direct naar inhoud van 6.6 Water
Plan: Kernen Ankeveen, Kortenhoef en Nieuw-Loosdrecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BPkernenAKNL2012-oh01

6.6 Water

Waterbeheer en watertoets

Vanaf 1 november 2003 is de watertoets van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De watertoets heeft als doel het voorkomen dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

In het plangebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Waternet neemt daarbij de uitvoering van het waterbeheer voor zijn rekening. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Wijdemeren. In het kader van de watertoets wordt over dit bestemmingsplan overleg gevoerd met de waterbeheerder.

Beleid

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Waterschap nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Bestuursakkoord Water (BW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) haar drie hoofdtaken zorg voor veiligheid achter de dijken, zorg voor voldoende water en zorg voor schoon water. Daarnaast voert AGV in zijn beheersgebied taken uit die de waterschappen aanduiden als maatschappelijke neventaken. Voor AGV zijn dat vaarweg- en nautisch beheer, faciliteren van het recreatief medegebruik van wateren en dijken, zorg voor natuurwaarden en bevordering van cultuurhistorische, landschappelijke, en architectonische waarden. De beleidsvoorbereidende, uitvoerende en administratieve taken heeft AGV opgedragen aan de stichting Waternet. Dit waterbeheerplan gaat over de waterschapstaken van AGV, waarbij AGV wel steeds het oog houdt op de samenhang van deze taken met het geheel van waterketen- en watersysteemtaken, ofwel de watercyclus. Tevens geeft dit waterbeheerplan uitvoering aan de opgaven vanuit de KRW en vanuit het Nationaal Bestuurakkoord Water (NBW-actueel).

In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening uit 2003 van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van een compensatie-eis van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. In hooggelegen infiltratiegebieden geldt geen verplichting tot de aanleg van open water als compensatie voor de toename van verhard oppervlak. In plaats daarvan dient de initiatiefnemer voldoende tijdelijk bergend oppervlak te creëren en daarnaast voorzieningen waarmee schoon regenwater in de ondergrond kan infiltreren. Verder is op dit moment het Handboek Hemelwater van toepassing.

Huidige situatie water

Ankeveen

Ankeveen is gelegen in het Vechtplassengebied dat bestaat uit zettingsgevoelige veengronden, de omgeving kenmerkt zich door de aanwezigheid van veel open water. Het plangebied heeft een maaiveldhoogte van circa NAP -0,3 m en beslaat de bebouwde kom van de kern Ankeveen. De kern is gelegen in een inzijgingsgebied (0,25 tot 1 mm/dag). Voor een deel wordt de wegzijging veroorzaakt door de droogmakerij de Horstermeerpolder, ten zuiden van de kern. Ankeveen is hoofdzakelijk voorzien van een gemengd rioolstelsel, waarbij het afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Horstermeer. In een klein gedeelte van de kern Ankeveen is het hemelwater afgekoppeld van het rioolstelsel. Overigens zijn het Hollands End en het Stichts End voorzien van een drukriool.

De maaiveldhoogte ten oosten van Ankeveen ligt op circa NAP -0,7 m, ten westen is de maaiveldhoogte circa NAP -1,0 m. Aan de westzijde van de kern liggen de Ankeveensche Plassen, waar een streefpeil wordt gehandhaafd van NAP -1,3 m. Dwars door Ankeveen loopt de Stichtse Kade die dienst doet als polderkade (peilscheiding). Ten behoeve van deze waterkering geldt een beschermingszone van 15 m aan weerszijden van de as van de Stichtse Kade.

