direct naar inhoud van 5.4 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Oppad 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1696.BP1600oppad22012-va00

5.4 Cultuurhistorie en archeologie

5.4.1 Algemeen

De bescherming van het archeologische erfgoed in de bodem en de inbedding ervan in de ruimtelijke ontwikkeling is het onderwerp van het Europese Verdrag van Valetta (Malta). In 1992 ondertekenden twintig Europese staten, waaronder Nederland, dit verdrag. De belangrijkste uitgangspunten van het verdrag zijn:

  • archeologische waarden dienen zoveel mogelijk (in situ) in de bodem bewaard te blijven en beheermaatregelen dienen genomen te worden om dit te bewerkstelligen;
  • vroeg in de ruimtelijke ordening dient al rekening gehouden te worden met archeologie;
  • bodemverstoorders betalen het archeologisch (voor)onderzoek en mogelijke opgravingen wanneer behoud in situ niet mogelijk is.

Het verdrag werd in 1998 door een goedkeuringswet bekrachtigd en op 1 september 2007 in de Wet op de archeologische monumentenzorg vertaald in nieuwe wetgeving. De wet regelt in aansluiting op het Europese verdrag de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, onder andere door inpassing van de belangen van archeologie in de ruimtelijke ordening.

Het plangebied ligt in een gebied waar een gemeentelijk archeologisch beleid is vastgesteld. Op grond van dit beleid valt het plangebied in de zone ‘categorie 3’, historische kernen.

Om in deze zone bij bodemingrepen groter dan 100 m2 en dieper dan 35 centimeter een omgevingsvergunning te kunnen verkrijgen, dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces is archeologisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn beschreven in het rapport 'Oppad 2 te Oud-Loosdrecht, gemeente Wijdemeren, Een Bureauonderzoek, ADC ArcheoProjecten, 25 juni 2012'

5.4.2 Situatie plangebied

Beschrijving van de aardwetenschappelijke waarden

De regio rond het plangebied is gevormd in het Holoceen, de huidige geologische periode, die is begonnen na de laatste ijstijd, ca. 11.500 jaar geleden. Door de temperatuurstijging en het daarmee samenhangende smelten van de ijskappen steeg de zeespiegel. De zee bereikte de regio rond Oud-Loosdrecht echter niet, waardoor lange tijd het in de ijstijd afgezette dekzand aan het oppervlak lag. De zeespiegel en daarmee ook de grondwaterstand bleef echter stijgen. Vanaf ca. 2000 v.Chr. ontstond achter een strandwallencomplex ter hoogte van de huidige kustlijn een moerasachtige vlakte waar veenvorming optrad. Het zand is door deze ontwikkelingen door een pakket veen van ca. 3,5 tot 4 meter dikte bedekt.

Vanaf de Late Middeleeuwen werd het veen afgegraven of gebaggerd voor turfwinning. Ter plaatse van de ontginningsas van Oud-Loosdrecht bleef het veen intact, maar rondom het dorp ontstonden grote veenplassen. Het veen is hier weggeslagen. Op het veen is vaak een ophogingspakket aanwezig dat door eeuwenlange bewoning is ontstaan.

Beschrijving van bekende archeologische waarden

In ARCHISII (het ARCHeologisch Informatie Systeem waarin de informatie over archeologische vindplaatsen is vastgelegd) zijn voor het onderzoeksgebied geen waarnemingen en vondstmeldingen geregistreerd. Op de IKAW (de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden) heeft het plangebied een lage archeologische waarde vanwege de ligging in een veengebied. De gemeentelijke verwachtingskaart geeft echter vanwege de ligging van het plangebied in de historische kern van Oud-Loosdrecht een hoge verwachting voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Het plangebied ligt in het archeologische monument dat de oude kern van Oud-Loosdrecht begrenst. Op grond hiervan kunnen archeologische resten daterend vanaf de Late Middeleeuwen worden verwacht.

Archeologische booronderzoeken in het onderzoeksgebied hebben echter overwegend een verstoord bodemprofiel aan het licht gebracht. In het dekzand dat bij een onderzoek 300 m ten westen van het plangebied is aangetroffen is geen bodemvorming waargenomen. Vermoedelijk was het dekzand laaggelegen en te nat om bodemvorming mogelijk te maken. Het is daarom niet aannemelijk dat het dekzand hier bewoonbaar is geweest.

Beschrijving van de historische situatie, mogelijke verstoringen en bouwhistorische waarden

Oud-Loosdrecht is in de Late Middeleeuwen ontstaan. De oudst beschikbare gedetailleerde kaart dateert uit het einde van de 19e eeuw. Op een kaart uit 1873 is het plangebied vermoedelijk nog onbebouwd en in gebruik als water dan wel weiland. Op een kaart uit 1877 is in het zuidelijk deel van het plangebied bebouwing ingetekend. Het is niet bekend of deze bebouwing onderkelderd is geweest. Het perceel erachter is in gebruik als weiland. Deze situatie blijft gedurende enkele decennia ongewijzigd. In de tuin is een vijver gegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1696.BP1600oppad22012-va00_0016.jpg"

Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1877

Na de Tweede Wereldoorlog is ook bebouwing in het noordelijk deel gerealiseerd. De contouren van dit ‘bouwwerk’ komen grotendeels met de huidige bebouwing van Het Trefpunt. Dit gebouw is niet onderkelderd en onderheid met 119 heipalen. Oorspronkelijk was het in gebruik als sporthal. Door de bouw- en sloopactiviteiten kan de bodem zijn verstoord. In het recente verleden heeft aan de zuidzijde van het plangebied bebouwing gestaan. Het is niet bekend of dit dezelfde bebouwing betreft als die op kaarten vanaf het eind van de 19e eeuw is weergegeven. Het betrof een woonhuis en een schuur.

Beschrijving huidig gebruik

Het noordelijk deel van het plangebied is momenteel bebouwd met een multifunctioneel centrum waar onder andere kinderactiviteiten en bedrijfsfeesten worden georganiseerd. Het zuidelijk deel is in gebruik als parkeerplaats.

gespecificeerde verwachting

In het plangebied worden geen archeologische waarden daterend van vóór de Late Middeleeuwen verwacht. Op basis van booronderzoek in de nabijheid van het plangebied wordt aangenomen dat in het plangebied geen archeologische waarden daterend van vóór de Late Middeleeuwen aanwezig zijn.

Op basis van booronderzoek in de nabijheid van het plangebied wordt aangenomen dat het dekzand te nat was voor bewoning. Vanaf de Middeleeuwen is begonnen met de ontginning van het veengebied. De Oud-Loosdrechtse dijk is een ontginningsas, waarlangs boerderijen en huizen stonden en van waaruit het veengebied in cultuur werd gebracht. Er geldt dan ook een hoge verwachting voor vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Eventuele sporen bevinden zich direct aan en onder het maaiveld, vermoedelijk in een ophogingspakket op het veen. Echter, door bouw en sloopactiviteiten is het aannemelijk dat de bodem van het plangebied is verstoord. Ook archeologische onderzoeken in de nabijheid tonen aan dat de natuurlijke bodem langs het ontginningslint van Oud-Loosdrecht vaak recent is omgewerkt. De kans op het aantreffen van intacte archeologische waarden is daardoor zeer klein.

5.4.3 Conclusie

Op basis van het onderzoek adviseert ADC ArcheoProjecten om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. De gemeente Wijdemeren neemt dit advies over.

Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Tijdens de uitvoering geldt de verplichting archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.