direct naar inhoud van Artikel 10 Kantoor
Plan: Oosterhout
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0018OOSToosterhout-ONHE

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning;
  • c. een pinautomaat;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. evenementen;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat indien een maximum bebouwingspercentage is opgenomen dit percentage niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • d. Ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan, daar waar bovengronds gebouwen aanwezig zijn, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein de ondergrondse bebouwing de bovengrondse bebouwing met een (horizontale) diepte van 3 meter mag overschrijden. Ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één laag ondergronds.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 1 meter, behoudens masten en palen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 9 meter.
  • b. De bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 2 meter.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan 3 meter, behoudens masten en palen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 9 meter.
  • d. De gezamelijke oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 30 m².

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2 onder c, teneinde hogere bouwwerken, geen gebouwen zijnde toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De bouwhoogte bedraagt niet meer dan 6 meter.
  • b. Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • c. De afwijking niet leidt tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

10.3.2 Ondergronds bouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijkenvan het bepaalde in artikel 10.2.1 onder d, teneinde ondergrondse gebouwen toe te staan daar waar bovengronds geen gebouwen zijn toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende regels:

  • a. het betreft geen bebouwing in geaccidenteerd terrein;
  • b. de bebouwde oppervlakte van de ondergrondse gebouwen bedraagt niet meer dan 25 m2, in afwijking van het bepaalde artikel 2, de oppervlakte van de vloer gemeten, inclusief muren;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. de afwijking leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

10.3.3 Erf- en terreinafscheidingen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2 onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak een maximale bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 meter, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt van het bedrijf is de verhoging noodzakelijk;
  • b. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 meter en 2 meter bouwhoogte dient een open constructie te zijn;
  • c. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  • d. de afwijking leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit van de omgeving.

10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Evenementen

Voor evenementen gelden de volgende regels:

  • a. Evenementen zijn uitsluitend in de vorm van medegebruik toegestaan;
  • b. Er dient sprake te zijn van een evenement in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering/ verrichting van vermaak, op het gebied van sport, muziek of op sociaal-cultureel vlak;
  • c. Het evenement duurt maximaal 7 (aaneengesloten) dagen inclusief opbouw en afbraak van bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat hiervan door middel van een omgevingsvergunning van kan worden afgeweken zoals opgenomen in artikel 25.3.

10.4.2 Strijdig gebruik

Onder verboden gebruik wordt in dit artikel in ieder geval begrepen het gebruik of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft bijgebouwen;
  • b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en bedrijf;
  • c. standplaats voor onderkomens;
  • d. buitenpandige opslag.

10.5 Wijzigingsbevoegdheid
10.5.1 Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Kantoor wijzigen in de bestemming Wonen, teneinde wonen tevens op de begane grond toe te staan. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  • a. Het bepaalde in Artikel 16 wordt in acht genomen;
  • b. De uitvoerbaarheid moet worden aangetoond, zonodig door middel van onderzoek, in die zin dat:
  • De voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Burgemeester en Wethouders vóór de vaststelling van het plan gestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
  • De grenswaarden voor luchtkwaliteit in verband met het wegverkeer niet worden overschreden;
  • De bodem en het grondwater vrij zijn van verontreinigingen;
  • De watertoetsprocedure gevolgd wordt;
  • Geen onaanvaardbare aantasting van beschermde plant- en diersoorten, als bedoeld in de Flora en faunawet, plaatsvindt;
  • Geen onaanvaardbare aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden plaatsvindt;
  • Voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt gerealiseerd waarbij moet worden voldaan aan de parkeernorm als opgenomen in bijlage 2 van de Nota Parkeernormen gemeente Overbetuwe 2011;
  • De financiële haalbaarheid is gewaarborgd;
  • Er geen belemmeringen zijn vanuit bedrijven- en milieuzonering;
  • De belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen worden geschaad.