direct naar inhoud van Bijlage 6 Toetsing aan het bestemmingsplan
Plan: Elst, Vierslag
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0143ELSTvierslag-VSG1

Bijlage 6 Toetsing aan het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan Westeraam zijn in de artikelen 4 (Beschrijving in hoofdlijnen), 6 (Uit te werken woongebied, tevens lanschappelijk gebied) en 11 (Uit te werken verblijfsdoeleinden; UVb) de regels gegeven waaraan het uitwerkingsplan voor Vierslag dient te voldoen. Teneinde te toetsen of aan deze regels is voldaan, is in de linkerkolom per genoemd artikel de bestemmingsregeling weergegeven en is in de rechterkolom bij de voor het uitwerkingsplan relevante onderdelen aangeven hoe aan deze bepaling is voldaan.

Artikel 4 Beschrijving in hoofdlijnen voor het gehele plangebied   toetsing  
Algemeen
1. Met dit bestemmingsplan wordt beoogd de ontwikkeling van een woongebied met een omvang van maximaal 2.450 woningen en een gemiddelde woondichtheid van minimaal 25 woningen per hectare mogelijk te maken ten behoeve van de realisering van de VINEX-woningbouwtaakstelling van het stedelijk knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN) en voorziening in de woningbehoefte van de gemeente Elst.  
1. Bij goedkeuring door Gedeputeerde Staten is geen goedkeuring onthouden aan de bouw van 2.450 woningen, maar is tussen GS, het KAN-bestuur en het college van B&W besproken dat in het plangebied 2.350 woningen zullen worden gerealiseerd.  
2. Uitgangspunten voor de woningbouw in deze wijk zijn flexibel en aanpasbaar bouwen in een sociaal veilige woonomgeving waarbij aandacht wordt gegeven aan de toegankelijkheid en de bereikbaarheid van de woonomgeving.   2. Met het flexibel en aanpasbaar bouwen zal bij het verder uitwerken van het stedenbouwkundig plan, inrichtingsplan openbare ruimte en de woningontwerpen rekening worden gehouden.  
3. Voor het verkrijgen van een hoge stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit is een beeldkwaliteitplan/buitenruimteplan opgesteld waarin bepalingen inzake bebouwingstypologie, rooilijnen, wandvorming en hoogten ten aanzien van de hoofdstructuur van het plangebied Westeraam zijn opgenomen. Deze zijn als basis gebruikt voor de kwaliteits- en bebouwingsregels van de afzonderlijke bestemmingen en deelgebieden, voor zover deze deel uitmaken van, of grenzen aan de hoofdstructuur. Het beeldkwaliteitplan/buitenruimteplan zal voorts ten grondslag liggen aan de uitwerkingsplannen die door burgemeester en wethouders voor de verschillende deelgebieden moeten worden vastgesteld.   3. Voor geheel Westeraam is een beeldkwaliteit- en buitenruimteplan opgesteld. Deze is als basis gebruikt voor het Stedenbouwkundig Plan, het Beeldkwaliteitplan en het inrichtingsplan openbare ruimte voor Vierslag. Het beeld- en buitenruimteplan is gewijzigd middels beeldkwaliteitplan Vierslag. Dit plan vormt de basis voor de bestemmingsregeling in dit uitwerkingsplan.  
4. In dit woongebied zullen ook voorzieningen op wijkniveau worden gerealiseerd op onderwijs-, detailhandel-, sociaal-cultureel-, sport-, recreatie en (para-)medisch gebied.
In de omgeving van het stationsgebied kunnen voorzieningen worden gerealiseerd die een functie vervullen voor de gehele gemeenschap van Elst, op onderwijs-, cultureel-, sport- en recreatief gebied. Voor bedrijfsactiviteiten die geen afbreuk doen aan een goed woon- en leefklimaat wordt ruimte ingeruimd.  
4. Het uitwerkingsplan Centrale Zone voorziet in de aanleg van genoemde voorzieningen op wijkniveau.

De omgeving van het stationsgebied maakt geen onderdeel uit van dit uitwerkingsplan.  
5. Het woonklimaat moet qua ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur aansluiten bij de stedenbouwkundige korrelgrootte van Elst.   5. Het stedenbouwkundig plan Vierslag is opgesteld vanuit dit uitgangspunt. Beoogd is een "dorpse" verkaveling te realiseren door de woningen qua rooilijn te laten verspringen en de straten een groene uitstraling te geven.  
6. Van buiten naar binnen (noordoost naar zuidwest) zal sprake zijn van een verschuiving van een meer natuurlijk naar een meer cultureel karakter en van een toenemende bebouwingsdichtheid.   6. Vierslag is gelegen in de noordoosthoek van Westeraam en heeft een lagere bebouwingsdichtheid dan het ten zuidwesten gelegen deelplan Lanenbuurt, waarmee invulling wordt gegeven aan dit uitgangspunt.  
De ruimtelijke hoofdstructuur
1. Bij de vormgeving van het woongebied wordt rekening gehouden met de geomorfologische en cultuurhistorische situatie in het plangebied. De in het plangebied aanwezige archeologische waarden worden beschermd, dan wel nader onderzocht.  

1. In het zuidelijke deel van het plangebied zijn boringen uitgevoerd, maar hier zijn geen archeologische indicaties aangetroffen. Voor het zuidelijke deel van het plangebied is daarmee geen nader archeologisch onderzoek nodig. In het noordelijke deel van het plangebied zijn geen boringen gedaan. Er is gezien de archeologische verwachtingswaarde aanleiding om verder onderzoek te laten verrichten voor dit deel van het plangebied. Dit onderzoek wordt uitgevoerd.  
2. Het karakter van de buurtschappen Aam en Rijzenburg en de in de buurtschappen aanwezige gemeentelijke monumenten worden gehandhaafd. De (woon)bebouwing in de buurtschappen mag in beperkte mate, en met behoud van het karakter worden verdicht.   2. Deze buurtschappen en monumenten liggen buiten het plangebied.  
3. Met de in het plangebied aanwezige waardevolle kleinschalige landschapselementen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden.   3. Het Aamsepad (Lanenbuurt) is ingepast in het stedenbouwkundig plan.  
4. In het voor woningbouw te gebruiken gedeelte van het plangebied wordt minimaal 7% ingericht ten behoeve van open water.   4. Hieraan zal voor geheel Westeraam worden voldaan.  
De functionele hoofdstructuur
1. Bij de realisering van het woongebied wordt in de periode tot aan de start van de jaarlijkse monitoring, gestreefd naar een woningdifferentiatie die de navolgende verdeling benadert:
- sociale sector: 16-18 %;
- middendure sector: 35-37%;
- dure sector: 45-47%.  

1. Voor het woningbouwprogramma van heel Westeraam wordt voldaan aan dit streven uit de beschrijving in hoofdlijnen. In Vierslag ligt het percentage middenduur en duur relatief gezien hoger. De sociale sector is sterker vertegenwoordigd in de andere wijken van Westeraam.  
2. Aan de Nieuwe Aamsestraat wordt een gemengd gebied voor wonen en werken gecreëerd dat moet zorgen voor een overgang van het bedrijvengebied Aam naar het nieuwe woongebied. Aan de Nieuwe Aamsestraat moet het achterliggende woongebied "voelbaar" zijn.   2. Het plangebied Vierslag is niet gelegen aan de Nieuwe Aamsestraat.  
3. De wijkvoorzieningen worden zoveel mogelijk geconcentreerd in een centrale voorzieningenzone, tenzij het karakter van de voorziening zich daartegen verzet. De lokale en bovenlokale voorzieningen worden zoveel mogelijk geconcentreerd in de omgeving van het station, tenzij het karakter van de voorziening zich daartegen verzet. Voor zover mogelijk wordt gestreefd naar combinatie van voorzieningen.   3. De wijkvoorzieningen van Westeraam zijn geconcentreerd en gecombineerd in het uitwerkingsplan Centrale Zone.  
4. De verkeersstructuur wordt zodanig opgezet dat:
-prioriteit wordt gegeven aan het langzaam verkeer;
-geen doorgaand verkeer door het woongebied ontstaat;
-in het woongebied een 30 km/h-zone kan worden ingericht;
-een centrale ontsluiting door het openbaar vervoer ontstaat;
-geen barrières ontstaan tussen het woongebied en de rest van de kern.  
4. Het woongebied Vierslag wordt vormgegeven met inachtneming van deze vereisten. Vierslag wordt ingericht als 30 km/h-gebied. Sluipverkeer door de woonbuurt is niet te verwachten omdat de woonbuurt aan de oostzijde van de Ceintuurbaan is gesitueerd. De Ceintuurbaan is de wijkontsluitingsweg en zal als gebiedsontsluitingsweg worden gecategoriseerd, met een maximumsnelheid van 50 km/h. De parallelweg langs de Ceintuurbaan garandeert de veiligheid voor fietsers.  
Duurzaamheid
1. Het nieuwe woongebied wordt op verschillende schaalniveaus duurzaam utgevoerd: ontwerp, inrichting en beheer. Daartoe wordt naast diverse van de eerder genoemde punten ook rekening gehouden met de navolgende ontwerpprincipes.  

