direct naar inhoud van Artikel 17 Recreatie - B
Plan: Buitengebied Bladel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPG0001buitengeb-VAST

Artikel 17 Recreatie - B

17.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie – B aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding verblijfsrecreatie, verblijfsrecreatie;
  • b. dagrecreatie;
  • c. recreatiewoningen tot maximaal 5 recreatiewoningen;
  • d. ondergeschikte detailhandel ten behoeve van dagrecreatie;
  • e. horecavoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. outdooractiviteiten;
  • h. ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied, verwevingsgebied;
  • i. wonen in een bedrijfswoning tot maximaal 2 bedrijfswoningen;

met de daarbijbehorende:

  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

17.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 4,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
  • b. de maximale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 7000 m2 bedragen;
  • c. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • d. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

17.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen binnen het bouwvlak
  • a. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 exclusief onderkeldering bedragen;
  • b. de maximale goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt 5,5 meter en de maximale hoogte 10 meter;
  • c. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning;
  • d. afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag maximaal 100 m2bedragen;
  • f. de maximale goothoogte van bijgebouwen bedraagt 3 meter en de maximale hoogte 5,5 meter;
  • g. een bijgebouw dient op een minimale afstand van 5 meter achter de voorgevel te worden opgericht;
  • h. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

17.2.3 Recreatiewoning
  • a. de maximale oppervlakte per recreatiewoning bedraagt 100 m2;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 3,5 meter en de hoogte 7 meter;
  • c. de minimale afstand tot de perceelsgrens bedraagt 5 meter;
  • d. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.

17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de maximale hoogte bedraagt 15 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen op minimaal 1 meter achter de gevellijn te worden opgericht;
  • e. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 10 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 17.1 sub j;
  • c. seksinrichtingen;
  • d. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • e. wonen in bijgebouwen;
  • f. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

17.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

17.5.1 Bewoning als afhankelijke woonruimte

Bewoning als afhankelijke woonruimte is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van een woning niet meer bedraagt dan de totale inhoud van de bestaande woning;
  • b. er mag geen tweede woning ontstaan en om dit te voorkomen mogen ten behoeve van de inwoning maximaal 3 van de 4 volgende voorzieningen worden gerealiseerd: keuken, badkamer, toilet, achteringang;
  • c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van deze regeling;
  • d. een eigen voordeur, hetzij aan de voorgevel, hetzij aan de zijgevel is niet toegestaan;
  • e. alle bijgebouwen/verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
  • f. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
  • g. na beëindiging van de situatie dient de ontheffing te worden ingetrokken;
  • h. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt aangewend, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.