direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Sluis Cavelot
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.004bpcav10-VG01

3.3 Gemeentelijk beleid

In de visie van de gemeente is een ingrijpende herstructurering/upgrade van Cadzand-Bad noodzakelijk. De gemeente gaat daarbij uit van een verdere inbedding van de kern in een duinenlandschap, herontwikkeling van enkele minder aantrekkelijke of recreatief interessante delen van de kern en toevoeging van kwalitatief hoogwaardige verblijfsaccommodaties langs de duinrand. Het doel is Cadzand-Bad weer als belangrijke badplaats 'op de kaart' te zetten. Cavelot speelt daarbij aan de zuidzijde van de kern een belangrijke rol, uiteraard vanwege het voornemen hier luxe recreatiewoningen te realiseren als uitbreiding en vergaande verbreding van het bestaande verblijfsrecreatieve aanbod van de kern.

Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad (2006)

Cadzand-Bad kenmerkt zich nu door een eenzijdig en weinig onderscheidend toeristisch aanbod. In het ontwikkelingsplan wordt ingezet op het versterken van het profiel van Cadzand-Bad als een stijlvolle familiale badplaats met natuurlijke kwaliteit. De te volgen koers omvat zowel een ingrijpende vernieuwing van (delen van) het bestaande dorp als een aanzienlijke uitbreiding van de badplaats aan de zuidzijde (Cavelot). Cruciaal daarbij is dat ontwikkelingen onlosmakelijk en in nauwe onderlinge samenhang beschouwd worden, zowel fysiek als financieel. In aanvulling op de reeds genoemde criteria uit Natuurlijk Vitaal gelden diverse concrete aandachtspunten. Zo is onder meer een fonds opgericht waarin vereveningsbijdragen van verschillende projecten worden gebundeld en welke gelden worden ingezet voor de structurele opwaardering van Cadzand-Bad.

Overigens wordt in het ontwikkelingsplan nog uitgegaan van een ontwikkeling in het plangebied van ten hoogste 250 woningen met een gemiddeld bruto vloeroppervlak (bvo) van 140 m². Het gemeentebestuur is met de initiatiefnemer in 2008 overeengekomen dat een grotere opzet van het plan noodzakelijk is om tot een economisch verantwoorde exploitatie te kunnen komen. Dit is ook in het stedenbouwkundig plan opgenomen. Het plan is daarom gebaseerd op de bouw van 450 recreatiewoningen met een bruto inhoud van ten hoogste 500 m³ (de minimale omvang bedraagt 400 m³) hetgeen ongeveer gelijk te stellen is aan een bvo van 140 m²). De met de ontwikkeling samenhangende financiële bijdrage in het hiervoor genoemde ontwikkelingsfonds is overeenkomstig vergroot (zie paragraaf 3.2).