direct naar inhoud van De visie
Plan: Structuurvisie Centrum Holten 2028
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401

De visie

Bestaande beleidsstukken, gesprekken, presentaties, een inloop en de SWOT vormen de input voor de visie. In de visie worden 9 thema's behandeld, onderverdeeld in functionele en ruimtelijke aspecten.

De visie:

De functionele aspecten hebben betrekking op het gebruik van gebouwen, gronden en openbare ruimte met thema's, zoals wonen, werken en horeca.

Bij de ruimtelijke aspecten gaat het meer om de vraag hoe de omgeving er uit ziet. Onder andere komen aard en schaal van de bebouwing, bebouwd of onbebouwd, stedenbouwkundige structuren en bouwhoogten aan de orde. Bij de verschillende hoofdstukken worden eerst relevante (beleids)achtergronden en trends beschreven en vervolgens de beleidsuitgangspunten.

Als laatste komt de Uitvoering van de visie aan de orde. Hierbij worden projecten en geraamde kosten genoemd om uitvoer te geven aan de visie.

Hoofdstuk 1 Wonen

Achtergronden en trends

Bevolkingsontwikkeling

Uit de demografische effectenrapportage gemeente Rijssen-Holten 2016 blijkt dat de groei van de bevolking de komende jaren niet meer vanzelfsprekend is. Met name in het landelijk gebied van Overijssel zal sprake zijn van stagnatie of krimp van de bevolkingsomvang. Doordat tegelijkertijd huishoudens kleiner worden (gezinsverdunning) neemt in de meeste Overijsselse gemeenten het aantal huishoudens nog wel toe. Voor de steden in Twente laten prognoses na 2035 een lichte krimp zien in het aantal inwoners. Het aantal huishoudens blijft toenemen. De demografische effectrapportage, specifiek gericht op de gemeente Rijssen-Holten, toont dat er, als de huidige trend van bouwproductie en migratie doorzet, in de periode 2014-2040 in de gemeente Rijssen-Holten een bevolkings- en huishoudensgroei zal plaatsvinden.

Vergrijzing

Vergrijzing is het gevolg van afgenomen geboortecijfers, een steeds hogere levensverwachting van mensen en van migratiepatronen. Urbanisatie, de trek van jongeren naar de stad, heeft een versterkend effect op de vergrijzing van het platteland. Steden blijven relatief jong. Een andere factor die een rol speelt bij vergrijzing is de mate van verbondenheid die bewoners voelen met de lokale gemeenschap. Gemeenten waar religie een grote rol speelt zijn bijvoorbeeld beter in staat jongeren vast te houden. In nationaal perspectief is Overijssel een relatief jong blijvende provincie. Toch zal in Overijssel het aandeel 65-plussers groeien van 16 procent nu tot 26 procent in 2040. Voor Holten specifiek zal het aandeel 65-plussers tot 2030 toenemen van 23 procent naar 26 procent en stabiliseert op 26 procent in 2040. De verschillen tussen stad en platteland zijn daarbij groot. Vergrijzing betekent een kleinere potentiële beroepsbevolking en een grotere vraag naar zorg. Daarnaast hebben ouderen minder bestedingsbehoeften dan jongere generaties en kennen ze ook een ander bestedingspatroon; minder uitgaven aan kleding, schoenen en woning en meer aan zorg en recreatie. Tot slot is bereikbaarheid en toegankelijkheid een belangrijk aandachtspunt voor ouderen. Vergrijzing zal dan ook op meerdere onderdelen van onze leefomgeving effect hebben (PBL, 2013).

Urbanisatie

De trek naar de stad is al een tijd geleden ingezet en zal naar verwachting een globale trend blijven. Dat geldt ook voor Overijssel, waar vooral Zwolle en Deventer, en in mindere mate de Twentse steden, de afgelopen decennia sterk zijn gegroeid ten opzichte van de kleinere gemeenten. De grote steden, met name Zwolle en Deventer, zullen volgens bevolkingsprognoses de positie als trekkers ook in de komende decennia blijven vasthouden.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp wonen de volgende punten belangrijk:

  • stimuleren van groene gevels en groene daken;
  • duurzaam materiaal gebruik;
  • levensloopbestendigheid van woningen;
  • zonne-energie op daken;
  • gescheiden afvalinzameling;
  • het vergroenen van tuinen.

Beleid Wonen

Holten is een aantrekkelijk dorp om te wonen en trekt daardoor meer inwoners van buitenaf. De binding van de eigen inwoners is iets minder dan in Rijssen. De woningbouw in Holten vindt hoofdzakelijk plaats uit oogpunt van het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van gebieden en minder uit het oogpunt van de plaatselijke behoefte. Holten voorziet de afgelopen jaren ook deels in de huisvesting van een beperkte groep Rijssenaren.

Naast de in deze visie genoemde onderdelen speelt het geldende woonbeleid voor het centrum, zoals de Woonvisie en het woningbouwprogramma ook een afwegingskader bij de beoordeling van plannen op moment van binnenkomst. Volgens de Woonvisie 2017-2021 lag de afgelopen decennia de focus met betrekking tot het woningbouwbeleid vooral op nieuwbouw. Voor de periode 2017 t/m 2021 is de nieuwbouwopgave herzien en zijn de aantallen naar beneden bijgesteld. Er ligt een belangrijke opgave in vooral het verbeteren van de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad en het faciliteren van "het langer thuis wonen".

Voor Holten geldt een grotendeels verplicht programma op grond van de in april 2010 en 2014 door de gemeenteraad genomen besluiten. Uit oogpunt van het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit speelt inbreidingslocatie De Kol de belangrijkste rol. Samenvattend uit het woonbeleid:

  • vast woningbouwprogramma voor de periode 2017 t/m 2026 van circa 335 woningen, gebaseerd op het uitgangspunt dat de bestaande harde plannen volgens planning worden afgerond en daarnaast extra woningen (120 stuks) zijn opgenomen voor de realisering van de plannen ten behoeve van de lokale behoefte aan appartementen en ten behoeve van de knelpuntenpot.
  • in Holten is voor het oplossen van knelpunten een aantal woningen opgenomen. Een knelpunt is een locatie waar een milieuknelpunt of milieuhinderlijk bedrijf aanwezig is, of langdurige leegstand dreigt (>3 jaar), of een functie aanwezig is die planologisch niet meer op de locatie past, of waar omzetting naar woningbouw in de vorm van appartementen stedenbouwkundig en planologisch een goede oplossing is. Daarnaast moet de locatie door de woningbouw een betere ruimtelijke uitstraling krijgen. Bij de knelpuntenpot hebben locaties in het centrumgebied voorrang boven locaties elders en geldt hier de 3 jaartermijn voor leegstand niet. Bij de periodieke herziening van de nota woningbouw zal worden bekeken of de knelpuntenpot moet worden aangevuld;
  • in Holten zijn relatief veel potentiële inbreidingslocaties aanwezig. Het is onzeker of deze locaties tot ontwikkeling komen. Voor de periode 2017 t/m 2021 zijn in Holten circa 65 extra woningen opgenomen om hiermee onder andere de lokale behoefte aan appartementen te kunnen realiseren.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0001.jpg"

Ontwikkelingen Enkco terrein

Ten noorden van het centrum van Holten ligt het terrein van vleesverwerker Enkco Foodgroup. Een plek van een dergelijke onderneming in het centrum van een stad of dorp is tegenwoordig onwenselijk, daarom gaat Enkco Foodgroup verhuizen richting het bedrijventerrein Vletsgaarsmaten. Begin 2018 heeft de gemeente het Enkco terrein aangekocht. De verhuizing van Enkco zorgt ervoor dat een behoorlijke oppervlakte vrijkomt in Holten grenzend aan het centrum. De bedoeling is dat in 2019 gewerkt wordt aan een toekomstvisie voor dit gebied (incl. terrein Waterloo-Vlogtman). Over de toekomstige invulling van dit gebied wordt nog nagedacht, gezien hier verscheidene functies mogelijk zijn. Na besluitvorming door de politiek op de toekomstvisie wordt het Encko terrein tot ontwikkeling gebracht (2022).

1.1 Wonen algemeen

Binnen het gebied Wonen algemeen zijn verschillende categorieën woningen mogelijk. Het kan gaan om stadswoningen of appartementen. Het gehele centrum is hiervoor aangewezen met uitzondering van het kernwinkelgebied en de begraafplaats aan de Kerkhofsweg.

Kwantitatief gezien moeten de aantallen te bouwen woningen passen binnen het geldend woningbouwbeleid. Ook gaat het woningbouwbeleid in op kwalitatieve aspecten (zoals doelgroepen en woningtypen). Er geldt een bouwhoogte van 2-3 bouwlagen.

Belangrijk binnen dit gebied is de ruimtelijke afweging. Een appartementengebouw moet bijvoorbeeld passen binnen de stedenbouwkundige structuur van de omgeving. Hierbij speelt een stedenbouwkundige beoordeling vanuit de gemeente een belangrijke rol.

1.2 Wonen op de verdieping

Binnen het gebied Wonen op de verdieping gaat het om woningen/appartementen op de verdieping. Het wonen op de verdieping is alleen mogelijk in het kernwinkelgebied. In het kernwinkelgebied is het van belang dat er genoeg ruimte is voor centrumfuncties zoals detailhandel, horeca e.d.

Het is een goede manier voor intensief ruimtegebruik en de woningen voldoen aan bepaalde criteria waar mensen met de wens tot wonen in het centrum om vragen. Het gaat dan met name om de nabijheid van allerlei voorzieningen. Ook past het wonen op de verdieping bij de doelstelling om het centrum levendiger, leefbaarder en sociaal veiliger te maken. Wanneer er meer mensen in het centrum wonen, zorgt dat – met name in de avonduren – voor meer sociale controle en zorgt het tevens voor een centrum dat ook buiten de winkeltijden meer sfeer uitstraalt.

1.3 Wonen grondgebonden

Binnen het centrumgebied is het niet mogelijk om de aantallen grondgebonden woningen uit te breiden. Dit verstoort de primaire winkel- en overige commerciële structuur van dit gebied. Binnen het plangebied zijn enkele grondgebonden woningen aanwezig. Het gaat hier om de huizen op de hoek van de Dorpstraat/Stationsstraat, op de hoek van de Larenseweg/Kerkstraat en aan de Kerkhofsweg.

Hoofdstuk 2 Winkelen

Achtergronden en trends

Consument heeft de macht

Door de opkomst van online winkelen is de klant daadwerkelijk koning geworden. Hij kan 24/7 producten aanschaffen en thuis laten bezorgen. Een winkelbezoek is geen moeten meer maar het is een keuze geworden. Winkels en winkelgebieden die niet aan de hoge eisen voldoen, laat de consument links liggen. Dat heeft geleid tot een shake out van winkelformules die onvoldoende kwaliteit en/of service konden bieden. Ook heeft het geleid tot de ondergang van winkelgebieden die voor de kritische consument niet onderscheidend of interessant genoeg waren. Onder druk van de consument zijn winkels gaan investeren in kwaliteit, uitstraling, service en verruimde openingstijden.

Verruiming winkeltijden

Vanwege veranderende consumentenwensen neemt de druk op verruiming van openingstijden toe. Veel gemeenten kennen een regime van koopzondagen of zijn alle zondagen open. Het aandeel van de zondagsomzet bij supermarkten is in de loop der jaren gegroeid van 0,7 procent (2007) naar 4,2 procent in 2015. In 2016 is deze zondagomzet alweer met circa 10% gestegen. Supermarkten zijn ook 's avonds open, en themacentra als woonboulevards en outletcentra zijn iedere zondag open. In veel gemeenten speelt er nu een discussie om op alle dagen later open te gaan en later te sluiten en de koopavond op te heffen, omdat er winkels op drukke plekken 's avonds langer open blijven, zowel doordeweeks als in het weekend.

Vergrijzing

Vrijwel zonder uitzondering zijn de regio's met een hoge winkelleegstand ook de regio's die al sterk zijn vergrijsd en waar het inwonertal terugloopt. Uit onderzoek van het NIBUD bleek dat 65-plussers per maand circa 30% minder uitgeven aan onder andere kleding en persoonlijke verzorging. De uitgaven aan voeding is gelijk aan andere leeftijdscategorieën. Bij een lager inkomen zou het budgetaandeel noodzakelijke uitgaven zoals voeding moeten stijgen, maar dat blijkt niet het geval. 65-70-jarigen geven zelfs meer uit aan voeding dan 50-65-jarigen en iets meer aan kleding en persoonlijk verzorging. Voeding daalt pas echt bij 75-plus, kleding en persoonlijke verzorging blijven stabiel (CBS, 2017). Vergrijzing blijft een aandachtspunt voor winkelcentra in vergrijsde regio's.

Pop-up stores of seizoensgebonden concepten

Pop-up stores zijn eigenlijk niets meer dan tijdelijke winkels. Vaak gaat het om een marketingstunt, maar soms is het ook omdat een webwinkel wil proeven van de wondere wereld die retail heet. Ook seizoensgebonden concepten zouden een aanvulling kunnen geven aan een centrum en kunnen zorgen voor een bredere beleving en sfeer van het centrum voor de bezoekers. Voorbeelden van seizoensgebonden concepten zijn: ijswinkels, stamppot to go of oliebollenzaken. Flexibele regelgeving rondom het terassenbeleid of het tijdelijk gebruik van leegstaande panden kan hier uitkomst aan bieden.

