5.6 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel sub b en sub e, voor de uitoefening van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten in het hoofdgebouw of een bijgebouw onder de voorwaarden dat:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
-
b. het gebruik waarvoor de ontheffing geldt, geen onevenredige hinder oplevert voor het woonmilieu en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent in ieder geval dat:
- in principe geen ontheffing wordt verleend voor het uitoefenen van die bedrijvigheid welke vergunningplichtig is op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer Besluit van 5 januari 1993, Stb. 1993, nr. 50), tenzij het betreffende gebruik door het stellen van voorwaarden wel verantwoord is;
- vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
- het gebruik naar zijn aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming dient te zijn en geen publieksgerichte voorziening betreft;
- degene die de activiteiten uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
-
c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
-
d. het onttrekken van (een deel van) de bij de desbetreffende woning behorende garage aan de bestemming slechts is toegestaan, indien op het bij de woning behorende erf ten minste één parkeerplaats aanwezig is of gelijktijdig wordt aangelegd;
-
e. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met een aan huis gebonden beroepsmatige activiteit;
-
f. geen onevenredige verstoring van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur plaatsvindt;
-
g. geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden die in de regel in winkelpanden worden uitgeoefend;
-
h. ten hoogste 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw met bijgebouwen ten behoeve van de aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, met een absoluut maximum van 45 m².
5.7 Ontheffing mantelzorg
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 5.5.1 sub d voor het gebruik van een bijgebouw bij een reeds bestaande woning als afhankelijke woonruimte, mits:
-
1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, het geen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
-
2. op het perceel al een woning aanwezig is;
-
3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
-
4. gebleken dient te zijn dat er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan c.q.bestaande belemmeringen zijn opgeheven;
-
5. de afhankelijke woonruimte binnen de regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast;
5.7.1 Voor de ontheffing van de gebruiksregels mag getoetst worden aan stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit, milieukwaliteit, verkeersveiligheid, sociale veiligheid, brandveiligheid en rampenbestrijding en woon- en leefklimaat.
Tabel 1: Bouwregels voor hoofdgebouwen (woningen) in geval geen nadere aanduiding op de plankaart is weergegeven:
Maatvoeringseisen
|
Vrijstaande woning
|
maximale diepte
|
13 meter
|
minimale inhoud
|
300 m³
|
minimale breedte
|
6 meter
|
maximale goothoogte
|
zie aanduidingen
|
maximale bouwhoogte
|
zie aanduidingen
|
maximale gevelbreedte
|
25 meter
|
|
|
Situeringseisen
|
|
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens
|
3 meter aan beide zijden
|
minimale afstand uit de naar de weg toegekeerde voorste perceelsgrens
|
4 meter
|
minimale afstand tot achterste perceelsgrens
|
5 meter
|
Tabel 2: Bouwregels voor bijgebouwen
Maatvoeringseisen
|
Eis
|
totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen per bouwperceel
|
70 m²
|
maximale oppervlakte vrijstaand bijgebouw
|
40 m²
|
maximale goothoogte vrijstaand bijgebouw
|
2,75 meter
|
maximale goothoogte aangebouwd bijgebouw
|
hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw
|
maximale bouwhoogte
|
4 meter
|
maximale breedte aan de zijgevel aangebouwd bijgebouw
|
4 meter
|
maximale breedte aan de achtergevel aangebouwd bijgebouw
|
breedte hoofdgebouw
|
|
|
Situeringseisen
|
|
minimale afstand tot voorgevelrooilijn / voorgevellijn van hoofdgebouw
|
3 meter
|
minimale afstand van vrijstaand bijgebouw tot hoofdgebouw
|
3 meter
|