Plan: | Ballemanseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.BPBallemanseweg-VS01 |
Voor de leesbaarheid en raadpleegbaarheid dienen de regels in hoofdstukken te worden geplaatst. Daarbij dient conform een vaste volgorde te worden aangehouden, te weten:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels (paragraaf 5.2.2)
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels (paragraaf 5.2.3)
Hoofdstuk 3 Algemene regels (paragraaf 5.2.4)
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels (paragraaf 5.2.5)
In dit artikel worden begrippen verklaard die in de planregels voorkomen en die om een nadere omschrijving vragen.
In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden.
De regels van artikel 3 t/m artikel 7 in verband met de bestemmingen kennen allen een gelijke opbouw (voor zover van toepassing). De bestemmingsomschrijving betreft de centrale regel van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functies worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.
De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend regels die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om een omgevingsvergunning. De specifieke gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik. Afwijken van de gebruiksregels is onder voorwaarden mogelijk wanneer een omgevingsvergunning is verkregen van het bevoegde gezag.
Het structurele groen binnen het plangebied en enkele overgangen naar de aanliggende percelen hebben de bestemming 'Groen'. Binnen deze bestemming zijn onder andere paden toegestaan voor langzaam verkeer en voorzieningen voor waterhuishouding, spelen of parkeren. Daar waar de grond is voorzien van een aanduiding is de grond tevens bestemd voor waterberging. Incidenteel parkeren is mogelijk. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan, evenals gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut.
De voortuinen behorende bij de woningen hebben de bestemming 'Tuin - 1'. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijde, toegestaan ten dienste van de bestemming, evenals erkers (uitbouwen). Speeltoestellen zijn niet toegestaan.
De achtertuinen en zijtuinen bij de woningen hebben de bestemming 'Tuin - 2'. Op deze gronden zijn uitsluitend bijgebouwen, aanbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Zwembaden zijn toegestaan. Onder bijgebouwen worden alle vrijstaande bijgebouwen begrepen. Onder aanbouwen vallen alle grondgebonden bouwwerken, die één geheel vormen met het hoofdgebouw maar hier wel aan ondergeschikt zijn.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn ondermeer bestemd voor wegen, voet- en rijwielpaden, parkeer-, groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen en voorzieningen van algemeen nut. Gebouwen zijn binnen deze bestemming uitsluitend toegestaan passend binnen de bestemmingsomschrijving. Daarnaast zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. De maximale afmetingen hiervan zijn in de bouwregels opgenomen.
De gronden die bestemd zijn als 'Wonen' zijn primair bedoeld voor wonen, daarnaast onder andere ook voor parkeervoorzieningen op eigen terrein. In woningen zijn naast het wonen ook beroepsmatige activiteiten rechtstreeks toegestaan over een beperkt oppervlak van de woning. De hoofdgebouwen dienen in het bouwvlak gebouwd te worden, in de gevellijn of maximaal de genoemde afstand achter de gevellijn. Bijgebouwen en/of zwembaden worden gebouwd binnen het bouwvlak of binnen de bestemming 'Tuin - 2'.
Hoofdgebouwen worden uitgevoerd met plat dak of met kap. Voor één woning is een vaste kaprichting en een minimale en maximale hellingshoek opgenomen. Deze woning heeft een ook afwijkende bouwhoogte ten opzichte van de andere woningen in het plan.
Er is een mogelijkheid tot afwijking opgenomen voor het gebruik van een woning voor mantelzorg of voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofd- of bijgebouw.
In hoofdstuk 3 van de regels is een aantal standaardbepalingen opgenomen te weten, de anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels, algemene afwijkingsregels, algemene wijzigingsregels en algemene procedureregels.
De anti-dubbeltelregel is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Dit artikel geeft de algemene regels weer met betrekking tot ondergronds bouwen en bestaande maatvoeringen. Verder wordt in dit artikel, bij de toepassing van bepalingen van het bestemmingsplan, de aanvullende werking van de bouwverordening uitgesloten en wordt een opsomming gegeven van onderwerpen, waarop de bouwverordening wel van toepassing is.
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is aan het bevoegd gezag de bevoegdheid gegeven om bij een omgevingsvergunning af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om gebruik te maken van een beperkte bestemmingswijziging. Hierbij gaat het om een wijzigingsbevoegdheid die geldt voor alle bestemmingen in het plan.
Artikel 12 Algemene procedureregels
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3 t/m 7 van de planregels nadere eisen stellen. In de Wro is hiertoe geen procedure opgenomen. Daarom wordt in de regels van het bestemmingsplan zelf voorzien in een procedure.
In dit artikel is vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht.
Als laatste is de slotregel opgenomen. Dit artikel omschrijft de titel van het plan.