Mixed-use/'Blurring'

Functiemenging is een actuele trend. De traditionele grenzen tussen detailhandel, horeca, vermaak, dienstverlening en ambacht vervagen in hoog tempo. Het combineren van verschillende functies lijkt de ideale oplossing voor tal van problemen waar de hedendaagse samenleving mee te kampen heeft. Dit wordt vaak aangeduidt met de termen 'mixed-use' of 'blurring'. Er komen allerlei nieuwe concepten op waar zowel producten worden verkocht als een hapje en een drankje, de grote steden lopen hierin voorop. Was vroeger het aankopen van voeding een saaie dagelijkse bezigheid, nu zien we overal food-markets met gezonde streekproducten, kooklessen en proeverijen opkomen. Het verbetert de levendigheid, remt de mobiliteit af en kan leiden tot intensief ruimtegebruik. Belangrijke aspecten bij functiemenging zijn: oog voor de wensen van de gebruiker, uitgebalanceerd product in termen van product, prijs en locatie en de wil, het vertrouwen en de inzet van de betrokken partijen.

Internetwinkelen

In de afgelopen jaren is de e-commerce markt flink gegroeid. Nederland telt meer dan 70.000 webshops en is samen met Italië de snelst groeiende e-commerce markt van Europa (CBS, 2016). Het internetaandeel varieert sterk per branche, maar neemt in vrijwel alle branches toe. Fysiek en online verkoop gaan volledig integreren. Ondernemers en fabrikanten presenteren zich op platforms als Facebook, Marktplaats, kleding.nl etc. en omzeilen daarmee de fysieke detailhandel. In sectoren waar het fysieke product door technologische ontwikkelingen volledig verdwijnt, zullen winkels verdwijnen of hun functie zien verschuiven naar persoonlijke service, afhaal en beleving, gepersonaliseerde producten en dergelijke. De branches die daarvan het meeste merken zijn electronica, software/computers, hobbymedia, speelgoed, huishoudelijke artikelen en kleding en schoenen. De online marktaandelen verschillen wel per bron en periode. Deze ontwikkelingen hebben ook effecten op de fysieke voorraad aan winkels per branche, alhoewel daar ook andere oorzaken voor zijn.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp winkelen de volgende punten belangrijk:

  • duurzaam materiaalgebruik: het gebruik van zoveel mogelijk duurzame materialen zorgt voor vermindering van de milieubelasting;
  • dergroening van het centrum (gebruik maken van plantenbakken);
  • duurzame verlichting;
  • dichte deuren stimuleren; door openstaande winkeldeuren gaat veel warmte verloren. Uit onderzoek in Amsterdam en Tilburg blijkt dat een dichte winkeldeur energie bespaart zonder dat de omzet daalt. Een dichte winkeldeur heeft geen invloed op het aantal klanten in de winkel.

Beleid Winkelen
In 2007 is een detailhandelsvisie vastgesteld voor het centrum van Holten. Deze visie is inmiddels verouderd en aan vervanging toe. Om een beeld te krijgen van het centrum zijn daarom gesprekken gevoerd met de ondernemers. Hieruit zijn standpunten op het gebied van winkelen geformuleerd. De belangrijkste punten die naar voren komen zijn:

Aanbod centrum en relatie met toerisme

Het omdraaien van de as van het centrum van oost-west naar noord-zuid is een eerste stap geweest in het versterken van de toeristische relatie met Holten. Echter is het centrum van Holten nog steeds onvoldoende te vinden. De as tussen de Holterberg en het Kulturhus moet voltooit worden. Daarnaast dient de diversiteit van het aanbod in Holten versterkt te worden om bezoekers te verleiden langer in Holten te blijven.

Gezellig, kleinschalig, maar identiteit ontbreekt

Door branding en online promotie kan Holten zich beter profileren. Dergelijke profilering moet echter ook herkenbaar zijn in de fysieke omgeving. Door referenties toe te voegen in het centrum kan de identiteitsvorming versterkt worden.

Uitstraling niet op orde

Om meer bezoekers te trekken is het noodzakelijk om de uitstraling van de panden en openbare ruimte aan te pakken. Er dient daarbij meer eenduidigheid gecreëerd te worden tussen de panden in het centrum. Met een betere presentatie van panden en aankleding van de openbare ruimte kan de sfeer en gezelligheid in Holten verbeterd worden. Zo kan ook de verbinding tussen de Smidsbelt, het Zwarte Pad en de Dorpsstraat beter gelegd worden.

Bedrijfsovername: vergrijzend ondernemersbestand

Veel ondernemingen in Holten zijn familiebedrijven. Hier ligt tevens een basis voor de identiteit. Door de vergrijzing en wegtrekkende jongere bevolking staat opvolging ter discussie. Een optie is om nieuwe ondernemers aan te trekken en hen te interesseren voor bedrijfsovername. Zo kunnen ondernemingen voortbestaan én kunnen eventueel ontbrekende of wenselijke functies landen in Holten.

Compact centrum is belangrijk

Door ondernemingen te concentreren in een afgebakend gebied kunnen zij profiteren van elkaars nabijheid. Clustering van functies stimuleert de onderlinge synergie en maakt winkelgebieden compacter en sterker. Ook biedt dit de mogelijkheid om leegstand uit te bannen, wat de aantrekkelijkheid van het centrum versterkt. Functies buiten het centrumgebied gelegen moeten op basis van een reële en haalbare aanpak verleid worden naar dit gebied te verhuizen. Dit vereist een strategie op basis van samenwerking tussen ondernemer, eigenaar en gemeente.

Meer samenwerking mogelijk en nodig

Door samenwerking te verbreden en kortere lijnen met de achterban te creëren ontstaat meer betrokkenheid bij de uitvoering. Zo kunnen ondernemers gezamenlijk keuzes maken over de uitstraling van de panden, branchering en de openbare ruimte. Hiervoor dient de huidige samenwerking geïntensiveerd te worden. Ook de samenwerking tussen de Holtense Handelsvereniging (HHV) en de Rijssense handelsvereniging (HABI) kan versterkt worden.

Verkeerssituatie is onoverzichtelijk

Er is ontevredenheid onder ondernemers over de verkeerssituatie in het centrum van Holten. Er is behoefte aan een duidelijke bewegwijzering en routing door het kernwinkelgebied.

2.1 Kernwinkelgebied

Binnen het Kernwinkelgebied wordt een hoge concentratie aan winkels nagestreefd. Het kernwinkelgebied in Holten concentreert zich rondom de Dorpsstraat, het Zwartepad en de Smidsbelt. De plaats waar de Dorpstraat en de Smidsbelt elkaar kruisen is te beschouwen als de centrumknoop. Op de Smidsbelt wordt wekelijks markt gehouden en het Kulturhus is hier gevestigd. Met het afsluiten van de Smidsbelt is deze autoluw geworden.

2.2 Boodschappen

Het gebied Boodschappen biedt mogelijkheden voor supermarkten om zich te vestigen in het centrum. Hierdoor wordt de aantrekkingskracht van het centrum versterkt. In het centrum van Holten zitten momenteel drie supermarkten gevestigd.

Deze gebieden kenmerken zich door een goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van parkeergelegenheden (of de ruimtelijke mogelijkheid om deze in de directe omgeving te realiseren). Binnen deze gebieden zijn supermarkten wenselijk. Haalbaarheidsonderzoeken moeten aantonen of uitbreiding van het aanbod mogelijk is.

Hoofdstuk 3 Werken

Achtergronden en trends

Veranderende economie

Werkgelegenheid is aan verandering onderhevig. De komende vijftien jaar zal het totaal aantal mensen tussen de 20 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd in Nederland toenemen; van 10,1 miljoen in 2015 naar 10,5 miljoen in 2030. De groei zwakt gedurende de prognoseperiode wel af en tegen 2040 begint de groep te krimpen. De potentiële beroepsbevolking zou in het aankomende decennium al zijn gaan krimpen als de AOW-leeftijd niet zou zijn verhoogd. De prognose voor de gemeente Rijssen-Holten is dat de gemeente tussen 2015 en 2030 een sterke groei (5% of meer) in de beroepsbevolking zal meemaken tot 2030 (PBL/CBS, 2016). Ook economische ontwikkelingen spelen een rol. Het Economisch Instituut voor de Bouw verwacht dat het aandeel kantoorbanen van de totale werkgelegenheid in Oost-Nederland de komende jaren blijft groeien, maar dat de totale werkgelegenheid in de kantorenmarkt vanaf 2020 afneemt. Tot slot veranderen de economische accenten. Zo is na een lange periode van groei het aandeel van commerciële dienstverlening in de nationale economie al bijna een decennium stabiel, maar is daarbinnen het aandeel zakelijke dienstverlening, IT-dienstverlening en informatie en communicatie wel sterk gegroeid.

Invloed van digitalisering, automatisering en big data

Technologische ontwikkelingen hebben een steeds grotere invloed op ondernemers en organisaties en daarmee ook op de aard van het werk. Processen worden sneller, makkelijker en transparanter. Consequentie van deze ontwikkelingen is dat de inhoud van werk gaat veranderen en dat banen verloren gaan. Daarnaast levert de inzet van technologische innovaties informatie op over de veranderende behoeften van (toekomstige) medewerkers aan werkgevers (Stichting Kenniscentrum CFPB, 2016).

Veranderende manier van werken

De manier van werken zal de komende jaren sterk veranderen. Diverse banen verdwijnen en er komen meer kennisintensieve banen bij. Expertises worden aan elkaar verbonden, het aantal stakeholders neemt toe en de grenzen van organisaties vervagen. De traditionele organisatiestructuren vervagen en er ontstaat een meer organischer manier van werken, zonder duidelijke structuren. Dit vraagt om een adaptieve en toegankelijke werkomgeving waarin mensen met elkaar in verbinding worden gebracht. Hoewel er niet verwacht wordt dat de fysieke samenwerking (face-to-face) door digitalisering zal verdwijnen, neemt de digitale samenwerking wel sterk toe. Ondersteunt door de juiste ICT-facaliteiten werken we overal en altijd (Stichting Kenniscentrum CFPB, 2016).

Pick-up points

Internet speelt een steeds belangrijkere rol voor de consument. Door pick-up-voorzieningen te koppelen aan bestaande winkelgebieden krijgen deze een impuls, en daarnaast ontlasten deze punten de woonwijken van rondrijdende bezorgbusjes. De ervaring leert dat het gros van de consumenten die producten komt afhalen ook nog aankopen doet op locatie, daar komt bij dat fysieke winkels ook online zichtbaar moeten zijn om te kunnen overleven. Het centrum leent zich voor het huisvesten van nieuwe aanbodsvormen als pick-up-voorzieningen, pakket afhaallockers en servicepunten, in plaats van dergelijke voorzieningen te laten landen op solitaire locaties buiten het centrum, bijvoorbeeld op kantoorlocaties of op bedrijventerreinen. Voor de levendigheid en toekomstbestendigheid van het centrum is het wenselijk om deze functies bij voorkeur te huisvesten op goed bereikbare locaties binnen het centrum (Seinpost, 2015).

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp werken de volgende punten belangrijk:

  • stimuleren van minder woon-werkverkeer;
  • vergroenen van de werklocatie;
  • gebruik duurzame energie.

Beleid Werken

Steeds meer gemeenten geven prioriteit aan versterking van (het onderscheidend vermogen van) het centrum. Een bloeiend centrumgebied draagt bij aan het voorzieningenniveau, de leefbaarheid en het imago van een dorp. Het centrum wordt steeds vaker gezien als 'kloppend hart', en daarmee behelst het veel méér dan alleen winkelen. Het is wenselijk om ook andere type functies zo veel mogelijk in of rondom het centrum te accommoderen. Het gaat hier om voorzieningen die zorg dragen voor meer levendigheid, extra traffic en een langere verblijfsduur. Denk aan werken (onder andere kantoorunits en flexibele werkplekken), ambachten, zorg, kinderopvang, maatschappelijke dienstverlening, bedrijvigheid gelieerd aan de recreatiesector en andere typen bedrijvigheid (tenzij deze overlast geven). Dit betekent als gemeente dat je terughoudend bent in wat je toestaat buiten het centrum en vooruitstrevend en flexibel omgaat met wat je binnen en rondom het centrum huisvest.

3.1 Werken met baliefunctie

Het Werken met baliefunctie ondersteunt de levendigheid van het centrum door het komen en gaan van bezoekers. Deze functie is op veel plekken inpasbaar. Het gebied beslaat de as Stationsstraat tot en met de Larenseweg en Kerkstraat, een kleine concentratie aan de Dorpsstraat ten westen van het kernwinkelgebied, en rondom de kruising Dorpstraat, Kerkstraat, Oranjestraat en Kolweg.

Deze functie draagt bij aan grotere gebruiksmogelijkheden voor panden die hun functie verloren hebben. Zij dragen bij aan een gemixt centrummilieu. Bovendien zorgt een kantoor met baliefunctie voor meer aanloop van bezoekers in het centrum. Voorbeelden hiervan zijn functies zoals een bank, een kapper, een schoonheidssalon/pedicure, een reisbureau, een makelaar of een hypotheker.

3.2 Werken zonder baliefunctie

De functie Werken zonder baliefunctie biedt kansen voor gebieden waaruit andere (winkel)functies verdwijnen. De randen om het centrum zijn hiervoor voornamelijk geschikt. Gebieden die hier geschikt voor zijn liggen aan de Dorpsstraat aan de westkant van de rotonde, aan de Larenseweg/parkeerplaats Coop, langs de Larenseweg en Kerkhofsweg, en ten zuiden van de kruising Kerkstraat/Oranjestraat.

Deze functie draagt bij aan grotere gebruiksmogelijkheden voor panden die hun functie verloren hebben en aan een gemixt centrummilieu. Voorbeelden hiervan zijn functies zoals een architectenbureau, een reclamebureau, een notaris, een advocaat of een verzekeringsbedrijf.

3.3 Pick-up Points

De Pick-up Points hebben een meerwaarde voor het centrum vanwege mogelijk combinatiebezoek. Locaties vragen om een goede bereikbaarheid. Het gebied beslaat het gehele centrumgebied met uitzondering van de Smidsbelt en de algemene begraafplaats.

Deze functie is ondergeschikt aan de hoofdfunctie van de bestemming, maar draagt wel bij aan grotere gebruiksmogelijkheden voor panden in het centrum. Het draagt bij aan een gemixt centrummilieu, voorbeelden hiervan zijn solitaire winkels, zoals een postkantoor of supermarkten met een pick-up formule.

Hoofdstuk 4 Verblijven

Achtergronden en trends

Groei toerisme

Voor het zevende achtereenvolgende jaar groeide in 2016 het toerisme in Nederland volgens het trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2017 van het CBS. Daarbij gaan Nederlanders steeds vaker op vakantie in eigen land. Bijna de helft van alle vakanties is in eigen land. Ook de werkgelegenheid in de sector is gegroeid. 4 op de 5 Nederlanders gaat ten minste één keer per jaar op vakantie. De groei van het toerisme zorgt voor steeds meer druk op de bestaande toeristische trekpleisters. Aan de ene kant brengen toeristen bij plaatselijke ondernemers veel geld in het laadje, maar aan de andere kant kunnen zij overlast en prijsstijgingen voor de lokale bevolking veroorzaken (ANVR, 2016).

Nieuwe manier van zoeken en boeken

Voor het bepalen van de reisbestemming worden verschillende informatiebronnen gebruikt. Familie en kennissen zijn de belangrijkste informatiebron voor het bepalen van de bestemming. Ook belangrijk zijn de persoonlijke ervaringen. Websites met reviews en oordelen van andere toeristen komt op de derde plaats als bepalende factor in het kiezen van een reisbestemming of accomodatie. Daarnaast worden ook websites van reisbestemmingen en de sociale media gebruikt als informatiebron voor de keuze. Winkels van reisorganisaties en toeristenbureaus zijn voor de keuze minder belangrijk geworden. Het uiteindelijke boeken vindt vooral plaats via een online platform. Minder gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld een winkel van een reisorganisatie, telefoon of een boeking ter plaatse (ANVR, 2016).

Samen overal

Consumenten en ondernemingen ontwikkelen (online)platformen waar ervaringen, producten en diensten worden geruild zonder dat er geld aan te pas komt. Daarnaast heerst er een Bottom-up sfeer. Consumenten zijn ontevreden geworden en hebben zichzelf georganiseerd om hun belangen te behartigen. Op het gebied van reizen uit zich dit in het feit dat reizigers elkaar opzoeken en steunen op online peer-to-peer platforms. De behoefte aan advies van een peer, ofwel gelijkgestemde, prevaleert boven dat van de reisorganisatie. Ook ontstaan er digitale hubs waar de zogenaamde digital nomads bij elkaar komen om elkaar te inspireren en samen te werken. Hier zorgt de digitalisering en de behoefte aan flexibiliteit voor reislustigheid: men reist af naar plekken waar ook gewerkt kan worden. (ANVR, 2016).

Altijd online

Steeds geavanceerdere hard- en software maken het mogelijk om meer en meer data te verzamelen, bewerken, bewaren en analyseren of zelfs voorspellingen te doen. Hierbij kunnen analyses uitgevoerd worden naar het zoek- en boekgedrag van consumenten, of waar een reiziger zich bevindt en waar hij/zij wat besteedt. Reizen kunnen dus steeds meer worden gepersonaliseerd en worden toegespitst op de behoeften van de reiziger. "The Internet of Things", waarin niet alleen mensen, maar ook voorwerpen en gegevens onderling zijn verbonden en worden uitgewisseld wordt steeds groter. De toeristische sector kan de communicatiemogelijkheden en inzichten op basis hiervan optimaliseren. Tot slot worden virtual reality, gaming en gps steeds groter. Reizigers kunnen met (bijna) al hun zintuigen genieten van een ervaring zonder dat ze er zijn. Dit zal behoefte aan het werkelijke reizen beïnvloeden (ANVR, 2016).

Vergrijzing: Golden Oldies

Zoals in Hoofdstuk 1 Wonen en Hoofdstuk 2 Winkelen ookal is vermeld neemt de vergrijzing in Nederland toe. Het gaat hier om een kritische groep die fit en kapitaalkrachtig is en op zoek is naar inspiratie om reisdromen te verwezenlijken. Ze geven hun geld uit aan dingen die hen verrijken: ervaringen, comfort, luxe en ontdekkingen, ookwel de "Golden Oldies" genoemt. Deze doelgroep geeft gemiddeld het meeste uit aan de binnenlandse vakantie volgens het trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2017 van het CBS. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor de toeristische/recreatieve sector van Holten (ANVR, 2016).

Bewustzijn

Klimaatverandering heeft grote gevolgen, en zal zijn weerslag hebben op het reisgedrag van mensen. Het milieubewuste beleid wat momenteel politiek opgelegd is, zal meer en meer consument-gedreven worden. Groen reizen wordt populairder. Niet alleen eist de reiziger een groene bedrijfsvoering, ook is de overheid nog drukker bezig met het ontwikkelen van wetgeving en de implementatie ervan. Reizigers en in het bijzonder de jongere generaties willen graag actief betrokken worden bij green travel. Vroeger ging het vaak over de prijs van vakanties en luxe en comfortabele services, tegenwoordig wordt er meer nagedacht over het eerlijk omgaan met de natuur en de medemens (people & planet). De dialoog is aan het veranderen. Het gaat om transparantie en eerlijkheid, over goed doen en duurzaam handelen. De focus ligt hierbij op gelijke kansen en duurzaamheid, mensen willen wat terug doen voor de gemeenschap (ANVR, 2016).

Branchevermenging

Met 'branchevermenging' wordt doorgaans vermenging van horeca met detailhandel of dienstverlening aangeduid. Voorbeelden zijn restaurants die ook streekproducten verkopen of hotels die ook spa voorzieningen bieden. Deze mengconcepten ontstaan als gevolg van een nieuwe manier van werken, recreëren en consumeren. In het verlengde daarvan ligt integratie van businessmodellen, waarbij combinaties van horeca met recreatie, retail, zorg, werk, wonen denkbaar zijn zoals bij een wellness- of zorghotel. In juni 2018 is een initiatiefwet ingediend waarmee mengvormen makkelijker worden gemaakt.

All day- en one product-concepten

'All day-' en 'one product-concepten' zijn in opkomst zoals fritesateliers, saladebars, tostibars of een pastabar. Specialisatie komt ook voor in de drankenwereld, denk aan een 'whisky bar' of een 'champagneria'.

Pop-ups

Er zijn diverse pop-up concepten denkbaar die het verblijven in het centrum ten goede komen. Bijvoorbeeld een pop-up stadsstrand voor jonge gezinnen met kinderen. Een gezellige en veilige speelplek. Een ijsbaan in de winter is ook een voorbeeld van een pop-up activiteit die ten goede komt aan een prettig verblijfsklimaat in het centrum. Ook pop-up restauranten steken steeds meer de kop op in ons land. Hier wordt vooral gewerkt met seizoensgebonden, lokale producten.

Costumized service

Een verwachte toekomstontwikkeling in de hotelbranche is 'costumized service', waarbij eten, drinken en overnachten geheel wordt afgestemd op de persoonlijke behoeften van klanten. Ook robotisering ligt in het verschiet, zoals een robot-receptionist of -portier die gasten ontvangt.

All-in arrangementen.

Het rondje Smidsbelt is een voorbeeld van een all-in arrangement in het centrum van Holten. In de zomerperiode zorgen horecaondernemers 10 donderdagen lang voor gezelligheid met lekker eten, activiteiten voor de kinderen en livemuziek op het plein. Op deze avonden kan men ook culinair genieten. Zo is er voor deze donderdagen een speciaal Rondje Smidsbelt menu samengesteld, je begint bij het ene restaurant met een voorgerecht, schuift voor het hoofdgerecht bij de volgende horecaondernemer aan, en eindigt met een verfrissend nagerecht of kopje koffie bij weer een ander restaurant. Op deze manier ondersteunen de verschillende ondernemers elkaar, en kun je de consument een complete ervaring aanbieden (Holtenextra.nl, 2017).

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp verblijven de volgende punten belangrijk:

  • stimuleren elektrisch rijden (fiets/auto) d.m.v. laadpalen e.d.;
  • zonne-energie opwekken (bijvoorbeeld d.m.v. laadbomen);
  • vergroening van het centrum;
  • versterken biodiversiteit;
  • afvalinzameling.

Beleid verblijven
Visie vrijetijdseconomie

In het verleden was het beleid over recreatie en toerisme vooral gericht op de Holterberg. Gebaseerd op de huidige ontwikkelingen is het noodzakelijk om dit aan te passen. Daarnaast zijn ook in onze gemeente diverse routenetwerken gerealiseerd die een goede basis vormen voor in- en ontspanning. Mensen willen gezond leven en worden ouder. Ze hebben over het algemeen meer vrije tijd en financiële draagkracht om te ontspannen, te sporten en te bewegen. Onze unieke heuvelachtige omgeving zorgt daarbij voor een aantrekkelijk en groeiende belangstelling om buiten te sporten en te bewegen in de natuur. Op basis van de nota Recreatie en Toerisme uit 2006 en een evaluatie is de nieuwe Visie vrijetijdseconomie 2017-2021 opgesteld.

De visie gaat in op een aantal doelstellingen:

  • vergroten van de bekendheid van de ligging van Holten in Oost Nederland;
  • economie en werkgelegenheid;
  • ruimtelijke kwaliteit.

In het rapport zijn op deze punten wensen en uitgangspunten geformuleerd.

De komende jaren richt de gemeente Rijssen-Holten zich op het versterken van de eigen lokale marktpositie, het versterken van de economische aspecten en werkgelegenheid binnen de sector toerisme en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Voor een vernieuwende lokale promotie spelen het unieke landschap, de goede bereikbaarheid per auto en spoor en de landelijke bekendheid van de Holterberg/Sallandse Heuvelrug een belangrijke rol. Uitstekende routenetwerken (wandelen, fietsen, mountainbiken, wielrennen en paardrijden) vormen de basis. Goede attracties en toeristische voorzieningen in de regio versterken deze spilfunctie.

Samen met ondernemers wordt gekeken waar mogelijkheden zijn om het individuele verblijf van toeristen en het totale toeristische seizoen te verlengen. Door middel van samenwerking op het gebied van arrangementen is hier nog veel mogelijk. De gemeente Rijssen-Holten faciliteert initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan de toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van onze gemeente (zowel in het buitengebied als in de beide winkelcentra) en bijdragen aan extra werkgelegenheid. Daarnaast ondersteunt de gemeente Rijssen-Holten initiatieven die bijdragen aan de samenwerking tussen recreatieondernemers onderling en die bijdragen aan de samenwerking tussen recreatiebedrijven en andere ondernemers (winkeliers, bedrijven et. cetera).

Ook ligt de focus de komende jaren meer op de sportieve groep toeristen en recreanten omdat het unieke landschap zich daar perfect voor leent. Ook blijven wij ontwikkelingen van slechtweervoorzieningen stimuleren om daarmee het aanbod te verbreden en seizoensverlenging mogelijk te maken. Dergelijke initiatieven geven de werkgelegenheid een positieve boost. De gemeente bevordert initiatieven die bijdragen aan een betere positionering van de beweegrecreatie in de gemeente (fietsen, wandelen, buitensport).

Hotel- en Horecabeleid

In 2002 heeft de gemeente een horecastructuuronderzoek laten doen voor Rijssen en Holten waarna in 2006 de eerste horecavisie is vastgesteld, de 'Ruimtelijke Horecavisie Rijssen-Holten'. Hierin worden voor de drie deelgebieden, namelijk Kern Rijssen, Kern Holten en Holterberg, ontwikkelingsrichtingen benoemd voor horecaondernemingen die uiteenvallen in vier categorieën: concentreren, ontwikkelen, consolideren of ontmoedigen. Locaties buiten de deelgebieden worden geschaard binnen de categorie 'verspreide horeca' waarvoor geldt dat per geval wordt getoetst. De visie is doorvertaald naar de bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied van de gemeente.

In 2008 zijn voor Holten een aantal grote ruimtelijke projecten gericht op een nieuw toekomstperspectief voor het dorp onder de noemer 'Holten HogerOp' gerealiseerd. Vanuit dit programma komt de 'Hotel- en horecavisie Holten, Een marktgerichte kaderstelling (2009)' tot stand. In deze visie is voor het centrum van Holten, de Holterberg en de locatie ten noorden van de A1 bij afrit 27, Markelo (voormalige camping ´De Haspel'), de gewenste ontwikkelingsrichting bepaald voor een kwantitatieve en kwalitatieve versterking van de horeca om zo het toeristisch-recreatieve aanbod te verbeteren. Ook 'Heerlijk Holten (2009)' komt voort uit 'Holten HogerOp'. In deze toekomstvisie zijn drie profielen gedefinieerd die de kernkwaliteiten van Holten in het jaar 2025 profileren, namelijk kunst & cultuur, sport & beweging en eco-fun.

Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe gemeentelijke ruimtelijke horecavisie. Aanleiding daartoe vormen de verschillende ruimtelijke herinrichtingstrajecten die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden en van invloed zijn op het vestigingsklimaat van horeca-ondernemingen. Verder zijn er trends binnen de horecasector die vragen om aanpassing van het horecabeleid. Daarbij gaat het over het ontstaan van mengvormen zoals winkels of tankstations die horeca aanbieden (blurring) en het oneigenlijk gebruik van horecafaciliteiten door para-commerciële instellingen zoals kantines bij sportverenigingen die door derden worden gebruikt. Ook een onderwerp als het aanbieden van horeca in tankshops van tankstations zal een plaats krijgen in de nieuwe horecavisie die wordt opgesteld in 2019.

Parapluregeling evenementen

Evenementen zijn belangrijk voor een dorp als Holten, maar de geluidsbelasting is ook van invloed op de leefbaarheid in de omgeving van het evenement. Daarom heeft de gemeente nieuwe richtlijnen opgesteld voor evenementen, met daarbij ook richtlijnen voor vergunningverlening. Deze richtlijnen zijn opgenomen in de parapluregeling evenementen een bestemmingsplan dat geldt voor de gehele gemeente. Deze regeling bepaalt waar, welke evenementen mogen plaatsvinden. Door dit paraplubestemmingsplan is het niet meer noodzakelijk om per evenement een ontheffing aan te vragen. Voor evenementen welke niet passen binnen het bestemmingsplan kan in het kader van artikel 3.23 Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 4.1.1 Besluit ruimtelijke ordening, ontheffing verleend worden.

Parkeren in het centrum van Holten concentreert zich met name rond de Kalfstermansweide. Op het moment dat hier onbeperkt evenementen kunnen plaatsvinden is de parkeerfunctie van de Kalfstermansweide voor langere periode onbruikbaar. Dit is ongewenst vanuit de visie voor het nieuwe hart voor Holten. Maar de Kalfstermansweide is ook een geschikt terrein voor het houden van evenementen. Het is daarom onwenselijk alle evenementen te weren, maar wel te beperken tot de twee grote evenementen die plaatsvinden op de Kalfstermansweide: de Triatlon en de Keunefeesten. Voor deze twee evenementen geldt een uitsterfconstructie, wat betekent dat als een van deze evenementen ophoudt te bestaan er geen ander evenement voor in de plaats komt. Daarbij is de Smidsbelt nu de locatie waar evenementen kunnen plaatsvinden. Het gehele centrum van Holten is aangewezen als evenemententerrein. de Smidsbelt en de overige straten in het centrum zijn aangewezen als cultuur en ontspanning - evenementen 1 en de Kalfstermansweide is aangewezen als cultuur en ontspanning - evenementen 4.

4.1 Daghoreca

Bij Daghoreca gaat het om vormen van horeca die zich qua openingstijden verhouden met de winkelopeningstijden zoals een lunchroom, een combinatie detailhandel/horeca, een koffiecorner of een ijszaak. De daghoreca beslaat het gehele kernwinkelgebied.

4.2 Avond- en nachthoreca

Bij Avond- en nachthoreca gaat het om vormen van horeca zoals cafés, restaurants e.d. met inachtneming van de bestaande voorwaarden. De avond- en nachthoreca in het centrum van Holten is geconcentreerd rondom de Smidsbelt, de Dorpsstraat richting de Larenseweg en ter hoogte van Stationsstraat 9.

4.3 Evenementen

De Evenementen hebben een positief effect op het centrum vanwege de vele bezoekers en de daarmee samenhangende bestedingen. Het gebied beslaat de openbare ruimte van het kernwinkelgebied en de Kalfstermansweide.

In het centrum van Holten worden door het jaar heen diverse evenementen georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn de Traithlon, het theaterspektakel van Dolf Moed, rondje Smidsbelt en de Keunefeesten. Er is ruimte en vraag naar nieuwe evenementen die de centrumfunctie versterken.

Binnen het evenementengebied is het mogelijk om evenementen te houden, mits deze voldoen aan het beleid van de gemeente.

Hoofdstuk 5 Mobiliteit

Achtergronden en trends

Senioren blijven langer mobiel

De vergrijzing en het verhogen van de AOW leeftijd zorgt er voor dat een grotere groep mensen langer mobiel blijven dan voorheen. Enerzijds blijven ze langer zakelijk reizen en anderzijds nemen de sociaal-recreatieve reizen als gevolg van de toenemende kwaliteit van leven ook toe. Hierdoor ontstaat er een grotere groep reizigers, een grotere vraag naar scootmobielen en brommobielen, en een grotere groep kwetsbare verkeersdeelnemers (RAI vereniging, 2013).

Mobiliteit wordt steeds slimmer

Er is steeds meer aandacht voor slimme mobiliteitsoplossingen, zoals fietsverhuur en -stalling, alternatieve automogelijkheden, OV-haltes en Park & Ride-hubs om van auto naar OV over te stappen, flexplekken en wifi-hotspots en locaties van laadpalen voor elektrische auto’s en e-bikes. Slim reizen wordt onder andere gestimuleerd door de organisatie Natuur & Milieu met de publiekscampagne 'Ik ben Hopper' die in februari 2015 van start is gegaan. Hierbij worden mensen geholpen om meer flexibel en multimodaal te reizen, om zo de hoeveelheid vervuilende autokilometers te verminderen en verstoppingen op wegen en in het openbaar vervoer op te lossen.

Duurzaamheid

Mede fiscaal gestimuleerd, is het Nederlands wagenpark steeds meer aan het “vergroenen”: dubbele downsizing (kleinere auto's en kleinere motoren) en de hybride en elektrische auto's, maar ook de e-bike, speelt in toenemende mate een rol in het woon-werkverkeer. Ondernemers moeten inspelen op duurzaamheid, inmiddels dus een randvoorwaarde voor succesvol en toekomstbestendig ondernemen.

Verschuiving mobiliteitsbehoeften

De auto als status symbool neemt af en zeker voor consumenten in stedelijke gebieden is het bezit van een auto minder aantrekkelijk, vanwege parkeerproblemen en kosten voor het parkeren. De behoefte verandert van bezit naar gebruik. Ook de flexibiliteit in het werken zorgt ervoor dat mobiliteitspatronen veranderen.

Betalen naar gebruik wordt de standaard

De komende jaren doen mobiliteitsbudgetten hun brede intrede. Daarnaast zal naar verwachting op middellang termijn een systeem van betalen naar (mobiliteits)gebruik zijn intrede doen. De roep om het principe van de gebruiker betaalt ook op mobiliteit toe te passen zal dit proces versnellen. Daarnaast ligt er een druk vanuit de Europese Unie om de autobelastingen te harmoniseren en het huidige CO2 en vrijstellingen gebaseerde systeem aan te pakken. Verwacht wordt dat een systeem van beprijzing fasegewijs zal worden ingevoerd, bijvoorbeeld per voertuigcategorie (RAI vereniging, 2013).

De Kol

In Holten zijn er nu en in de nabije toekomst ontwikkelingen die invloed hebben op de verkeersstromen en -intensiteiten in Holten. De voornaamste is op dit moment de ontwikkeling van De Kol. Sinds fase 2 van het verkeersstructuurplan zijn er in dit gebied woningen ontwikkeld. In de komende periode zullen er nog meer woningen bijkomen. Dit heeft invloed op de verkeerssituatie. De huidige en deels nog aan te leggen verkeersstructuur in Holten is hier echter op berekend.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp winkelen de volgende punten belangrijk:

  • autovrij centrum;
  • faciliteren mogelijkheden voor deelauto's;
  • gebruik duurzame energie (laadpalen elektrische auto's);
  • stimuleren van fietsgebruik (d.m.v. fietsparkeerplekken, fietspaden, verlichting, laadpunten etc.).

Bestaand beleid mobiliteit

Toegankelijkheid centrum

Het is belangrijk dat een centrum voor iedereen toegankelijk is. Naast de zelfredzame doelgroep is er echter ook een groep mensen die in het dagelijks leven worden beperkt in hun beweging, denk aan ouderen, slechtzienden en minder validen. Ook ouders met kinderwagens horen hierbij. Door onderandere de vergrijzing wordt de groep verminderd zelfredzamen steeds groter en verdient daarom extra aandacht.

De toegankelijkheid in het centrum is erg belangrijk, maar ook rondom het centrum op de routes naar het centrum toe. Om deze toegankelijkheid te waarborgen is er een toegankelijkheidsonderzoek uitgevoerd (2017) waarin hier verder op wordt ingegaan. De uitgangspunten zijn in beeld gebracht en er zijn na onderzoek in het veld knelpunten naar voren gekomen. Voorbeelden hiervan zijn obstakels of het ontbreken van (voldoende) geleiding.

Wandelnetwerk

De Holterberg/Sallandse Heuvelrug is ook voor de wandelaars een belangrijke factor. Op de Holterberg ligt een uitgebreid wandelnetwerk waarvan veel bewoners en toeristen gebruik maken. Ook voor wandelaars is het Beukenlaantje de belangrijkste toegangsroute tussen het centrum van Holten en de Holterberg. Om deze route aantrekkelijker te maken is er de afgelopen periode gewerkt aan een 'upgrade' van de route in de vorm van kunstwerken langs de route en een uitzichtpunt vanaf de Holterenk over het dorp.

Holten is uniek in het feit dat het Pieterpad hier doorheen loopt. Om te zorgen dat de wandelaars van het Pieterpad gebruik kunnen maken van het centrum van Holten, is het wenselijk om het pad te verleggen van de Stationsstraat naar het Zwartepad ('over het toekomstige belevingspad').

Verkeersstructuurplan

Het Verkeersstructuurplan (VSP) is vastgesteld in 2005 en is opgesteld omdat Holten al jaren kampte met veel verkeershinder. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door het grote verkeersaanbod op de Dorpsstraat – Oranjestraat. Het VSP had de volgende doelstellingen:

  • binnen de kern prioriteit geven aan de verblijfsfunctie;
  • het centrum autoluw en toeristisch aantrekkelijk maken;
  • het doorgaand verkeer door de kern weren;
  • de bereikbaarheid garanderen voor alle vervoerswijzen;
  • de bedrijfsterreinen zo direct mogelijk op de externe hoofdwegenstructuur aansluiten.

Het VSP is opgedeeld in 2 fasen. Een belangrijk onderdeel van 'Heerlijk Holten' is de realisatie van fase 1 van het VSP. Fase 1 heeft als doel gehad om het centrum van Holten autoluw te maken. In fase 2 zou er een onderzoek komen naar de effecten van de gerealiseerde maatregelen in fase 1. Hierbij lag de focus op de verkeersveiligheid op de Stationsstraat in de gewijzigde verkeersstructuur. In 2009 is besloten om fase 1 van het VSP uit te voeren. Dit bestond uit de volgende deelprojecten:

  • de aanleg van het Wansink- en Zilverzandtracé;
  • de reconstructie van de Waagweg en de Stationsstraat;
  • de realisatie van een rotonde op het kruispunt Larenseweg – Dorpsstraat;
  • de herinrichting van de Dorpsstraat tot een erf (tussen de Stationsstraat en de Kolweg).

Wegenstudie Holten Noord

Het onderzoek uit fase 2 is in 2013 uitgevoerd door Goudappel Coffeng. De centrale vraag in dit onderzoek was of de zogenaamde 0-situatie (situatie na uitvoering van VSP fase 1) voldeed of dat er aanvullende maatregelen noodzakelijk waren om aan het totale wensenpakket van het VSP te kunnen voldoen.

Om dit te bepalen werd er door middel van verkeerstellingen een verkeersmodel voor 2020 gemaakt. De conclusie was dat niet alle knelpunten zouden worden opgelost na VSP fase 1. Vanuit zowel ruimtelijk als verkeersoogpunt is het geen duurzame oplossing voor een goede verkeersafwikkeling en ruimtelijke invulling van vooral de Stationsomgeving, de Stationsstraat en in mindere mate de Dorpsstraat Noord. Dit door de combinatie van een verscheidenheid aan functies, een hoge verkeersintensiteit en een slechte oversteekbaarheid terplekke. Om hiervoor tot een passende oplossing te komen zijn er vervolgens een aantal alternatieve verkeersstructuren onderzocht. De gekozen variant is uiteindelijk de 0-plus variant geworden.

Evaluatie bereikbaarheid en parkeervoorzieningen centrum.

Er is besloten om na gereedkoming van centrumstructuur en ontwikkelingen ter plaatse van de huidige Albert Heijn een evaluatie onderzoek uit te voeren.

Parkeerbeleid centrum

Het centrumgebied is van vitaal belang voor de kern Holten. Er vinden veel activiteiten plaats, mensen komen er samen om in hun dagelijkse behoefte te voorzien en te recreëren. Het centrum van Holten heeft verschillende functies tegelijkertijd; juist die combinatie maakt het tot een centrum, maar die verschillende functies kunnen elkaar ook in de weg zitten. Zowel door hun feitelijk ruimtegebrek als de effecten die met de functies gepaard gaan kunnen tot conflicten leiden. Een goede afstemming tussen de verschillende functies in relatie met het toekomstperspectief dat voor Holten wordt beoogd is daarom noodzakelijk.

