Artikel 18 Recreatie - C
18.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Recreatie – C aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. verblijfsrecreatieve doeleinden ten behoeve van:
-
1. toeristische standplaatsen;
-
2. maximaal 200 vaste standplaatsen;
-
3. maximaal 2 trekkershutten van elke 16 m²;
-
4. bestaande (centrale) functies ten behoeve van de verblijfsrecreatieve voorzieningen;
-
5. trekkershutten tot een maximum aantal zoals aangeduid op de verbeelding;
-
b. recreatieve voorzieningen;
-
c. ter plaatse van de aanduiding beschermingszone natte natuur, een beschermingszone natte natuur;
-
d. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied, extensiveringsgebied;
-
e. behoud- en herstel van landschapswaarden;
-
f. wonen in een bedrijfswoning;
met de daarbijbehorende:
-
g. tuinen, erven en terreinen;
-
h. parkeervoorzieningen;
-
i. groenvoorzieningen;
-
j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht;
18.2.1 Bedrijfsgebouwen
-
a. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 5,5 meter;
-
b. de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 10 meter;
-
c. de maximale oppervlakte aan bebouwing zoals aangeduid op de verbeelding mag niet worden overschreden;
-
d. de afstand tussen gebouwen onderling mag niet minder dan 10 meter bedragen;
-
e. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
-
f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.
18.2.2 Bedrijfswoningen binnen het bouwvlak
-
a. een bedrijfswoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning;
-
b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 exclusief onderkeldering bedragen;
-
c. de maximale goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt 5,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
-
d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
-
e. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
-
f. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag maximaal 100 m2bedragen;
-
g. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5,5 meter;
-
h. een bijgebouw dient op een minimale afstand van 5 meter achter de voorgevel te worden opgericht;
-
i. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.
18.2.3 Stacaravan
-
a. de maximale oppervlakte per stacaravan bedraagt 70 m2;
-
b. de maximale hoogte bedraagt 3,5 meter;
-
c. de onderlinge afstand dient minimaal 3 meter te bedragen;
-
d. de minimale afstand tot de perceelsgrens bedraagt 5 meter.
18.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. de maximale hoogte bedraagt 12 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
-
b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
-
c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
-
d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
-
e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
-
a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
-
c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
-
d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
-
e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
18.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:
18.4.1 Vergroting stacaravans/recreatiewoningen
De maximaal toegestane oppervlakte van stacaravans/recreatiewoningen mag worden vergroot tot 80 m², mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. het niet-permanente karakter dient gehandhaafd te blijven;
-
b. de aanwezige landschappelijke en ecologische kwaliteiten mogen niet worden aangetast;
-
c. de noodzaak dient te worden aangetoond;
-
d. voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein resteert.
18.4.2 Omzetting vaste standplaatsen naar recreatiewoningen
De vaste standplaatsen mogen naar recreatiewoningen worden omgezet, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de maximale oppervlakte van recreatiewoning na omzetting mag niet bedragen dan 80 m²;
-
b. de noodzaak tot omzetting dient te worden aangetoond;
-
c. de aanwezige landschappelijke en ecologische kwaliteiten mogen niet worden aangetast;
-
d. de noodzaak dient te worden aangetoond;
-
e. voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein resteert.
18.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
-
a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
-
b. permanente bewoning, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 18.1 sub f;
-
c. seksinrichtingen;
-
d. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
-
e. wonen in bijgebouwen;
-
f. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.
18.6 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:
18.6.1 Bewoning als afhankelijke woonruimte
Bewoning als afhankelijke woonruimte binnen de bedrijfswoning is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de inhoud van een woning niet meer bedraagt dan de totale inhoud van de bestaande woning;
-
b. er mag geen tweede woning ontstaan en om dit te voorkomen mogen ten behoeve van de inwoning maximaal 3 van de 4 volgende voorzieningen worden gerealiseerd: keuken, badkamer, toilet, achteringang;
-
c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van deze regeling;
-
d. een eigen voordeur, hetzij aan de voorgevel, hetzij aan de zijgevel is niet toegestaan;
-
e. alle bijgebouwen/verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
-
f. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
-
g. na beëindiging van de situatie dient de ontheffing te worden ingetrokken;
-
h. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt aangewend, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.
18.7 Aanlegvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een aanlegvergunning verlenen, met uitzondering van werken en/of werkzaamheden waarvoor reeds een ontheffing van de Keur is verleend, met dien verstande dat voor werken en werkzaamheden binnen het bouwvlak, het verharden van minder dan 100 m² buiten het bouwvlak of het aanleggen van kavelpaden met een maximale breedte van 3 meter buiten het bouwvlak geen aanlegvergunning nodig is:
18.7.1 Beschermingszone natte natuur
-
a. afgraven, ophogen, vergraven;
-
b. aanleg dammen, aanleg stuwen, graven sloten, dempen sloten, dempen poelen, aanbrengen oeverbeschoeiing;
-
c. rooien beplanting, opplanten, omzetten van grasland en/of bouwland naar boomteelt groter dan 1,5 meter, veranderen perceelsindeling, verharden oppervlak tot 100 m²;
-
d. aanleg leidingen.