunt vormen bij een mogelijke herstructurering van de omliggende glastuinbouwbedrijven. Om dit te voorkomen wordt de specifieke bedrijfsbestemming van het gemaal vervangen door de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'.
Het gemaal, wat tot 2012 aan het Heijdsepad was gelegen
De huidige invulling van het perceel
Reeds vanaf 2002 is de woning Vredebestlaan 1A geen onderdeel meer van een glastuinbouwbedrijf. De koper van de agrarische gronden had destijds geen interesse in de agrarische bedrijfswoning. De woning voldoet niet aan alle voorwaarden voor omzetting, zoals opgenomen in artikel 3.7.1 van het bestemmingsplan 'Boomawatering'.
Zo zijn er meer gronden in eigendom en is deze woning de enige agrarische bedrijfswoning voor het achtergelegen glastuinbouwbedrijf. Voor wat betreft het teveel aan gronden is een koopoptie afgesloten en wordt de overkapping op het teveel aan gronden gesloopt door de eigenaar.
Gedurende 18 jaar is er geen interesse geweest in de woning en heeft er geen herstructurering plaats gevonden, waardoor er middels dit bestemmingsplan wordt afgeweken van de voorwaarde dat er per bedrijf ten minste één bedrijfswoning aanwezig blijft bij een agrarisch glastuinbouwbedrijf. De woning ligt geen toekomstige herstructurering in de weg.
Het perceel Vredebestlaan 1a
In Westland is het grasveld in het recreatiegebied De Wollebrand aan de Lange Broekweg in Honselersdijk aangewezen als evenemententerrein. Het terrein wordt al jaren gebruikt voor evenementen maar dit is planologisch nog niet vastgelegd in het bestemmingsplan. Het perceel had in het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied Westland” de bestemming 'Recreatie' en dubbelbestemming 'Waarde – Natuur'. Evenementen waren in dit bestemmingsplan enkel toegestaan op basis van een APV vergunning. Omdat dit bestemmingsplan niet de mogelijkheid biedt om op het terrein ten alle tijden kleinschalige evenementen te laten plaatsvinden, is het evenemententerrein meegenomen in voorliggend verzamelplan.
Het evenemententerrein moet voldoen aan de voorwaarden genoemd in de vastgestelde evenementennota. In deze evenementennota staat opgenomen dat op deze locatie verschillende soorten evenementen en activiteiten kunnen worden georganiseerd, zoals een circus, een muziekevenement, sport- en spelevenementen, kinderactiviteiten en een oldtimershow. Daarnaast staat hierin opgenomen hoe vaak bepaalde evenementen mogen plaatsvinden, wat het maximale aantal bezoekers is en in welke periode bepaalde evenementen wel of niet mogen plaatsvinden.
Plaatsen podium op basis van categorieën evenementen
De evenementen met muziekgeluid variëren van kleinschalige evenementen waarbij uitsluitend achtergrondmuziek ten gehore gebracht wordt tot grote evenementen waarbij muziekgeluid de hoofdrol voert. Derhalve zijn voor deze muziekevenementen drie situaties beschouwd, namelijk:
Voor muziekevenementen A en B geldt dat het podium op het gehele terrein geplaatst kan worden zonder overlast op te leveren voor de omgeving. Het plaatsen van het podium aan de westzijde van het evenemententerrein heeft een lichte voorkeur. Voor muziekevenement C blijkt dat het podium aan de noordzijde van het terrein geplaatst moet worden om de overlast op de omgeving zoveel mogelijk te beperken.
Overigens is er geen sprake van een toename van verharding ten opzichte van de voorheen geldende planologische situatie. Het betreft hier echter alleen een functieuitbreiding.
De evenementenlocatie Wollebrand
Het recreatieterrein Wollebrand is gelegen in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland. Het terrein is gelegen in een archeologisch waardevol gebied. Echter is het terrein in het bestemmingsplan niet voorzien van de benodigde dubbelbestemming voor archeologische waarden.
Het terrein wordt opgenomen in dit bestemmingsplan en voorzien van de dubbelbestemming Waarde-Archeologie.
Het recreatieterrein Wollebrand
Monsterseweg 14 betreft de dienstwoning behorende bij het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Zeestaat 35 betreft een burgerwoning. Echter is Monsterseweg 14 voorzien van de bestemming 'Wonen' en is Zeestraat 35 voorzien van de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Hierdoor is Zeestraat 35 bestemd als dienstwoning.
Met dit bestemmingsplan wordt deze verwisseling ongedaan gemaakt, waarbij Monsterseweg 14 bestemd wordt als 'Agrarisch-Glastuinbouw' en Zeestraat 35 wordt bestemd als 'Wonen'.
Hierdoor sluit het gebruik van de woningen aan bij de bestemming.
Het perceel Zeestraat 35
In 2017 is de bestemmingsplanprocedure afgerond voor de realisatie van de rotonde Emmestraat-Zwartendijk.
Naar aanleiding van de reconstructie en de aanleg van de rotonde heeft de eigenaar van de woning Zwartendijk 1 een quick scan ingediend met het verzoek de bestemming van het woonperceel zo te wijzigen zodat er een courant woonperceel ontstaan.
Naar aanleiding van de quick scan is besloten mee te werken aan de wijziging van de woonbestemming op het perceel.
De woning op de hoek (Emmastraat 1) is gesloopt ten behoeve van de aanleg van de rotonde. Deze woning had de bestemming 'Wonen'. Het deel van de grond wat benodigd was voor de aanleg van de rotonde heeft inmiddels de bestemming 'Verkeer'.
Het overige deel, bestaande uit een incourant restdeel, heeft nog de bestemming 'Wonen'. Deze woonbestemming heeft een oppervlakte van 900m2.
Het perceel kan, vanwege haar ligging en de vorm van het kavel (een driehoek), niet meer gebruikt worden voor de bouw van een nieuwe woning.
Om die reden wordt de bestemming van het restperceel gewijzigd van 'Wonen' naar 'Groen'.
De percelen Emmastraat 1 en Zwartendijk 1
Het perceel Zwethlaan 44c is bestemd als 'Agrarisch-Glastuinbouw'. Het perceel is echter niet ingericht ten behoeve van een doelmatig glastuinbouwbedrijf. Inmiddels zijn de gronden verkocht aan het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Deze heeft plannen om de kassen ter plaatse aan te helen, zodat de gronden onderdeel uit maken van het al bestaande doelmatige glastuinbouwbedrijf.
Een deel van de gronden, die nodig zijn voor het aanhelen van de kas zijn nu voorzien van de bestemmingen 'Water' en 'Groen'. Die gronden worden voorzien van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw, zodat de gewenste aanheling van de kas mogelijk wordt.
Op een ander deel van het terrein zal de bestemming 'Water' en 'Groen' worden teruggebracht.
aanpassing kas Zwethlaan 44c
Voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een juiste afstemming tussen de aanwezige functies en wonen noodzakelijk. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een milieuzonering die uitgaat van richtinggevende afstanden tussen hinderlijke functies (in de vorm van gevaar, geluid, geur, stof) en gevoelige functies. In de brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (versie 2009) zijn deze richtafstanden opgenomen. Van deze richtafstanden kan gemotiveerd worden afgeweken.
Met het bestemmingsplan worden enkele bestemmingen gewijzigd. De bestemming wordt echter gewijzigd van een gevoelige functie naar een niet gevoelige functie. Hierdoor zijn er qua milieuzonering geen belemmeringen
Voor het overgrote deel blijven de bestemmingen op het perceel gelijk met de voorheen geldende bestemmingen.
Milieuzonering vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.
Wet geluidhinder
Met de Wet geluidhinder wordt, vanuit een goed milieubeheer, een aantal specifieke geluidsgevoelige bestemmingen beschermd zoals woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen. De geluidszonering die door deze wet wordt voorgeschreven, ligt rondom bedrijventerreinen, langs wegen voor wegverkeer, langs spoor-, tram- en metrowegen en rondom of langs andere geluidsoverlast veroorzakende objecten. Aan de geluidsbelasting op de (gevels van de) geluidsgevoelige objecten worden grenzen gesteld terwille van het woon- en leefklimaat.
Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk.
De locaties met een geluidsgevoelige bestemming, betreffen geluidsgevoelige functies die onder het voorheen geldende bestemmingsplan ook mogelijk waren, en als zodanig ook aanwezig waren.
Enkele percelen zijn gelegen binnen de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein Europoort-Maasvlakte. Voor deze percelen, met een geluidsgevoelige bestemming, zijn in het verleden hogere grenswaarden verleend. In het voorheen geldende bestemmingsplan waren deze percelen al voorzien van de gebiedsaanduiding Geluidszone-industrie. Deze gebiedsaanduiding is in dit bestemmingsplan overgenomen.
Het aspect geluid vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.
Wet luchtkwaliteit
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer). De Wlk bevat grenswaarden voor
zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxide, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Stof | Toetsing van | Grenswaarde | Geldig | ||
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 ìg/m³ | 2010 t/m 2014 | ||
jaargemiddelde concentratie | 40 ìg/m³ | vanaf 2015 | |||
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 ìg/m³ | |||
jaargemiddelde concentratie | 40 ìg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |||
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 75 ìg/m³ | ||||
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Hierdoor heeft het plan geen negatief effect op de luchtkwaliteit.
Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.
Externe veiligheid is een begrip in het milieurecht en gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over de weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen. Als gevaarlijke stoffen kunnen worden genoemd vuurwerk, lpg en munitie. Het beleid en de wetgeving zijn erop gericht om maatregelen te treffen om de risico's van deze risicovolle activiteiten te reguleren.
Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen, het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de daarop gestoelde regelingen vereist. Op grond van de regels voor externe veiligheid moeten afstanden in acht worden genomen tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten. In de betreffende regelgeving wordt uitgegaan van een risicobenadering - en niet het volledig uitsluiten van het risico - waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het risico kan op een afbeelding zichtbaar worden gemaakt door een (iso)risicocontour die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt. Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met dodelijke slachtoffers plaatsvindt. Het drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer, of bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet onderzocht - en verantwoord - worden omdat ook buiten de genoemde risicocontour van het plaatsgebonden risico nog letale effecten kunnen optreden in het invloedgebied van de risicovolle activiteit en groepen personen slachtoffer kunnen worden van een calamiteit.
Inleiding
Externe veiligheid gaat over de beoordeling van de risico's die verband houden met het gebruik van gevaarlijke stoffen. Tijdens de productie, de opslag, het gebruik en het transport kunnen er zich calamiteiten voordoen, waardoor de veiligheid van de omgeving in het geding is. Dit houdt daarom een risico in voor de omgeving van dergelijke activiteiten. Externe veiligheid heeft geen betrekking op mogelijke gezondheidsschade door langdurige blootstelling aan gevaarlijke of schadelijke stoffen. Het gaat om plotseling optredende schadelijke effecten en de directe gevolgen van die effecten. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden.
In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het ruimtelijk besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden.
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Met het oog op de Modernisering Omgevingsveiligheidsbeleid van het Rijk wordt het accent verlegd van de risicobenadering naar een effectbenadering. Vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet zijn in dat verband de Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations (Stcrt. 2016, 31453) en de Circulaire externe veiligheid LNG-tankstations (Stb. 2015, 3125) gepubliceerd en in werking getreden.
Risicovolle inrichtingen
In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn milieukwaliteitseisen geformuleerd ter bescherming van de mens tegen de kans om te overlijden als gevolg van het vrijkomen of ontstaan van gevaarlijke stoffen bij een ongeval in een bedrijf of ander risicovol object. Voor het PR geldt volgens het Bevi een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten op een niveau van 10-6 per jaar. Binnen de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour mogen dan ook geen nieuwe kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt. Uitsluitend om gewichtige redenen mogen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour gerealiseerd worden. Daarnaast bevat het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR. De aan te houden veiligheidsafstanden zijn voor nader beschreven situaties vastgelegd in de Regeling externe veiligheid inrichtingen. Voor overige gevallen dient de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontour te worden berekend.
Tot risicovolle inrichtingen behoren ook mijnbouwinrichtingen en inrichtingen voor de opslag van explosieven.
In de Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations wordt onderscheid gemaakt tussen (beperkt) kwetsbare objecten en zeer kwetsbare objecten. De effectafstanden zijn respectievelijk 60 m en 160 m, gerekend vanaf het LPG-vulpunt. Tot de zeer kwetsbare objecten behoren verblijfsfuncties voor mensen die beperkt zelfredzaam zijn zoals ziekenhuizen en kinderdagverblijven. De circulaire is niet van toepassing op het vaststellen van een conserverend bestemmingsplan. De circulaire geldt evenmin voor zeer kwetsbare, kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten die al binnen de betreffende contouren aanwezig zijn. De effectafstanden voor LNG-tankstations zijn afhankelijk van de aanwezige veiligheidsvoorzieningen. De systematiek is vergelijkbaar met die voor LPG-tankstations.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Op 1 april 2015 zijn de Wet basisnet en het Besluit externe veiligheid transport (Bevt) in werking getreden. De Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is daarmee komen te vervallen.
De wegen in beheer bij het Rijk zijn aangewezen als basisnetroute. Het bevoegd gezag neemt bij het vaststellen van een besluit dat betrekking heeft op gronden in de omgeving van een basisnetroute, ten aanzien van nieuw toe te laten kwetsbare objecten, de basisnetafstand in acht en houdt daarmee rekening ten aanzien van nieuw toe te laten beperkt kwetsbare objecten. De basisnetafstand volgt uit bijlage I van de Regeling basisnet. In regio Haaglanden zijn voor de A4, tussen Knooppunt Ypenburg en de gemeentegrens tussen Leidschendam-Voorburg en Zoeterwoude (wegvakken Z8 en Z7), en de A13, tussen knooppunt Ypenburg en Deft-Zuid (wegvakken Z29 en Z113), basisnetafstanden vastgelegd.
Daarnaast worden voor daartoe aangewezen rijkswegen binnen een zone van 30 meter vanaf de rand van de rijksweg beperkingen opgelegd vanwege eventuele plasbranden (plasbrandaandachtsgebied). De aanwijzing volgt eveneens uit bijlage I van de Regeling basisnet. Het betreft dezelfde wegvakken als hierboven genoemd.
Aan het bouwen van een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object in een veiligheidszone of een plasbrandaandachtsgebied zijn eisen gesteld op grond van artikel 2.3 eerste respectievelijk tweede lid van de Regeling Bouwbesluit 2012. Paragraaf 2.3 van deze regeling is eveneens op 1 april 2015 in
werking getreden (Stb. 2015, 92). In beide gevallen moet zijn voldaan aan de artikelen 2.5 t/m 2.9 van voornoemde regeling. Aanvullend moet het mechanisch ventilatiesysteem van een, als beperkt kwetsbare object aan te merken, bouwwerk binnen een veiligheidszone zijn uitgerust met een voorziening waarmee dat systeem bij een calamiteit handmatig kan worden uitgeschakeld (artikel 2.10 van de regeling).
Deze bepalingen gelden niet voor bouwwerken met een hoge infrastructurele waarde als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (bijvoorbeeld telefoon- of elektriciteitscentrale).
Voor het gedeelte van het plan dat binnen 200 m van een weg ligt waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (transportroute), moet in de toelichting het groepsrisico worden verantwoord. Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico onderscheidt het Bevt situaties waarin een 'volledige' verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is en situaties waarin met een beperktere verantwoording kan worden volstaan. Met een beperkte verantwoording kan worden volstaan wanneer het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde (OW) bedraagt of het groepsrisico (uitgedrukt in relatie tot de OW) met minder dan 10% toeneemt en tevens onder de oriëntatiewaarde blijft.
In de toelichting moet worden ingegaan op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp op die weg (bestrijdbaarheid). Deze verplichting geldt ongeacht of het bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt binnen het invloedsgebied van de betreffende transportroutes. Op het vraagstuk zelfredzaamheid moet worden ingegaan wanneer (beperkt) kwetsbare bestemmingen binnen het invloedsgebied van een dergelijke weg zijn geprojecteerd.
