direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Koffiestraat ong.
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Voorliggend rapport betreft het wijzigingsplan "Koffiestraat ong." van de gemeente Bernheze.

1.1.1 Aanleiding

De aanleiding voor dit wijzigingsplan is de aanvraag van dhr. en mevr. Giele, verder te noemen de opdrachtgever, tot het toekennen van een bouwblok ten behoeve van de realisatie van een woning op het perceel, kadastraal bekend gemeente Heeswijk-Dinther, sectie C 5075.

Deze toekenning is niet zonder meer mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is echter een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het onder voorwaarden mogelijk maakt een extra bouwblok toe te kennen.

1.1.2 Doel

Doel van dit wijzigingsplan is door het toekennen van het bouwvlak op de gevraagde locatie de realisatie van een vrijstaande woning mogelijk te maken.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze hebben aangegeven onder voorwaarden aan dit verzoek mee te willen werken.

1.2 Ligging en kadastrale begrenzing

De projectlocatie ligt aan de Koffiestraat te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze.

Onderstaande afbeelding geeft de ligging en kadastrale begrenzing weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0001.jpg"

kadastrale situatie 

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Heeswijk-Dinther, sectie C, nummer 5075.

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Voor de percelen vigeert het bestemmingsplan 'De kommen van Bernheze',vastgesteld 1 juni 2011.

Van toepassing zijn de bestemmingen Wonen, Tuin en Waarde - Archeologie 2.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het plangebied is aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0002.jpg"

uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan

Toetsing van het plan aan het vigerende bestemmingsplan.

Van belang voor het plan is de in artikel 18 lid 5 van het vigerend bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het toestaan van maximaal twee extra woningen, met dien verstande dat:

  • 1. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan wordt aangetoond;
  • 2. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • 3. er geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor het woonmilieu;
  • 4. het toevoegen van een nieuwe woning in overeenstemming is met het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
  • 5. het parkeren in overeenstemming is met het gemeentelijk parkeerbeleid en de daarbij horende parkeernormen;
  • 6. er een planschadeverhaalsovereenkomst is gesloten;
  • 7. er geen afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
  • 8. geen sprake is van aantasting van cultuurhistorische waarden;
  • 9. de woning een inhoud heeft van minimaal 350 m3, waarbij in geval van woningsplitsing, beide woningen een inhoud hebben van minimaal 350 m3;
  • 10. de nieuwe woning is gelegen aan de openbare weg;
  • 11. een nieuwe woning niet is toegestaan in een hoeksituatie;
  • 12. aansluiting wordt gezocht bij de (bouw)regels van de bestemming zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.

Conclusie
Realisatie van een woning is niet direct mogelijk op basis van het vigerend bestemmingsplan omdat geen bouwvlak voorhanden is. De ontwikkeling past echter wel binnen de voorwaarden van bovengenoemde wijzigingsbevoegdheid.

1.4 Bij het plan behorende stukken

Het wijzigingsplan bestaat uit drie delen:

  • 1. een verbeelding met daarop weergegeven de bestemmingen binnen het plangebied, met de daarbij behorende aanduidingen;
  • 2. de regels;
  • 3. de toelichting waarin de keuzes van het wijzigingsplan, het vigerend beleid en de uitvoeringsaspecten worden beschreven.

Voor de regels van het wijzigingsplan wordt verwezen naar de regels van het vigerend bestemmingsplan 'De kommen van Bernheze' die onveranderd van kracht zijn voor het onderhavig wijzigingsplan.

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse

Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens geschiedenis, wijdere omgeving en directe omgeving en plangebied.