1. Zie hiernavolgend.  
2. Voor een eenvoudige en snelle afvoer wordt uitgegaan van een gescheiden watersysteem. Regenwater wordt gebufferd in plassen/vijvers. In dit kader wordt ook gestreefd naar het tegengaan van overbodige verharding of het gebruik van halfverharding of goed waterdoorlaatbare materialen.
3. Om te voorkomen dat in drogere perioden water van buiten het gebied moet worden ingelaten, wordt zo veel mogelijk regenwater binnen het plangebied gebufferd. Water dat via het oppervlaktewaterstelsel afgevoerd wordt, zal in het plangebied gezuiverd worden. Huishoudelijk afvalwater wordt via een - gesloten - rioolstelsel afgevoerd en gezuiverd via een waterzuiveringsinstallatie.  
2/3. In het uitwerkingsplan is, voor zover deze punten ruimtelijk relevant zijn, rekening gehouden met de genoemde punten. In het plangebied Westeraam is voldoende oppervlaktewater aanwezig om te zorgen voor voldoende buffering van regenwater. Tevens zal het oppervlaktewater in het plangebied Westeraam gezuiverd worden door middel van een helofytenfilter. Voor Vierslag is een gescheiden rioleringsstelsel ontworpen.  
4. Hergebruik van hemelwater en de aanleg van een tweede waterleidingnet met huishoudwater wordt nagestreefd.   4. Technisch is deze maatregel niet mogelijk gebleken. Er zal dan ook niet in een tweede waterleidingnet worden voorzien.  
5. In het woongebied wordt uitgegaan van het "zonsontvankelijk bouwen" van woningen. Daarbij wordt gestreefd naar het mogelijk benutten van passieve (zonne)energie.   5. De noord-zuidgeoriënteerde verkaveling staat "zonsontvankelijk bouwen" van woningen goed toe.  
6. Gestreefd wordt naar autoluwe deelgebieden, met name in de omgeving van de belangrijke langzaamverkeersroutes.   6. De verkeerstructuur van Vierslag is zodanig opgezet dat er geen doorgaande wegen zijn door het plangebied voor gemotoriseerd verkeer. De route voor langzaam verkeer is vrijliggend of daar geprojecteerd waar sprake is van een lage verkeersintensiteit.  
7. Gestreefd wordt naar inachtneming van de voorkeursgrenswaarden voor weg- en railverkeerslawaai. Voor het railverkeerslawaai worden maatregelen in het overdrachtsgebied genomen. Voor de woningbouw langs de Nieuwe Aamsestraat en de Parklaan zal een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder noodzakelijk zijn.   7. Voor de Ceintuurbaan (gezoneerde weg, voorheen Parklaan) wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarden. Volgens jurisprudentie dient voor gedezoneerde wegen (de wegen met een 30 km/h-snelheidsregime) aangetoond te worden dat sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Binnen het plangebied Vierslag is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat ten gevolge van het verkeer op de 30 km/h-wegen.  
8. Bij het ontwerp van de openbare ruimte wordt met aspecten van sociale en verkeersveiligheid, fijnmazigheid van de structuur doelmatigheid en herkenbaarheid rekening gehouden.   8. Met deze aspecten is bij het opstellen van het Stedenbouwkundig Plan rekening gehouden.  
9. Binnen de woonwijk wordt ruimte gereserveerd voor een of meer plaatsen voor het gescheiden aanbieden van afval.   9. Dit aspect is ruimtelijk niet relevant. In de verdere uitwerking van het plan voor Vierslag wordt voorzien in het gescheiden inzamelen van afval (papier, glas en restafval). Ondergrondse afvalbakken voor gft-afval worden vanwege slechte ervaringen niet meer toegepast.  
Fasering
1. Het nagestreefde bouwtempo bedraagt tot 2005 circa 840 woningen.  