Buisleidingen
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking (Bevb) getreden. Voor nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten geldt dan een richtwaarde van 10-6 per jaar. Langs buisleidingen moeten belemmeringenstroken in acht worden genomen waarbinnen geen bebouwing (zowel boven- als ondergronds) of ondergrondse tanks zijn toegestaan. Daarnaast hanteert de Gasunie de Algemene VELIN voorwaarden voor grondroer- en overige activiteiten.
De noodzaak voor het verantwoorden van het groepsrisico wordt beoordeeld op grond van de inventarisatieafstanden zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 6 van het Handboek buisleiding in
bestemmingsplannen - Handreiking voor opstellers van bestemmingsplannen van maart 2010.
Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico onderscheidt het Bevb situaties waarin een 'volledige' verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk is en situaties waarin met een beperktere verantwoording kan worden volstaan. Er zijn twee situaties waarin volstaan kan worden met een beperkte verantwoording:
Explosieven
In de gemeente Westland worden op verschillende plaatsen munitie en explosieven gevonden uit de WOII. Er is een gemeentelijke kaart opgesteld met mogelijk verdachte locaties en vindplaatsen van explosieven.
Op of in de nabijheid van een drietal percelen bevinden zich locaties die als verdacht zijn aangewezen.
Het betreffende percelen aan de Boerenlaan, Groenweg 59 en de Naaldwijkseweg 257a, allen te 's-Gravenzande en de Oostbuurtseweg in De Lier.
De verdachte gebieden zijn in de onderstaande afbeeldingen weergegeven.
De verdachte gebieden aan de Boerenlaan te 's-Gravenzande
Het verdachte gebied aan de Groeneweg 59 te 's-Gravenzande
De verdachte gebieden aan de Naaldwijkseweg 257a te 's-Gravenzande
De verdachte gebieden aan de Oostbuurtseweg in De Lier
Met het bestemmingsplan worden enkele bestemmingen gewijzigd. De bestemming wordt echter gewijzigd van een kwetsbaar object naar een niet kwetsbaar object. Het groepsrisico zal hierdoor afnemen.
Voor het overgrote deel blijven de bestemmingen op het perceel gelijk met de voorheen geldende bestemmingen.
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met het doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's waarbij het beleid van het Hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Nationaal beleid
Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de Unie van Waterschappen hebben op 25 juni 2008 een geactualiseerde versie van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-Actueel) ondertekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd voor een duurzame en klimaatbestendige waterhuishouding in Nederland. In de afgelopen vijf jaar is een groot deel van de gemaakte afspraken in het oorspronkelijke NBW inmiddels uitgevoerd. De NBW-partijen gaan nu gezamenlijk verder met de uitvoering van de nieuwe afspraken in het akkoord, onder meer over klimaatveranderingen, de stedelijke wateropgave en de ontwikkelingen in woningbouw en infrastructuur. Ook is er meer aandacht voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden en te anticiperen op klimaatverandering.
Nationaal Waterplan
Op 10 december 2015 hebben de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken het Nationaal Waterplan 2016-2021 vastgesteld. In het Nationaal Waterplan 2016-2021 staan de volgende ambities centraal:
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. De structuurvisie sluit aan op de uitgangspunten van het Nationaal Waterplan en vult deze op onderdelen aan. Uitgangspunten zijn het verbeteren van de waterkwaliteit, het voorkomen van wateroverlast, ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling.
Provinciaal beleid
Het provinciaal waterbeleid voor de periode 2016-2021 bestaat uit: de Visie Ruimte en Mobiliteit, Voortgangsnota Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) 2016 - 2021 en onderdelen van het Provinciaal Waterplan 2010 - 2015.
In de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) zijn de ruimtelijke componenten opgenomen van het waterbeleid. Hoofdstuk 4 geeft de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid:
De doelen, maatregelen en afspraken voor de kwaliteit van het water van grond- en oppervlakte water zijn opgenomen het Stroomgebied beheerplan Rijn-West 201-2015 (SGB-1). Voor opvolgende periode 2016-2021 is het SGB-2 op 22 december 2014 gereedgekomen. De invulling van de verantwoordelijkheid in dit SGB-2 is vastgelegd in de KRW 2016-2021.
Het Waterplan Zuid-Holland 2015 was van kracht tot 22 december 2015. Op grond van artikel 48 Waterwet moet het plan om de zes jaar door de Provinciale Staten worden herzien. Het is niet noodzakelijk om een nieuw plan vast te stellen. Voldaan kan worden met het nemen van een planherzieningsbesluit. Dit besluit is genomen op 29 juni 2016 en bekend gemaakt op 8 juli 2016.
De onderdelen 'Waarborgen waterveiligheid (hoofdstuk 4)' en 'Realiseren mooi en schoon water (hoofdstuk 5)' en 'operationeel grondwaterbeleid (bijlage 7)' van het Waterplan 2015 blijven van kracht.
De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Visie Ruimte en Mobiliteit, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (Visie Ruimte en Mobiliteit), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (Verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (Uitvoeringsagenda). In de Verordening Ruimte zijn bijvoorbeeld regels opgenomen met betrekking tot regionale keringen in bestemmingsplannen. Daarnaast is de Waterverordening Zuid-Holland van belang. Daarin zijn onder meer veiligheidsnormeringen voor regionale keringen en waterkwantiteitsnormen opgenomen. De waterkwantiteitsnormen geven aan, waar de regionale wateren met het oog op de bergings- en afvoercapaciteit op ingericht moeten zijn. Deze normen definiëren de gemiddelde overstromingskans vanuit het oppervlaktewater per jaar van daarbij aan te wijzen gebieden. Het beschermingsniveau verschilt per vorm van landgebruik en is gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachten schade bij overstromingen. De waterkwaliteitsnormen zijn gerelateerd aan het landgebruik en daarmee bepalend voor de mogelijkheden, die het bestemmingsplan biedt.
De provincie heeft samen met de gemeente Den Haag en Westland een Visie Vaartenland opgesteld, een visie op hoe de vaartenstructuur in Westland en Den Haag recreatief/toeristisch en economisch elkaar kan versterken. Het project Westlandse Waterlijnen heeft de provincie in samenwerking met heel veel stakeholders uit het gebied ten westen van het Rijn-Schiekanaal opgesteld (Westland, Den Haag, Delft, Midden-Delfland, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis). Dit heeft een wensenlijst met een soort top 5 opgeleverd, met betrekking tot versterking van de vaarrecreatie en economische spin-off, waar burgers, verenigingen en ondernemers hun zinnen op hebben gezet. Verder is in de Visie Ruimte en Mobiliteit aangegeven dat de juridische borging en versterking van het vaarnetwerk overgedragen is aan de gemeenten die hierop hun lokale beleid en bestemmingsplannen moeten aanpassen.
Waterschapsbeleid
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft haar waterbeleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2016-2021 'Strategie richting een toekomstbestendig en samenwerkingsgericht waterschap'. In dit Waterbeheerplan 5 (WBP 5) heeft het Hoogheemraadschap van Delfland (Delfland) zijn strategie voor de uitvoering van de kerntaken voor de komende jaren beschreven. Het is de leidraad voor het handelen van Delfland in de planperiode 2016-2021. Het WBP 5 is tevens een uitnodiging aan private, particuliere en publieke partijen om binnen de uitgezette koers met initiatieven te komen. Bij de uitvoering van het WBP 5 staan de kerntaken vanzelfsprekend voorop:
Delfland zal hierbij nadrukkelijk kijken naar een doelmatige uitvoering daarvan waarbij ambities, kosten en het tempo op een evenwichtig manier zijn afgewogen. Delfland voert zijn kerntaken uit ten behoeve van het behouden en verbeteren van de leefomgeving voor inwoners, medeoverheden, bedrijven en de natuurwaarden in het beheergebied. Het is een uitdaging om bij de uitvoering van die taken aan te sluiten bij de beleving en de behoeften van de maatschappij. Waterbewustzijn vormt de onmisbare schakel voor draagvlak. Delfland wil dat mensen zich in de komende planperiode bewust worden van het water om hen heen, van de gevolgen van klimaatverandering en van hun eigen gedrag. Het vergroten van waterbewustzijn is daarom verweven in alle programma's en handelingen van Delfland in de komende planperiode.
