direct naar inhoud van 3.3 Regionaal
definitief
NL.IMRO.1774.BUIBPstnicolaasklo-0401

3.3 Regionaal

3.3.1 Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap Noordoost Twente

De provincie Overijssel heeft in samenwerking met de betrokken gemeenten en het waterschap Regge en Dinkel het ‘Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap Noordoost-Twente’ opgesteld. Provincie, gemeenten en waterschap hebben daarbij afgesproken dat zij de inhoud van het ontwikkelingsperspectief zullen doorvertalen naar hun eigen plannen, om de inhoud van dit perspectief ook formele status te geven.

Opgave voor Nationale landschappen is het behouden, duurzaam beheren en waar mogelijk versterken van de bijzondere kwaliteiten. Ook zal de recreatieve toegankelijkheid moeten worden vergroot. Noordoost-Twente is aangewezen als Nationaal Landschap vanwege de volgende kernkwaliteiten:

- de grote mate van kleinschaligheid;

- het groene karakter;

- samenhangend complex van beken, essen, kampen en moderne ontginningen.

De kernkwaliteiten

Kernkwaliteit is het waardevol cultuurlandschap met een variatie in open landschap en een kleinschalig besloten landschap. Talloze kleine landschapselementen zoals de heggen, poelen, beken en houtwallen zijn nog steeds aanwezig. Noordoost-Twente heeft een eigen identiteit, cultureel erfgoed en ruimtelijke kwaliteit en ademt nog steeds de sfeer van rust uit. Van oudsher zijn landbouw, natuur, bos, landschap en recreatie nauw met elkaar verbonden. De natuur kent een grote variatie en is gekoppeld aan water (Dinkel, de beken, natte laagtes) en aan het cultuurlandschap. Maar niet alleen het zichtbare en gecultiveerde landschap is bijzonder, ook de natuurlijke geologische opbouw van het gebied is dat. De stuwwallen hier hebben een andere geologische opbouw dan de meeste andere stuwwallen in Nederland. Door de aanwezige leemlagen in de bodem komt water op veel plaatsen spontaan uit de bodem opwellen. Door de ondoorlatende lagen wordt het water over het oppervlak afgevoerd, waardoor een grote dichtheid aan beken is ontstaan. Speciaal aan het landschap van Noordoost-Twente zijn daarom de natuurlijke en goed zichtbare hoogteverschillen en de van nature kleinschalige afwisseling van de stuwwallen, bronnen, beken en laagten.

De ontginningen en vorming van kleine nederzettingen met essen begon rond 1200 na Chr. Het reliëf en de waterhuishouding waren sturende elementen bij het eerste gebruik en bewoning van het gebied. De bebouwing en de akkers (de essen) lagen voornamelijk op de hogere delen, de lagere moerassige beekdalen werden gebruikt als weide of hooiland en gebruikt voor het steken van plaggen voor bemesting van de akkers.


Ambitie

De samenwerkende partners hebben een aantal ambities afgesproken voor het ontwikkelingsperspectief. Onderstaand zijn de relevante ambities opgenomen;

Koester de gebiedskwaliteiten:

• Intensiveren van het herstel van beeklopen, beekdalen, bronnen. Herstel, stroombedverbreding en hermeandering, ook ten behoeve van waterberging en natuurontwikkeling.

• Handhaven open kampen en essen. Geen bebouwing op karakteristieke essen. Laagdrempelige advisering aanbieden bij het bouwen van stallen of toeristische voorzieningen.

• Behoud van en extra investeringen voor kruisen, kapellen, karakteristiek bebouwing, knooperven, landgoederen.

• Geen extra natuuropgave ten opzichte van de EHS, wel zorg voor bijzondere aan het (cultuur)landschap gebonden soorten als vliegend hert, boomkikker, goudveil en vetblad. Goede mogelijkheden voor randenbeheer en weidevogels in combinatie met waterberging.

Versterk de beleving van een onthaastend landschap:

• Opzetten informatienetwerk of –centrum Nationaal Landschap.

• Verbeteren routenetwerk voor wandelen, fietsen, paardrijden. Uniforme bebording.

• Opknappen cultuurhistorische objecten, ook grotere gebouwen en stedelijke kernen.


Plan

Dit plan voorziet in het mogelijk maken van het aanpassen van de dakhelling en plaatsen van de fietsenstalling buiten het bouwvlak. De beleving van de dakhelling blijft en de fietsenstalling wordt in het geheel niet beleefd doordat deze wordt gebouwd in een aan te leggen groenstrook. De voorgenomen ontwikkeling is passend binnen het Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap Noordoost-Twente.

3.3.2 Waterbeheerplan 2010-2015

Het waterbeheerplan 2010 - 2015 is een beleidsdocument dat is opgesteld door 5 verschillende waterschappen (Waterschappen Rijn-Oost) waaronder het Waterschap Regge en Dinkel. De volgende aandachtpunten voor water zijn voor de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied van toepassing.

- de waterlichamen voldoen in 2015 aan de gewenste chemische toestand en de gewenste ecologische kwaliteit gesteld in de Europese Kaderrichtlijn Water;

- het waterkwantiteitsbeheer wordt gebaseerd op het ‘gewenst grondwater- en oppervlaktewaterregime’ (GGOR). Dit houdt in het gehele jaar hemelwater vasthouden, bergen en daarna afvoeren door middel van extra ruimte voor water te reserveren;

- het realiseren van een duurzaam en veerkrachtig ingericht watersysteem;

- In extreem natte situaties het voorkomen van ongewenste situaties van wateroverlast;

- In extreem droge situaties zorgen voor voldoende water voor het realiseren van de gebieds- en oppervlaktewaterfuncties;

- het voeren van een goed grondwaterbeheer door het reguleren van gebruik en onttrekkingen.


Plan

Dit plan voorziet in het mogelijk maken van het aanpassen van de dakhelling en plaatsen van de fietsenstalling buiten het bouwvlak. Beide ontwikkelingen hebben heen invloed op het beleid uit het Waterbeheerplan 2010 - 2015.

De voorgenomen ontwikkeling is passend binnen het beleid van het waterschap Regge en Dinkel.