Plan: | Kernen Ankeveen, Kortenhoef en Nieuw-Loosdrecht |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1696.BPkernenAKNL2012-oh01 |
Ankeveen
De eerste vermelding van de naam Ankeveen dateert uit 953. De parochie Ankeveen behoort dan onder de moederkerk, de "matrix Ekklèsia", van het Aartsbisdom Utrecht. De toenmalige koning Otto I van Duitsland gaf de moerasgebieden ter ontginning aan de bisschop van Utrecht.
Net als Kortenhoef is ook Ankeveen ontstaan als onderdeel van de Grote Ontginning, rond 1100, toen grote delen van het West-Nederlandse veengebied werden ontwaterd. Tot de 16e eeuw steunde de Ankeveense economie vooral op de agrarische sector (veehouderij). Daarna veranderde dit als gevolg van de enorm gestegen vraag naar turf. Turf was in de veengebieden van Ankeveen en Kortenhoef in ruime mate voorradig.
Zo ontstond in de periode tot ongeveer 1800 het nu karakteristieke, uitgestrekte plassengebied. De keerzijde hiervan was echter dat Ankeveen in de loop van de tijd sterk verarmde.
Door het akkoord van 1722 tussen de ingelanden en Maria Elisabeth de Walé, Vrouwe van Ankeveen, waarin de tweede geld schenkt voor de bouw van kerken en huizen voor arme burgers, boeren en turfstekers, wordt het dorp voor verval behoed. In 1759 bestaat Ankeveen uit ongeveer 96 woningen. Elke woning biedt plaats aan zo'n twee à drie gezinnen, zodat het aantal inwoners in die tijd op minstens 800 wordt geschat (bron: Historische Kring Ankeveen, 's-Graveland, Kortenhoef In de Gloriosa).
Stichts End
In de naamgeving van de hoofdstraat door het dorp valt op te maken dat het dorp op de grens lag van Utrecht (het Sticht) en Holland. Dit was tot 1966 het geval, het jaar dat Ankeveen opging in de toenmalige gemeente 's-Graveland. Het voormalige raadhuis, bekend onder de naam Rechthuis, markeert de toenmalige gemeentegrens en de grens tussen Holland en Utrecht. Het gedeelte van de hoofdstraat dat ten zuiden van het Rechthuis is gelegen heet Stichts End. Ten noorden daarvan gaat deze over in het Hollands End (bron: www.wikipedia.org).
Kortenhoef
De geschiedenis van Kortenhoef gaat meer dan duizend jaar terug. Het dorp is voortgekomen uit de dorpen die rond het meer van de Bisschop van Utrecht lagen: Ankeveen, Nederhorst en Kortenhoef. De grenzen van toen bestaan nog in de Raden zoals de Kromme Rade, de
's-Gravelandsevaart en de Stichtse Kade. In de 12e eeuw droeg de kern Kortenhoef de naam Curtevenne. De kern van het dorp lag destijds ter hoogte van het kerkje aan de Kortenhoefsedijk.
In de loop van de tijd groeit het dorp. Eerst langs de belangrijkste linten van het dorp (de Kerklaan, de Kortenhoefsedijk en de Rade tegen de kern 's-Graveland. Later, in de jaren '30 van de 20e eeuw wordt de Oranjebuurt tot ontwikkeling gebracht. In de jaren '50 ontstaat de wijk Munniksveen en in de jaren '60 en '70 worden de wijken Groenhoven en De Gaard gebouwd.
Vanaf de jaren '90 is de woonwijk Zuidsingel aan de zuidrand van de kern gerealiseerd. Deze wijk nadert zijn afronding met de bouw van Zuidsingel fasen 7 en 8.
Nieuw-Loosdrecht
Nieuw-Loosdrecht is ontgonnen vanuit de Drecht. In het westen is sprake van een zogenaamde veerverkaveling, een percelering waarbij de afwateringssloten enigszins schuin ten opzichte van de ontginningsbasis staan. In het oosten heeft de verkaveling de vorm van een waaier rondom de oorsprong van de Drecht. Dit deel wordt de Ster genoemd. De ontginning heeft in eerste instantie plaatsgevonden in zuidelijke richting, tot aan de nu niet meer bestaande Oude Dijk en later in het gehele gebied tussen de Drecht en de Nieuwe Dijk (nu Oud-Loosdrechtse- en Nieuw-Loosdrechtsedijk genaamd). Tot slot zijn ook de gronden buiten de Nieuwe Dijk ontgonnen, waarbij de Rading, die min of meer evenwijdig aan de Nieuwe Dijk loopt, als grens diende. Het verkavelingpatroon is in dit gebied een voortzetting van de veerverkaveling en de waaierverkaveling (zie figuur 3).
De kern Nieuw-Loosdrecht is ontstaan als lintbebouwing langs de "Nieuwe Dijk". Deze dijk loopt vanuit het westen langs het recreatiecentrum Mijnden, gaat vervolgens met een lus door de gemeente en verlaat tenslotte de gemeente aan de zuidzijde bij Breukeleveen. Deze dijk bestaat achtereenvolgens uit de Bloklaan, de Veendijk, de Oud-Loosdrechtsedijk, de Nieuw-Loosdrechtsedijk, 't Breukeleveense Meentje en de Herenweg.
Vanaf ongeveer 1890 is er lintbebouwing langs de Nootweg, dwars op de Nieuw-Loosdrechtsedijk, ontstaan. Na de Tweede Wereldoorlog heeft het dorp zich sterk uitgebreid. Vrijwel het gehele gebied tussen de Molenmeent, de Rading, de Algemene Begraafplaats en de Nieuw-Loosdrechtsedijk is nu bebouwd. Deze bebouwing heeft in eerste instantie plaatsgevonden rondom de Nootweg, vervolgens in het noordelijk deel van de kern en tot slot is het zuidelijk deel bebouwd.