direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf (met gebruikmaking van standaard SvB)
Plan: Kernen Ankeveen, Kortenhoef en Nieuw-Loosdrecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BPkernenAKNL2012-oh01

Artikel 4 Bedrijf (met gebruikmaking van standaard SvB)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1': bedrijven tot en met categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 11 en 13': tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste de voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten:

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   17.4/17.5   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 2   50.1/50.2   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 3   15.3   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 4     3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 5   6321   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 6   51.53   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 7   51.55   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 8   26.81/17.4/17.5   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 9   36.1   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 10   45.3/29   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 11   29   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 13   29   3.1  

  • f. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 12': tevens de volgende bedrijfsactiviteiten: vervaardiging van aroma's, geur- en smaakstoffen, farmaceutische grondstoffen en farmaceutische producten uit ten hoogste categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten:
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': uitsluitend een gemaal;
  • i. ter plaaste van de aanduiding 'nutsvoorziening': tevens voor nutsvoorzieningen behorende tot categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': tevens ten behoeve van het verenigingsleven;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende andere detailhandel en een autowasstraat;
  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. indien geen maatvoeringaanduiding voor de bouwhoogte is aangegeven, bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 9 m;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • f. van de naar het openbaar gebied gekeerde gevel dient ten minste 2/3 deel op een afstand van 5 m tot de perceelsgrens te worden gebouwd en dient het overige deel teruggelegd te worden gebouwd;
  • g. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bedraagt ten hoogste het aantal woningen dat met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven, indien geen aantal is aangegeven mag er ten hoogste één bedrijfswoning gebouwd worden;
  • h. de oppervlakte van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 120 m²;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de regels uit artikel 27.3 en 27.4 van toepassing.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van antenneinstallaties, niet zijnde schotelantennes bedraagt ten hoogste 5 m;
  • c. de bouwhoogte voor vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast bedraagt ten hoogste 15 m;
  • d. de bouwhoogte van schotelantennes bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

4.3.1 Algemeen
  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg' en 'verkooppunt voor motorbrandstoffen,met lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m²;
  • g. het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan;

4.3.2 Aan-huis-verbonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

In een woning zijn een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de aan-huis-verbonden beroeps- of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin dat de woonfunctie de primaire functie dient te blijven. Dit betekent dat niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mag worden gebruikt;
  • b. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie. Dit betekent dat in geval van bedrijfsactiviteiten uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in categorie A en B1 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • c. de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
  • d. de activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen;
  • e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.4.2 Afwijken tbv mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.3.1 sub h en het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte toestaan, met inachtneming van het volgende:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. een vloeroppervlak van ten hoogste 75 m² van de op grond van de bouwregels toegestane bijgebouwen mag worden gebruikt als afhankelijke woonruimte;
  • d. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Zodra de onder sub a bedoelde noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, kan het bevoegd gezag de vergunning intrekken.