De werkzaamheden en projecten die de komende zes jaar geïnitieerd worden zijn terug te brengen tot de volgende vier speerpunten van het waterschap:
In 2007 (herzien in oktober 2018) is een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De watertoets berust op twee uitgangspunten:
De toelichting van bestemmingsplannen dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten:
Gemeentelijk beleid
Het Waterplan Westland , met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2027 en de daarbij horende uitvoeringsplan 2015 tot 2018 beschreven. De thema's: ”Toekomstig ruimtelijk beleid, Duurzaamheid, Schoon water, waterkeringen, Droge voeten, Afvalwaterketen Beheer en onderhoud, Zoetwatervoorzieningen en grondwater, Recreatie“, worden hierin uitgewerkt. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart gebracht. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 2011-2015 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Met het eerste Verbreed GRP Westland 2011-2015 wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de wettelijke eisen, maar wordt ook de onderlinge samenhang tussen de drie zorgplichten en reeds in gang gezette ontwikkelingen zoals het project Riolering Glastuinbouw Westland (RGW) weergegeven. Het Verbreed GRP is een logisch vervolg op de wijzigingen in wetgeving/beleid en een noodzakelijke verdere optimalisatie van het beleid dat de afgelopen 5 jaar is gevolgd.
Veiligheid en waterkeringen
Ruimtelijke plannen kunnen van invloed zijn op het (veilig) functioneren en het beheer en onderhoud van waterkeringen. Om die reden is het van belang, dat initiatiefnemers van ruimtelijke plannen rekening houden met de effecten van die plannen op de aanwezige waterkeringen.
In de legger van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn de ligging en de minimale afmetingen van de waterkeringen vastgelegd. Rondom de keringen is een keurzone vastgesteld. Deze bestaat uit het waterstaatswerk (de daadwerkelijke kering) en een beschermingszone. Binnen het waterstaatswerk en de beschermingszone zijn op basis van de Keur Delfland beperkingen gesteld aan activiteiten die het waterkerend vermogen van de kering nu en in de toekomst kunnen aantasten.
Voor de werkzaamheden die worden uitgevoerd en werken die worden aangelegd binnen de zonering van de waterkering, is over het algemeen een watervergunning nodig. De definitieve uitwerking moet daarbij voldoen aan de criteria, die het Hoogheemraadschap van Delfland stelt, en wordt nader met het Hoogheemraadschap van Delfland afgestemd.
Volledigheidshalve is hieronder aangegeven welke percelen zijn gelegen binnen de zone van een waterkering en of de aanpassing van de bestemming invloed heeft op het functioneren van de waterkering.
Ter plaatse wordt alleen het gebruik van de (bestaande) woning aangepast. Er zijn geen extra bouwmogelijkheden voor het perceel opgenomen. Ter plaatse van de aanwezige waterkering is een bouwverbod opgenomen voor nieuwe bebouwing. Nieuwe bebouwing mag ter plaatse alleen worden opgericht indien hier toestemming is verkregen van de beheerder van de waterkering.
De bestemmingswijziging heeft daardoor geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Burgemeester Elsenweg 5 Honselersdijk
Ter plaatse wordt alleen het gebruik van de (bestaande) woning aangepast. Er zijn geen extra bouwmogelijkheden voor het perceel opgenomen. Ter plaatse van de aanwezige waterkering is een bouwverbod opgenomen voor nieuwe bebouwing. Nieuwe bebouwing mag ter plaatse alleen worden opgericht indien hier toestemming is verkregen van de beheerder van de waterkering.
De bestemmingswijziging heeft daardoor geen invloed op het functioneren van de waterkering.
De woning heeft in het bestemmingsplan Boomawatering al de bestemming Wonen. Deze bestemming wordt vergroot. Deze aanpassing vindt plaats buiten de zone van de waterkering. De bestemmingswijziging heeft derhalve geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Ter plaatse vindt alleen een wijziging van gebruik plaats. Een van de aanwezige bedrijven was onder de overgangsbepalingen van het bestemmingsplan geplaatst. Dit wordt nu hersteld. Er worden, ten opzichte van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, geen extra bouwmogelijkheden opgenomen.
De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Nieuwe Tuinen 34 - 36 De Lier en Nieuwe Tuinen 40 De Lier
Voor alle drie de percelen vindt er een uitbreiding plaats van de bestemming 'Wonen'. Bij Nieuwe Tuinen 34 en 36 vindt deze uitbreiding plaats buiten de zone van de waterkering. De aanpassing van deze bestemming heeft geen invloed op de waterkering.
Bij Nieuwe Tuinen 40 vindt er ook een uitbreiding plaats van de woonbestemming, echter is deze uitbreiding voor een deel (om en nabij 30m2) gelegen binnen de zone van de waterkering. Nieuwe bebouwing mag ter plaatse alleen worden opgericht indien hier toestemming is verkregen van de beheerder van de waterkering.
De bestemmingswijziging heeft daardoor geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Ter plaatse wordt de bestemming gewijzigd naar 'Wonen-voormalige boerderij'. Hiermee wordt een overgangsrechterlijke situatie hersteld.
Het achterste deel van het perceel is gelegen in de zone van de waterkering, echter is voor het achterste perceel een bouwverbod opgenomen voor bebouwing. De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Oostbuurtseweg 45 t/m 47 De Lier
Ter plaatse vindt alleen een aanpassing plaats van de aanduiding van het gemeentelijke monument. Deze locatie was incorrect aangegeven in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
Dit wordt nu hersteld. Er worden, ten opzichte van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, geen extra bouwmogelijkheden opgenomen.
De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Ter plaatse stond een van de twee woningen onder het overgangsrecht. Dit wordt nu hersteld. Er worden, ten opzichte van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, geen extra bouwmogelijkheden opgenomen.
De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Oudecampsweg 25 t/m 29 De Lier
Ter plaatse stonden twee van de drie woningen onder het overgangsrecht. Dit wordt nu hersteld. Er worden, ten opzichte van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland, geen extra bouwmogelijkheden opgenomen.
De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Ter plaatse vindt alleen een verduidelijking plaats met betrekking tot het gebruik van het bedrijfsperceel.
Het bestemmingsplan laat ter plaatse geen extra bouwmogelijkheden toe.
De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Op het perceel staan 2 woningen. Het bestemmingsplan liet echter maar 1 woning toe, waardoor de tweede woning onder het overgangsrecht stond. Dit wordt in het bestemmingsplan hersteld. Het bestemmingsplan laat geen extra bouwmogelijkheden toe.
De aanpassing van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Wollebrand Honselersdijk (recreatieterrein)
Bij het gebied Wollebrand ontbrak de dubbelbestemming Waarde-Archeologie. Deze wordt in het bestemmingsplan ter plaatse weer opgenomen. Het bestemmingsplan laat geen extra bouwmogelijkheden toe ten opzichte van het nu geldende bestemmingsplan.
Er vinden dan ook gen wijzigingen plaats in de bouwmogelijkheden voor het geieid.
De aanvulling van de bestemming heeft geen invloed op het functioneren van de waterkering.
Waterkwantiteit
Delfland streeft naar een duurzame, robuuste waterstructuur met voldoende mogelijkheden voor waterberging. Dit streven heeft uiteindelijk tot doel wateroverlast voor de nieuwe en de al aanwezige functies in het gebied te voorkomen. Bij het voorkomen van wateroverlast en het verwerken van hemelwater hebben perceeleigenaar, gemeente en Delfland elk een verantwoordelijkheid. De perceeleigenaar moet het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerken en vasthouden bij de plaats waar het valt, bijvoorbeeld een (slimme)regenton. De gemeente draag zorg voor de inzameling en verwerking van het afstromend hemelwater. Dit betekent, dat de gemeente in eerste instantie en initiatiefnemers/perceel eigenaren inspanning moet doen om dit hemelwater vast te houden of terug te brengen in de bodem. Vervolgens kan het (al dan niet na zuivering) worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Delfland is vervolgens verantwoordelijk voor de ontvangst van hemelwater in het oppervlaktewater.
