Plan: | Elst, Vierslag |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0143ELSTvierslag-VSG1 |
Bij het opstellen van de regels is het bepaalde in het bestemmingsplan Westeraam als uitgangspunt gehanteerd. Een volledige toets van de regeling van dit uitwerkingsplan aan de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Westeraam is opgenomen in bijlage 6 van de toelichting van dit uitwerkingsplan.
Onderstaand worden de regels van het uitwerkingsplan Vierslag toegelicht.
De regels vallen in vier hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk I bevat de inleidende regels, hoofdstuk II regelt de bestemmingen, hoofdstuk III bevat de algemene regels en hoofdstuk IV de Slotregel.
Inleidende regels
Artikel 1 Inleidende regel
In het eerste artikel zijn de artikelen uit het bestemmingsplan Westeraam opgesomd die onverkort van toepassing zijn op het plangebied Uitwerkingsplan Elst, Vierslag. Deze artikelen zijn opgenomen in bijlage 1 van de regels van dit uitwerkingsplan. Het begrip 'aan-huis-gebonden beroep' is in dit uitwerkingsplan nader ingeperkt. De begripsomschrijving is terug te vinden in Artikel 2 lid 2 van de regels.
Artikel 2 Begrippen
In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het uitwerkingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel (en artikel 1 van het bestemmingsplan Westeraam) aan de betreffende woorden toegekende betekenis.
Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Deze gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen met bijbehorende additionele voorzieningen zoals straatmeubilair en speelvoorzieningen, gebouwen en bouwwerken ten dienste van de bestemming, nutsvoorzieningen, sierwater, wateraanvoer en -afvoer, waterberging en taluds.
Ten behoeve van de bestemming zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een maximale bouwhoogte van 3 m toegestaan. Verlichtingsarmaturen en bebording vormen hierop een uitzondering. Verlichtingsarmaturen hebben een maximale bouwhoogte van 8 m en de bebording heeft een maximale bouwhoogte van 6 m. Een gebouw mag een maximaal oppervlak van 30 m² hebben.
Artikel 4 Tuin
Een gedeelte van het plangebied is enkel bestemd voor tuinen. Op deze gronden mogen enkel erkers, een portiek bij de entree, een penant, een Frans balkon, een ondergeschikt bouwdeel van het bijbehorend hoofdgebouw, een luifel bij de voordeur en overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd. De maximale diepte, breedte en bouwhoogten zijn opgenomen in lid 4.2.2. van het artikel.
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
De gronden op de verbeelding aangewezen voor "Verkeer - Verblijfsgebied" zijn bestemd voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen, wegen, voet- en fietspaden, geluidswerende voorzieningen, straatmeubilair, speeltoestellen, parkeervoorzieningen en gebouwen en bouwwerken ten dienste van de bestemming, ondergeschikte bouwdelen ten behoeve van de bestemming "Wonen 1", nutsvoorzieningen, wateraanvoer en -afvoer, sierwater, waterberging, taluds en groenvoorzieningen.
Ten behoeve van de bestemming zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een maximale bouwhoogte van 3 m toegestaan. Verlichtingsarmaturen en bebording vormen hierop een uitzondering. Verlichtingsarmaturen hebben een maximale bouwhoogte van 8 m en de bebording heeft maximum bouwhoogte van 6 m. Gebouwen mogen een maximaal oppervlak van 30 m² hebben.
Artikel 6 Wonen - 1
Een groot deel van het plangebied heeft de bestemming "Wonen - 1" gekregen. Deze gronden zijn bestemd voor wonen met bijbehorende erven en ontsluitingspaden en in samenhang hiermee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen. Per twee-onder-een-kapwoning en geschakelde woning dient ten minste één parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd. Per vrijstaande woning dienen ten minste twee parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd. Per rijwoning met garage en oprit op eigen terrein wordt normatief 0,5 parkeerplaats in de openbare ruimte gerealiseerd (bestemming Verkeer-Verblijf).
De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De aanduidingen op de verbeelding geven aan of het een aaneen gebouwde woning, geschakelde, twee-onder-een-kapwoning of vrijstaande woning betreft. Het aantal woningen per bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op de verbeelding is aangegeven. Het hoofdgebouw dient minimaal ten dele in de op de verbeelding aangegeven gevelijn(en) te worden gebouwd, met uitzondering van elementen als portieken, erkers, luifels, penanten en een Frans balkon op de verdieping en luifels boven de voordeur. Deze zijn eveneens toegestaan buiten het bouwvlak. De maximale diepte, breedte en bouwhoogten van deze bouwwerken zijn opgenomen in lid 6.2.1, sub i tot en met k.
