direct naar inhoud van 3.3 Geluid
Plan: Elst, bedrijventerrein De Aam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0022ELSTbedrijfter-VSG2

3.3 Geluid

3.3.1 Algemeen

De mate waarin geluid, veroorzaakt door industrie-, wegverkeer- en railverkeerlawaai, het woonmilieu mag belasten is geregeld in de Wet geluidhinder. De Wet stelt dat in principe de geluidbelasting op woningen niet de 48 dB mag overschrijden. Indien nieuwbouw van woningen of andere geluidgevoelige bebouwing mogelijk wordt gemaakt, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidbelasting ten gevolge van alle industrie, weg-, en spoorwegen op een bepaalde afstand van de woningen.

De gemeente Overbetuwe heeft in 2009 voor haar grondgebied geluidbeleid opgesteld. De doelstelling van het beleid is het behouden van de goede kwaliteit van de leefomgeving en het benutten van kansen om, daar waar het noodzakelijk is, de kwaliteit van de leefomgeving te behouden en te verbeteren. Dit kan door geluid te betrekken in ruimtelijke plannen, vergunningen en ontheffingen. Voorlichting speelt hierbij een ondersteunende rol. Een belangrijke subdoelstelling is het realiseren van een passende geluidskwaliteit in elk gebied. Voor verschillende gebieden binnen de gemeente is een passende geluidskwaliteit vastgesteld. Hiervoor is de gemeente ingedeeld in gebieden. Hierbij is de landelijke systematiek van het project Milieukwaliteiten in de Leefomgeving (MILO) als basis gebruikt. Voor de verschillende deelgebieden is de geluidsambitie bepaald en is aangegeven tot welke bovengrens, bij (hoge) uitzondering, daarvan mag worden afgeweken.

3.3.2 Industrielawaai

Het bedrijventerrein is geen gezoneerd bedrijventerrein, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (artikel 40). De geluidhinder van de bedrijven op gevoelige objecten is vastgelegd in de bestaande meldingen en omgevingsvergunningen. Planologisch worden gevoelige objecten beschermd door een inwaartse zonering toe te passen. Hierop wordt in paragraaf 3.4 nader ingegaan.

3.3.3 Weg- en railverkeerlawaai

Omdat dit plan niet voorziet in het oprichten van nieuwe geluidgevoelige bebouwing in de zin van de Wet geluidhinder is deze wet hier verder niet van toepassing en daarmee is het uitvoeren van een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk.

3.3.4 Conclusie

Het aspect geluid vormt, vanwege het consoliderende karakter, geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van voorliggend bestemmingsplan.