direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum-1
Plan: Kom Breskens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.002bpbre10-VP01

Artikel 5 Centrum-1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, behorende tot ten hoogste bedrijfscategorie A uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging";
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. horeca-activiteiten behorende tot ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. kantoren;
  • f. theaters en bioscopen, musea, muziek-, dans- en sportscholen, ateliers en centra voor kunstzinnige vorming;
  • g. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten;
  • h. ter plaatse van de specifieke aanduiding (sc-1): tevens voor de bewerking van edelstenen;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' een supermarkt;
  • j. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, toegangs- en achterpaden, parkeervoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. op deze gronden mogen worden gebouwd:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. aan- of uitbouwen en bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen;
  • b. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding [sba-1] mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

5.2.2 Afstanden
  • a. de afstand tussen niet aaneen gebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel mag niet minder bedragen dan 1 m;
  • b. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd.

5.2.3 Goot- en bouwhoogte
  • a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • b. in afwijking van het begrip peil als genoemd in artikel 1.40 geldt voor gebouwen ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding [sba-2] als peil: de kruin van de Grote Kade ter plaatse van het gebouw Grote Kade 26;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m meer bedragen dan maximum toelaatbare goothoogte, tenzij met een maatvoeringsaanduiding anders is bepaald;
  • d. de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 7 m;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande antennes bedraagt ten hoogste 15 m;
  • f. de bouwhoogte van muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • g. de bouwhoogte van muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • h. de bouwhoogte van pergola's en overkappingen bedraagt ten hoogste 2,75 m;
  • i. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • j. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 10 m;
  • k. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Hogere goothoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 onder d. teneinde aan- of uitbouwen en bijgebouwen met een maximum goothoogte van 4 meter toe te staan, zij nemen daarbij de volgende regels in acht:

  • a. het afwijken mag uitsluitend worden toegepast voor horecabedrijven;
  • b. de goot- of boeibordhoogte mag niet meer bedragen dan strikt noodzakelijk voor betere brandveiligheid;
  • c. toepassing van de omgevingsvergunning voor afwijken mag geen onevenredige afbreuk doen aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.3.2 Extra bouwlaag

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.2.3 onder a voor de gronden met de aanduiding [sba-4] tot een goothoogte van 9 meter voor het realiseren van een extra bouwlaag, zij nemen daarbij de volgende regels in acht:

  • a. de extra bouwlaag aan de straatzijde is geïntegreerd in en valt binnen de begrenzing van een duidelijk herkenbaar dakvlak waarbij een doorbreking van het dakvlak niet meer dan 60% van de daklengte in beslag neemt;
  • b. het dakvlak heeft een evenwijdig aan de straat georiënteerde nokrichting;
  • c. het dakvlak heeft een dakhelling van niet meer dan 60 graden;
  • d. de afstand tussen de voorgevel van de extra bouwlaag en de voorgevel van de direct onderliggende bouwlaag ten minste 3 m te bedraagt in afwijking van het bepaalde onder a, b en c;
  • e. toepassing van de omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan mag geen onevenredige afbreuk doen aan de ingevolgde de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. voor de functies genoemd in lid 5.1 onder f mag ten hoogste worden gebruikt:
    • 1. 25% van de gronden met de bestemming Centrum-1, gelegen aan de Grote Kade, tussen de Dorpsstraat en Oranjeplein, op het niveau begane grond;
    • 2. 25% van de gronden met de bestemming Centrum-1, gelegen aan de Grote Kade, tussen de Oranjeplein en het Molenwater op het niveau begane grond;
    • 3. 25% van de gronden met de bestemming Centrum-1, gelegen aan de Grote Kade, tussen de Mercuriusstraat en de Grote Kade op het niveau begane grond;
    • 4. 25% van de gronden met de bestemming Centrum-1, gelegen aan de Boulevard op het niveau begane grond;
  • c. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m².

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging"

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder a om bedrijven toe te laten:

  • a. In één categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 5.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteit;
  • b. die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 5.1 genoemd;
  • c. met dien verstande dat niet zijn toegestaan: Wgh inrichtingen, Bevi inrichtingen en opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk.

5.5.2 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 onder d om horecabedrijven toe te laten:

  • a. in één categorie hoger dan in lid 5.1 aangegeven, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1 genoemde categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals in lid 5.1 genoemd.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de specifieke vorm van centrum (sc-1) mag worden geschrapt, zij nemen daarbij de volgende regels in acht:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag alleen worden toegepast wanneer het gebruik als bedoeld lid 5.1 onder h. is beëindigd;
  • b. het belang dat met de wijziging wordt gediend, mag geen onevenredige afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden van de in de nabijheid gelegen bestemmingen en functies.