De Stichtse Kade is tevens de scheiding tussen de Vechtboezem (aan de zuidkant) en de 's-Gravelandsevaartboezem (aan de noordkant). Ten noorden van de Stichtse Kade loopt in noordwaartse richting door Ankeveen een hoofdwatergang die afwatert op het boezemwater van de 's-Gravelandse vaart. Ten zuiden van de Stichtse Kade ligt de kern in de Vechtboezem en loopt de hoofdwatergang aan de oostkant van de kern in zuidwaartse richting. Aan de noordkant van de Stichtse Kade ligt de "Hollands Ankeveense polder' met een zomerpeil van NAP -1,31 m en een winterpeil van NAP -1,33 m. Ten zuiden van de Stichtse Kade ligt de "Stichts Ankeveense polder" met een zomerpeil van NAP -1,36 m en een winterpeil van NAP -1,38 m. Aan de noordkant van Ankeveen ligt de 's-Gravelandse vaart langs de Loodijk, deze functioneert als boezemkering/ringdijk. Er geldt geen wateropgave voor de beide polders waarin het plangebied ligt.

De chemische oppervlaktewaterkwaliteit in het Vechtplassengebied is als redelijk tot goed te kwalificeren, het is echter niet altijd voldoende voor een goede ecologische waterkwaliteit. Binnen de structuurvisie Noord-Holland is de realisatie van de Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) opgenomen. Ook is aan de omgeving van Ankeveen de functie natuur toegekend, waarin ook een ecologisch herstelproject wordt uitgevoerd met de nadruk op verdrogingsbestrijding

Kortenhoef

Kortenhoef ligt op de overgang tussen de hoger gelegen zandgronden van 't Gooi oostelijk van Kortenhoef en de polders in het veenweidegebied ten westen van de kern. De maaiveldhoogte ten oosten van Kortenhoef ligt op circa NAP +0,6 m. Ten westen van de wegen de Kwakel en Kortenhoefsedijk ligt het maaiveld met circa NAP -0,8 m lager. De kern zelf ligt op ongeveer NAP 0 m.

Kortenhoef ligt op voormalige veengrond. Het gebied vormt een onderdeel van het Noordelijke Vechtplassengebied. Het Noordelijke Vechtplassengebied is een verdroogd gebied, waarvoor het hoogheemraadschap ecologisch herstel nastreeft.

Volgens het Provinciale Waterplan 2006-2010 ligt er geen Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) binnen of direct nabij het plangebied. Wel ligt westelijk van Kortehoef een regionale "robuuste verbinding" vanuit de Kortenhoefse Plassen richting Markermeer. Ook is de directe omgeving van de kern aangeduid als "grote natuurgebieden". Deze robuuste verbinding behoeft nog nadere uitwerking en afbakening binnen de planperiode.

Waterhuishoudkundig maakt Kortenhoef deel uit van de Kortenhoefse Plassen. Het plangebied bestaat uit meerdere peilgebieden. De noordelijke helft (ten noorden van de Kerklaan) heeft een polderpeil van NAP -1,10 m. De zuidelijke helft ligt in het agrarisch peilgebied van NAP -1,22 m. Het gebied aan de westkant van de kern Kortenhoef ligt langs de Kwakel en de Kortenhoefsedijk een sloot die als hoofdwatergang fungeert. De hoofdwateringsrichting is gericht naar het zuidwesten.

Langs de Kwakel, de Kerklaan, de Koninginneweg en de Emmaweg liggen polderkaden. Deze polderkaden en beide naastgelegen beschermingszones (zowel binnen- als buitendijks) zijn op de plankaart bestemd tot Primair waterkeringsdoeleinden conform de informatie van de waterbeheerder.

De kern Kortenhoef is voorzien van een gemengd rioleringsstelsel, waarbij de riolering is aangesloten op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Horstermeer. De oppervlaktewaterkwaliteit is in dit gebied over het algemeen, en met name wat betreft eutrofiëring (stikstof en fosfaatgehalten) redelijk (Waterbeheersplan 2000-2004). Ten aanzien van diffuse verontreiningen (bijv. PAK's) en zware metalen (met name kwik), is de waterkwaliteit matig. Hiervoor zijn meerdere oorzaken, waaronder het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest in groenvoorzieningen, afspoeling van wegen en het optreden van riooloverstorten bij hevige neerslag. Daarnaast kunnen oorzaken liggen in de inrichting van waterstructuur en oevers, en in het beheer en onderhoud.

