Plan: | Oldenhave/Bos, Ruinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1690.BP000400-0401 |
Hiernavolgend wordt eerst ingegaan op het relevante rijks en-, waterschapsbeleid, en gemeentelijk beleid.
Rijksbeleid
Het waterbeleid van het rijk is verwoord in WB21 "Anders omgaan met water". Hierin zijn uitgangspunten voor de waterkwantiteit en voor de waterkwaliteit gesteld.
Algemene uitgangspunten voor de waterkwantiteit zijn:
Waterkwaliteit wordt in het nieuwe waterbeleid door WB21 beperkt ingevuld. De stroom-gebiedsbenadering voor de waterkwaliteit zal met name door de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water nader in het beleid van rijk, provincie en waterbeheerder worden opgenomen. Het waterkwaliteitsbeeld is ook al vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding. Belangrijkste uitgangspunten hierbij zijn:
De overige genoemde uitgangspunten van het rijksbeleid voor wat betreft de wateraspecten zijn niet van toepassing op de realisering van de nieuwe woonwijk Oldenhave, Ruinen.
Waterschap
Door het waterschap Reest en Wieden is met betrekking tot dit plangebied een watertoetsdocument uitgebracht, zie Bijlage 4. De belangrijkste punten uit dat document zijn als volgt.
Het plangebied ligt in het stroomgebied van de Wold Aa. Ten noorden van het plangebied ligt een bergingsvijver rond de huidige ijsbaan. Het is de bedoeling om het overtollige water via het plangebied in zuidelijke richting af te voeren. Het peilgebied heeft een maximumpeil van NAP+5,50 m. De hoogte van het maaiveld ligt gemiddeld op ongeveer NAP+6,85 m. De bodem bestaat voornamelijk uit zandgronden. De maximale grondwaterstand ligt tussen 40-80 cm onder het maaiveld (Gt VIo).
Voor het plangebied geldt dat in het plan tevens rekening moet worden gehouden met de doorvoer van het overtollige water vanuit de bergingsvijver rond de ijsbaan. Dat houdt in dat naast de bergingsfunctie van het oppervlaktewater ook een watergang aanwezig moet zijn met een doorvoerfunctie. Deze watergang moet voldoende capaciteit hebben om het overtollige water af te voeren.
Er wordt in het plan rekening gehouden met gescheiden waterstromen. Het regenwater wordt niet afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie, maar binnen het plangebied verwerkt.
Het bestemmingsplan Oldenhave Bos ligt nabij het dorp Ruinen. Dit dorp is gesitueerd ten noorden van de N375 nabij het Dwingelderveld. Het dorp is gelegen in een agrarische omgeving op zanderige gronden.
Riolering
Ruinen bezit grotendeels (60%) een gescheiden rioolstelsel. Het gescheiden stelsel is in 2007 ontstaan door naast het gemengde stelsel een regenwaterriool aan te leggen. Het gemengde stelsel fungeert sindsdien als vuilwaterriool. Het regenwater van verhardingen en dakoppervlakken is aangesloten op het regenwaterriool. De riooloverstorten lozen op het oppervlaktewater. De overstorten zijn vergund door Waterschap Reest en Wieden. Door een herziening van de oorspronkelijke lozingsvergunningen zijn deze nu in een koepelvergunning opgenomen. De stelsels voldoen aan de basisinspanning en er zijn op dit moment nog geen bijzondere natuurwaarden aan het ontvangende oppervlaktewater toegekend.
Oppervlaktewater
Belangrijke functies van watergangen (sloten) in het landelijke gebied bestaan uit het verzamelen van terreinwater en verzorgen van de waterdoorvoer. Daarnaast bezitten de watergangen een landschappelijke waarde. Met uitzondering van de Ruiner Aa zijn de meeste watergangen relatief klein en is er veelal sprake van greppels.
Grondwater
In het algemeen is er sprake van relatief lage grondwaterstanden in Ruinen. Bij de uitvoering van het waterproject zijn infiltratieriolen aangelegd. Deze riolen hebben een drainerende werking en zorgen in droge periodes voor ontwatering en in natte periodes voor ontwatering.