2.1 Geschiedenis

De oorsprong van de dorpen Dinther en Heeswijk gaat terug tot de eerste agrarische nederzettingen op de hoge en dus droge zandruggen in de nabijheid van waterlopen, zoals in dit geval de nederzettingen langs de Aa. Tot ver in de 18e eeuw nam de omvang van deze nederzettingen slechts langzaam toe.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0003.jpg"

kaart 18e eeuw

De Koffiestraat is een van de oude linten van het dorp richting buitengebied, en dankt zijn naam aan het feit dat in de tijd dat het dorp Loosbroek nog geen eigen kerk had. De kerkgangers dronken na de kerkgang in Dinther op de terugweg een kopje koffie in een van de kamers van de boerderij aan de Koffiestraat 1A.

2.2 Wijdere omgeving

Tot 1969 waren Heeswijk en Dinther aparte gemeenten. In 1969 werden deze dorpen met een deel van Loosbroek samengevoegd tot de gemeente Heeswijk-Dinther. In 1993 werd Heeswijk-Dinther als gemeente en dorp weer opgeheven en werden de dorpen Heeswijk, Dinther en Loosbroek ondergebracht in de gemeente Bernheze, samen met de dorpen Heesch, Nistelrode en Vorstenbosch. In de volksmond wordt er nog steeds over de plaats gesproken als Heeswijk-Dinther. Binnen de gemeente Bernheze is Heeswijk-Dinther na Heesch de grootste woonkern.

Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0004.jpg"

wijdere omgeving

2.3 Directe omgeving

Het plangebied ligt aan de Koffiestraat, ter hoogte van huisnummer 1A, binnen de komgrens van de kern Heeswijk-Dinther.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0005.jpg"

Kom Heeswijk-Dinther

De projectlocatie ligt in het deel van de Koffiestraat waar de bebouwing nog redelijk dicht op elkaar staat. Na de kruising met de Dieppoel wordt de onderlinge afstand tussen de bebouwing merkbaar groter.

Onderstaande afbeelding en de foto's geven de bestaande toestand van de directe omgeving en het plangebied weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0006.jpg"

directe omgeving

2.3.1 Huidige situatie

Koffiestraat 1A heeft de status van rijksmonument. De oorspronkelijke elementen van het lage langgevelboerderijtje zijn grotendeels bewaard gebleven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0007.jpg"

Koffiestraat 1A, 1985

Naast het woongebouw staat een ruime garage met kap. Aan de andere zijde van de projectlocatie liggen de gronden van het voormalige tuincentrum Langenhuizen. De bedrijfsgebouwen zijn inmiddels gesloopt, de gronden krijgen een agrarische functie.De achterzijde van de projectlocatie wordt begrensd door een kleine waterloop. De achterliggende percelen hebben een agrarische bestemming. De gemeente Bernheze is voornemens hier een nieuwe uitbreiding te realiseren. Aan de voorzijde van het perceel is een vrij doorzicht over de weilanden van de overburen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0008.jpg"

projectlocatie

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0009.jpg"

uitzicht voorzijde

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0010.jpg"

uitzicht achterzijde

Hoofdstuk 3 Plan

3.1 Inrichtingsschets

De opdrachtgever wil op de projectlocatie een extra woning laten realiseren. Gezien de grootte van de percelen en de aanwezige bebouwing vindt er een kadastrale wijziging van de perceelsgrens plaats. Ook de aanwezige garage wordt te zijner tijd gesloopt. Er wordt aangesloten bij de aanwezige korrelgrootte van de bebouwing aan de Koffiestraat. Dit betekend dat het woonhuis van een bouwlaag met kap gesitueerd wordt op het midden van de kavel, met een maximale voorgevelbreedte van 15m. Er wordt aan één zijde een ruime afstand van 5m van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelsgrens aangehouden. Zo wordt het bestaande karakter van het straatbeeld behouden en het naastliggende rijksmonument gerespecteerd. Aan de andere zijde geldt een minimale afstand van 3m.

