direct naar inhoud van Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
Plan: Kern Drimmelen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.4bp12kernDrimmelen-vg01

Artikel 22 Waterstaat - Waterkering

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat – Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de waterkering.


22.1.1 De belangen van de in lid 22.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende enkelvoudige bestemmingen.


22.1.2 Voor zover op de verbeelding dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

      • primair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterkering';
      • secundair geldt het bepaalde in de dubbelbestemmingen 'Leiding - Riool', 'Waarde – Archeologie', 'Waarde – Cultuurhistorie'. 'Waarde – Ecologie' en 'Waarde - Waterhuishoudkundige en waterstaatkundige functie'.
22.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid.
  • d. het bevoegd gezag wordt voorafgaand aan de bouw van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gevraagd medewerking te verlenen.
22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Omgevingsvergunning hogere bouwwerken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 sub b. ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, met inachtneming van het volgende:

  • a. vergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de waterkering.

22.3.2 Afwijken uitbreiding bestaande bebouwing

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 sub c. ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, met inachtneming van het volgende:

  • a. vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de waterkering.