Voor een aantal locaties wordt, door de aanpassing van de bestemming, andere bouwmogelijkheden gecreëerd op het desbetreffende perceel. Dit kan leiden tot een wateropgave, vanwege het feit dat de verharding toeneemt of het beschermingsniveau wijzigt.
Ter plaatse is de woning gesloopt en de woonbestemming verwijderd ter bevordering van de mogelijkheden voor de glastuinbouw.
Het perceel is gelegen in de boezem en heeft een oppervlakte van 402m2. Ten tijde van de woonbestemming was het perceel grotendeels verhard (woning, bijgebouwen, verhardingen en enkele bouwwerken ten behoeve van de glastuinbouw).
In de toekomst kan het gehele perceel gebruikt worden voor de glastuinbouw.
Voor de bestemmingswijziging is een berekening van de watersleutel uitgevoerd. Uit de berekening is gebleken dat de aanpassing van de bestemming valt onder de kruimelgevallen, waardoor het realiseren van extra wateropgave niet noodzakelijk is.
De berekening met de watersleutel is als Bijlage bijgevoegd.
Ter plaatse is de woning gesloopt vanwege de ligging onder een hoogspanningsverbinding. Er zijn geen plannen en bouwmogelijkheden voor een glastuinbouwbedrijf op de genoemde locatie.
Het perceel is als zodanig bestemd vanwege de omliggende bestemmingen en de ligging in het glastuinbouwgebied.
Het perceel is gelegen in de boezem en heeft een oppervlakte van 285m2. Ten tijde van de woonbestemming was iets meer dan de helft van het perceel verhard. Gezien het feite dat het realsieren van een volwaardig glastuinbouwbedrijf ter plaatse niet (direct) mogelijk is, kan het perceel ook niet verhard worden ten behoeve van deze functie.
Voor de bestemmingswijziging is een berekening van de watersleutel uitgevoerd. Uit de berekening is gebleken dat de aanpassing van de bestemming niet resulteerd in een extra wateropgave.
De berekening met de watersleutel is alsBijlage bijgevoegd.
Ter plaatse is de woning gesloopt en de woonbestemming verwijderd ter bevordering van de mogelijkheden voor de glastuinbouw.
Het perceel is gelegen in de boezem en heeft een oppervlakte van 2315m2. Ten tijde van de woonbestemming was het perceel voor 1/3 verhard (woning, bijgebouwen en verhardingen ).
In de toekomst kan het gehele perceel gebruikt worden voor de glastuinbouw. Hier zijn echter nog geen concrete plannen voor. Om de gronden, in de toekomst, bij het tuinbouwbedrijf te kunnen betrekken is het noodzakelijk om nog de nodige watergangen te vergraven.
Voor de bestemmingswijziging is een berekening van de watersleutel uitgevoerd. Uit de berekening is gebleken dat de aanpassing van de bestemming 458m2 extra waterberging noodzakelijk is. Om deze waterberging te garanderen is in het bestemmingsplan, voor deze genoemde locatie, een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
De berekening met de watersleutel is als Bijlage bijgevoegd.
Harteveldlaan 50 Honselersdijk
Ter plaatse is de woning gesloopt en de woonbestemming verwijderd ter bevordering van de mogelijkheden voor de glastuinbouw.
Het perceel is gelegen in de Oude en Nieuwe Broekpolder en heeft een oppervlakte van 538m2. Ten tijde van de woonbestemming was het perceel voor meer dan de helft verhard (woning, bijgebouwen, een watersilo en verhardingen).
Ter plaatse is alle (woon) bebouwing gesloopt in verband met de ligging onder de hoogspanningsverbinding. Oprichten van nieuwe bebouwing ten behoeve van een glastuinbouwbedrijf is ter plaatse niet overal direct mogelijk, in verband met de ligging van het perceel aan de straatzijde van het tuinbouwbedrijf en onder de hoogspanningsverbinding.
Voor de wijziging van de bestemming is waarschijnlijk een watercompensatie noodzakelijk. Echter zijn er nog geen concrete herstructureringsplannen voor het tuinbouwbedrijf.
In het bestemmingsplan zal voor dit perceel een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen op zo de vereiste waterberging te kunnen garanderen.
Ter plaatse is een uitplaatskavel aanwezig. echter is de ligging niet optimaal. Het uitplaatskavel wordt veschoven, zodat het aansluit bij de al aanwezige woningen. De gronden, waar het uitplaatskavel gelegen was, komen weer ter beschikking van de glastuinbouw.
De locatie is gelegen in Oude Lierpolder en de verplaatsing neemt in totaal 1334m2 in beslag. In de oude situatie bestond de locatie voor 1/3 uit het uitplaatskavel en voor 2/3 uit gronden welke gebruikt konden worden voor een glastuinbouwbedrijf. In de nieuwe situatie bestaat de locatie voor 2/3 uit een uitplaatskavel en voor 1/3 uit gronden ten behoeve van de glastuinbouw.
Voor de bestemmingswijziging is een berekening van de watersleutel uitgevoerd. Uit de berekening is gebleken dat de aanpassing van de bestemming valt onder de kruimelgevallen, waardoor het realiseren van extra wateropgave niet noodzakelijk is.
De berekening met de watersleutel is als Bijlage bijgevoegd.
Het perceel Zwethlaan 44c is bestemd als Agrarisch-Glastuinbouw. Het perceel is echter niet ingericht ten behoeve van een doelmatig glastuinbouwbedrijf. Inmiddels zijn de gronden verkocht aan het achterliggende glastuinbouwbedrijf. Deze heeft plannen om de kassen ter plaatse aan te helen, zodat de gronden onderdeel uit maken van het al bestaande doelmatige glastuinbouwbedrijf.
In de watersleutel is het wateroppervlak als onverhard meegenomen om de watersleutel goed in te kunnen vullen. Voor wateroppervlak geldt; dempen is graven. Het oppervlak dat aan water gedempt wordt dient ook weer gegraven te worden.
Uit de watersleutel komt een wateropgave van 1003 m2. Naast deze wateropgave komt nog de wateropgave door het afnemen van wateroppervlak van 2257 m2 (2.573 – 316). De totale wateropgave voor de veranderingen in het gebied "Agrarisch-Glastuinbouw" bedragen 3260 m2.
De wateropgave die komt uit de veranderingen van "Agrarisch-Glastuinbouw" worden gecompenseerd in het gebied "Groen".
De volledige watertoets is als Bijlage bijgevoegd.
Voorkomen van wateroverlast
Volgens de provinciale verordening is het beschermingsniveau tegen wateroverlast voor wonen eens in de 100 jaar, voor bedrijfsterreinen eens in de 50 jaar en voor agrarisch, eens in de 10 jaar. Bij kleinschalige bestemmingswijzigingen wordt het watersysteem echter niet aangepast. Daarom wordt nadrukkelijk geadviseerd om, zover mogelijk, de praktijksituatie hierop aan te passen. Dit kan bijvoorbeeld door het maaiveld ter plekke van de woning voldoende op te hogen. Meer informatie hierover is te vinden in de Handreiking watertoets voor gemeenten, de meest actuele versie van deze handreiking is te vinden op de website www.hhdelfland.nl/overheid/ruimtelijke-plannen.
Het bovenstaande is nadrukkelijk van toepassing voor de percelen, welke de bouw van een nieuwe woning mogelijk maken.
Het gaat dan vooralsnog om twee kavels aan de Kerklaan in de Lier en een bouwkavel aan de Molenweg 7 in Monster.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
In het kader van de herstructurering wordt er gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen en voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Ten aanzien van de KRW maatregelen moet er rekening worden gehouden met de afspraken uit de Bestuursovereenkomst KRW Delfland en de afspraken die op dit moment gemaakt worden voor het Stroomgebiedbeheersplan 2015-2021. Het boezemsysteem van Delfland maakt onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in de KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de waterlichamen te verbeteren. Onderdeel van deze overeenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen.