De ruimtelijke structuur is nader uitgewerkt in de inrichtingsschets, zoals weergegeven op onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1721.BPKoffiestraatong-vg01_0011.jpg"

inrichtingsplan

Hoofdstuk 4 Beleid

Toekenning van het bouwvlak op de locatie Koffiestraat bij 1A kan geschieden binnen de gestelde voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid, zoals vermeld in artikel 18 lid 5 van het vigerend bestemmingsplan 'De kommen van Bernheze'. (NL.IMRO.1721.BPKommenBernheze-VG01) Ten behoeve van dat plan zijn de beleidsmatige overwegingen reeds genomen. Omdat sindsdien geen afwijkend beleid is vastgesteld met betrekking tot deze afwegingen, wordt verwezen naar het beleid zoals weergegeven in het bovengenoemde vigerende bestemmingplan.

Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten

Ten behoeve van onderhavig wijzigingsplan heeft Amitec bv uit Uden een haalbaarheidstoets voor de uitvoeringsaspecten uitgevoerd. De resultaten van de toets zijn hieronder in verkorte vorm weergegeven. Het rapport is als bijlage 1 toegevoegd. De bijbehorende onderzoeksresultaten, behalve het geuronderzoek, maken onderdeel uit van deze bijlage. De resultaten van het geuronderzoek zijn als bijlage toegevoegd.

5.1 Bodem

Aangezien voorgenomen ontwikkeling een bodemroerende activiteit omvat, wordt een bodemonderzoek nodig geacht. Voor de locatie is een historisch bodemonderzoek conform NEN 5725 (kenm. 13.705-NEN.01, d.d. 8 maart 2013) uitgevoerd. Het rapport is als bijlage 2 bijgevoegd. Uit dit vooronderzoek blijkt dat het terrein als onverdacht aan te merken is.

Conclusie
De bodemkundige situatie vormt vooralsnog geen planologische belemmering voor het toevoegen van het bouwblok.

5.2 Wet geluidhinder

5.2.1 Wegverkeer

Op de Koffiestraat is, ter hoogte van het plangebied, een 60 km/u regime van toepassing. De zone voor deze weg bedraagt 250m, waardoor de locatie binnen de invloedssfeer valt.

Verder bevindt onderhavig plangebied zich niet binnen de invloedsfeer van een autosnelweg, spoorwegverbinding of luchthaven.

De gemeente Bernheze heeft verzocht om een berekening van de gevelbelasting uit te voeren. Hiervoor zijn de laatste verkeersgegevens uit 2011 opgevraagd en is gerekend met een jaarlijkse groei van 1%.

Uit de toetsingswaarde blijkt dat de gevelbelasting op alle gevels onder de voorkeurgrenswaarde van 48 dB blijft. Nader onderzoek is niet nodig.

Conclusie
De Wet geluidhinder vormt geen planologische belemmering voor het toevoegen van het bouwblok.

5.2.2 Industrielawaai

Rondom het plangebied zijn verschillende agrarische bedrijven gevestigd. Het dichtstbijzijnde bedrijf ligt ten zuiden van de locatie, aan de Hommelsedijk, op een afstand van 170 m van het plangebied.

In de handreiking Bedrijven en Milieuzonering (VNG, editie 2009, Sdu Uitgevers BV, Den Haag) zijn richtafstanden opgenomen voor diverse bedrijftypering. Deze richtafstand hebben betrekking op de omgevingstypen ‘rustige woonwijk’ en ‘rustig buitengebied’, gebaseerd op gemiddeld moderne bedrijfsactiviteiten.

Volgens de brochure geldt voor, het dichtstbijzijnde, maatgevend (rundvee)bedrijf (SBI-2008: 0141,0142) een richtafstand van 30 meter voor geluid. Voor het onderhavig plangebied wordt de richtafstand voor geluid niet overschreden.

Conclusie
Door het toevoegen van het bouwblok worden de bedrijven niet extra beperkt.

