direct naar inhoud van 3.3 Toetsingskader VAB
Plan: Buitengebied, 3e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.Buitengebied3eherz-0401

3.3 Toetsingskader VAB

Op basis van deze overwegingen is in hoofdstuk 4 van het Beleidskader VAB op de volgende wijze inhoud gegeven aan het toetsingskader voor vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen.

Maximale sloop van vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen

Er wordt primair ingezet op sloop van alle aanwezige voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. Maximaal 80 m² aan erfbebouwing mag worden gehandhaafd. Sloop van bebouwing is gewenst om de doelstelling van het terugbrengen van verstening te realiseren en daarmee ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit tot stand te brengen. Sloop van bebouwing is aan de orde als de bouwkundige kwaliteit van de gebouwen slecht is, de situering van de gebouwen binnen het complex ruimtelijk-landschappelijk storend is en van de gebouwen in redelijkheid geen doelmatig (economisch of anderszins) gebruikgemaakt kan worden. Toetsingscriteria hierbij zijn:

  • de bouwkundige staat van de gebouwen;
  • de situering van de gebouwen op het bouwperceel.

Behoud van vrijgekomen bedrijfsgebouwen die cultuurhistorisch waardevol zijn, hetzij als solitair object, hetzij als onderdeel van een samenhangend complex

Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing dient behouden te blijven als deel van de 'geschiedenis' van het buitengebied. Bij het beoordelen van de cultuurhistorische waarde wordt gebruikgemaakt van het advies van de gemeentelijke monumentencommissie.

Behoud van vrijgekomen bedrijfsgebouwen die een grote economische waarde vertegenwoordigen

De economische waarde van gebouwen wordt bepaald op basis van de bouwkundige kwaliteit van het gebouw in samenhang met de gebruiksmogelijkheden (economisch of anderszins).

Inzet van de Ruimte voor Ruimte-regeling (regeling Buitenwonen)

Om de sloop van vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen te stimuleren wordt in voorkomende gevallen de Ruimte voor Ruimte-regeling ingezet. De gemeente sluit bij de uitvoering hierbij aan op de provinciale regeling.

Versterken van de ruimtelijke kwaliteit

Verandering in het gebruik van vrijgekomen agrarische bedrijfscomplexen gaat samen met het versterken van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. Toetsingscriteria hierbij zijn:

  • de landschappelijk inpassing van het perceel in de omgeving, rekening houdend met de ruimtelijke context;
  • de inrichting van het perceel.

Een passend gebruik

Het toegelaten gebruik van de vrijgekomen en te handhaven bebouwing wordt afgestemd op de mogelijkheden die in het bestemmingsplan Buitengebied worden geboden (zoals opgenomen in artikel 35, tabel 5.2 en bijbehorende voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied).