direct naar inhoud van 2.3 Huidige situatie
Plan: Kleine Kernen Zuid 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00198-0401

2.3 Huidige situatie

2.3.1 Ruimtelijke karakteristiek

Veeningen

Veeningen behoort tot de oudst bewoonde gebieden van de gemeente De Wolden. De gemeente De Wolden is ontstaan bij de gemeentelijke herindeling van 1998, waarbij de gemeente Zuidwolde en de grootste gedeelten van de gemeenten Ruinen, Ruinerwold en de Wijk zijn samengevoegd tot één gemeente. De naam Veeningen werd voor het eerst in 1386 genoemd als "Venijghe", wellicht een afgeleide van Veene, die de eerste kolonist kan zijn. De gemeente ligt deels op de Drentse zandgronden met zijn karakteristieke beekdalen en deels op de zuidkant van het Drents plateau met een uitloper van de Gronings-Drentse Veenkoloniën. In het landschap is deze overgang duidelijk zichtbaar. De kern Veeningen kan tot het esdorpenlandschap worden gerekend. Dit in Drente veel voorkomende landschap bestaat globaal uit een aantal terugkerende onderdelen:

  • Dorp, es en omgeving.
  • Beekdal.
  • Veld- of heideontginningen.

De gronden aan de westzijde van Veeningen behoren tot de veld- of heideontginningen. Het gebied is in de eerste helft van de 19e eeuw ontgonnen ten behoeve van het agrarisch gebruik.

De kern Veeningen heeft niet de duidelijke kenmerken van een esdorp. De stedenbouwkundige structuur wordt gekenmerkt door een tweetal geografische elementen, te weten: de Schoolweg en de Veeningen. Door de aanleg van een wijkenstelsel is een opstrekkend verkavelingpatroon ontstaan. Het gebied is relatief open met beplanting op de randen, zoals langs de Veeningerwijk en langs de Meppelerweg. Met name het opstrekkende verkavelingpatroon is in het verleden als uitgangspunt gehanteerd bij de ontwikkelde stedenbouwkundige plannen. Dit heeft geresulteerd in een verkaveling die georiënteerd is op de in het landschap aanwezige noord-zuidrichting.

Deze verkavelingsystematiek is ook voor de jongste uitbreidingen, Veeningen-West 2001 en Veeningen 2008, gehanteerd. Deze uitbreidingen zijn overigens ook meegenomen in deze herziening. De oudste bebouwing is gelegen aan de laatst genoemde weg, die een belangrijke verbinding vormt tussen Zuidwolde en Meppel. De Schoolweg vormt een belangrijk element. Aan de weg is aan beide zijden een bebouwingslint gelegen. In het kader van de ruilverkaveling Zuidwolde zijn onder andere aan de zuidzijde van Veeningen enkele landschapselementen aangelegd.

Drogteropslagen

Het landschap rond Drogteropslagen is ontstaan door de ontginning van hoog- en laagveengebied en het behoort tot het zogenaamde "slagenlandschap". De wijze van ontginning heeft zodanig plaatsgevonden, dat er "slagen" zijn ontstaan, zodat men ook wel spreekt van een "slagenlandschap".

Het nederzettingspatroon wordt gevormd door een lintbebouwing langs de enige weg (Drogteropslagen). De bebouwing in dit lint bestaat voornamelijk uit vrijstaande woningen met één bouwlaag. Slechts de recentere woningen bestaan uit halfvrijstaande woningen met soms twee bouwlagen. Binnen het bebouwingslint is nog een enkel agrarisch bedrijf aanwezig. De nokrichting van de oudere bebouwing is overwegend loodrecht op de weg.

In het algemeen is er sprake van een lintbebouwing met een vrij "open" karakter. De bebouwing wordt afgewisseld door tuinen of stroken agrarisch gebied, waardoor op veel plaatsen een uitzicht op de achterliggende agrarische gronden, de houtsingels en de boswallen aanwezig blijft.

In Drogteropslagen komt slechts in geringe mate beplanting voor. De aanwezige beplanting wordt gevormd door een eikenbeplanting langs de weg, een bosperceel achter de openbare basisschool en wat incidentele erfbeplantingen. Daarnaast ligt de bebouwing aan het Oosterhof in het groen.

