Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1706.BPBG3003-VAST |
De voor "Maatschappelijk - Militaire zaken" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Binnen de bestemming zijn maximaal twee bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen toegestaan.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals legeringsgebouwen, werkplaatsen, magazijnen, kantines en technische installaties.
Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 40 m bedragen, met uitzondering van terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.3.2 onder d. teneinde een grotere goot- en/of bouwhoogte van gebouwen toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.3.3. teneinde een grotere bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde toe te staan ten behoeve van de bestemming, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.3.2teneinde de bestaande bebouwde oppervlakte te vergroten met maximaal 15 %, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Het is verboden op de ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden' gelegen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 12.6.4. opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 12.6.1. vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 12.6.1. bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige natuurwaarden. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.6.4. de toetsingscriteria weergegeven.
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | criteria voor de verlening van de aanlegvergunning |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en half verhardingen | de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; de verhardingen mogen geen blijvende aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden, tenzij natuurcompensatie plaatsvindt voor deze aantasting |
het verwijderen van houtopstanden | er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuurwaarden, tenzij natuurcompensatie plaatsvindt voor deze aantasting |