direct naar inhoud van 3.4 Waterhuishouding
Plan: Elst, Rivierpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0074ELSTrivierpold-ONHE

3.4 Waterhuishouding

De uitgebreide rapportage van de waterhuishouding is opgenomen in bijlage 3 van de toelichting. Onderstaand een ingekorte versie.

3.4.1 Watertoets en beheer

Sinds 1 november 2003 is voor ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. Het onderhoud aan de riolering wordt uitgevoerd door de gemeente Overbetuwe. De provincie Gelderland is verantwoordelijk voor het grondwaterbeheer. In samenwerking met het Waterschap Rivierenland is (in 2002) het Koepelplan Water Westeraam opgesteld, waarin de maatregelen zijn beschreven die zullen worden getroffen in verband met de consequenties van de ontwikkeling van Westeraam voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Vervolgens is in 2007 een rapportage 'Waterhuishouding Lanenbuurt A en B' (Arcadis, 11 april 2007) opgesteld, met daarin een nadere uitwerking voor de waterhuishouding en riolering in Lanenbuurt en de hierbij behorende onderzoeken. In relatie tot de watertoets is het Waterschap Rivierenland nauw betrokken geweest bij het vaststellen van de maatregelen ten behoeve van de toekomstige waterhuishouding en waterbeheer. Datzelfde geldt voor de vertaling daarvan in ruimtelijk relevante zaken in dit uitwerkingsplan.

3.4.2 Toekomstige situatie

Algemeen

De boerderij wordt gerenoveerd en op het parkeerterrein zijn grondgebonden woningen gepland. Het verhard oppervlak neemt niet toe ten opzichte van de huidige situatie. Het plangebied ligt in Lanenbuurt B en is onderdeel van Vinex-locatie Westeraam. Voor deze woningbouwlocatie, waar het plangebied onderdeel van uitmaakt, streeft de gemeente Overbetuwe naar een duurzaam stedelijk watersysteem. Voorafgaand aan de verdere planuitwerking is daarom een Koepelplan Water Westeraam opgesteld (rapport GLD9375, Grontmij, juni 2002) waarin de relevante wateraspecten nader zijn uitgewerkt. Algemene waterdoelstellingen voor de nieuwe woonwijk zijn:

  • het gebiedseigen water (regenwater) zoveel mogelijk vasthouden, door bijvoorbeeld waterbergingsvijvers op te nemen;
  • de afvoer van schoon hemelwater via de riolering beperken;
  • zoveel mogelijk oevers natuurvriendelijk inrichten, dus zonder beschoeiing, met een flauw talud en helofytenbeplanting.

Hierbij wordt het water ook gezien als drager voor het bereiken van goede leefomgeving, met recreatief medegebruik, en als kans om doelstellingen uit de regionale ecologische structuur te realiseren.

Van belang voor de watertoets is dat de ruimtelijke ontwikkeling geen negatieve gevolgen mag hebben voor de waterhuishouding. Enkele thema's, welke vanuit het perspectief van integraal waterbeheer relevant zijn en terug te voeren zijn naar de zorgtaken van de waterbeheerders, zijn hieronder, in relatie tot het planvoornemen, kort beschreven. Een en ander is hierbij gebaseerd op genoemd Koepelplan Water Westeraam. Benadrukt wordt dat onderhavig plangebied onderdeel is van een grotere waterhuishoudkundige eenheid: het peilgebied. Maatregelen ten behoeve van een duurzaam waterbeheer zijn bedoeld voor dit peilgebied en de ontwikkeling van de van de gehele Vinex-locatie Westeraam. Om de waterhuishouding van het plangebied te kunnen beoordelen, is het noodzakelijk het gehele peilvak in beschouwing te nemen.

Waterkwantiteit, oppervlaktewatersysteem en ontwatering

Oppervlaktewatersysteem

Om wateroverlast door stijgende waterpeilen in de watergangen te voorkomen, is in het plan Westeraam ruimte gereserveerd voor waterberging. Dit wordt/is gerealiseerd buiten het plangebied.

Het peilgebied krijgt in de toekomst een flexibel peil waarbij de klimatologische omstandigheden de actuele waterstand bepaald, binnen bepaalde bandbreedte. Het streefpeil wordt NAP +7,7 m, maar mag fluctueren tussen NAP +7,5 m (zomer) en NAP +7,8 m (winter).

Ontwatering

Om grondwateroverlast te voorkomen, wordt het plangebied dusdanig ingericht dat de ontwateringsdiepte, het verschil tussen maaiveldhoogte en het grondwaterpeil, minimaal 0,7 m bedraagt.

Waterkwaliteit en riolering

Arcadis heeft op 11 april 2007 een waterhuishouding- en rioleringsplan voor Lanenbuurt A en B (inclusief het terrein en de hoofdgebouwen van de voormalige Thermen) opgesteld. Hierin is een drieleidingensysteem opgenomen, dat volledig gescheiden functioneert: (a) DWA (richting Aamsestraat), (b) HWA schoon voor dakwater, (c) HWA vuil voor water vanaf wegen en parkeerplaatsen. HWA schoon gaat rechtstreeks, dan wel via een bodempassage, naar de sloot langs het Aamsepad.

Verder zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke bouwstoffen. Er worden niet-uitlogende en milieuvriendelijke beschoeiingen toegepast. Middels bepalingen in de verkoopovereenkomst mogen in ieder geval niet onbehandeld koper, zink, lood en gewolmaniseerd houten erfafscheidingen worden toegepast. Hiermee wordt verontreiniging van bodem en water voorkomen.

Beheer en onderhoudsvoorzieningen

Er bevinden zich geen watergangen in het plangebied. Derhalve hebben deze ontwikkelingen geen consequenties voor het beheer en onderhoud van het watersysteem in de omgeving.

Conclusie

Met inachtneming van het voorgaande, kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan aansluit op de ambities van het Koepelplan en het daarop gebaseerde Waterhuishoudingsplan Lanenbuurt A en B en dat er derhalve geen negatieve gevolgen voor de waterhuishouding zijn te verwachten. Hiermee voldoen de ontwikkelingen aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.