Plan: | Buitengebied 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.BUIBPBUITENGEBIED-0402 |
31. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport - Klootschietbaan’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een klootschietbaan, waarbij een goede landschappelijke inpassing wordt nagestreefd;
b. een klootschietbaan in combinatie met gronden ten behoeve van de duivensport, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van sport - duivenvereniging”, waarbij een goede landschappelijke inpassing wordt nagestreefd;
en mede bestemd voor:
c. het beschermen van de drinkwaterwinning, de drinkwaterproductie, de drinkwaterdistributie en de grondwaterkwaliteit van een grondwaterbeschermingsgebied, ter plaatse van de algemene aanduidingregel “milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied”;
d. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de algemene aanduidingregel “vrijwaringszone - molenbiotoop”;
met de daarbijbehorende:
e. gebouwen, waaronder overkappingen;
f. terreinen;
g. wegen en paden;
h. parkeervoorzieningen;
i. water;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
31. 2. Bouwregels
31. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse aanwezige klootschietbaan al dan niet in combinatie met de ter plaatse gevestigde duivenvereniging worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, waaronder overkappingen, zal per bestemmingsvlak ten hoogste 100 m² bedragen, tenzij:
1. de bestaande gezamenlijke oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen;
2. de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van sport - duivenvereniging”, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 200 m² zal bedragen;
c. de hoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
d. de dakhelling van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 60° bedragen.
31. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de gebouwen, waaronder overkappingen, ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
31. 3. Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden.
31. 4. Aanlegvergunningen
31. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
b. het ontgronden, egaliseren en/of afgraven van gronden;
c. het aanplanten, kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas.
31. 4. 2. Het in lid 31.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
a. het normale onderhoud betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
31. 4. 3. De in lid 31.4.1. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke inpassing van de terreinen.