Artikel 27 Algemene bouwregels
27.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
-
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
-
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
-
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
27.2 Bestaande maten
-
a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
-
1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
-
2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
-
b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
-
c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
27.3 Beeldbepalende bebouwing
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt in aanvulling op dan wel in afwijkiing van de bouwregels het volgende:
-
a. verandering van de bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhouding en verandering van de dakvorm en dakhelling uitsluitend is toegestaan indien de verandering niet zichtbaar is vanaf de openbare weg;
-
b. de bestaande nokrichting behouden dient te blijven.
27.4 Afwijken van de algemene bouwregels
Bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.3 teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het beeldbepalende karakter van het individuele pand en de gevelwand als geheel en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de welstandscommissie.