Plan: | Noordwal West, fase 3b en 4 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1708.NoordwalWest3b4-0002 |
In het kader van het bestemmingsplan Noordwal-West is reeds een watertoets uitgevoerd. Aangezien het huidige plangebied onderdeel uitmaakt van het toenmalige plangebied, heeft de gemeente Steenwijkerland contact gezocht met het waterschap Reest en Wieden met de vraag of de waterparagraaf uit het bestemmingsplan “Noordwal-West” ook als uitgangspunt gebruikt mag worden voor het nu op te stellen bestemmingsplan “Noordwal West, fase 3b en 4”.
Het waterschap Reest en Wieden heeft gereageerd met de opmerking dat het waterschap akkoord gaat met de voorgestelde waterparagraaf. Het betreft namelijk een kleine wijziging vanwege het oppervlak aan bijgebouwen en vanwege het beeldkwaliteitsplan.
Tevens heeft het waterschap Reest en Wieden aangegeven dat voor het totale plan (Noordwal-West; waar het onderhavige gedeelte deel van uitmaakt) reeds een vergunning is verleend en dat er overleg heeft plaatsgevonden tussen de gemeente Steenwijkerland en het waterschap over de technische invulling van het watersysteem. Het bestemmingsplan wordt hiermee als afgehandeld beschouwd in het kader van de watertoets. Wel wil het waterschap graag op de hoogte blijven van veranderingen in het watersysteem indien dit aan de orde komt. De reactie van het waterschap is als bijlage bij deze toelichting gevoegd.
De destijds opgestelde waterparagraaf geldt dus ook voor het onderhavige bestemmingsplan “Noordwal West, fase 3b en 4”. Hieronder volgt deze waterparagraaf.
De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De Watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. In dit kader worden dan ook alle relevante waterhuishoudkundige aspecten meegenomen in onderhavig plan. Hierbij kan worden gedacht aan veiligheid en wateroverlast, maar ook waterkwaliteit en verdroging.
Beschrijving plangebied en watersysteem
Onderhavig plangebied is gelegen in de kern Vollenhove, aan de westzijde van het woongebied Noordwal. De planologische basis is onder meer gelegen in het "Structuurplan voor de kernen van de gemeente Brederwiede", alsmede een partiële herziening van het structuurplan in 1990. Gezien de karakteristieke en historische structuur van Vollenhove ligt het voor de hand dat woningbouw aan de zuidkant van Vollenhove ontwikkeld wordt.
Het plangebied is nu in gebruik als landbouwgrond (grasland) en is ook als zodanig aangemerkt in het Waterbeheersplan van het waterschap. Het gebied wordt bemalen teneinde het waterniveau op peil te houden. Uitgangspunt is dat weinig tot geen verslechteringen optreden wat betreft de waterhuishouding. Het is dan ook de bedoeling dat zo min mogelijk afwenteling naar andere gebieden plaatsvindt. (aansluitend bij de trits vasthouden-bergen-afvoeren). Waar mogelijk zal het regenwater worden geïnfiltreerd in de (zand)grond. Diverse maatregelen leiden ertoe dat hieraan zoveel als mogelijk tegemoet wordt gekomen. Hierna volgend is per relevant waterthema ingegaan op de huidige situatie, de consequentie van de plannen op het watersysteem en de al dan niet te treffen (compenserende) maatregelen.
Veiligheid
Doelstelling voor onderhavig plangebied is het waarborgen van het veiligheidsniveau. Hiertoe dient voldoende capaciteit aanwezig te zijn voor berging van (regen)water. Doordat het gebied bemalen wordt dient de capaciteit - bij de realisatie van voorliggend plan - te worden verhoogd. In het kader van het bestemmingsplan “Noordwal-West” is reeds afgesproken dat het gehele plangebied met gemiddeld 60 centimeter opgehoogd wordt.
Wateroverlast
Doelstelling is het reduceren van wateroverlast en vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Het bestaande maaiveldhoogte binnen het plangebied is - 50 tot - 70 cm NAP. Het gewenste waterpeil is - 80 cm NAP. Bij de realisering van de eerste fase wordt het maaiveld (straathoogte) opgehoogd tot + 40 cm NAP.
Riolering
Doelstelling is het reduceren van de vuillast op het oppervlaktewater en het reduceren van regenwater naar het rwzi. In de eerste fase zal de riolering worden uitgevoerd als verbeterd gescheiden stelsel. In het toekomstige plangebied wordt ook een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd die aan het bestaande stelsel wordt gekoppeld. Door de pompovercapaciteit op 0 mm/h te stellen worden eventuele foute aansluitingen op het regenwaterriool alsnog naar de zuivering afgevoerd samen met het straatvuil. Door niet het installeren van een pompovercapaciteit zal jaarlijks maar een beperkte hoeveelheid regenwater naar de zuivering worden gestuurd en zal er geen piekafvoer ontstaan.
Zowel het regenwater als het afvalwater wordt in de wijk Noordwal-West afgevoerd door middel van een verbeterd gescheiden rioolstelsel.