Riolering
Onder het afkoppelen van regenwater wordt verstaan dat regenwater niet meer op het riool loost maar direct naar het oppervlaktewater wordt afgevoerd. Verhard oppervlak dat aangekoppeld is aan het riool wordt hier afgekoppeld. Bij nieuwbouw kan vanuit het ontwerp rekening worden gehouden met het principe 'scheiden van water met verschillende kwaliteit'. Bij nieuwbouw is het beter om te spreken van niet aankoppelen van regenwater. Bij het afkoppelen wordt onderscheid gemaakt naar de vervuilingsgraad van het regenwater. Men maakt bij het afkoppelen onderscheid tussen water dat op daken, rustig bereden - en intensief bereden wegen valt. Deze drie type verhard oppervlak vormen 100% van het afkoppelbare oppervlak. Indien gesproken wordt van de doelstelling 60% afkoppelen van het verharde oppervlak dan worden de eerste twee categorieën bedoeld. Bij het afkoppelen wordt onderscheid gemaakt naar de mogelijke verontreinigingsgraad van het afstromende water. Indien bij de dakconstructie milieuvriendelijke materialen zijn gebruikt (geen zink, koper en lood) mag het water zonder zuiveringsvoorziening op het oppervlaktewater of het grondwater (door middel van infiltratie) worden geloosd. Het waterschap gaat er vanuit van deze norm ook geldt voor wegen waar minder dan 500 voertuigen per dag rijden. Wegen met tussen de 500 en de 1.000 voertuigbewegingen per dag mogen alleen worden afgekoppeld indien het water wordt gezuiverd. Wegen met meer dan 1.000 voertuigbewegingen mogen in principe niet worden afgekoppeld. Nader onderzoek zal uitwijzen of deze norm in de toekomst gehandhaafd blijft. In de praktijk kan ontheffing worden aangevraagd bij een kleine overschrijding van het aantal voertuigbewegingen mits het water wordt gezuiverd. Een groot voordeel van afkoppelen is dat minder 'schoon' regenwater wordt vermengd met afvalwater en daardoor op jaarbasis minder regenwater behoeft te worden afgevoerd naar de RWZI. Regenwater dat op verharde oppervlakken valt wordt volgens het gangbare gebruik aangesloten op het riool. In een traditioneel gemengd rioolstelsel vindt vermenging van schoon (hemel) en vuil (afval)water plaats. Het principe om schoon en vuil aan de bron te scheiden is een belangrijk uitgangspunt voor het waterbeheer.
Vlakbij het plan Oldenhave Bos is het gescheiden rioolstelsel van de H. Smeengestraat aanwezig. In het nieuwe plan dient regenwater te worden afgekoppeld. Bij de bouw van woningen dienen de initiatiefnemers te worden geïnformeerd en te worden gewezen op het afkoppelen van dakoppervlakken en verhardingen Bij de bouw van de woningen wordt moet het regenwater gescheiden worden afgevoerd. Met betrekking tot het materiaalgebruik (duurzaam) bij de bouw dienen dan aanvullende voorwaarden te worden opgenomen. Voorts dienen er voorzieningen te worden aangelegd waarmee een verbinding ontstaat tussen het oppervlaktewater en de woningen.
Oppervlaktewater
Al geruime tijd vragen diverse eigenaren aan de gemeente en het waterschap om toestemming / medewerking om sloten te mogen dempen. Als motivering van het verzoek worden veelal het vergroten van de tuin, veiligheid, toegankelijkheid vanaf de openbare weg enz. gebruikt. Doorgaans wordt toestemming voor het dempen verleend. Via de aanleg van duikers en drainagesystemen wordt er voor gezorgd dat voor een deel van de functie van de watergang een alternatief wordt gevonden. Het bergen van oppervlaktewater vindt echter het meest optimaal plaats in een open sloot. Een ander belangrijk voordeel is gelegen in financiële afwegingen. Op jaarbasis is de aanleg en het onderhoud van een duiker duurder dan een watergang.
Terughoudend zijn in het verlenen van toestemming voor het dempen van oppervlaktewater.
Meer actief voorlichting kunnen worden gegeven over de functie van oppervlaktewater. Indien er kansen zijn in de plannen nastreven om ruimte te creëren voor water.
In het plan wordt 10.000 m2 verhard oppervlak (dakoppervlakken en wegverhardingen) aangelegd. Om de afvoer van regenwater mogelijk te maken zijn maatregelen nodig. Voorzien zijn:
Grondwater
Bij verbouwingen en nieuwbouw dient meer aandacht aan de grondwaterstanden te worden besteed. Duidelijkheid over de drooglegging die ter plaatse aanwezig is (kruipruimte, zitkuilen, enz.) kan in de toekomst klachten en ongewenste situaties voorkomen. Ook de mogelijkheid om - voorzover aanwezig - een aansluiting te krijgen op een drainagestelsel dient bij aspirantkopers van bouwkavels in beeld te worden gebracht.
Actief informatie verstrekken over de heersende grondwaterstanden.
Bij ver- of nieuwbouw de toekomstige bewoners wijzen op het risico van onvoldoende drooglegging. Kruipruimtes et cetera voorkomen.
Waar drainagestelsels aanwezig zijn de bewoners aanbevelen drainagestelsels aan te leggen op hun terrein en gebruik te maken van de aansluitmogelijkheid.