1. N.v.t.  
2. De realisering van het plangebied zal "van binnen naar buiten" verlopen. Daarbij wordt per fase gestreefd naar een woningdifferentiatie die de voor het gehele plangebied nagestreefde woningdifferentiatie benadert.   2. Het plangebied Vierslag sluit aan op de realisering van de deelplannen Lingebuurt B, Lingebuurt A, de Centrale Zone, Lanenbuurt A en Lanenbuurt B. Deze plannen zijn volgtijdelijk na elkaar vastgesteld, zodat aan deze eis wordt voldaan. De woningdifferentiatie benadert die van het gehele plangebied Westeraam.  
Artikel 6 Uit te werken gebied voor wonen, tevens landschappelijk gebied   Toetsing  
I Bestemming
De als zodanig op de bestemmingskaart aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- woondoeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen, zoals (woon)straten en pleinen, groen, water en parkeervoorzieningen e.d.
- en tevens voor de versterking van de landschappelijke waarde van het overgangsgebied tussen de gronden met de bestemming Uit te werken woongebied ten zuiden en ten westen en de gronden met de bestemming Agrarische gebied met burger- en bedrijfswoningen ten noorden en ten oosten van deze bestemming.  
I. In de bestemming Woondoeleinden wordt voorzien in de bouw van woningen met de daarbij behorende voorzieningen. Structurele groenvoorzieningen zijn in de bestemming Groenvoorzieningen opgenomen.
Additionele voorzieningen zoals (woon)straten en pleinen, groen, water en parkeervoorzieningen zijn in de bestemming Verblijfsgebied opgenomen.
Vierslag vormt vooralsnog de oostelijke afronding van de Vinexwijk. Vanwege de afstand tot het centrum van Westeraam en de nabijheid van het landschap is in dit deel van Elst gekozen voor een weinig stedelijk maar vooral rustig en groen woonmilieu.
De twee westelijke ontsluitingspunten vanaf de Ceintuurbaan worden vormgegeven door middel van wigvormige entrees. Deze entrees zorgen dat het landschap als het ware de buurt wordt binnengehaald.  
II Beschrijving in hoofdlijnen
De wijze waarop met deze gronden de algemene doelstellingen van het plan worden nagestreefd is aangegeven in artikel 4. Daarnaast worden met deze gronden de navolgende doelstellingen nagestreefd.  
II. Verwezen wordt naar de toetsing bij artikel 4.  
De bebouwing moet voldoen aan de hieronder aangegeven karakteristieken.
1. Ten noorden van de gronden met de bestemming Uit te werken verkeersdoeleinden zal de bebouwing een open karakter vertonen, bijvoorbeeld van urban villa's.  
1. n.v.t.
 
