direct naar inhoud van Artikel 37: Recreatie - 3
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1701.0000BP000000000509-0010

Artikel 37: Recreatie - 3

37.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatiewoningen, inclusief aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen, voor de bedrijfsmatige exploitatie;
  • b. vrijstaande bijgebouwen bij recreatiewoningen;
  • c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van beheer en dienstverlening, horeca en onderhoud;
  • d. een bedrijfswoning, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten ten behoeve van beheer en dienstverlening, en ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • e. standplaatsen voor kampeermiddelen, waaronder stacaravans, en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;
  • f. bergingen bij stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;
  • g. trekkershutten en tenthuisjes;
  • h. een groepsaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie”;
  • i. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van karakteristieke bijgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • j. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. sport- en speelterreinen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. beplanting en bebossing;
  • o. wegen en paden;
  • p. sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • q. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
37.2. Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

37.2.1. Bouwwerken in lid 37.1 onder a

Voor het bouwen van de in lid 37.1 onder a genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van een recreatiewoning, de aan- of uitbouwen, de aangebouwde bijgebouwen of de aangebouwde overkappingen zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van een recreatiewoning, de aan- of uitbouwen, de aangebouwde bijgebouwen of de aangebouwde overkappingen, zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de dakhelling van een recreatiewoning, de aan- of uitbouwen, de aangebouwde bijgebouwen of de aangebouwde overkappingen, zal ten hoogste 60º bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een recreatiewoning, de aan- of uitbouwen, de aangebouwde bijgebouwen of de aangebouwde overkappingen, zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
  • e. de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • f. het maximum aantal recreatiewoningen zal ten hoogste het bestaande aantal bedragen, tenzij:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "recreatiewoning", in welk geval per aanduiding ten hoogste één recreatiewoning zal worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal recreatiewoningen", in welk geval het maximum aantal recreatiewoningen ten hoogste het binnen het bestemmingsvlak op de verbeelding aangegeven aantal zal bedragen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding uitgesloten - gebouwen" geen recreatiewoningen en overige gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
37.2.2. Vrijstaande bijgebouwen

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen bij recreatiewoningen gelden de volgende regels:

  • a. per recreatiewoning zal ten hoogste één vrijstaand bijgebouw worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 10,00 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
37.2.3. Bouwwerken in lid 37.1 onder c

Voor het bouwen van de in lid 37.1 onder c genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • b. de goothoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de dakhelling van de gebouwen of overkappingen, zal ten hoogste 60º bedragen.
37.2.4. Bouwwerken in lid 37.1 onder d

Voor het bouwen van de in lid 37.1 onder d genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het aantal bedrijfswoningen zal per aangeduid gebied ten hoogste één bedragen;
  • b. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
  • c. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • d. de maatvoering van een bouwwerk zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw   Maximale oppervlakte   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Hoogte in m  
  per gebouw   gezamenlijk   max.   min.   max.   max.  
Bedrijfswoning   150 m²   -   3,50   25   60   9,00  
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   -   100 m²   3,00   -   60   -  

37.2.5. Stacaravans

Voor het plaatsen van stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een stacaravan of een naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomen zal ten hoogste 70 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een stacaravan of een naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomen zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • c. de onderlinge afstand tussen stacaravans of naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens zal ten minste 3,00 m bedragen.
37.2.6. Bergingen bij stacaravans

Voor het bouwen van bergingen bij stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens gelden de volgende regels:

  • a. per stacaravan of een naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomen zal ten hoogste één berging worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van een berging zal ten hoogste 6,00 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een berging zal ten hoogste 2,50 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een berging zal ten hoogste 25º bedragen.
37.2.7. Trekkershutten en tenthuisjes

Voor het plaatsen van trekkershutten en tenthuisjes gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een trekkershut of een tenthuisje zal ten hoogste 40 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een trekkershut of een tenthuisje zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
37.2.8. Groepsaccommodaties

Voor het bouwen van groepsaccommodaties gelden de volgende regels:

  • a. het aantal groepsaccommodaties zal per aangeduid gebied ten hoogste één bedragen;
  • b. de oppervlakte van een groepsaccommodatie zal ten hoogste 350 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • e. de dakhelling van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 60º bedragen.
37.2.9. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
37.3. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 37.2.1 onder a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van een recreatiewoning, inclusief de aan- of uitbouwen, de aangebouwde bijgebouwen en de aangebouwde overkappingen wordt vergroot tot ten hoogste 125 m², mits:
    • 1. deze vergunning uitsluitend wordt verleend ten behoeve van het geschikt maken van een recreatiewoning voor gebruik door gehandicapten en/of ouderen die slecht ter been zijn;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld;

  • b. het bepaalde in lid 37.2.1 onder e in die zin dat recreatiewoningen geschakeld worden gebouwd ten behoeve van de bouw van een groepsonderkomen, mits:
    • 1. er ten hoogste vijf recreatiewoningen aaneen worden gebouwd;
    • 2. het recreatiewoningenterrein in overwegende mate ingericht blijft met vrijstaande, individuele recreatiewoningen;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
37.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen en kampeermiddelen, met uitzondering van bedrijfswoningen, voor permanente bewoning;
  • b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:
    • 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van de bedrijfswoning, de aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 100 m²;
    • 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
  • c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  • e. het gebruik van een bedrijfswoning voor kinderopvang waarbij meer dan zes kinderen, inclusief de eigen kinderen, worden opgevangen;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een zorgfunctie;
  • g. het gebruik van een bedrijfswoning, inclusief de aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van bed and breakfast;
  • h. het gebruik van de gronden en bouwwerken anders dan ten behoeve van een bedrijfsmatige exploitatie;
  • i. het verwijderen van terreinafschermende beplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud.
37.5. Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 37.4 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor recreatieappartementen ten behoeve van recreatieve bewoning in karakteristieke bijgebouwen, mits:
    • 1. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 2. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte die bij een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 250 m² bedraagt;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  • b. het bepaalde in lid 37.4 onder e in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor kinderopvang voor meer dan zes kinderen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, zal bedragen;
    • 2. de kinderopvang plaatsvindt binnen de bedrijfswoning, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw;
    • 3. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 5. de gezamenlijke oppervlakte die bij een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 250 m² bedraagt;
    • 6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  • c. het bepaalde in lid 37.4 onder f in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt ten behoeve van een zorgfunctie, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, zal bedragen;
    • 2. de zorgfunctie plaatsvindt binnen de bedrijfswoning, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw;
    • 3. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 5. de gezamenlijke oppervlakte die bij een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 250 m² bedraagt;
    • 6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  • d. het bepaalde in lid 37.4 onder g in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning in de vorm van bed and breakfast, mits:
    • 1. de logiesverstrekking plaatsvindt binnen de bedrijfswoning, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur);
    • 2. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, zal bedragen;
    • 3. er maximaal drie kamers met in totaal 10 slaapplaatsen gerealiseerd worden;
    • 4. er geen keukenblok in de kamers wordt gemaakt;
    • 5. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 6. de gezamenlijke oppervlakte die bij een bedrijfswoning wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 250 m² bedraagt;
    • 7. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

  • e. het bepaalde in lid 37.4 onder i in die zin dat terrein afschermende beplanting wordt verwijderd, mits:
    • 1. de verwijdering uitsluitend noodzakelijk is ten behoeve van de realisatie van een goede ontsluiting van het recreatiewoningenterrein;
    • 2. de verwijdering incidenteel plaats heeft en geen onevenredige afbreuk doet aan de afschermende werking van de beplanting van het recreatiewoningenterrein ten opzichte van het omringende landschap;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
37.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
37.6.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het (gedeeltelijk) verwijderen van karakteristieke bijgebouwen.
37.6.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 37.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
37.6.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:

  • a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is;
  • b. het delen van een pand of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door verwijderen daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.
37.7. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • het aantal recreatiewoningen wordt vergroot, mits:
    • 1. voldaan wordt aan de bouwregels in lid 37.2 met betrekking tot de bouw van recreatiewoningen;
    • 2. het maximum aantal recreatiewoningen op de verbeelding wordt aangegeven;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.