direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kleine Kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.3BPkleinekernen-VA01

Artikel 33 Algemene aanduidingsregels

33.1 aaneengebouwde woningen toegestaan

Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwde woningen toegestaan' geldt dat per aanduidingslocatie één rij van maximaal vier aaneengebouwde woningen is toegestaan.

33.2 afwijkende bebouwingsregeling

Ter plaatse van de aanduiding 'afwijkende bebouwingsregeling' geldt dat ter plaatse geen nieuwe gebouwen zijn toegestaan.

33.3 bed&breakfast

Ter plaatse van de aanduiding 'bed&breakfast' geldt dat tevens een bed&breakfast is toegestaan.

33.4 bedrijf toegestaan

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf toegestaan' geldt dat tevens bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de in bij deze regels opgenomen Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.

33.5 begraafplaats

Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' geldt dat ter plaatse uitsluitend een begraafplaats is toegestaan.

33.6 bouwbedrijf

Ter plaatse van de aanduiding 'bouwbedrijf' geldt dat tevens een bouwbedrijf is toegestaan.

33.7 cultuurhistorisch waardevol

Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol' geldt dat de desbetreffende gronden en/of gebouwen cultuurhistorisch waardevol zijn.

33.7.1 Verbod

Het is verboden is om ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol':

  • a. een bodemingreep uit te voeren of te laten uitvoeren;
  • b. cultuurhistorische waardevolle bebouwing te slopen of te laten slopen;

zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of voor het slopen, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.

33.7.2 Vergunningverlening

De vergunning als bedoeld in artikel 33.7.1 wordt verleend, indien is gebleken dat:

  • a. de bodemingreep geen directe of indirecte gevolgen heeft welke niet zal leiden tot een onevenredige verstoring van de cultuurhistorische waarden dan wel dat de verstoring ervan redelijk is in relatie tot het belang van de bodemingreep en de cultuurhistorische waarden daarbij voldoende is gewaarborgd;
  • b. ingeval van sloop de belangen van de cultuurhistorische waarde van de betrokken bebouwing niet afweegt tegen het belang van de sloop en/of het behoud van de cultuurhistorische waarde een dermate grote (financiële) inzet vraagt dat dat niet redelijk is in verhouding tot de karakteristieke waarde.
33.7.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

Een vergunning als bedoeld in artikel 33.7.1 wordt pas verleend nadat:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad in relatie tot de aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • b. de vergunning voorzien wordt van een ruimtelijke onderbouwing.
33.7.4 Afwijking

In afwijking van het hiervoor bepaalde is geen vergunning nodig voor bodemingrepen dan wel sloopwerkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. worden uitgevoerd binnen het bouwvlak voorzover het bodemingrepen betreft.
33.8 detailhandel

Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' geldt dat tevens detailhandel is toegestaan.

33.9 garagebedrijf met verkooppunt motorbrandstoffen (zonder LPG)

Ter plaatse van de aanduiding 'garagebedrijf met verkooppunt voor motorbrandstoffen (zonder lpg)' geldt dat tevens een garagebedrijf en een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg is toegestaan.

33.10 huisvesting buitenlandse werknemers

Ter plaatse van de aanduiding 'huisvesting buitenlandse werknemers' geldt dat een logiesgebouw ten behoeve van buitenlandse werknemers is toegestaan, indien:

  • a. de huisvesting geheel plaatsvindt binnen bestaande bebouwing, uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de huisvesting is niet toegestaan;
  • b. het aantal te huisvesten buitenlandse werknemers de capaciteit, waarvoor het gebouw van origine is ontworpen (mits overeenkomstig de geldende regelgeving), niet te boven gaat;
  • c. geen belemmeringen en/of overlast ontstaan of kunnen ontstaan voor omliggende functies.
33.11 kap verplicht

Ter plaatse van de aanduiding 'kap verplicht' geldt dat de hoofdgebouwen met een kap moeten worden uitgevoerd.

33.12 karakteristiek

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt dat de desbetreffende bebouwing karakteristiek is.

33.12.1 Verbod

Het is verboden is om ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de desbetreffende bebouwing te slopen of te laten slopen, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van burgemeester en wethouders, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.

33.12.2 Vergunningverlening

De vergunning als bedoeld in artikel 33.12.1 wordt verleend, indien is gebleken dat de belangen van de karakteristieke waarde van de betrokken bebouwing niet afweegt tegen het belang van de sloop en / of het behoud van de karakteristieke waarde een dermate grote (financiële) inzet vraagt dat dat niet redelijk is in verhouding tot de karakteristieke waarde.

33.12.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

Een vergunning als bedoeld in artikel 33.12.1 wordt pas verleend nadat:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad in relatie tot de karakteristieke waarden;
  • b. de vergunning voorzien wordt van een ruimtelijke onderbouwing.
33.12.4 Afwijking

In afwijking van het hiervoor bepaalde is geen vergunning nodig voor sloopwerkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
33.13 milieuzone - agrarisch gebied

Binnen de aanduiding 'milieuzone - agrarisch gebied' wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een gemengde plattelandseconomie.