5.3 Wet luchtkwaliteit

Van toepassing is de Wet luchtkwaliteit. Getoetst zal worden of het project al of niet in betekenende mate, bijdraagt aan de luchtkwaliteit, zoals gesteld in het Besluit ‘niet in betekende mate’ (NIBM).

Sinds 1 augustus 2009 is de Nationaal Samenwerking Luchtkwaliteit (NSL) van kracht, hierin is opgenomen dat een project ‘niet in betekende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging als 3% van de jaargemiddelde grenswaarde niet wordt overschreden. Voor de voor luchtkwaliteit maatgevende stoffen fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2), komt dit overeen met een bijdrage aan de jaargemiddelde concentratie van 1,2 ug/m³. Voor ontwikkelingen die een NIBM-bijdrage leveren aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering. In de “Regeling niet in betekenende mate bijdragen ” wordt aangegeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwplan op de luchtkwaliteit valt onder het begrip 'niet in betekenende mate'. De bijlage geeft een duidelijke grens voor een aantal gevallen. Zo geldt bij één ontsluitingsweg een aantal van 1500 nieuwe woningen netto (vervanging van bestaande woningen geldt als bijdrageneutraal) of 100.000 m² kantoren.

Het plan omvat de toevoeging van een bouwblok, waarvoor de bestemming ‘wonen’ niet gewijzigd hoeft te worden, en ligt niet in de nabijheid van autosnelwegen.

Conclusie
Het plan valt onder de werking van het Besluit NIBM, waardoor geen belemmering voor het toevoegen van het bouwblok aanwezig is.

5.4 Flora en Faunawet

Ten behoeve van de bescherming van zeldzame of kwetsbare planten en dieren zijn twee wetten van toepassing. De Flora- en faunawet betreft een soortenbescherming. De Natuurbeschermingswet 1998 beschermt waardevolle gebieden als Vogel- en Habitatrichtlijn-gebieden.

Voorliggend plan omvat de realisatie van een bouwblok aan de Koffiestraat, op plaatsen waar nu een tuin (met bomen) aanwezig zijn. Verboden handelingen die mogelijk op kunnen treden is het verstoren van broedende vogels in de tuin. Er is geen ontheffing mogelijk voor het verstoren van eventuele broedplaatsen van vogels. Om de voorkomen dat broedende vogels worden gestoord zullen (voorbereidende) werkzaamheden buiten het broedseizoen (dat loopt van half maart tot half juli) plaatsvinden.

Conclusie

Een uitgebreid onderzoek of ontheffing van de Flora en faunawet is niet nodig en vormt geen planologische belemmering voor het toevoegen van een bouwblok.  

5.5 Archeologie en cultuurhistorie

5.5.1 Archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. In deze wet is onder meer opgenomen dat voor bouwwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 100 m² én gelegen binnen een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden.Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant ligt onderhavig plangebied in een zone met een hoge of middelhoge trefkans op archeologische waarden.

Volgens de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart geldt in een dergelijk geval een onderzoeksplicht, wanneer de verstoringsdiepte meer bedraagt dan 40 cm én het te verstoren oppervlak meer dan 250 m² is.

Conclusie
De vloeroppervlakte van nieuw te bouwen woning zal minder als 250 m² bedragen, waardoor volgens het gemeentelijk beleid een onderzoek niet nodig wordt geacht.

Mocht in de toekomst een bouwaanvraag worden ingediend, zal beoordeeld moeten worden of een archeologisch onderzoek alsnog noodzakelijk is. Indien tijdens de uitvoeringsfase van de sloop-, bouw-, sanerings- of graafwerkzaamheden wel archeologische sporen aan het licht komen, geldt een wettelijke meldplicht.

5.5.2 Cultuurhistorie

De woonboerderij aan de Koffiestraat 1a is aangemerkt als rijksmonument (nr. 21285). Het betreft een boerderij met riet en pannen gedekt wolfdak. In de lange zijgevel bevinden zich schuifvensters met roedenverdeling en luiken, benevens inritten van deel en stal. Het is een voorbeeld van de Brabantse langgevelhoeve uit eerste helft 19e eeuw.

