direct naar inhoud van Artikel 15 Leiding - Gas (dubbelbestemming)
Plan: Heteren - Indoornik
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0011HTRNhtrnindoor-ONHE

Artikel 15 Leiding - Gas (dubbelbestemming)

15.1 bestemmingsomschrijving
15.1.1

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas', met een belemmerde strook ter breedte van 4 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.

15.1.2

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

15.2 bouwregels

Op of in de in artikel 15.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringzekerheid.

15.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.3.1

Het is verboden op of in de in artikel 15.1.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaand en /of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van grondroeractiviteiten (bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • h. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • i. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
15.3.2

Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in artikel 15.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.

15.3.3

De werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 15.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen vermeld in artikel 15.3.2.

15.3.4

Het verbod als bedoeld in artikel 15.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden die:

  • a. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
  • b. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.3.1;
  • e. worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en).