33.14 milieuzone - beekherstel
33.14.1 Omschrijving

Binnen de aanduiding 'milieuzone - beekherstel' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.

33.14.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het aanbrengen van niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
  • 2. het ophogen van gronden.
  • b. Vergunningverlening

De vergunning als bedoeld in artikel 33.14.2.a. wordt verleend als is gebleken dat door het werk of de werkzaamheden dit gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.

  • c. Voorwaarden voor vergunningverlening

Het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 33.14.2.a. kan slechts mits:

  • 1. de regels uit de desbetreffende bestemming in acht worden genomen;
  • 2. advies is verkregen van de waterbeheerder van de betreffende gronden;
  • 3. de volgende bepalingen in acht worden genomen:
    • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
    • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
    • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke onderbouwing.

33.15 milieuzone - reserveringsgebied waterberging

Binnen de aanduiding 'milieuzone - reserveringsgebied waterberging' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.

33.16 nutsvoorziening

Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt in afwijking van de bestemmingsregels dat de gronden ter plaatse uitsluitend zijn bestemd voor nutsvoorzieningen zoals transformatorhuisjes, reduceerstations en telefooncentrales.

33.17 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor een extensiveringsgebied als bedoeld in de Reconstructiewet concentratiegebieden en de daarop gestoelde regels en plannen.

33.18 religie

Ter plaatse van de aanduiding 'religie' geldt dat uitsluitend een religieuze instelling is toegestaan.

33.19 Rijksmonument

Ter plaatse van de aanduiding 'Rijksmonument' geldt dat in verband met de aanwezigheid van een Rijksmonument de desbetreffende gronden en/of gebouwen tevens monumentale waarden hebben.

33.20 sportvelden

Ter plaatse van de aanduiding 'sportvelden' geldt dat tevens sportvelden ten behoeve van de buitensport zijn toegestaan.

33.21 uitsluitend bijgebouwen toegestaan

Ter plaatse van de aanduiding 'uitsluitend bijgebouwen toegestaan' geldt dat geen hoofdgebouwen mogen worden opgericht.

33.22 veiligheidszone - bedrijven

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.

33.23 vrijwaringszone - molenbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden tevens bestemd voor het beschermen van de molen :

  • a. de functie als werktuig van de standerdmolen 'De Korenbloem';
  • b. de waarde van de de onder a. genoemde molen als landschapsbepalend element.
33.23.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende regels:

  • a. binnen een straal van 100 m1, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht, hoger dan het onderste punt van de verticale staande wiek van de molen;
  • b. binnen een straal van 100 tot 400 m1, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht met een grotere hoogte dan 1/30 van de afstand, gemeten tussen de bebouwing en het onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen.
33.23.2 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.23.1, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen over de vraag of het bouwplan ter plaatse aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.

33.23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, hoger dan 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen:

  • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
  • 2. het ophogen van gronden;
  • 3. het planten van bomen, heesters en andere opgaande beplanting
  • b. Uitzonderingen

Het bepaalde onder 33.23.3.a. is niet van toepassing op:

  • 1. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • 2. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
  • c. Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in 33.23.3.a. wordt slechts verleend, mits:

  • 1. daardoor de functie van de molen als werktuig en de waarde als landschapsbepalend element niet onevenredig worden geschaad;
  • 2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen over de vraag of verlening van de omgevingsvergunning aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.

33.24 water

Ter plaatse van de aanduiding 'water' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor een ondergrondse watergang met bijbehorende beschermingszone van 8 m aan weerszijden van de watergang.

33.24.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'water' is het oprichten van gebouwen niet toegestaan.

33.24.2 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 33.24.1, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de ondergrondse watergang over de vraag of het bouwplan ter plaatse aanvaardbaar is in verband met de belangen van de watergang.

33.24.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bodemingreep uit te voeren of te laten uitvoeren.

b Uitzonderingen

Het bepaalde onder 33.24.3.a. is niet van toepassing op:

  • 1. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • 2. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.

c Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in 33.24.3.a. wordt slechts verleend, mits:

  • 1. daardoor de belangen van de ondergrondse watergang niet onevenredig worden geschaad;
  • 2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de ondergrondse watergang over de vraag of verlening van de omgevingsvergunning aanvaardbaar is in verband met de belangen van de watergang.

33.25 wro-zone - ontheffingsgebied 1

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied 1' afwijken van de regels ten behoeve van het realiseren van een gastenverblijf, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden;

  • a. het betreft een gastenverblijf voor maximaal 8 personen;
  • b. parkeren geschiedt op eigen terrein en er worden tenminste 4 parkeerplaatsen gerealiseerd;
  • c. het gastenverblijf wordt niet gebruik voor permanente bewoning;
  • d. waarden en belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • e. er ontstaan of kunnen ontstaan geen onevenredig nadelige gevolgen voor omliggende bedrijven.

33.26 zware horeca

Ter plaatse van de aanduiding 'zware horeca' geldt dat tevens zware horeca is toegestaan.