Een verbeterd gescheiden stelsel is een aanpassing van het gescheiden stelsel. Er is een koppeling aangebracht tussen het regenwaterstelsel en het vuilwaterstelsel. Tijdens regenbuien wordt daardoor een groot gedeelte van de buien geheel of gedeeltelijk naar de zuivering afgevoerd. Onder droogweersomstandigheden vindt in beginsel alleen afvoer via het vuilwaterstelsel plaats. Het afvalwater afkomstig van woningen en bedrijven wordt volledig ingesloten en afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie. Zodra het gaat regenen wordt het eerste regenwater, de zogenaamde, 'first flush', via de koppelpunten afgevoerd naar het vuilwaterstelsel. Tijdens het begin van de bui mag namelijk worden verwacht dat het meeste vuil van de straat en het bezonken vuil in de riolering wordt opgewoeld. Het is de bedoeling dat dit relatief vuile regenwater naar de vuilwaterriolering is afgevoerd, voordat de stroomrichting in het regenwaterstelsel omkeert, in de richting van de overstorten. De belangrijkste eigenschap van een verbeterd gescheiden stelsel is dat in overstortwater in beginsel geen afvalwater is opgenomen en dat de eerste meest verontreinigde regen niet gaat overstorten, waardoor een veel lagere vuillast in het oppervlaktewater terechtkomt.
Watervoorziening
De voorgestane verandering in ruimtegebruik mag geen nadelige gevolgen hebben op de behoefte aan water (uitgangspunt is vastenhouden-bergen-afvoeren). Gezien de grondsamenstelling behoort regenwater infiltreren niet tot de mogelijkheden, zo is ook aangegeven door het waterschap.
In het kader van het bestemmingsplan “Noordwal-West” is afgesproken dat de gewenste waterberging wordt aangelegd, waarbij als eerste uitgangspunt 10% van het bruto oppervlak is gehanteerd. Het huidige plangebied is destijds reeds bij de berekeningen meegenomen, zodat er ten opzichte van het bestemmingsplan “Noordwal-West” geen extra waterberging hoeft te worden gecreëerd.
Volksgezondheid
In het kader van de volksgezondheid dient het risico inzake ziekten, plagen en verdrinking geminimaliseerd te worden. Het lozingspunt van de regenwaterriool wordt opgenomen in het beheersplan. Hierdoor zal periodiek worden gecontroleerd welke vervuiling optreedt bij het lozingspunt. Na voltooiing van het plan zal een controle worden uitgevoerd op foute aansluitingen van de riolering. Door rekening te houden met natuurvriendelijke oevers wordt verdrinkingsgevaar verkleind.
Bodemdaling
Bodemdaling dient voorkomen te worden. Binnen het plangebied ligt een 0,1 meter tot 0,90 meter dikke zandige veenlaag. Ter plaatse van de wegen wordt de veenlaag verwijderd. Verder zullen er geen verslechteringen optreden.
Grondwateroverlast
Grondwateroverlast dient zoveel mogelijk te worden tegengegaan. Langs de wegen wordt aan beide zijden drainage aangelegd.
Grondwaterkwaliteit
Doelstelling is het behoud en realisatie van een goede waterkwaliteit voor mens en natuur. De voorgestane functiewijzigingen betekent geen risico voor de achteruitgang van de kwaliteit of belemmering van drinkwater- of natuurfunctie. Het lozingspunt van het regenwaterriool zal worden gecontroleerd.
Onderhoud
In het plangebied is een watergang gesitueerd die in beheer is bij het waterschap. In het oorspronkelijke plan van 1991 was het de bedoeling om deze watergang te dempen. In het huidige plan is deze sloot opgenomen als waterberging. Het profiel van de sloot is zelfs met circa 4 meter verbreed.
Om planeconomische redenen is het niet mogelijk de 5 meter vrije beschermingszone aan de zijde van de woningen te garanderen. Het beheren en/of onderhouden van de sloot zal moeten geschieden vanaf de overzijde (of vanaf het water). De huidige schouw gebeurt vanaf beide zijden. In samenspraak met het waterschap zullen hierover nog verdere afspraken moeten worden gemaakt.
Duurzaam bouwen
Door de gemeente Steenwijk het convenant "De Duurzame Regio" gesloten met betrekking tot "duurzaam bouwen". In dit convenant zijn onder ander richtlijnen en randvoorwaarden opgenomen ten aanzien van een duurzame afvoer van water en het gebruik van minder milieubelastende materialen in de bouw. Bij het onderhavige plan zal door de gemeente gestreefd worden naar het voldoen aan relevante uitgangspunten van het convenant, waarbij het gebruik van niet uitlogende bouwmaterialen deel van uitmaakt.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande - de gestelde criteria/uitgangspunten en de beoordeling van de mogelijkheden en de te treffen maatregelen in het plangebied - wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan een duurzaam (stedelijk) waterbeheer. Ook zijn de voornoemde uitgangspunten besproken met het waterschap, zodat qua onderhoud en communicatie geen problemen zijn te verwachten.