Bezoekers van de winkelzone moeten eenvoudig kunnen parkeren in de directe omgeving van de winkels en horeca. Het te reguleren gebied zal dus rond het 'kernwinkelgebied' liggen. De Smidsbelt wordt het centrale punt waar omheen een lijn wordt getrokken over de Kerkstraat, Larenseweg, Stationsstraat en het parkeerterrein Kalfstermansweide. Er moeten genoeg parkeerplaatsen zijn op acceptabele loopafstanden van de verschillende functies. Verschillende groepen zullen verschillende loopafstanden accepteren.

Fietsbeleid in het centrum

De Fietsvisie Rijssen-Holten 2013-2020 beschrijft dat de gemeente Rijssen-Holten positief is als het gaat om het fietsgebruik. De gemeente is met de autoluwe/parkeervrije inrichting van de Smidsbelt/Dorpsstraat in Holten aangewezen als 'best practice' in de landelijke modelaanpak fietsveiligheid. De autoluwe inrichting heeft een positief effect op de veiligheid van fietsers en voetgangers en daarmee op de aantrekkelijkheid van de Dorpsstraat als verblijfs- en winkelgebied.

Het fietsnetwerk in Holten is opgebouwd vanuit een wenslijnennet. Gelet op de compactheid van het netwerk is er geen onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire fietsroutes (zie afbeelding 5.1).

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0002.png"

Afbeelding 5.1: Fietsstructuurplan

De afgelopen jaren is uitvoering gegeven aan dit fietsnetwerk:

  • de Larenseweg is voorzien van fietsstroken;
  • de Stationsstraat is ter hoogte van het NS-station ingericht als 30 km/uur-weg. Vooral de oversteekbaarheid van en naar het NS-station is een aandachtspunt, fietsers ervaren deze oversteek als onveilig door het - vooral in de ochtendspits - drukke autoverkeer. Een veiliger en leefbaarder inrichting van de Stationsstraat is onderdeel van de Wegenstudie Holten-Noord c.q. de 0-plus variant;
  • het Zilverzand- en Wansinktracé zijn gerealiseerd, beide tracés hebben een snelheidsregime van 50 km/uur met fietsstroken. De aansluiting tussen Zilverzand en Wansink is in de vorm van een rotonde met fietsers in de voorrang (standaardoplossing voor rotondes binnen de bebouwde kom);
  • de Dorpsstraat is verkeersluw ingericht, ter hoogte van de Smidsbelt is voorzien in een plein met een shared space-achtige uitstraling, tussen de Smidsbelt en het NS-station wordt een verbinding voor langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) gerealiseerd;
  • de route Kolweg-Kerkstraat-Haarstraat is voorzien van fietssuggestiestroken. De Kolweg is ingericht als voorrangsweg; - aan de noordzijde van de spoorlijn is tussen de Beukenlaan en de Valkenweg het fietspad Groeneweg gerealiseerd, dit fietspad is ook toegankelijk voor landbouwverkeer;
  • de Boschkampstraat is voorzien van fietssuggestiestroken en het zuidelijk deel is ter hoogte van de Regenboogschool ingericht als schoolzone.

5.1 Primaire auto en fietsroutes

De primaire auto- en fietsstructuur van Holten kan worden opgehangen aan de wegen Stationsstraat en Larenseweg. Bij primaire routes ligt de nadruk op de doorstroom van auto- en fietsverkeer.

5.2 Primaire fietsroutes

De primaire fietsroutes door het centrum van Holten zijn te vinden aan de Kerkstraat/Kolweg. Op deze wegen ligt de nadruk op de doorstroming van het fietsverkeer.

5.3 Primair voetgangersgebied

Het primaire voetgangersgebied is gelijk aan het kernwinkelgebied. Hierbij ligt de focus op de voetganger. Dit betekent dat de auto en fiets hier te gast zijn.

5.4 Verbindingsstructuren

Het centrum van Holten kent meerdere (gewenste) verbindingsstructuren die de ontsluitingswegen verbinden met de kern van Holten. De reeds gerealiseerde verbindingen zijn tussen Kalfstermansweide-Kerkhofsweg en Zwartepad-Stationsstraat. Wat er nog gemist wordt is een goede ontsluiting vanuit het zuidoosten van Holten richting de Kalfstermansweide. Na de variantenstudie bleken twee varianten haalbaar namelijk; Meermanspad/Kalfstermansweide en Kalfstermansweide richting het Waterloo-Vlogtman terrein in beide richtingen.

5.5 Parkeren

In de kern van Holten bevinden zich verschillende parkeerterreinen, waaronder de Kalfstermansweide en de parkeerplaats achter de Coop supermarkt. Daarnaast kan er op loopafstand van het centrum ook geparkeerd worden op de parkeerplaatsen aan de Dorpsstraat of de Tuinstraat. Het parkeeraanbod in het winkelgebied van Holten is circa 600 parkeerplaatsen in 2020.

Hoofdstuk 6 Identiteit

Achtergronden en trends

In 1277 komt de naam Holten voor het eerst in geschriften voor. Volgens de "Verslagen en mededelingen Overijssels Regt en Geschiedenis" stonden er in het jaar 1429 37 huizen in de marke Holten. Volgens de parochielijsten van de Domfabriek is Holten in 1395 al een parochie. Hierbij waren de gemeenschappelijke gronden rond Holten in een Marke ondergebracht en werden door de markegenoten beheerd. In een reglement werd vastgesteld waaraan de markegenoten zich hadden te houden.

Holten heeft moeilijke tijden gekend en is meerdere malen belegerd geweest door verscheidene partijen. In 1829 werd het getroffen door een grote brand die bijna het hele dorp in puin legde.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0003.png"

Afbeelding 6.1: Historische kaart Holten (bron: topotijdreis.nl)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1940 trok het Duitse leger door het dorp en in 1945 lag het in de vuurlinie, toen de bevrijders oprukten. De Canadese begraafplaats herinnert nog aan deze strijd voor de vrijheid.

Holten was van oorsprong een agrarisch dorp. Destijds was het houden van melkvee belangrijk, maar er werden al snel ook varkens gehouden en verhandeld. Hierdoor kreeg Holten grote bekendheid. De toenmalige inwoners van Holten leefden voor een deel van het handelen in varkens en het houden van melkvee. Dit leidde ertoe dat aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw twee zuivelfabrieken zich in Holten vestigden.

Na de Tweede Wereldoorlog heeft de industrie in Holten een grote ontwikkeling doorgemaakt. Het eerste industrieterrein van Holten was de Kol, aan de noordoost kant van het dorp. Daarnaast was de Holterberg een belangrijke toeristische trekpleister. De gezonde omgeving en het bijzondere heuvellandschap hebben sinds het begin van de 20ste eeuw toeristen van heinde en verre gelokt. Er kwamen zoveel toeristen dat in 1929 een onverharde 'autoweg' over de Holterberg werd geopend. In 1962 is deze vervangen door de huidige, verharde, Toeristenweg.

Holten heeft zich in eerste instantie ontwikkeld rond een aantal historische invalswegen. Deze invalswegen verbonden Holten met Deventer, Rijssen, Raalte, Laren en Markelo. Tegenwoordig zijn deze wegen nog terug te vinden door middel van de naam. Zo bestaan in Holten de Oude Deventerweg, de Larenseweg, de Raalterweg en de Markeloseweg.

Het tegenwoordige centrum van Holten is ontstaan door verdichting van de bebouwing (ook wel lintbebouwing genoemd) langs de invalswegen. Het huidige centrum concentreert zich rondom de Smidsbelt en het Kerkplein en is te typeren als compact. De hoofdstructuur wordt verder gevormd door het Zwartepad en de Dorpsstraat. Een tweede belangrijke as is de Stationsstraat/Larenseweg. In de omgeving van het centrum is de bebouwing dicht op elkaar geplaatst. De bebouwing langs de invalswegen wordt, vanaf het centrum richting de rand van Holten, minder aaneengesloten. De bebouwing langs deze invalswegen bestaat voornamelijk uit vrijstaande woningen met één bouwlaag en een grote kap. Deze woningen zijn over het algemeen gebouwd op smalle en diepe kavels.

Doordat Holten in de frontlinie lag tijdens de bevrijding in 1945, werden veel woonhuizen en boerderijen verwoest. Na de Tweede Wereldoorlog begon Holten zich langzaam te herstellen. Door de vestiging van een exportslachterij en enkele fabrieken, en de daarmee gepaard gaande groei van de werkgelegenheid, groeide ook de behoefte aan nieuwe woningen. Dit leidde ertoe dat vanaf het begin van de jaren vijftig rondom de kern en langs de invalswegen een aantal woonwijken zijn gebouwd. Holten werd in eerste instantie uitgebreid in oostelijke richting. Tevens werd in deze periode de bebouwing langs de invalswegen vervangen en verdicht. Later is Holten ook aan de westzijde uitgebreid. Zo zijn het gebied ten westen van de Vrijheidslaan en het gebied ten noorden van de Larenseweg bebouwd. Voor al deze wijken geldt dat ze na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd. De bouwstijlen van deze wijken vallen samen met de bouwstijlen van de wederopbouw in de rest van Nederland.

De meest recente uitbreidingswijken van Holten liggen ten zuidwesten van het centrum. Dit zijn de wijken Beuseberg, Lukensveld en De Liesen. Alle drie deze wijken liggen ten zuiden van de Larenseweg. De wijk Beuseberg is vanaf midden jaren tachtig ontwikkeld. Daarna is, vanaf het midden van de jaren negentig, de wijk Lukensveld gebouwd. De wijk De Liesen is de meest recent ontwikkelde uitbreidingswijk, rond 2013. Tot slot vinden er momenteel bouwwerkzaamheden plaats op de inbreidingslocatie de Kol. Hier wordt op de plek van het oude industrieterrein een nieuwe woonwijk gerealiseerd.

De Holterberg/Sallandse Heuvelrug

De Holterberg is een heuvelachtig gebied, dat deel uitmaakt van het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug. Dit is een gebied met on-Hollandse vergezichten over grote golvende heidevelden en uitgestrekte bossen, en strekt van Hellendoorn naar Holten. Een van de kenmerkende heuvels is de Holterberg. De Holterberg dankt zijn naam aan het dorp.

In het vroege verleden was de Holterberg een woud waarin jagers op zoek gingen naar wild om in hun levensbehoefte te voorzien. Toen men overschakelde van de jacht op landbouw werd het bos vernietigd. Door deze kaalslag en begrazing door schapen ontstonden uitgestrekte heidevelden. Deze droge gronden had men later nodig om te wonen en akkerbouwgewassen te telen. De zandruggen waren belangrijk voor bewoning en bebouwing. Vanaf de middeleeuwen bemestten boeren hun akkers met een mengsel van dierlijke mest en plaggen die op de heide werden gestoken, de zogenaamde plaggenbemesting. Na het verdwijnen van deze landbouw ging men in de 19e eeuw over tot het aanplanten van (dennen)bossen op de heidevelden. Hierdoor is het grootste gedeelte van de Holterberg en omgeving weer bedekt met bos. Overgebleven velden zijn aangewezen als natuurgebieden om daarmee het cultuurlandschap te behouden.

De Canadese Begraafplaats

De Canadese Begraafplaats vormt in deze omgeving een van de meest indrukwekkende herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. In het voorjaar van 1945 zorgden overwegend Canadese troepen na 5 jaar van onderdrukking voor de bevrijding van Noord- en Oost-Nederland. De soldaten die bij deze acties om het leven kwamen lagen aanvankelijk verspreid over het gebied begraven. Op verzoek van de Commandant van het tweede Canadese leger, Lt. Generaal G.G. Simonds, heeft de toenmalige burgemeester van Holten en het Ministerie van Oorlog bewerkstelligd dat een stukje Nederland voor het realiseren van een Canadese begraafplaats aan de Canadese overheid kon worden geschonken. De aanleg werd uitgevoerd door Canadese militairen in afwachting van hun repatriëring. Tot de zomer 1946 werden 1394 geallieerde soldaten hier begraven. Elk jaar op 4 mei, dodenherdenking, wordt op de Canadese Begraafplaats een herdenkingsplechtigheid gehouden. Daarnaast worden er op kerstavond door de Holtense schoolkinderen op alle graven brandende kaarsen geplaatst ter nagedachtenis aan de overledenen.

Triatlon

Jaarlijks wordt er in Holten een triatlon georganiseerd. In de beginjaren (rond 1984) deden er deelnemers mee met de gewone fiets en klompen aan. Met ingang van 2002 is de Triatlon van Holten opgenomen in het Points Races Circuit van de International Triathlon Union (ITU). In 2009 was Holten het toneel van het Europees kampioenschap Triatlon en werd het 25 jarige jubileum gevierd. In 2010 werd er een World Cup wedstrijd gehouden en in 2013 werd het EK Triatlon voor onder 23 jaar gehouden.

Keunefeesten

De Keunefeesten worden ieder jaar traditiegetrouw georganiseerd in de maand september. De Keunefeesten duren van donderdagmiddag tot en met zondagmiddag en vinden plaats op de Kalfstermansweide. Tijdens deze feesten is er voor jong en oud van alles te beleven.