Onderhoud en bagger
Delfland is verantwoordelijk voor het onderhoud van het primaire watersysteem en de waterkeringen. Voor secundair boezemwater en polderwateren zijn veelal andere partijen (gemeente, grondeigenaar) onderhoudsplichtig. Onderhoudsplichtigen zijn in de Legger Delfland vastgesteld. Onderhoud aan water en waterkering betekent dat deze toegankelijk moeten zijn voor onderhoud. Ook houdt Delfland ruimte die eventueel nodig is voor dijk- of kadeverzwaring, vrij van andere, conflicterende functies. Het beheer en onderhoud van het watersysteem binnen het plangebied is vastgelegd in de Keur Delfland en Legger Delfland.
Voor onderhoud van watergangen is het van belang rekening te houden met de benodigde onderhoudsstroken. Onderhoudsstroken zijn noodzakelijk voor onderhoudsmateriaal en werkruimte, en er kan bagger op de onderhoudsstroken worden gezet.
Er gelden de volgende criteria:
Wanneer onderhoudsstroken niet of moeilijk realiseerbaar of te behouden zijn, overleg dan met Delfland over alternatieven of maatregelen.
Van de 65 percelen opgenomen percelen zal er op 10 percelen ook een fysieke aanpassing plaatsvinden in het veld. Vijf van deze percelen zijn niet gelegen in de nabijheid van een watergang of waterkering.
Bij vier van de overgebleven percelen (Assendelftlaan 5 Monster, Gantellaan 30 Monster, St. Jorispad 17 Naaldwijk en St. Jorispad 24b Naaldwijk) vindt er vooralsnog alleen sloop plaats van de aanwezige woningen, waarbij er nog geen concrete invulling is voor het desbetreffende perceel. In de huidige onderhoudssituatie wijzigt vooralsnog niet. Vanwege het feit dat deze percelen vooralsnog braak (komen te) liggen, vereenvoudigd dit het onderhoudt.
Onderhoudssituatie Zwethlaan 44c
Rondom het perceel Zwethlaan 44c zijn diverse watergangen gesitueerd. De watergangen worden door verschillende partijen onderhouden:
- Watergang (primaire) aan de noordzijde door Hoogheemraadschap van Delfland. Dit kan varend onderhouden worden;
- Watergang (secundaire) aan de zuidzijde/langs Veilingroute door Provincie Zuid-Holland, dit kan varend onderhouden worden;
- Duiker tussen het eiland en de watergang (secundair) door de aangrenzende eigenaar;
- Watergang/duiker (secundair) tussen het eiland door de aangrenzende eigenaar, dit kan vanaf de kant onderhouden worden.
Afvalwater en riolering
De bestaande woningen zijn aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel ter plaatse en de nog te bouwen woning worden aangesloten op het rioleringsstelsel. Afvalwater wordt afgevoerd naar de dichtsbijzijnde afvalwaterzuivering. Voor zover bekend zijn er geen problemen bekend omtrent de capaciteit van riolering of zuivering.
Voor de afvoer van het hemelwater zijn creatieve en efficiënte maatregelen mogelijk, zoals het ophogen van gronden, een hoger bouwpeil van woningen, open verharding ter plekke van parkeerplaatsen of water vasthouden op particulier terrein, bijvoorbeeld door middel van de aanleg van wadi's, (slimme)regenton, groene daken, het afkoppelen van hemelwaterafvoer, en dergelijke.
Bodem en grondwater
Bij nieuwe ontwikkelingen/initiatieven is het van belang om rekening te houden met voldoende drooglegging om grondwateroverlast te voorkomen. Het bouwpeil moet daarom hoog genoeg boven het waterpeil liggen. Een voldoende hoog bouwpeil helpt niet alleen tegen grondwateroverlast, maar ook tegen wateroverlast algemeen. Delfland adviseert om rekening te houden met een drooglegging van 1,2 m, maar met een minimum van 1,0 m.
Daarnaast kan het zijn, dat de ontwikkeling juist effecten op het grondwater of het watertekort heeft. Hier moet bijvoorbeeld gedacht worden aan ondergrondse constructies die ervoor zorgen dat bijvoorbeeld de grondwaterstroming wordt afgekapt.
Het bestemmingsplan voorziet op drie locatie een mogelijkheid tot het bouwen van een woning. Op de overige locaties is er alleen sprak van een aanpassing in de gebruiksregels van de bestemming of laat het bestemmingsplan, in afwijking van het voorheen geldende bestemmingsplan, de bouw van een tuinbouwbedrijf toe.
Bij de bouwmogelijkheid voor de drie woningen worden geen ondergrondse bouwwerken gerealiseerd (hooguit een kelder), waardoor dit thema verder ook niet van toepassing is.
Het aspect water vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Wet bodembescherming
De Wet bodembescherming ziet, vanuit een goed milieubeheer, op de bodembescherming en bodemsanering. Met deze wet moet rekening worden gehouden met het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van de bodemkwaliteit voor die ruimtelijke ontwikkeling.
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Met het bestemmingsplan worden enkele bestemmingen gewijzigd. De bestemming wordt echter gewijzigd van een bodemgevoelige functie naar een niet bodemgevoelige functie. Hierdoor is aanvullend bodemonderzoek niet noodzakelijk.
Voor het overgrote deel blijven de bestemmingen op het perceel gelijk met de voorheen geldende bestemmingen.
Het aspect bodem vormt geen belemmering voor het vaststellen van het bestemmingsplan.
Natuurnetwerk Nederland
Op basis van het nieuwe rijksbeleid zoals opgenomen in het Natuurnetwerk Nederland (NNN), heeft de provincie Zuid-Holland in december 2013 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) herijkt. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones.
Bij de herijkte EHS is de prioriteit komen te liggen bij het bereiken van de doelen van de Natura-2000-gebieden en de Europese Kaderrichtlijn Water. Voor wat betreft het beleidsveld Natuur richt de provincie zich niet alleen op de kwantitatieve prestaties (output: hoeveel hectare verworven en ingericht, hoeveel beheerplannen Natura 2000 vastgesteld) maar vooral ook op de effecten (outcome: de natuurkwaliteit, hoe ontwikkelt de Zuid-Hollandse biodiversiteit zich). Het voorgaande is breder dan de reikwijdte van het NNN omdat er door de provincie van uitgegaan wordt dat de bijdrage aan de biodiversiteit ook buiten de begrenzing van het NNN plaatsvindt, bijvoorbeeld het leveren van een bijdrage aan de biodiversiteit door recreatiegebieden en het agrarisch gebied.
Wet natuurbescherming
Sinds 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking. De Wnb is het nieuwe wettelijke stelsel voor natuurbescherming en vervangt drie tot dan bestaande wetten, namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. Het beschermingsregime gaat uit van het "nee, tenzij-principe". Dit betekent dat de genoemde verbodsbepalingen in de Wnb voor bescherming van gebieden, soorten en houtopstanden altijd gelden. Het afwijken hiervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Zuid-Holland is het bevoegd gezag voor het verlenen van toestemming door middel van een vergunning, ontheffing of vrijstelling.
In de Wnb zijn bepalingen opgenomen voor de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten. Het gaat onder meer om soorten die in Nederland, maar ook in Europa in hun voortbestaan bedreigd worden. De Wnb kent drie beschermingsregimes:
Per beschermingsregime is bepaald welke verboden er gelden en onder welke voorwaarden ontheffing, vergunning of vrijstelling kan worden verleend door het bevoegd gezag. De bepalingen zijn samengevat in onderstaande tabel. De bepalingen voorzien in een bescherming van verblijfplaatsen, evenals de bescherming tegen verstorende invloeden. Gedeputeerde Staten van provincie Zuid-Holland kan een ontheffing verlenen van de verboden als genoemd in de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10. van de Wnb.
Vrijstellingen
In de Wnb is een aantal algemene soorten amfibieën en zoogdieren beschermd onder de categorie "Nationale soorten", zoals gewone pad, bruine kikker en konijn. Provincie Zuid-Holland heeft bevoegdheid om bij verordening deze soorten "vrij te stellen" van de ontheffing/vergunningsplicht (Provincie Zuid-Holland, 2016). Dit betekent dat geen ontheffing nodig is voor werken gericht op ruimtelijke inrichting en ontwikkeling en beheer en onderhoud. Vrijgestelde soorten zijn niet meegenomen in deze toetsing.
