direct naar inhoud van 3.5 Landbouw
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401

3.5 Landbouw

De landbouw is van oudsher een grote grondgebruiker in de gemeente Rijssen-Holten. Dit is zowel in sociaaleconomisch opzicht, als gebruiker en beheerder van het agrarische cultuurlandschap. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de agrarische sector in de gemeente.

Landbouwstructuur

In de gemeente Rijssen-Holten zijn diverse agrarische bedrijven. Het aantal agrarische bedrijven in de gemeente is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) afgenomen; in 2004 was het aantal 270, in 2007 was het aantal 240 en in 2010 was het aantal 223.

In de volgende tabel is een analyse weergegeven van de agrarische bedrijvigheid in de gemeente. Voor de onderverdeling van de agrarische bedrijven en de gegevens uit eerdere jaren is gebruik gemaakt van de CBS-landbouwtellingen.

Tabel 3.1. Aantal agrarische bedrijven in de gemeente Rijssen-Holten in de jaren 2009 en 2010, Centraal Bureau voor de Statistiek, maart 2011.

  Aantal agrarische bedrijven  
  2009   2010  
Akkerbouw   32   30  
Tuinbouw   2   3  
Graasdieren   187   190  
Hokdieren   48   45  
Totaal   220   223  

N.B. Het totaal aantal landbouwbedrijven is minder dan de afzonderlijke bedrijven bij elkaar opgeteld, omdat gemengde bedrijven, waar bijvoorbeeld sprake is van graasdieren in combinatie met hokdieren, zowel bij graasdieren als bij hokdieren zijn meegeteld.

Uit de tabel blijkt dat in 2009 en 2010 bij 85% van het totaal aantal agrarische bedrijven sprake is van graasdieren. Bedrijven die zich toeleggen op tuinbouw zijn in de gemeente Rijssen-Holten nauwelijks aanwezig.

Een landelijke trend is dat agrariërs in toenemende mate andere (niet-agrarische) activiteiten gaan ontplooien (verbreding), mede als gevolg van marktontwikkelingen en milieuregelgeving. De mogelijkheden om een aanvullend inkomen te verwerven, liggen binnen de landbouw en akkerbouw zelf zoals het zelf bereiden en verkopen van kaas en andere zuivelproducten. Ook worden er andere activiteiten ontplooid, zoals een koffie- en/of theeschenkerij, een zorgboerderij, caravanstalling (vaak in stallen) en verkoop van streekproducten.

Verwachte ontwikkelingen in de landbouw

In een dynamische sector als de landbouw zijn toekomstige ontwikkelingen moeilijk te voorspellen. Op deze plaats kan dan ook slechts een indicatie worden gegeven van de mogelijke landbouwkundige ontwikkelingen in de gemeente in de komende jaren. In zijn algemeenheid wordt de landbouw geconfronteerd met verscherpte eisen vanuit het EU-milieubeleid (nitraat- en fosfaatrichtlijnen), internationalisering, liberalisering en een groeiende wereldhandel. Bij consumenten ontstaat een groeiende vraag naar kwaliteitsproducten in de vorm van veilige, gezonde en milieu- en diervriendelijke producten.

Op de langere termijn zullen de ontwikkelingen in de landbouw worden beïnvloed door een veelheid aan factoren: de verdergaande liberalisering en verbreding van het EU-beleid van landbouwbeleid naar "plattelandsbeleid", een verstandiger omgang met risico's in de agrarische bedrijfsvoering, een lossere relatie tussen primaire sector en agribusiness, veranderingen in de waterhuishouding, stijgende energieprijzen, afschaffing van het melkquotum, verdere aanscherping van mestnormen en een mogelijke vermindering van veevoederimporten.

De betekenis van markt- en beleidsontwikkelingen voor individuele landbouwbedrijven is onzeker. Op bedrijfsniveau zijn grofweg drie ontwikkelingsrichtingen te onderscheiden.

  • 1. Bedrijven die kiezen voor schaalvergroting, al dan niet met verdieping. Onder verdieping wordt verstaan het vergroten van de toegevoegde waarde van de eigen producten (een hogere prijs per kilogram basisproduct). Gedacht kan worden aan het zelf bereiden en verkopen van kaas, biologische productie of verkoop aan huis. De schaalvergrotende bedrijven kunnen groeien door de overname van grond en productierechten van agrariërs die afbouwen dan wel hun bedrijf beëindigen. Het gaat vaak om grootschalige, kapitaal en kennisintensieve bedrijven die kunnen produceren tegen lage kosten per eenheid product.
  • 2. Bedrijven die kiezen voor verbreding. Onder verbreding wordt verstaan het ontplooien van niet-landbouwactiviteiten op het agrarisch bedrijf, bijvoorbeeld door een combinatie met toerisme (dag- en/of verblijfsrecreatie), natuur- en landschapsbeheer of met zorgtaken (bijvoorbeeld dagopvang van geestelijk gehandicapten). De bedrijfsomvang van deze bedrijven is vaak te beperkt of het product te standaard, om te kunnen concurreren op de wereldmarkt.
  • 3. Een deel van de agrarische bedrijven zal de bedrijfsvoering niet kunnen of willen voortzetten. Met name de bedrijven zonder bedrijfsopvolging zullen stoppen.

Aangegeven is dat ook in de gemeente Rijssen-Holten het aantal agrarische bedrijven afneemt. Dit betekent dat sprake zal zijn van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing. In het algemeen blijft het voormalige bedrijfshoofd op de boerderij wonen. De stallen komen veelal leeg te staan of worden gebruikt door derden voor bijvoorbeeld opslagdoeleinden. Dit hergebruik kan echter ongewenste neveneffecten hebben, zoals een verkeersaantrekkende werking of verrommeling.