De maximale goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen bedraagt 7,5 m respectievelijk 11,5 m, uitgezonderd de bouwvlakken die zijn aangeduid met een met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 1' waar de hoogten een meter meer mogen bedragen. Alle hoofdgebouwen worden voorzien van een kap.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 6 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd, tenzij er een 'specifieke bouwaanduiding – 2' aanduiding in het bouwvlak is opgenomen. In dat geval mogen de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen op 4 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd. Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen dienen op of minimaal 1 m uit de zijperceelsgrens te worden gebouwd.
Voor de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen behorende bij de woningen die op de hoek van de bouwblokken worden gebouwd, gelden - vanwege de zichtlocatie - striktere regels voor het plaatsen van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen.
Voor deze gebouwen geldt een maximum bouwhoogte van 3,5 m, met uitzondering van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen behorende bij de vrijstaande woningen, waarbij de bouwhoogte ten hoogste 6 m bedraagt.
De afstand van aanbouwen en uitbouwen tot de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 6 m. De bebouwingsdiepte van aanbouwen en uitbouwen bedraagt maximaal 4 m gerekend vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw.
Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen behorend bij een rijwoning, mogen in totaal een maximum oppervlak van 50 m² hebben. Voor de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen behorend bij halfvrijstaande en geschakelde woningen geldt een maximumoppervlak van 75 m² en behorend bij vrijstaande woningen geldt een maximumoppervlak van 100 m². Het zij- en achtererf mag met ten hoogste 50% worden bebouwd met aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen.
De manier van bestemmen en de bijbehorende regels zijn afgeleid uit het stedenbouwkundig plan.
Artikel 7 Wonen - 3
De gronden met de bestemming "Wonen - 3" (W-3) zijn bestemd voor ten hoogste 50 appartementen in maximaal twee hoofdgebouwen, al dan niet deels te vervangen door 15 grondgebonden woningen, met bijbehorende erven en ontsluitingspaden en in samenhang hiermee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen. Per woning dient ten minste één parkeerplaats te worden gerealiseerd op de gronden met de bestemming W-3 (aangezien als parkeernorm voor meergezinswoningen 1,5 per woning wordt gehanteerd, worden de overige benodigde parkeerplaatsen in nabijgelegen openbaar gebied gerealiseerd). De gehele parkeerbehoefte wordt op het eiland zelf voorzien.
De 50 woningen mogen worden verdeeld over ten hoogste twee hoofdgebouwen. Het totale grondoppervlak van de gebouwen mag ten hoogste 85% van het bestemmingsvlak beslaan. De bouwhoogte van het hoofdgebouw mag ten hoogste 18 m bedragen.
Voor de overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt een maximum bouwhoogte van 3 m, met uitzondering van de erfafscheidingen en tuinmeubilair. Indien een erfafscheiding voor de voorgevel ligt, mag de erfafscheiding maximaal 1 m hoog zijn. Achter de voorgevel mag de erfafscheiding maximaal 2 m bedragen. De bouwhoogte van tuinmeubilair mag maximaal 2 m bedragen.
Een deel of het geheel van gestapelde woningen kan worden vervangen door grondgebonden woningen. Hiervoor gelden vergelijkbare regels als gelden binnen de bestemming Wonen-1, met dien verstande dat geen regels worden gesteld aan de goothoogte. Bepaald is dat binnen deze bestemming ten hoogste 15 grondgebonden woningen zijn toegestaan.
Algemene regels
Artikel 8 Algemene afwijkingsbevoegdheid
Met behulp van dit artikel kan ontheffing worden verleend van de bepalingen in het plan voor afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%, op voorwaarde dat de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad. Daarnaast kan ontheffing worden verleend aan kunstobjecten met een maximale inhoud van 75 m³ en bouwwerken voor het openbaar nut met een maximale inhoud van 50 m³.
Slotregel
Artikel 9 Titel
De titel van dit plan is: "Elst, Vierslag". Deze titel kan worden gebruikt bij verwijzingen in stukken.