Nieuw-Loosdrecht

Nieuw-Loosdrecht ligt eveneens op de overgang tussen de oostelijk hoger gelegen zandgronden van 't Gooi (ten oosten van plangebied NAP +1,3 m) en de polders in het veenweidegebied westelijk van Nieuw-Loosdrecht (NAP -0,5 m). Waterhuishoudkundig betekent dat een overgangsgebied tussen infiltratie en kwel. In het plangebied treedt lichte kwel op vanuit de Gooise stuwwal en watert af in westelijke richting naar het hoofdwatersysteem van de Drecht en de Loosdrechtse Plassen. Vanuit het plassengebied wordt het water uitgeslagen op de boezem de Vecht.

In het plangebied is relatief weinig open water en er liggen geen hoofdwatergangen. In het landgoed Eikenrode is open water aanwezig in de vorm van een aantal vijvers en een watergang aan de oost- en noordrand van het landgoed die als functie de afvoer van hemelwater heeft. Aan de zuidrand van het plangebied ligt een bredere watergang, die onderdeel uitmaakt van het waaiervormige slotenpatroon.

Grondwaterbeschermingsgebied

Een gedeelte van de kern Nieuw-Loosdrecht is aangewezen als milieubeschermingsgebied voor grondwater. Dit gebied bestaat uit het feitelijke waterwingebied en de daaromheen liggende grondwaterbeschermings- en boringsvrije gebieden. Deze gebieden zijn aangewezen ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning. Ten aanzien van het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied, gelden zowel voor bestaande als mogelijk nieuwe (bedrijfs)activiteiten sterke beperkingen ter voorkoming van grondwaterverontreiniging. In het waterwingebied zijn helemaal geen nieuwe functies toegestaan. In het bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van deze functies ten aanzien van het waterwingebied uitgesloten. In de boringsvrije zone gelden slechts beperkingen voor bestaande en nieuwe functies in het gebied.

Duurzaam stedelijk waterbeheer in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen

Het bestemmingsplan is overwegend consoliderend. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Verder is het van belang de uitgangspunten van duurzaam stedelijk waterbeheer, zoals geformuleerd door Waterschap Amstel, Gooi en Vecht daar waar mogelijk toe te passen. De speerpunten zijn het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewateren, het minimaliseren van wateroverlast met het oog op klimaatverandering en het optimaliseren van de afvalwaterketen.

Indien in de toekomst het verhard oppervlak in het plangebied toeneemt, dient hiervoor gecompenseerd te worden in de vorm van nieuw open water. De compensatieopgave bedraagt in dat geval ten minste 10% van de toename aan verhard oppervlak.

Waar mogelijke kan de afvalketen kosteneffectief worden verbeterd door het afkoppelen van verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Voor nieuwbouw is dit verplicht.

Daarnaast is het mogelijk schoon hemelwater langer vast te houden voor hergebruik door het op te vangen. Mocht er open water gedempt worden, dan dient dit één op één gecompenseerd te worden, zowel qua oppervlak als diepte.

In het algemeen streeft het Waterschap naar meer natuurvriendelijke oevers. Natuurvriendelijke oevers verbeteren het zelfreinigend vermogen en verhogen de ecologische potenties van het water.

Het gebruik van uitlogende materialen beïnvloedt de kwaliteit van regen- en oppervlaktewater negatief en dient voorkomen te worden (gedurende zowel de bouw- en gebruiksfase alsmede de inrichting van de openbare ruimte). Emissies naar het oppervlaktewater van PAK (teer- en bitumeuze materialen, verduurzaamd hout), lood, zink en koper (via regenwaterafvoer) moeten worden tegengegaan.

Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het waterschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder toestemming van het waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat' toebedeeld gekregen.

Overigens gelden restricties voor (bouw)werkzaamheden in de kern- of beschermingszone van de waterkering. Hiervoor dient dan ook een Keurontheffing te worden aangevraagd bij het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht.