direct naar inhoud van Artikel 19 Recreatie - D
Plan: Buitengebied Bladel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0001buitengeb-VAST

Artikel 19 Recreatie - D

19.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie – D aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een recreatiepark met recreatiewoningen, dat bedrijfsmatig geëxploiteerd wordt;
  • b. recreatieve voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie – centrale voorzieningen 1, centrale voorzieningen 1;
  • d. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie – centrale voorzieningen 2, centrale voorzieningen 2;
  • e. ter plaatse van de aanduiding beschermingszone natte natuur, een beschermingszone natte natuur;
  • f. ter plaatse van de aanduiding intensief recreatief gebied, een intensief recreatief gebied;
  • g. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, extensiveringsgebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied, verwevingsgebied;

met de daarbijbehorende:

  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

19.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie – centrale voorzieningen 1 mag het bebouwingspercentage niet meer dan 25% bedragen en de maximale goothoogte 6 meter en de hoogte 12 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van recreatie – centrale voorzieningen 2 mag de oppervlakte niet meer dan 1000 m2 bedragen en de hoogte 3,5 meter;
  • c. de maximale oppervlakte van ondergeschikte verzorgingsgebouwen mag per gebouw niet meer dan 260 m2 bedragen met een hoogte van 4,5 meter. Maximaal 10 ondergeschikte verzorgingsgebouwen zijn toegestaan;
  • d. de maximale oppervlakte van overige recreatieve voorzieningen bedraagt 50 m2 per afzonderlijk gebouw en de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer dan 500 m2 bedragen met een maximale hoogte van 4,5 meter;
  • e. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

19.2.2 Recreatiewoningen
  • a. het maximaal aantal recreatiewoningen bedraagt 551;
  • b. de inhoud van een recreatiewoning mag niet meer dan 200 m3 bedragen, met uitzondering van 60 woningen waarvan de inhoud 250 m3 mag bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de dakhelling moet tussen de 0° en 35° bedragen;
  • e. De minimale afstand tot de perceelsgrens bedraagt 5 meter;
  • f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

19.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale hoogte bedraagt 5 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

19.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen;
  • c. seksinrichtingen;
  • d. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak.

19.5 Aanlegvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een aanlegvergunning verlenen, met uitzondering van werken en/of werkzaamheden waarvoor reeds een ontheffing van de Keur is verleend, met dien verstande dat voor werken en werkzaamheden binnen het bouwvlak, het verharden van minder dan 100 m² buiten het bouwvlak of het aanleggen van kavelpaden met een maximale breedte van 3 meter buiten het bouwvlak geen aanlegvergunning nodig is:

19.5.1 Beschermingszone natte natuur
  • a. afgraven, ophogen, vergraven;
  • b. aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, dempen poelen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
  • c. rooien beplanting, opplanten, omzetten van grasland en/of bouwland naar boomteelt groter dan 1,5 meter, veranderen perceelsindeling, verharden oppervlak tot 100 m²;
  • d. aanleg leidingen.