Conclusie
De toevoeging van een bouwblok op het naastgelegen perceel beïnvloedt deze waarde niet.

5.6 Watertoets

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Aa en Maas. Door het waterschap zijn een aantal principes opgesteld waar ruimtelijke ontwikkelingen aan worden getoetst. Binnen het plangebied zal de verharding toenemen in de vorm van een woning, waarvoor maatregelen genomen dienen te worden.

Uit de berekening blijkt dat voor infiltratie van regenwater een berging van 8 m³ (T=10) nodig is voor de woning. Dit kan worden bereikt door onder het gazon met behulp van een krattensysteem krattensysteem een infiltratiesysteem aan te leggen, waarbij een bovengrondse overstort naar openbaar gebied wordt voorzien.

Gezien het verloop van de GHG verdiend het aanbeveling de kratten aan de achterzijde van het perceel te plaatsen. Dit bied ook de mogelijkheid de overstortvoorziening aan te sluiten op de watergang aan de achterzijde van het perceel.

Conclusie
Onderhavig plan voldoet aan de door het Waterschap Aa en Maas gestelde uitgangspunten inzake de waterhuishouding. Er is geen directe aanleiding om de waterhuishouding aan te passen.

Bij de realisatie van de woning dient de definitieve keuze en het ontwerp van een infiltratievoorziening nader uitgewerkt te worden en adviseren wij om de k-waarde ter plaatse te meten.

5.7 Besluit externe veiligheid inrichtingen

In de directe omgeving van het plan, in een straal van 150 meter, zijn geen inrichtingen aanwezig, waarop het besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is.

Conclusie
In de directe omgeving bevinden zich geen risicovolle bedrijven, buisleidingen of transportroutes voor gevaarlijke stoffen, die van invloed zijn op het toevoegen van een bouwblok.

5.8 Geurhinder veehouderijen

In opdracht van dhr. P.L. Giele te Heeswijk-Dinther is door Amitec BV een geuronderzoek uitgevoerd op het perceel Koffiestraat te Heeswijk-Dinther.

In verband met de geplande perceelontwikkeling voor wonen wil de gemeente Bernheze eerst inzicht hebben in de geursituatie, voordat hierover een besluit kan worden genomen.

In de nabijheid van de voorgenomen ontwikkeling liggen verschillende veehou- derijen. Beoordeeld dient te worden of voldaan wordt aan de eisen voor een 'goede ruimtelijke ordening' betreffende het geuraspect. Daarbij dient antwoord gegeven te worden op de volgende twee vragen:

• Wordt er ter plaatse van de te realiseren geurgevoelige objecten een goed woon- en verblijfklimaat gegarandeerd?

• Worden de nabijgelegen veehouderijen niet onevenredig in hun belangen geschaad? (belangen veehouderij en derden)?

Werkzaamheden
Bij de gemeente en/of provincie worden de bouw- en milieuvergunningen van de relevante veehouderijen geïnventariseerd. Naar aanleiding van deze bevindingen wordt, met behulp van het programma V-Stacks, de geurbelasting van de meetpunten, ter hoogte van de toekomstige bebouwing, bepaald.

Toetsing geurverordening
De gemeente Bernheze heeft in december 2013 een nieuwe geurverordening en beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen vastgesteld.

In de vorige geurverordening wordt het grondgebied van de gemeente Bernheze opgedeeld in 6 verschillende deelgebieden met een eigen maximale geurbelasting. In de nieuwe geurverordening is dit teruggebracht tot 3 verschillende deel- gebieden. Tevens geldt in de nieuwe geurverordening dat deze maximale waarde voor de geurbelasting afkomstig is van één (maatgevende) veehouderij op de ruimtelijke ontwikkeling/ geurgevoelig object.

In de huidige geurverordening zijn geen concrete normen voor een "aanvaardbaar woon- en leefklimaat" vastgelegd. Er wordt gestreefd, bij een nieuwe ontwikkeling, naar een "redelijk goed" woon- en leefklimaat.

In de nieuwe 'Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder gemeente Bernheze 2013', zullen hiervoor concrete waarden worden vastgesteld. Er dient te worden voldaan een 'voldoende' woon- en leefklimaat.

De resultaten van deze berekening zijn getoetst aan de 'Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Bernheze 2013' en 'Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder gemeente Bernheze 2013', welke medio december 2013 zullen worden vastgesteld.

Resultaten
Belangen veehouderij / voorgrondbelasting:

Conform artikel 3 van de geurverordening mag de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op de nieuw geprojecteerde woning (geurgevoelig object) 8 ou/m³ bedragen.

Uit de berekeningen in de bijlagen, waarbij de inrichting aan Hommelsedijk 4b maatgevend is, blijkt dat ten hoogste 7,3 ou/m³ op het bouwblok wordt berekend.

In bijlage 3 treft u de uitdraai van de V-STACKS Vergunning van deze berekening aan.

Woon-/leefklimaat
Het RIVM hanteert voor haar milieurapportages en –toekomstverkenningen voor het geurhinderaspect de onderstaande 'milieukwaliteitscriteria. De geursituatie wordt beschreven in termen van milieukwaliteit, onderverdeeld in 8 categorieën van "zeer goed" tot "extreem slecht". De termen zijn afkomstig van de GGD-richtlijn geurhinder (oktober 2002) en zijn afhankelijk van de geurhinderpercentages.

Milieukwaliteit   Geurgehinderden [%]   Voorgrondbelasting [ouE/m3]   Achtergrondbelasting [ouE/m3]  
Zeer goed   < 5   0 – 1,5   0 - 3  
Goed   5 = 10   1,5 – 3,7   3 – 8  
Redelijk goed   10 = 15   3,7 – 6,5   8 – 13  
Matig   15 = 20   6,5 – 10   13 – 20  
Tamelijk slecht   20 = 25   10 – 14   20 – 28  
Slecht   25 = 30   14 – 19   28 – 38  
Zeer slecht   30 = 35   19 – 25   38 – 50  
Extreem slecht   35 = 40   25 - 32   50 - 65  

De resultaten van de voor- en achtergrondbelasting zijn ingevoerd in de tabel. Op basis van bovenstaande tabel kan geconcludeerd worden dat er een "matig" woon- leefklimaat heerst ter hoogte van de ruimtelijke ontwikkeling. referentie:

Conform artikel 2 van de beleidsregels dient bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen, als vertaling van het criterium 'een aanvaardbaar woon- en leefklimaat' voor het aspect cumulatieve geurhinder uit stallen van veehouderijen, voor de locatie Koffiestraat een toetswaarde van =13 ou/m³ (voldoende) gehanteerd te worden.

Indien de achtergrondbelasting = 13 ou/m³ bedraagt, dan wordt deze geclassificeerd als 'voldoende' en zijn er vanuit het deelaspect 'cumulatieve geurhinder uit stallen van veehouderijen' geen belemmeringen om mee te werken aan een ruimtelijk initiatief.

Uit de berekeningen (bijlagen) blijkt dat de achtergrondbelasting ten hoogste 9,5 ou/m³ bedraagt en daarmee als 'voldoende' kan worden gekwalificeerd.

Conclusie
Het plan voldoet aan de gestelde normen uit de 'Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Bernheze 2013' en 'Beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder gemeente Bernheze 2013'.

Het geuraspect vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van de nieuwe woning.