Zorgplicht
De zorgplicht (artikel 1.11. Wnb) houdt in dat handelingen, die nadelige gevolgen kunnen hebben voor in het wild levende dieren en planten:
Het betreft alle in het wild levende dieren en planten. De zorgplicht dient onder meer als vangnet voor de bescherming van soorten waarvoor op grond van de Wnb geen specifiek verbod geldt. De zorgplicht is daarnaast van toepassing op beschermde gebieden.
Er is geen quick-scan uitgevoerd waaruit kan worden geconcludeerd dat er tijdens de inspectie geen beschermde soorten zijn waargenomen. Daarom is er geen garantie dat beschermde soorten in de toekomst niet in het gebied voorkomen.
Als de werkzaamheden in het broedseizoen vallen, dan dient voorafgaande aan de werkzaamheden een inspectie plaats te vinden op het voorkomen van het hinderen van broedvogels. Als er broedvogels aanwezig zijn, mogen deze niet worden verontrust. Voor verontrusting dient een ontheffing aangevraagd te worden, welke voor broedvogels waarschijnlijk niet afgegeven zal worden.
Met het bestemmingsplan worden enkele bestemmingen gewijzigd. Het bestemmingsplan creëert geen expliciete bouwmogelijkheden. Het bestemmingsplan heeft geen negatieve invloed op de ecologische waarden in het plangebied.
Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de gewijzigde Monumentenwet 1988, stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 - 2008, de Nota Belvedère, de Nota Ruimte en het Structuurschema Groene Ruimte 2.
De provincie Zuid-Holland hanteert het uitgangspunt dat op terreinen die voorkomen op de Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland en in gebieden die op de kaart archeologische waarden van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS-kaart) ten minste een redelijke tot grote kans op archeologische sporen hebben, archeologisch vooronderzoek in het kader van de planvoorbereiding dient plaats te vinden. Voor zover er onzekerheid bestaat over de precieze aanwezigheid van archeologische waarden, dient in het bestemmingsplan voor het bouwrijp maken een omgevingsvergunningplicht te worden gehanteerd. Het verlenen van een omgevingsvergunning wordt daarbij afhankelijk gesteld van de uitkomsten van nader archeologisch onderzoek en de belangenafweging op grond daarvan.
Doelstelling van het Verdrag van Valetta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
De bescherming van het archeologisch erfgoed dient in het bestemmingsplan te worden geregeld, net als andere in het bestemmingsplan op te nemen en te beschermen belangen. Voor het bestemmingsplan geldt als norm de eis van een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent dat het belang van het archeologisch erfgoed mee dient te tellen bij de beoordeling en afweging van alle bij die goede ruimtelijke ordening spelende belangen. Dit wordt geregeld via een omgevingsvergunningstelsel dat betrekking heeft op grondroerende werkzaamheden voor zover deze worden uitgevoerd in gebieden die op de plankaart staan aangegeven met de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ (WR-A).
In de regels staat opgenomen welke werken of werkzaamheden schadelijk kunnen zijn voor (verwachte) archeologische waarden en daarom omgevingsvergunning plichtig zijn. Hierin staan ook voorwaarden opgenomen ter bescherming van archeologische waarden. Zo’n voorwaarde kan zijn dat een rapport moet zijn overlegd, waaruit blijkt dat de archeologische waarde van het terrein in voldoende mate is vastgesteld. Het verlenen van een omgevingsvergunning is afhankelijk van de uitkomsten van dit archeologisch onderzoek en de belangenafweging op grond daarvan.
Gewenste ontwikkeling
Voor alle delen van het plangebied is een medebestemming archeologisch waardevol gebied (WR-A) opgenomen.
Het bedrijfspand Oostbuurtseweg 45a heeft een monumentale status. Dit pand is voorzien van een extra aanduiding op de verbeelding.
Voor het plangebied gelden afhankelijk van de ligging verschillende archeologische waarden in de ondergrond. Om deze mogelijk aanwezige waarden te beschermen, zijn nieuwe ontwikkelingen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan gebonden aan een omgevingsvergunning voor het bouwen (met uitzondering van kassen), alsmede het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden voor grondroerende activiteiten.
De planregels en de planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008) en als wettelijk voorgeschreven in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (Staatscourant 2008, nr. 377, van 30 oktober 2008).
Daarnaast zijn in de planregels de standaardregels opgenomen als geboden in artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening. In een apart artikel zijn de bijzondere gebruiksverboden opgenomen voor alle bestemmingen, welke verboden aansluiten op het wettelijk verbod als neergelegd in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening.
Voor uitleg van die planregels wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit ruimtelijke ordening en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008, in samenhang met de jurisprudentie over die uitleg.
Voorts is de "Werkafspraak terminologie Wabo in Standaard voor Vergelijkbare bestemmingsplannen" van september 2010 verwerkt. Die werkafspraak in het kader van de ministeriële regeling is gemaakt met het oog op de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010.
De planregels en planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn toegesneden op de specifieke behoefte aan planregulering voor het gegeven plangebied. In de hierna volgende paragrafen is de aan het bestemmingsplan eigen plansystematiek toegelicht voor zover die een aanvulling of een geoorloofde afwijking vormt van de SVBP 2012.
Opbouw planregels
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Inleidende regels
Begrippen ( Begrippen )
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten (Wijze van meten)
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
Bestemmingsregels
De bestemmingsregels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Gebruiksregels
De doeleindenbeschrijving van de bestemming of de dubbelbestemming, waarvan opname in de planregels is geboden in artikel 3.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, is in de planregels voor elke bestemming in eerste instantie vervat in het onderdeel "Bestemmingsomschrijving". Van het onderdeel "Specifieke gebruiksregels" wordt in de planregels vooral gebruik gemaakt om regels te geven voor de onder de bestemming of dubbelbestemming vallende functieaanduidingen en bouwaanduidingen en andere aanduidingen.
Afwijkingsregels
In het onderdeel "Afwijken van de gebruiksregels" wordt alleen die afwijkingsbevoegdheid opgenomen die uitsluitend ziet op het gebruik. Zodra sprake is van het afwijken van de bouwregels - ook al vormt dat bouwen een (klein) onderdeel van het gebruik in ruime zin - wordt de bevoegdheid daartoe geplaatst in het onderdeel "Afwijken van de bouwregels".
Aanleggen of slopen
De aanlegregels of sloopregels zijn uitvoerig met het oog op een zorgvuldige verlening van de omgevingsvergunning daartoe, voor zover regels daarvoor niet reeds zijn voorzien in de Wet ruimtelijke ordening of het Besluit ruimtelijke ordening. De aanlegregels of sloopregels kennen de volgende onderverdeling:
Algemene gebruiksregels
In het artikel "Algemene gebruiksregels" zijn naast een verwijzing naar het algemene gebruiksverbod van artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, specifieke gebruiksverboden ter invulling van het algemene gebruiksverbod opgenomen. Daarin is onderscheid gemaakt tussen het verbod op het gebruik van gronden en het verbod op het gebruik van bouwwerken.
Overgangs- en slotregels
In het artikel "Slotregel" zijn de volgende onderdelen opgenomen:
Wettelijke vereisten
De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Hierbij vormt de inhoud van de digitale versie de beslissende versie. De digitalisering brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
De planverbeelding is digitaal vorm gegeven overeenkomstig de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. De digitale planverbeelding en de andere onderdelen van de dataset hebben het volgende planidentificatie-nummer gekregen:
NL.IMRO.1783.GTVERZAMELPLANabp-VA01
De dataset bestaat uit:
Leeswijzer verbeelding
Wegwijzer via internet
Met de digitalisering van ruimtelijke plannen is het lezen en interpreteren van de verbeelding (voorheen plankaart) een nieuwe aangelegenheid. Via de website www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen bestemmingsplannen (ook in voorbereiding zijnde plannen voor zover deze ter inzage zijn gelegd) worden ingezien. Via het tabblad 'bestemmingsplannen' kan worden doorgeklikt naar de provincie, de woonplaats of nog specifieker de straatnaam. De gebieden die zwart omlijnd op de kaart staan aangeduid, zijn de gebieden waarvoor een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar is.