Ruimtelijke kenmerken en bebouwing

Het centrum van Holten wordt gevormd door verdichting langs de Dorpsstraat (een historische invalsweg), rondom de Smidsbelt en het Kerkplein, langs de Larenseweg en rondom het station. De Dorpsstraat vormt het verbindende element. De bebouwing bestaat uit een voortzetting van de lintbebouwing, vergelijkbaar met die langs de historische invalswegen, maar onderscheidt zich hiervan door veel invullingen met nieuwe grootschaliger bebouwing. De Dorpsstraat heeft een smal profiel waarbij de bebouwing rechtstreeks aan de weg staat. Het centrale deel van Holten was van oudsher langgerekt, bijzondere functies bevonden zich in de linten en rondom de Smidsbelt. In 2006 heeft de gemeenteraad via de structuurvisie Kom Holten een besluit genomen om de centrum-as te draaien en het centrum ontwikkelingsruimte te bieden rondom de Smidsbelt en tussen de Smidsbelt en het station. Het groen in het centrum is beperkt en bevindt zich voornamelijk op het kerkhof.

De bebouwing is zeer gevarieerd. Rondom het Kulturhus (het voormalige gemeentehuis) aan de Smidsbelt bevinden zich enkele historische panden. De overige bebouwing is overwegend van na de Tweede Wereldoorlog. Op de begane grond bevinden zich vooral commerciële en dienstverlenende functies. Op de verdiepingen wordt vaak gewoond. Rondom de kerk en langs de Kerkhofsweg staan ook woningen. Er is geen eenheid in stijl, maat en schaal van de bebouwing. Kleinschalige vooroorlogse panden worden afgewisseld door drielaagse recente bouwblokken. Dakvormen variëren, er zijn grote kappen, platte daken en samengestelde kappen.

De oorspronkelijke bebouwing heeft overwegend één tot twee bouwlagen met een grote kap. Mansardekappen, zadeldak en schilddak komen veel voor. Deze panden hebben een verticaal gerichte gevelindeling met smalle, hoge ramen. Enkele panden uit de jaren dertig, zoals in de Kerkstraat, hebben een meer horizontaal gelede gevelindeling. De daken van deze panden hebben kenmerkende overstekken. In de naoorlogse bebouwing zijn diverse bouwstijlen vertegenwoordigd. Deze gebouwen zijn hoger en breder dan de oudere bebouwing. De daken hebben gecompliceerde vormen. De gevelindeling vertoont een helder onderscheid tussen onder- en bovenbouw. Vaak zijn er grote luifels aangebracht. Horecagelegenheden hebben vaak een serre of veranda rondom het pand op de beganegrond. De oorspronkelijke bebouwing is overwegend opgetrokken in roodbruin metselwerk en heeft een dakbedekking van gebakken zwarte of rode pannen. Wit gepleisterde of geschilderde gevels komen ook voor. De kozijnen zijn smal, hoog en voorzien een roedeverdeling. De meer recente bebouwing vertoont een gevarieerd kleuren materiaalgebruik. Gevels zijn opgetrokken in metselwerk, variërend van lichtgrijs tot rood. Ook plaatmateriaal wordt toegepast. De daken hebben pannen. Platte daken komen ook veel voor. Op de begane grond van de commerciële bebouwing komen grote glazen puien en overstekende luifels voor. De entree wordt benadrukt door een luifel of dakoverstek.

Het gebied wordt begrensd door de Kerkhofsweg, Stationsstraat, Larenseweg, Kerkstraat en de oude begraafplaats. Het kernwinkelgebied en de Smidsbelt zijn de belangrijkste trekkers van dit gebied met een grote verscheidenheid aan functies en gebruik. Het gebied heeft een dorpse sfeer. De laatste jaren zijn er echter veel bouwwerken gebouwd, die qua maat en schaal groter zijn en zich weinig aantrekken van de dorpse identiteit van Holten.

Ruimtelijk streefbeeld

Het ruimtelijk streefbeeld geeft richtlijnen voor de gewenste aanpassingen in de gebouwde structuur. Het gaat om de bepaling van de gewenste verdeling van gebouwd en onbebouwd, de schaal van de bebouwing en de hoogte. Uitgangspunt is met respect om te gaan met de Holtense identiteit en een kleine, dorpse korrelgrootte toe te passen op nieuwe ontwikkelingen.

De lintbebouwing in Holten is kenmerkend. Hier dient rekening mee gehouden te worden. De dorpse schaal die Holten zo typeert is erg belangrijk en bepaalt grotendeels de maximale bouwhoogte en korrelgrootte en het ruimtelijk streefbeeld. Belangrijke aandachtspunten bij (her-)ontwikkeling of herstel:

  • mixmilieu; In het centrum moet de begane grond een bijzondere functie hebben. Dit kan detailhandel zijn, dienstverlening, horeca en/of maatschappelijke voorzieningen of mengvormen hiervan;
  • de historische bebouwingskenmerken dienen te worden versterkt;
  • de gewenste bouwhoogte is 2-3 bouwlagen. Een enkel accent naar vier lagen is mogelijk, maar is afhankelijk van locatie en ontwerp;
  • de bebouwing in het centrum is divers; ook nieuwbouw moet een divers beeld vormen.
  • de parcellering van de panden moet tussen de 6 en 8 meter zijn;
  • verscheidenheid in kapvorm en -richting;
  • platte daken zijn toegestaan, mits voldoende onderbroken door kappen;
  • naar de weg gekeerde gevels van hoge architectonische kwaliteit;
  • relatie tussen onder- en bovenbouw.

Naast bovengenoemde aandachtspunten dient (her-)ontwikkeling of herstel aan te sluiten bij het geldend welstandsbeleid of op rechtsopvolgers hiervan.

Beleid identiteit

Welstandsnota

In de 'welstandsnota' kunnen op basis van de ontwikkelingsgeschiedenis van Holten met betrekking tot de ouderdom van de bebouwing relatief homogene gebieden worden onderscheiden. Met name de bebouwing gerealiseerd voor 1945 is streekeigen van karakter en voor Holten van onvervangbare waarde. Het is sterk beeldbepalend in het straatbeeld. Voor de gemeente Rijssen-Holten gelden twee welstandsregimes:

Handhaven en respecteren.

Bij handhaven gaat het om de intentie de bestaande ruimtelijke structuur zoveel mogelijk te handhaven en het bestaande beeld als uitgangspunt te hanteren voor verdere ontwikkelingen. Bij respecteren gaat het om het zorgvuldig omgaan met bestaande waarden, waarbij deze met respect worden behandeld, maar niet letterlijk in stand hoeven te blijven. Dit regime wordt toegepast op de bebouwing die op individuele basis ontstond langs de radiale landwegen. De meest karakteristieke bebouwing valt onder dit regime.

Incidenteel wijzigen en planmatig wijzigen.

Bij incidenteel wijzigen krijgt het continue transformatieproces de ruimte, waarbij de bestaande situatie als leidraad wordt genomen, maar gaandeweg kan worden vervangen door nieuwe oplossingen en beelden. Bij planmatig wijzigen gaat het om bewuste verandering van het beeld dat is gericht op verandering, waarbij een geheel nieuwe stedenbouwkundige en architectonische invulling aan de orde is. Dit regime wordt toegepast op de uitbreidingen die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd. Hierin komen de bouwstijlen voor van de wederopbouwperiode en van de laatste decennia met een stijl die landelijk voorkomt.

Voor het centrum geldt:

  • 1. de bebouwingskarakteristieken zoals beschreven in de gebiedsbeschrijving van de welstandsnota dienen te worden versterkt;
  • 2. gestreefd dient te worden naar een kleinschalig bebouwingsbeeld;
  • 3. bij nieuwbouw is vernieuwing onder voorwaarden mogelijk, maar dient een hoge architectonische kwaliteit te bezitten.

Erfgoedbeleid

De nieuwe rol van de rijksoverheid en provincie Overijssel betekent dat de gemeente meer verantwoordelijkheden heeft gekregen voor de instandhouding, de ontwikkeling en de beleving van het cultureel erfgoed op en in haar grondgebied. De gemeente Rijssen-Holten vindt haar erfgoed belangrijk en wil zich ervoor inzetten. Daarvoor is er de Erfgoednota 2015-2019 opgesteld. De drie uitgangspunten van deze nota zijn:

  • 1. Behouden: van al het erfgoed dat als waardevol en belangrijk voor de samenleving geacht wordt (archeologie, cultuurlandschap, beschermde monumenten).
  • 2. Ontwikkelen: behoud gaat in deze nota hand in hand met ontwikkeling. Cultureel erfgoed kan ook een belangrijke inspiratiebron zijn voor het verbinden van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen aan de vorm en geschiedenis van de bestaande omgeving, zodat de ruimtelijke kwaliteit en identiteit verder versterkt worden.
  • 3. Beleven: het zien en beleven van erfgoed maakt dat burgers en bezoekers de gemeente nog meer gaan waarderen. De gemeente kan burgers en bezoekers hierbij helpen. Door erfgoed, in de meest brede zin van het woord, meer onder de aandacht te brengen, kan een groter of juist specifieker publiek bereikt worden.

Het uitvoeren van erfgoedbeleid verlangt een wijziging in houding van de gemeente. Tot voor kort werd meestal op concrete vragen gereageerd, maar waren er (te) weinig initiatieven om ontwikkelingsmogelijkheden voor cultureel erfgoed te onderzoeken of actief in gesprek te gaan met eigenaren van monumenten. Vanaf 2017 wordt uitvoering gegeven aan het opgestelde beleid.

Sinds die tijd is een Erfgoedadviesraad geïnstalleerd die het college van B&W gevraagd en ongevraagd adviseert over erfgoedbeleid en kan worden beschouwd als een vorm van burgerparticipatie. Ook wordt het juridische instrumentarium geactualiseerd. Inmiddels is er een nieuwe Erfgoedverordening en wordt gewerkt aan een geactualiseerde Subsidieverordening voor instandhouding van monumenten en aan het opstellen van Uitvoeringsrichtlijnen voor instandhoudingswerkzaamheden aan monumenten. Met het promoten van het aanwezige erfgoed is een start gemaakt, onder andere via de gemeentelijke website en in lokale nieuwsbladen, waaronder over de jaarlijkse Open Monumentendag. Een periodieke erfgoednieuwsbrief is gepland. Ook wordt gewerkt aan het bevorderen van een integrale werkwijze, positionering en deskundigheidsbevordering van cultureel erfgoed en het borgen van cultureel erfgoed onder de Omgevingswet.

6.1 Monumenten

In het centrum zijn verschillende panden aangemerkt als monument. Dit kunnen gemeentelijke- of rijksmonumenten zijn.

6.1.1 Rijksmonumenten

Rijksmonumenten zijn panden en objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Het centrum van Holten telt anno 2018 één rijksmonument, de kerktoren van de dorpskerk aan Kerkplein 1 (het schip van de kerk is een gemeentelijk monument). De kerktoren is weergegeven op afbeelding 6.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0004.jpg"

Afbeelding 6.2: kerktoren, kerkplein 1

6.1.2 Gemeentelijke monumenten

Gemeentelijke monumenten zijn panden en objecten die vooral voor de lokale geschiedenis van belang zijn. Het pand kan bijvoorbeeld bijzonder fraai zijn, volgens een bepaalde bouwtechniek gebouwd zijn, een lokale historische waarde hebben of een van de weinige panden van een bepaalde bouwstijl zijn. Binnen het centrum van Holten zijn nu 4 gemeentelijke monumenten aanwezig. Te weten:

  • Dorpsstraat 27, het voormalige gemeentehuis uit 1906, weergegeven op afbeelding 6.3;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0005.jpg"

Afbeelding 6.3: Voormalig gemeentehuis

  • Kerkhofsweg 15, de algemene begraafplaats uit ca. 1880, weergegeven op afbeelding 6.4;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0006.jpg"

Afbeelding 6.4: Algemene begraafplaats

  • Kerkplein 1, De kerkzaal van de dorpskerk uit 1835, weergegeven op afbeelding 6.5;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0007.jpg"

Afbeelding 6.5: Kerkzaal, Kerkplein 1

  • Smidsbelt 4, een voormalige smederij/winkel uit ca. 1900, weergegeven op afbeelding 6.6.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0008.jpg"

Afbeelding 6.6: Smidsbelt 4

In veel gevallen is er voor werkzaamheden aan zowel een rijks- als een gemeentelijk monument vaak een omgevingsvergunning vereist. Ook zijn er financiële regelingen voor eigenaren van monumenten in de vorm van subsidie of een lening met lage rente om werkzaamheden uit te voeren.

6.2 Potentieel aan te merken als karakteristieke bebouwing

Naast de rijks- en gemeentelijke monumenten zijn er panden in het centrum van Holten die van bijzondere architectonische of cultuurhistorische waarde zijn. Voorbeelden hiervan zijn panden met een bijzondere detaillering, panden die uitdrukking geven aan een bepaalde tijdsgeest of panden die typerend zijn voor de identeit van Holten. Dit soort panden krijgen binnen de gemeente Rijssen-Holten de aanduiding 'Karakteristiek'. Karakteristieke panden hebben vaak van oudsher een prominente plek of karakteristieke uitstraling in een straat of wijk. Het doel van de aanwijzing als karakteristiek pand is het behoud van de belangrijkste karakteristieken van het exterieur en van het waardevolle ruimtelijke beeld. Ook kan het pand illustratief zijn voor de (ontwikkelings-)geschiedenis of vanwege stilistische en typologische ontwikkeling van het gebouwtype in een plaats.

De aanwijzing in deze structuurvisie als 'potentieel aan te merken als karakteristieke bebouwing' heeft daarom alleen een signaalfunctie. Bij eventuele herontwikkeling moet met de initiatiefnemer worden bekeken of behoud tot de mogelijkheden behoort. Bij een eventuele aanwijzig als karakteristiek pand worden de daadwerkelijke waarden en karakteristieken benoemd. De aangewezen potentieel karakteristieke panden zijn:

  • Smidsbelt 6, (1986), weergegeven op afbeelding 6.7, naar ontwerp van architect H. Jorissen, verzamelgebouw;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0009.jpg"

Afbeelding 6.7: Smidsbelt 6: Het Kulturhus

  • Kerkstraat 5 (1898) weergegeven op afbeelding 6.8;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0010.jpg"

Afbeelding 6.8: Kerkstraat 5, De dame van Limburg

  • Dorpsstraat 18/18-101 (1935), weergegeven op afbeelding 6.9, winkel-woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0011.png"

Afbeelding 6.9: Dorpsstraat 18/18-101

  • Dorpsstraat 18A en 18B (1920), weergegeven op afbeelding 6.10, winkel-woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0012.png"

Afbeelding 6.10: Dorpsstraat 18, 18A en B

  • Dorpsstraat 29, 29A en 29B (1920), weergegeven op afbeelding 6.11, voormalige gereformeerde kerk;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0013.jpg"

Afbeelding 6.11: Dorpsstraat 29, 29A en B: 't Keuntje en Altamura.

  • Dorpsstraat 35 (1934), weergegeven op afbeelding 6.12, woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0014.jpg"

Afbeelding 6.12: Dorpsstraat 35

  • Dorpsstraat 37 (1924), weergegeven op afbeelding 6.13, woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0015.jpg"

Afbeelding 6.13: Dorpsstraat 37

  • Stationsstraat 9 (1920), weergegeven op afbeelding 6.14, café;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0016.jpg"

Afbeelding 6.14: Stationsstraat 9, Brasserie Smaakvol

  • Kerkstraat 22 (1932), weergegeven op afbeelding 6.15, woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0017.jpg"

Afbeelding 6.15: Kerkstraat 22

  • Kerkstraat 24 (1935), weergegeven op afbeelding 6.16, woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0018.jpg"

Afbeelding 6.16: Kerkstraat 24

  • Kerkstraat 26 (1800), weergegeven op afbeelding 6.17, woonhuis;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0019.jpg"

Afbeelding 6.17: Kerkstraat 26

  • Pand hoek Kerkstraat/Oranjestraat (1935 en 1969), weergegeven op afbeelding 6.18, magazijn en atelier;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0020.jpg"

Afbeelding 6.18: Pand hoek Kerkstraat/Oranjestraat

  • Pand Dorpsstraat 20 (1936), weergegeven op afbeelding 6.19, voormalige Silogebouw, architect T.J. Loggers (onderdeel van Coop).

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0021.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0022.png"

Afbeelding 6.19: Pand Dorpsstraat 20 Silogebouw

  • Pand Dorpsstraat 1/1A (1903), weergegeven op afbeelding 6.20, voormalige stadsboerderij uit vermoedelijk begin 20e eeuw,alleen de nog authentieke kant aan de Kolweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0023.jpg"

Afbeelding 6.20: Pand Dorpsstraat 1/1A.

Hoofdstuk 7 Openbare ruimte

Achtergronden en trends

De laatste jaren is er veel gebeurd in Holten. Onder de paraplu van het plan Heerlijk Holten zijn er meerdere projecten uitgevoerd waarbij de openbare ruimte flink is aangepakt. De grootste verkeerstechnische ingreep is de kanteling van de as in Holten. Daar waar deze voorheen oost-west was is deze nu veranderd in een noord-zuid as. Deze kanteling heeft veel voeten in de aarde gehad.

Door al deze recente projecten en aanpassingen is de (kwaliteit van de) openbare ruimte op de meeste plekken in het centrumgebied prima. Op een aantal plekken dienen bestaande projecten nog afgerond te worden waardoor de kwaliteit van de openbare ruimte momenteel nog niet aansluit bij de rest van het centrum. Voorbeelden hiervan zijn de ruimte tussen de Smidsbelt en de Kalfstermansweide.

Samen met belanghebbenden (winkeliers, bewoners etc.) moet er gekeken worden welke extra kwaliteit de openbare ruimte nog nodig heeft om Holten te laten floreren als een gezond en aantrekkelijk dorpscentrum.

Beweegvriendelijke openbare ruimte

Steeds meer mensen sporten in de openbare ruimte. Om dit te stimuleren is het belangrijk om deze openbare ruimte gebruiksvriendelijk in te richten. Het heeft een preventieve werking op de gezondheid van mensen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het gezond ouder worden.

Sociale veiligheid

Sociale veiligheid heeft te maken met angst voor criminaliteit of overlast. Het is niet alleen de feitelijke overlast of criminaliteit, maar ook de beleving van onveiligheid (subjectieve veiligheid). Dit alles wordt beinvloed door allerlei persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden. De ruimtelijke structuur en inrichting van de leefomgeving en het gebruik van de leefomgeving beïnvlvoeden deze sociale veiligheid. In de openbare ruimte kan de sociale veiligheid beïnvloed worden door bijvoorbeeld slechte verlichting, overwoekerende bossages, of donkere steegjes. Hier kan bij eventuele (her-)ontwikkeling van de openbare ruimte rekening mee gehouden worden.

Kunst in de openbare ruimte

Kunst in de openbare ruimte verfraait niet alleen het dorp, het houdt het dorp ook aantrekkelijk en levendig. Uit onderzoek blijkt dat steden met veel kunst en cultuur een positieve impuls geven aan het vestigingsklimaat: mensen willen er wonen, bedrijven vestigen er zich. Om belangstelling te wekken voor kunst en cultuur kunnen langs het belevingspad attractieve elementen geplaatst worden in het centrum die passen binnen de profielen Kunst en Cultuur, Sport en Bewegen en Eco-Fun uit de visie Heerlijk Holten.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp openbare ruimte de volgende punten belangrijk:

  • duurzame verlichting openbare ruimte;
  • vergroening openbare ruimte (bijvoorbeeld d.m.v. hanging baskets e.d.);
  • materiaalgebruik;
  • signaalfunctie met betrekking tot duurzame speelvoorzieningen en straatmeubilair.

7.1 Plein Smidsbelt

Voor de Smidsbelt ligt de nadruk op verblijven en verblijfskwaliteit. De Smidsbelt moet als centrale plek in het dorp plaats bieden aan een keur aan functies, zoals horecagelegenheden met terrassen, aantrekkelijke detailhandel en hoogwaardige pleininrichting (waterpartij, zitelementen, groen en verlichting) waardoor zowel toeristen als inwoners eerder geneigd zijn wat langer in het centrum te verblijven. Doordat van de Smidsbelt voetgangersgebied wordt gemaakt, waar de auto en fiets te gast zijn, is het ook een veilige speel- en beweegplek. De functies van de Smidsbelt zijn:

  • marktplein;
  • evenementenplein;
  • horecaplein;
  • ontmoetingsplek.

7.2 Noord-Zuidas

De Noord-Zuidas loopt vanaf de Kerkhofsweg via het Zwartepad en de Smidsbelt naar het Kulturhus. Deze as vormt het zwaartepunt van het kernwinkelgebied. Hier wordt ingezet op winkelen, vertoeven, flaneren en ontmoeten. De hier gesitueerde functies zijn gericht op korte bezoeken en de gevels van de gebouwen zijn uitnodigend en aantrekkelijk. De Smidsbelt vormt daarin één van de meest bijzondere ruimtes in de as. Op deze plek komen niet alleen verschillende functies samen, maar komen de meest verscheiden gebruikers samen.

7.3 Oost-Westas

De Oost-Westas loopt vanaf de Larenseweg/Stationsstraat over de Dorpsstraat naar de Kerkstraat/Kolweg. Deze as maakt een onderdeel uit van het kernwinkelgebied. De entrees tot het kernwinkelgebied mogen verduidelijkt worden. Een aantrekkelijke inrichting van deze as staat voorop. Er is aandacht voor mogelijkheden om de verblijfsduur te vergroten.

Hoofdstuk 8 Groen & Water

Achtergronden en trends

Groen en water dragen in belangrijke mate bij aan het leefklimaat. Het is sfeer bepalend voor het stedelijk gebied. Maar ook voor planten en dieren zijn beplanting en water belangrijk.

Groen en duurzaam

Er is een toenemend bewustzijn op het gebied van duurzaamheid en aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving. Een prettige groene, veilige en leefbare woonomgeving ondersteunt betrokkenheid en sociale cohesie in de buurt. Wanneer de leefomgeving een prettige verblijfplaats is, stimuleert dit spontane ontmoetingen tussen buurtbewoners die noodzakelijk zijn om sociale cohesie te creëren.

Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit is te verbeteren door bomen en heesters aan te planten. Dat lukt alleen als de juiste bomen en struiken op de juiste manier worden geplant. Bomen en planten (voornamelijk met platte en brede balderen) bezitten de unieke eigenschap dat ze gassen, zoals stikstofoxiden, op kunnen nemen met hun bladeren. Ze gebruiken die stof vervolgens voor hun eigen groei waardoor het gas niet meer schadelijk is voor omwonenden. Datzelfde geldt voor fijnstof omdat het aan bladeren kan blijven kleven, waarna het met een regenbui op de grond terecht komt en hier wordt vastgelegd. Daarvoor dienen beplantingen in het stedelijk gebied onverhard te zijn aan de stam.

Te dichte vegetaties langs de weg kan de concentratie van luchtverontreinigende stoffen verhogen. Dit is het geval als de wind niet meer goed kan waaien doordat de bomen een weg met hun bladerkronen afsluiten. Daardoor is er onvoldoende menging met verse en schone lucht, ook wel het groene-tunnel-effect genoemd. Voor een goede filterende werking moet de beplanting voldoende open zijn aan de overheersende windzijde. Wenselijk is het om in dit verband straten in oost-west richting aan te leggen.

Hittestress

Steen, beton en asfalt absorberen warmte en geven deze vertraagd af. Hierdoor wordt het in de stad op een warme dag al gauw zo'n 8 graden warmer dan in het buitengebied. Bomen en struiken leveren schaduw en onttrekken water aan de bodem dat bijdraagt aan het verlagen van het grondwaterpeil. Dit opgenomen water verdampt weer via de bladeren, waardoor de temperatuur in de omgeving van beplanting daalt. In steden zijn deze 'verkoelende eilanden' vooral in trek op warme zomerdagen. De eerste 'tiny forest' oftewel minibosjes zijn al aangelegd in Zaandam en Utrecht. Deze groenelementen zijn dichtbegroeide inheemse bosjes ter grootte van een tennisbaan.

Adaptatie houdt in dit verband ook in dat de wijze van bouwen en materiaalkeuze wordt aangepast

Nieuwe woningen zonder grote raampartijen op het zuiden en minder zwarte stenen (want die houden meer hitte vast) beperken de hittestress in de zomer. Deze inrichting staat echter haaks op de aanpak om woningen te verduurzamen in de winter. Nieuwe woningen met grote raampartijen op het zuiden en zwarte stenen kunnen juist gebruik maken van de warmte die de zon met zich mee brengt. De situering en inrichting van woningen zijn maatwerk. Initiatiefnemer dient een keuze te maken om hittestress te beperken of om energie te besparen.

Wateroverlast

Tijdens de hoosbuien wordt het regenwater snel afgevoerd om overlast te voorkomen. Dit betekent een enorme druk op het riool. Burgers die hun tuin vergroenen leveren een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van hun buurt. Zeker als men bedenkt dat plusminus 40 procent van de stedelijke oppervlakte in bezit is van particulieren. Operatie steenbreek stimuleert het vergroenen van tuinen en het aanleggen van geveltuintjes. Ook dakgroen kan een bijdrage leveren aan het beperken van wateroverlast. Dakgroen verwerkt zo'n 50% van de neerslag. Openbaar groen speelt eveneens een rol voor opvang van regenwater. Daarvoor zijn grotere vakken geschikt. Bij (her)inrichting van de openbare ruimte dienen kleine vakken groen (snippergroen) zoveel mogelijk te worden gebundeld.

Welzijn en gezondheid

Groen wordt over het algemeen gewaardeerd in de omgeving. Het is aangetoond dat een groene leefomgeving mensen tot rust brengt en bijdraagt aan een goede gezondheid.

Bewegen in het groen

Onbewust doen bomen en planten veel positiefs voor ons. Zo zijn mensen die in een groene woonomgeving wonen gezonder, minder gestrest en bezoeken minder vaak de huisarts. De kans dat iemand zich ongezond voelt is 1,5 maal zo groot in een woonomgeving met weinig groen (10% groen in een straal van 3 km om het huis) dan in een woonomgeving met veel groen (90% groen in een straal van 3 km om het huis). Dit blijkt uit onderzoek van Vitamine G(roen). Vitamine G is de titel van een onderzoeksprogramma dat in de jaren 2005-2009 is uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) en Alterra.