2. Op de gronden ten oosten van de bestemming Uit te werken verkeersdoeleinden zal de bebouwing worden geconcentreerd in een drietal woonenclaves, elk met een eigen identiteit.
Op de punten waar de interne ontsluiting van de woonenclaves de bestemming Uit te werken verkeersdoeleinden kruist moet ook sprake zijn van een ruimtelijke wisselwerking met het woongebied ten westen van die bestemming.
De bouwgrens is overwegend variabel.  
2. De verbrede wigvormige entrees en de noordelijke waterpartij verdelen Vierslag in een drietal woonclusters namelijk Vierslag noord, Vierslag midden en Vierslag zuid. Op architectonisch niveau zullen de clusters elk een eigen vingerafdruk toegewezen krijgen. Overigens wordt het noordelijk cluster, dat grenst aan het water, als schiereiland uitgevoerd. Hier is de bouw van circa 50 appartementen mogelijk – in plat af te dekken gebouwen met een maximale hoogte van 18 meter – eventueel (deels) te vervangen door circa 15 grondgebonden woningen.

De twee aansluitingen vanuit Vierslag op de Ceintuurbaan liggen recht tegenover Mansio en Batavorum – de ontsluitingen vanuit Lingebuurt en Lanenbuurt. Deze twee 'kruispunten' op de Ceintuurbaan worden integraal ontworpen.
De bouwgrens wordt licht gestaffeld en oogt variabel doordat aan de Ceintuurbaanzijde van Vierslag voor het overgrote deel halfvrijstaande woningen worden gebouwd.  
III Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken deze bestemming in delen uit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 en artikel 6 leden I en II, en met inachtneming van de navolgende bepalingen:
1. Voor de gronden met deze bestemming wordt een plan opgesteld, waarin richtlijnen worden gegeven voor de beeldkwaliteit van de bebouwing en de buitenruimte in dat deelgebied. Het beeldkwaliteitplan van een deelgebied geeft een aanvulling op het plan dat wordt bedoeld in artikel 4 onder 'algemeen', punt 3.  

1. Voor deelplan Vierslag is het Beeldkwaliteitplan Vierslag opgesteld waarin deze richtlijnen zijn opgenomen.  
2. Bij de uitwerking van deze bestemming mogen de grenzen met de aangrenzende bestemmingen Uit te werken verkeersdoeleinden of Uit te werken verblijfsdoeleinden over maximaal 25 meter worden verschoven, mits daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de wegprofielen, aangegeven in de profielenkaart.   2. Van deze mogelijkheid wordt geen gebruikgemaakt.  
3. Zolang en voor zover de gronden met deze bestemming zijn gelegen binnen een op de invloedcirkelkaart aangeduide “invloedcirkel”, mogen in het uitwerkingsplan op die gronden geen nieuwe woningen of persoonsgevoelige bestemmingen worden opgenomen.   3. In paragraaf 3.6 van de toelichting wordt uitgebreid ingegaan op de eventuele milieuhinder van bedrijfsactiviteiten in de omgeving en de invloedscirkels. Ten aanzien van het bedrijf ten zuiden van Vierslag is de milieuvergunning ingetrokken. Tevens is de bijbehorende invloedcirkels "M", zoals destijds opgenomen in het bestemmingsplan Westeraam, komen te vervallen door middel van een wijzigingsplan4.  
4. Het aantal woningen in de gebieden met deze bestemming bedraagt minimaal 27 en maximaal 450, met dien verstande, dat binnen het totale plangebied maximaal 2.450 woningen worden gerealiseerd.   4. In Vierslag komen naar verwachting 323 woningen.  
5. De hoogte van de hoofdgebouwen bedraagt maximaal 4 bouwlagen, met stedenbouwkundige accenten tot maximaal 5 bouwlagen.   5. De woningbouw zal variëren tussen 1,5 tot 2,5 bouwlaag met een kap. De appartementen zullen worden uitgevoerd tot maximaal 5 bouwlagen.  
6. De hoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 1 bouwlaag.   6. de hoogte van de bijgebouwen bedraagt maximaal 1 bouwlaag. Bijgebouwen bij vrijstaande woningen kunnen eventueel met kap worden uitgevoerd.  
7. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden toegelaten die qua aard passen bij de in lid I gegeven bestemming en die niet hoger zijn dan 3 meter, uitgezonderd voorzieningen en kunstwerken in het openbaar gebied. In afwijking hiervan mogen erfafscheidingen vóór de voorgevel van een hoofdgebouw maximaal 1 meter en achter de voorgevel maximaal 2 meter bedragen.   7. Deze maximum hoogten zijn overgenomen in de regels van het uitwerkingsplan.  
IV Procedure
Bij toepassing van het bepaalde in het lid III is het bepaalde in artikel 24 van toepassing.  
IV. Artikel 24 bepaalt dat bij uitwerking de procedurebepaling van afdeling 3.4 Awb van toepassing is. Deze procedure zal worden doorlopen.  
Artikel 11 Uit te werken verblijfsdoeleinden (UVb)   toetsing  
I. Bestemming
De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- ontsluiting van aangrenzende percelen voor autoverkeer alsmede voor langzaam verkeer en de retentie en afvoer van hemelwater, met de daarbij behorende additionele voorzieningen zoals water- en groenvoorzieningen en bouwwerken ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen kunstwerken en bouwwerken voor openbaar nut, zoals een abri, al dan niet met een fietsenstalling, en een telefooncel, evenwel met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- recreatieve doeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen rondom een in de noordoosthoek van deze bestemming te realiseren waterpartij;
- geluidswerende voorzieningen.  