Fort

De naam Fort doet wellicht denken aan een verwijzing naar de "Voorde", de doorwaadbare plaats in de Reest, die voor 1600, toen er nog geen brug was, werd gebruikt in de verbinding naar het zuiden.

Fort ligt landschappelijke gezien in het heideontginningslandschap. Dit landschap is ontstaan door het in cultuur brengen van de heide voor de vestiging van boerderijen. Na het midden van de 19e eeuw is dit heidelandschap grotendeels verdwenen en vervangen door een onregelmatig in ontwikkeling sterk achtergebleven heideontginningslandschap. De bebouwing heeft zich in de loop van de jaren ten westen van de weg Fort en ter weerszijden van 't Holweg ontwikkeld. Vervolgens is een extra verbinding gemaakt met woningbouwmogelijkheden tussen de Meeuwenweg en 't Holweg via de Jan Westerhuisstraat. De jongste uitbreiding heeft zich voorgedaan ten noorden van het bebouwingslint van 't Holweg met een verbinding naar 't Jaagpad, waar op enkele plaatsen nog mogelijkheden zijn voor een realisering van een woning.

Linde

De kern Linde is gelegen in het heideontginningslandschap. Dit landschapstype is ontstaan door het in cultuur brengen van de heide voor de vestiging van boerderijen en het gebruik als agrarische gronden. Het landschap wordt gekenmerkt door een onregelmatig, in ontwikkeling sterk achtergebleven landschap, overwegend arm aan bomen en visueel open. Het nederzettingspatroon wordt gevormd door een lintachtige bebouwing langs de wegen hetgeen ook met Linde het geval is. De stedenbouwkundige structuur wordt bepaald door een tweetal wegen, de Linderweg en de Dennenweg, waarbij de bebouwing tot voor kort uitsluitend langs de Linderweg is gesitueerd. Linde heeft mede door de lintbebouwing geen echt "dorpshart". Wel kan gesteld worden dat de basisschool met het dorpshuis bepaalde centrumfuncties vervullen.

De bebouwing in Linde is vrijwel geheel van jonge datum, dit vanwege het feit dat de oorspronkelijke nederzetting Linde gevestigd was op de kruising van de Linderweg en de Ommerweg. Door het in cultuur brengen van de heidegronden is de bebouwing van de nederzetting in latere jaren in de huidige situering ontstaan. Aanvankelijk werd eerst de school gebouwd (oude dorpshuis) waarna zich de verdere bebouwing ontwikkeld heeft. De jongste nieuwbouw is gerealiseerd aan de L. Struikstraat.

2.3.2 Ruimtelijk-functionele structuur

De kleine kernen zijn gericht op de woonfunctie. Daarnaast is er een aantal andere functies aanwezig verspreid over het plangebied.

Wonen

De woonfunctie is verreweg de belangrijkste functie voor het grootste deel van de bebouwing in de vier kernen. De woningen zijn in hoofdzaak gebouwd als vrijstaande woningen. Daarnaast komen nog halfvrijstaande woningen voor en alleen in Veeningen nog enkele rijtjeswoningen. Het betreffen veelal woningen met de nokrichting evenwijdig aan de weg.

Werken

In de kernen is een beperkt aantal bedrijven aanwezig. De panden welke bestemd zijn met een bedrijfsbestemming zijn in Linde het voormalige staalconstructiebedrijf, waar de opstallen nu voor opslag worden gebruikt en in Veeningen het installatiebedrijf aan de Schoolweg alsmede het voormalige timmer- en aannemingsbedrijf aan de Veeningen, dat nu als opslagbedrijf fungeert. Verder vindt er aan de Veeningen ook nog een activiteit plaats in de vorm van een massagesalon. Deze is weliswaar bezig met een verplaatsing, mar vooralsnog wordt nog steeds uitgegaan van de huidige bestemming, wel nog met een aanduiding "seksinrichting". In Linde kan men nog bij iemand thuis een parketvloer uitzoeken.

Voorzieningen

Iedere kern heeft een dorpshuis en een basisschool. In Linde en Veeningen zijn in het dorpshuis ook een gymnastiekzaal ondergebracht.

In Drogteropslagen is verder nog een kantoor gevestigd.

Daarnaast zijn in alle vier de kernen (een) sportveld(en) aanwezig.

Voor de gemeentelijke voorzieningen zijn de inwoners van de vier kernen vooral op Zuidwolde georiënteerd.