direct naar inhoud van Artikel 6 Centrum-2
Plan: Kom Breskens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.002bpbre10-VP01

Artikel 6 Centrum-2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, behorende tot ten hoogste bedrijfscategorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging";
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. horeca-activiteiten behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. kantoor en praktijkruimte;
  • f. theaters en bioscopen, musea, muziek-, dans- en sportscholen, ateliers en centra voor kunstzinnige vorming;
  • g. wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten;
  • h. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, toegangs- en achterpaden, parkeervoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. op deze gronden mogen worden gebouwd:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. aan- of uitbouwen en bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen.

6.2.2 Afstanden
  • a. de afstand tussen niet aaneen gebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel mag niet minder bedragen dan 1 m;
  • b. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd.

6.2.3 Goot- en bouwhoogte
  • a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m meer bedragen dan maximum toelaatbare goothoogte, tenzij op de kaart anders is bepaald;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 7 m;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande antennes bedraagt ten hoogste 15 m;
  • e. de bouwhoogte van muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • f. de bouwhoogte van muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • g. de bouwhoogte van pergola's en overkappingen bedraagt ten hoogste 2,75 m;
  • h. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • i. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 10 m;
  • j. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Hogere goothoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.3 onder c teneinde aan- of uitbouwen en bijgebouwen met een maximum goothoogte van 4 meter toe te staan, zij nemen daarbij de volgende regels in acht:

  • a. de bevoegdheid tot afwijken mag uitsluitend worden toegepast voor horecabedrijven;
  • b. de goothoogte niet meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk voor een betere brandveiligheid;
  • c. daarvoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. ten hoogste 25% van de voorgevellengte van de gronden met de bestemming Centrum-2, berekend op het niveau begane grond, mag gebruikt worden voor de functies genoemd in lid 6.1 onder a, b, c en f;
  • b. kantoor en praktijkruimte op de begane grond zijn niet toegestaan;
  • c. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;
  • d. detailhandel in de vorm van een supermarkt is niet toegestaan;
  • e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.

6.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
6.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging"

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder a om bedrijven toe te laten:

  • a. In één categorie hoger dan in lid 6.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 6.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteit;
  • b. die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 6.1 genoemd;
  • c. met dien verstande dat niet zijn toegestaan: Wgh inrichtingen, Bevi inrichtingen en opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk.

6.5.2 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 sub d om horecabedrijven toe te laten:

  • a. in één categorie hoger dan in lid 6.1 aangegeven, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de in lid 6.1 genoemde categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals in lid 6.1 genoemd;
  • c. de bevoegdheid tot afwijken wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.