I. De gronden met deze functies krijgen de bestemming Verblijfsdoeleinden. Geluidswerende voorzieningen zijn in dit uitwerkingsplan niet aan de orde.
 
II. Beschrijving in hoofdlijnen
De wijze waarop met deze gronden de algemene doelstellingen van het plan worden nagestreefd is aangegeven in artikel 4. Daarnaast wordt met deze gronden nagestreefd het bereiken van een hoge kwaliteit van de openbare ruimte. Daartoe is in de profielenplankaart de indeling van de verblijfsruimten opgenomen en zijn in het Beeldkwaliteitplan en Buitenruimteplan Westeraam, dat als bijlage bij dit plan is gevoegd, qua vormgeving en materiaalgebruik aanbevelingen gedaan.
Op het snijpunt van de zuidelijke en westelijke tak van de Parklaan (bestemming Uit te werken verkeersdoeleinden) is een stedenbouwkundig oriëntatiepunt in de zin van een hoog oprijzend kunstwerk voorzien. In relatie tot de te realiseren waterpartij is op die plaats tevens een beperkte horecafunctie mogelijk.  

II. Verwezen wordt naar de toetsing bij artikel 4.  
III. Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 en in artikel 11, leden I en lI en met inachtneming van de navolgende bepalingen:  
 
1. bij de uitwerking van deze bestemming mogen de grenzen met de aangrenzende bestemmingen over maximaal 25 m worden verschoven mits daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de profielen aangegeven op de profielenplankaart;   1. Van deze mogelijkheid wordt geen gebruikgemaakt.  
2. de oppervlakte van gebouwen mag maximaal 30 m² bedragen;   2. Deze bepaling is overgenomen in de bestemming Verblijfsdoeleinden.  
3. de hoogte van gebouwen mag maximaal 3 m bedragen;   3. Idem.  
4. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen met uitzondering van kunstwerken, verlichtingsarmaturen en bebording waarvan de hoogte maximaal 8 m mag bedragen;   4. Deze bepaling is opgenomen.

 
5. in afwijking van het bepaalde onder 4 mag ter plaatse van de aanduiding "landmark" een kunstwerk als oriëntatiepunt worden gebouwd waarvan de hoogte maximaal 20 m bedragen;   5. Deze bepaling is overgenomen in de bestemming Verblijfsdoeleinden.
 
6. in afwijking van het bepaalde onder 2 en 3 mag de oppervlakte van de in lid II bedoelde horecavoorziening (gebouw) maximaal 100 m² en de hoogte maximaal 4 m bedragen.   6. Van deze mogelijkheid wordt geen gebruikgemaakt.  
IV. Procedure
Bij toepassing van het bepaalde in het lid III is het bepaalde in artikel 24 van toepassing.  
IV. Artikel 24 bepaalt dat bij uitwerking de procedurebepaling van afdeling 3.4 Awb van toepassing is. Deze procedure zal worden doorlopen.