Een groene woonomgeving nodigt uit tot bewegen. Mensen gaan eerder wandelen, hardlopen of fietsen. Met name voor kinderen is het belangrijk dat ze voldoende groene speelplekken in hun omgeving hebben waar ze zich flink kunnen uitleven. Het blijkt dat voor kinderen een groene woon- en speelomgeving een positieve invloed heeft op de motorische ontwikkeling, het speelgedrag, de lichamelijke activiteit en prevalentie van overgewicht. Dit is hard nodig want uit onderzoek van TNO blijkt dat 14% van de jongens en 17% van de meisjes te kampen heeft met zwaar overgewicht. Opvallend is dat kinderen die in een groene woonomgeving wonen 15% minder aan overgewicht lijden.

Biodiversiteit

Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een ecosysteem. Wie aan biodiversiteit denkt, komt niet zo snel uit bij de stad. Toch biedt juist de stedelijke omgeving volop mogelijkheden voor allerlei fauna. Dan is het wel van belang om de juiste beplanting te kiezen. Monocultuur biedt mogelijkheden voor eenzijdige fauna. Dat kan ziekten en plagen bevorderen (eikenprocessierups, buxusmot, essentaksterfte). Diversiteit aan beplantingen zorgt voor diversiteit van fauna wat een groen fundament is onder de duurzame kwaliteit van de omgeving; de ene beplanting geeft voedsel voor de fauna, de andere biedt schuilmogelijkheid en/of nestgelegenheid. De hoeveelheid diversiteit aan insecten (vlinders, bijen) en vogels zijn een goede indicator voor een geslaagde biodiversiteit.

Afkoppelen en infiltratie water

Schoon regenwater hoort niet in het riool. Bij buien verdwijnen duizenden liters schoon regenwater in het gemengde riool om zo te worden afgevoerd naar de zuivering. Dit is erg jammer, want het schone regenwater kan ook op andere wijze worden afgevoerd en verwerkt. Het zou beter zijn als dit schone regenwater infiltreert in de bodem of wegvloeit naar vijvers en watergangen. Het kan ook een behoorlijk energiebesparing opleveren als het regenwater niet meer via het gemengde rioolstelsel wordt afgevoerd. Ook voor de werking van de zuiveringsinstallatie is het beter om het afvalwater niet te vermengen met regenwater. Bij nieuwbouwprojecten wordt regenwater gescheiden ingezameld en zo mogelijk in de bodem geïnfiltreerd of op lokaal oppervlaktewater geloosd. Bedrijven en particulieren moeten hemelwater verwerken in of op eigen terrein. Ook kunnen burgers zelf veel doen. Bijvoorbeeld door regenwater van de daken zoveel mogelijk op het eigen terrein in de grond te laten stromen en niet meer af te voeren naar de riolering.

Duurzaamheid

Op het gebied van duurzaamheid in het centrum van Holten vindt de gemeente Rijssen-Holten voor het onderwerp groen & water de volgende punten belangrijk:

  • verbeteren biodiversiteit (bijenkasten (kerkhof));
  • afkoppelen water;
  • vergroenen daar waar kan (verharding weghalen);
  • verruigen van gazons;
  • water wat er is vasthouden/opslaan;
  • groen vanaf de Holterberg doortrekken naar het centrum.

Beleid

Voor Holten is in 2003 het Groenstructuurplan Holten opgesteld. Op de bijbehorende kaart worden groenstructuren aangegeven in het centrum van Holten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0024.jpg"

Afbeelding 7.1: Groenstructuurplan

Langs de hoofdwegen in en rond het centrum worden hierin bomenrijen aangegeven. Deze zijn in de huidige situatie onvoldoende zichtbaar. Volgens dit plan is het aan te bevelen om het groen langs deze wegen te versterken. Aangezien de reconstructies van de afgelopen periode niet zijn meegenomen in het groenstructuurplan is het plan in dit gebied dan ook achterhaald. De praktijk leert dan het groen met name rond de Kalfstermansweide zeer gering aanwezig is. De parkeerplaats is een grote kale vlakte met alleen maar verharding. Ook langs de route tussen de Smidsbelt en het station is het karig gesteld betreft het groen. Met bomen kan deze route meer benadrukt worden en tegelijkertijd een relatie vormen met de verderop gelegen Holterenk. Tegelijkertijd grenst er aan de noordkant van de Kalfstermansweide een groenstrook die dienst doet als buffer tussen de parkeerplaats en de daarachter gelegen grondgebonden woningen aan de Kerkhofsweg. Deze is ook opgenomen in het groenstructuurplan en dient gehandhaafd te worden.

Water

De 'Watervisie Rijssen-Holten' (2009) geeft voor het grondgebied van de gemeente Rijssen-Holten sturing aan het (ruimtelijke) waterbeleid van zowel de gemeente als de waterschappen (Vechtstromen, Drents Overselse Delta en Rijn en IJssel). Voor het gehele gemeentelijke grondgebied is, op hoofdlijnen, een visie opgesteld. De visie is meer uitgewerkt voor de stedelijke kern Rijssen en zijn omgeving en de kern Holten en zijn omgeving. De Watervisie is richtinggevend voor meer operationele planvormen, zoals de ruimtelijke plannen (structuurvisies, bestemmingsplannen) en het (verbreed) gemeentelijk rioleringsplan (vGRP).

In het vGRP staat dat het inzamelen en verwerken van afvalwater en hemelwater een taak is van de gemeente. Het waterschap zorgt vervolgens voor de zuivering van het afvalwater. In 2008 zijn bovendien de gemeentelijke watertaken verbreed; de gemeente heeft de regierol gekregen in de aanpak van structurele grondwateroverlast in het stedelijk gebied. De gemeente Rijssen-Holten wil dat de gemeente een prettige leefomgeving is en blijft, nu en in de toekomst. Hiervoor zijn, op het vlak van gemeentelijk waterbeheer, de volgende maatschappelijke doelen van belang:

  • het beschermen van de volksgezondeheid;
  • het schoon houden van de bodem en het oppervlaktewater;
  • het voorkomen van waterproblemen door hevige regenval;
  • het voorkomen en beperken van structureel nadelige gevolgen van grondwaterstanden.

De grondeigenaar is verantwoordelijk voor het op eigen perceel treffen van maatregelen voor de inzameling van stedelijk afvalwater en afwatering van hemel- en grondwater.

De gemeente Rijssen-Holten streeft naar duurzame, veerkrachtige watersystemen met minimale risico's op wateroverlast of watertekorten. Belangrijk instrument hierbij is de watertoets, die sinds 1 november 2003 in ruimtelijke plannen is verankerd. In de toelichting op ruimtelijke plannen dient een waterparagraaf te worden opgenomen. Hierin wordt verslag gedaan van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie (watertoets). Het doel van de watertoets is te garanderen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in het plan worden afgewogen. Deze waterhuishoudkundige doelstellingen betreffen zowel de waterkwantiteit (veiligheid, wateroverlast, tegengaan verdroging) als de waterkwaliteit (riolering, omgang hemelwater, lozingen en oppervlaktewater).

Afkoppelen bij inbreidingslocaties

In geval van inbreidingslocaties luidt het gemeentelijk standpunt dat water in het gebied moet blijven. Dit houdt in dat het hemelwater op locatie geïnfiltreerd moet worden. Het uitgangspunt bij het ontwerp is dat per m2 afvoerend verhard oppervlak 30 mm berging gerealiseerd wordt. Wanneer er op locatie geen mogelijkheid is tot het vasthouden en infiltreren van 30 mm per m2, dan zorgt de gemeente elders in de omgeving voor compensatie. De kosten hiervoor worden verhaald op de betreffende ontwikkelaar.

8.1 Groen - Kernwinkelgebied

Het Groen - Kernwinkelgebied beslaat de Smidsbelt, Dorpstraat en het Zwartepad. Deze zone sluit aan bij het in deze visie opgenomen paragraaf 2.1 Kernwinkelgebied. Groen draagt hier bij aan de verbinding Noord-Zuid en draagt bij aan de uitstraling en beleving van de Smidsbelt en de winkelstraten.

8.2 Verbinding Noord-Zuid

De Verbinding Noord-Zuid is een gewenste groenstructuur vanuit de Smidsbelt, via het Zwartepad (belevingspad), richting de Holterberg. Het groen in deze zone draagt bij aan de uitstraling en beleving van het Zwarte pad en zorgt voor een verbinding met de Holterberg.

8.3 Groen - Begraafplaats

Het Groen - Begraafplaats beslaat de oude begraafplaats aan de Kerkhofsweg. Het groen in dit gebied mag zichtbaarder gemaakt worden. Zo draagt het bij aan de beleving van het centrum en is het een verbindingroute naar de Holterberg.

Hoofdstuk 9 Aandachtslocaties & panden

Diverse locaties in het centrum komen in aanmerking voor een ruimtelijke kwaliteitsimpuls. Deze gebieden dragen niet bij aan de beoogde kwaliteit zoals verwoord in de doelstelling in het visiedeel van de Structuurvisie Centrum Holten 2028.

De aangewezen gebieden dienen een signaalfunctie te hebben voor belanghebbenden. Het gaat niet om een verplichting. De gebieden zijn globaal aangegeven. Een aanwijzing kan verschillende redenen hebben. Het kan gaan om de uitstraling van een gebouw, een nagestreefde functieverandering, de (te verwachten) leegstand of dat een locatie afbreuk doet aan de stedenbouwkundige structuur.

Hieronder worden de aandachtslocaties en panden nader toegelicht.

  • locatie grondgebonden woningen Kerkhofsweg, weergegeven op afbeelding 9.1; locatie bevindt zich op scharnierpunt tussen centrum en nieuw te ontwikkelen Enkcoterrein. Aandacht voor inpassing;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0025.jpg"

Afbeelding 9.1: Woningen Kerkhofsweg

  • locatie Zwartepad 6, weergegeven op afbeelding 9.2; de uitstraling van het pand laat te wensen over;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0026.jpg"

Afbeelding 9.2: Pand LotZ & Linde

  • locatie Albert Heijn en omgeving, weergegeven op afbeelding 9.3; de uitstraling van de panden en de omgeving laten te wensen over en er is sprake van gedeeltelijke leegstand. Bestemmingsplan voor herontwikkeling is vastgesteld, ontwikkelingen op deze locatie zijn te verwachten in 2019;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0027.png"

Afbeelding 9.3: Locatie Smidsbelt 9, 17 en 17A

  • locatie Dorpsstraat, weergegeven op afbeelding 9.4 en 9.5; de uitstraling van de panden laat te wensen over, de panden geven een vervallen indruk;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0028.jpg"

Afbeelding 9.4: Locatie Dorpsstraat 18C

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0029.png"

Afbeelding 9.5: Locatie Dorpsstraat 18D

  • locatie Coop, weergegeven op afbeelding 9.6 en 9.7; uitstraling van de panden laat te wensen over. Daarnaast is er extra aandacht nodig voor de silo (1936) onder architectuur van T.J. Loggers gebouwd. De silo is waardevol als landmark van het dorp, als herinnering aan de graanindustrie en het industriële verleden van Holten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0030.jpg"

Afbeelding 9.6: Locatie Dorpsstraat 20 BEDR

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0031.jpg"

Afbeelding 9.7: Locatie Dorpsstraat 20 BEDR

  • locatie Smidsbelt, weergegeven op afbeelding 9.8; er is op de beganegrond sprake van gedeeltelijke leegstand, pand ansich heeft niet de uitstraling die past binnen deze prominente locatie aan de Smidsbelt;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0032.jpg"

Afbeelding 9.8: Locatie Smidsbelt 7,9, 25-35

  • locatie hoek Kerkstraat-Oranjestraat, weergegeven op afbeelding 9.9; de uitstraling van het pand laat te wensen over. Het pand is in 1935 als magazijn en atelier gebouwd en in 1969 verbouwd en uitgebreid met een winkelpand met kantoor- en archiefruimte. Kenmerkend is de glazen winkelpui met aluminium kozijnen en de verdiepte ingang en de overhangende luifel. Dit gebouw is een fraai overblijfsel uit de jaren zestig dat nog intact is, vanwaar dit pand is aangemerkt als aandachtslocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0033.jpg"

Afbeelding 9.9: Locatie hoek Kerkstraat-Oranjestraat

  • locatie Dorpsstraat 20-24, weergegeven op afbeelding 9.10; deze locatie betreft de entree van het centrum aan de westzijde. Daarom is verbetering van de uitstraling van het pand wenselijk;

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0034.jpg"

Afbeelding 9.10: Locatie Dorpsstraat 20-24 met parkeerplaats

  • locatie Dorpsstraat 1 (1903), weergegeven op afbeelding 9.11, stadsboerderij uit vermoedelijk begin 20e eeuw, in 1945 verbouwd tot café. Deze locatie betreft de entree van het centrum aan de oostzijde. Daarom is verbetering van de uitstraling van het pand wenselijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.SVCH2019001-0401_0035.jpg"

Afbeelding 9.11: Locatie Dorpsstraat 1 Boer Biet

Hoofdstuk 10 Uitvoering

Om uitvoering te geven aan de Structuurvisie Centrum Holten 2028 zijn er projecten vormgegeven. In het uitvoeringsprogramma zijn deze projecten benoemd en voorzien van een tijdsplanning. Het ontwerp uitvoeringsprogramma is te vinden in bijlage 4.