Hoofdstuk 6 Financiële aspecten

De procedurekosten en aanleg- en planbegeleidingskosten voor de aansluiting op het openbaar gebied zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Deze kosten worden door middel van leges (bij vergunningverlening) verhaald, er hoeft geen anterieure overeenkomst worden gesloten danwel een exploitatieplan te worden vastgesteld. Bij realisatie van het initiatief bestaat de kans dat door wijziging van het bestemmingsplan planschade ontstaat. Er is een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten waarin is geregeld dat een mogelijke schadevergoeding voor rekening van de aanvrager komt.

Hoofdstuk 7 Juridische aspecten

7.1 Wijzigingsbevoegdheid

Toekenning van het bouwvlak op de locatie Koffiestraat bij 1A kan geschieden binnen de gestelde voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid, zoals vermeld in artikel 18 lid 5 van het vigerend bestemmingsplan 'De kommen van Bernheze'.

Aan de uitvoer van de wijzigingsbevoegdheid zijn een aantal voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden, met de bijbehorende beantwoording zijn hieronder weergegeven;

  • 1. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan wordt aangetoond;

In het hoofdstuk uitvoeringsapecten is ingegaan op de diverse onderdelen die betrekking hebben op het plan. Er zijn geen belemmeringen naar voren gekomen.

  • 2. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

Realisatie van de woning op de projectlocatie heeft geen invloed op de uitbreidingsmogelijkheden van in de omgeving liggende bedrijven. Op de aangrenzende gronden is geen bebouwing aanwezig die een nadelige invloed kan ondergaan;

  • 3. er geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor het woonmilieu;

Het plan betreft de realisatie van één woning, en heeft als zodanig geen nadelige invloed op het woonmilieu in de omgeving;

  • 4. het toevoegen van een nieuwe woning in overeenstemming is met het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;

In de gemeentelijke Woonvisie is ruimte voorzien voor de realisatie van particuliere woningen.

  • 5. het parkeren in overeenstemming is met het gemeentelijk parkeerbeleid en de daarbij horende parkeernormen;

De gemeentelijke parkeernorm voor de bebouwde kom bedraagt 2 parkeerplaatsen per woning. Voor vrijstaande woningen wordt uitgegaan van 1 parkeerplaats op eigen terrein. Op onderhavige locatie is afdoende ruimte beschikbaar om deze te realiseren.

  • 6. er een planschadeverhaalsovereenkomst is gesloten;

Er wordt een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten.

  • 7. er geen afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;

Het plan past qua korrelgroote en plaatsing van het bouwvlak in de stedenbouwkundige structuur van de directe omgeving.

  • 8. geen sprake is van aantasting van cultuurhistorische waarden;

Het bouwvlak wordt op een afstand van minimaal 5m van de perceelsgrens van de naastgelegen beeldbepalende bebouwing gelegd. De cultuurhistorische waarde van het pand wordt niet aangetast.

  • 9. de woning een inhoud heeft van minimaal 350 m3, waarbij in geval van woningsplitsing, beide woningen een inhoud hebben van minimaal 350 m3

De vrijstaande woning krijgt een inhoud van meer dan 350 m3.

  • 10. de nieuwe woning is gelegen aan de openbare weg;

De nieuwe woning komt te liggen aan de Koffiestraat, een openbare weg in Heeswijk-Dinther.

  • 11. een nieuwe woning niet is toegestaan in een hoeksituatie;

De nieuwe woning ligt niet op een hoek van twee straten.

  • 12. aansluiting wordt gezocht bij de (bouw)regels van de bestemming zoals opgenomen in dit bestemmingsplan.

De regels van het vigerende bestemmingsplan 'De kommen van Bernheze' zijn onveranderd van toepassing.

Conclusie
Aan alle voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan.

7.2 Regels

De regels voor de binnen het wijzigingsplan gelegen bestemmingen Wonen, Tuin, Water en de dubbelbestemming Waarde - Archeologie zijn integraal overgenomen uit het bestemmingsplan 'De kommen van Bernheze', (NL.IMRO.1721.BPKommenBernheze-VG01) vastgesteld 1 juni 2011.