Zodra het gewenste bestemmingsplan is gevonden en deze voldoende is ingezoomd, wordt de betreffende bestemmingslegging zichtbaar. Om een beter beeld van de omgeving te krijgen, kan voor verschillende ondergronden worden gekozen (luchtfoto, topografie). Zodra linksonder 'legenda' wordt aangeklikt, wordt inzichtelijk wat de verschillende kleuren betekenen. Door vervolgens op een locatie binnen het plangebied te klikken wordt aan de rechterzijde van de kaart de bijbehorende informatie getoond. Indien meer informatie is gewenst, kan worden doorgeklikt naar de toelichting en/of de regels van het plan.
Analoge verbeelding
Alhoewel de digitale verbeelding het uitgangspunt vormt, blijft het mogelijk het bestemmingsplan analoog in te zien. Het lezen van de analoge verbeelding is verschillend van de digitale verbeelding. Op de analoge verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd, dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes.
Bestemmingsvlak en bouwvlak
Vrijwel elke bestemming bestaat doorgaans uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Bouwvlakken worden doorgaans voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering. Soms komt het voor dat het bestemmingsvlak en het bouwvlak met elkaar samenvallen. Op de plankaart is dan uitsluitend een bouwvlak te zien (het bestemmingsvlak ligt hieronder).
Aanduidingen
Op de digitale plankaart is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Een aantal functieaanduidingen is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan nader te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking. Voorbeelden van functieaanduidingen zijn 'bedrijfswoning', 'detailhandel' en 'kantoor'.
Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken, worden bouwaanduidingen genoemd. Voorbeelden van bouwaanduidingen zijn 'gestapeld' en 'onderdoorgang'.
Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringaanduidingen.
De bestaande functies in het plangebied die overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende (in alfabetische volgorde van bestemming).
De percelen, welke in het voorheen geldende bestemmingsplan, niet voorzien waren van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw, maar inmiddels wel gebruikt worden voor de glastuinbouw zijn voorzien van de bestemming Agrarisch-Glastuinbouw. Bij de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij de bestaande regeling uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
De aanwezige bedrijven zijn bestemd als Bedrijf. Bij de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij de bestaande regeling uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
De aanwezige agrarisch aanverwante bedrijven zijn bestemd als Bedrijf-Agrarisch aanverwant bedrijf. Bij de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij de bestaande regeling uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
De bestaande detailhandelsactiviteit is bestemd als detailhandel met de functieaanduiding tuincentrum. De mogelijkheid voor een bedrijfswoning is uit de bestemmingsregeling verwijderd. Voor het overige is aansluiting gezocht bij de bestaande regeling uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
De gronden welke niet meer bruikbaar zijn voor de glastuinbouw en waar ook geen andere passende functie voorzien is en braak liggen of komen te liggen zijn voorzien van de bestemming Groen.
Het recreatieterein aan de Wollebrand is voorzien van de bestemming recreatie. In de regels is een mogelijkheid opgenomen voor het houden van evenementen. Voor grote muziek evenementen is een regeling opgenomen met betrekking tot de positionering van het podium.
Het betreft bestaande toegangswegen en paden in dit bestemmingsplan bestemd zijn als Verkeer.
Het betreft bestaande (hoofd)watergangen, waterpartijen en locaties die van belang zijn voor waterberging die zijn bestemd als Water.
Het betreffen bestaande burgerwoningen. Voor de bestemmingsregeling van deze woningen is aangesloten bij de bestemmingsregeling uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
De ontwikkelingen van akkerbouw, veeteelt enz. naar glastuinbouw heeft er toe geleid dat er in het plangebied van het voorheen geldende bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland enkele voormalige boerderijen met omliggende gronden aanwezig zijn, zonder dat er nog agrarische activiteiten plaats vinden. Een die voormalige boerderijen had nog een reguliere bestemming Wonen en is nu ook voorzien van deze passende bestemming.
Bij de bestemmingsregeling is aansluiting gezocht bij de bestaande regeling uit het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland.
Op de gronden, gelegen boven een gasleiding, is de bestemming Leiding-Gas opgenomen ten behoeve van de bescherming van deze gasleiding.
Op de gronden, gelegen onder een hoogspanningsverbinding is de bestemming Leiding-Hoogspanningsverbinding opgenomen ten behoeve van de bescherming van deze hoogspanningsverbinding.
Op de gronden waarin mogelijk archeologische waarden liggen is de dubbelbestemming Waarde-Archeologie neergelegd.
Aan deze bestemming is een aanlegstelsel verbonden.
Het betreft de gemeentelijke natuurgebieden. Werken en werkzaamheden zijn binnen deze bestemming aan een omgevingsvergunning verbonden, waarbij de natuurlijke waarde van het gebied in stand gehouden dient te worden. Alvorens vergunning wordt verleend dient de gemeentelijke ecoloog positief te adviseren.
De gronden zijn mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen. Voordat gebouwd mag worden, moet advies bij de waterbeheerder worden ingewonnen
De gronden zijn mede bestemd voor het beheer en onderhoud van waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen. Voordat gebouwd mag worden, moet advies bij de waterbeheerder worden ingewonnen.
Op de gronden die vallen binnen de geluidscontour van het industriegebied (Havengebied) van Rotterdam (Europoort, Maasvlakte en 2e Maasvlakte), is de gebiedsaanduiding "Geluidszone-industrie" neergelegd.
Op de gronden die vallen binnen de molenbiotoop van een nabij gelegen molen, is de gebiedsaanduiding "Vrijwaringszone-Molen" neergelegd. Dit ter bescherming van de windvang van de molen.
Het exploitatieplan biedt de grondslag voor het publiekrechtelijk kostenverhaal. In artikel 6.12, eerste en tweede lid, Wro is bepaald in welke situatie een exploitatieplan vastgesteld dient te worden. In artikel 6.2.1 Bro worden de bouwplannen aangewezen waarvoor de gemeenteraad een exploitatieplan moet vaststellen. Een exploitatieplan wordt gelijktijdig vastgesteld met het ruimtelijk plan (in dit geval een bestemmingsplan) of besluit waarop het betrekking heeft.
De regeling van afdeling 6.4 Wro heeft mede betrekking op de bouwmogelijkheden, die in vorige bestemmingsplannen nog niet benut waren. Wanneer voor bestaande, nog onbenutte bouwmogelijkheden nog sprake is van de noodzaak van locatie-eisen of kostenverhaal, kan dat in het nieuwe bestemmingsplan ook worden meegenomen.
In het voorliggende bestemmingsplan is op twee locaties sprake van een bouwplan, zoals genoemd in artikel 6.2.1 Bro. Voor de desbetreffende bouwplannen is een anterieure overeenkomst gesloten.
buiten deze twee locaties is er geen sprake van nieuwe of onbenutte bouwmogelijkheden waarvoor de noodzaak van het stellen van locatie-eisen of een kostenverhaal nog aanwezig is. Aan het bestemmingsplan hoeft dan ook geen exploitatieplan te worden toegevoegd.
In de periode van januari tot en met maart 2020 heeft over het voorontwerp van dit bestemmingsplan bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Op 19 maart 2020 heeft het Hoogheemraadschap van Delfland inhoudelijk op het voorontwerp bestemmingsplan gereageerd. De reactie is opgenomen in Bijlage 1.
De reactie van het Hoogheemraadschap van Defland is van commentaar voorzien. Deze heeft op enkele punten geleid tot het aanpassen van het bestemmingsplan. De reactie is opgenomen in Bijlage 2.
Het bestemmingsplan betreft een herstel van hiaten uit de nu geldende bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan maakt geen specifieke nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Om die rede is er geen beroep gedaan op de mogelijkheid van inspraak op basis van de inspraakverordening Westland 2004.
Van 12 juni 2020 tot en met 23 juli 2020 heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Gedurende de periode van tervisielegging zijn acht zienswijzen ingediend.
De ontvangen zienswijzen zijn beoordeeld. Voor een overzicht van de zienswijzen wordt verwezen naar Bijlage PM van deze toelichting.