Plan: | Buitengebied Landerd, eerste ontwikkelplan 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bplan2011herz1-OH01 |
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de aanduiding ‘tuin’ gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen, vóór de voorgevelrooilijn | 1 m |
terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
tuinmeubilair, vóór de voorgevelrooilijn | 2,5 m |
tuinmeubilair achter de voorgevelrooilijn | 3 m |
speeltoestellen | 4 m |
verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten | 5 m |
overige bouwwerken | 1 m |
Met betrekking tot de maatvoering en situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient aan het volgende te worden voldaan:
Woning | Vrijstaande woning | Twee-aaneen gebouwde woning |
maximale diepte | 13 m bij bestaande woningen. Voor andere woningen geldt de diepte van het bouwvlak | 13 m bij bestaande woningen. Voor andere woningen geldt de diepte van het bouwvlak |
minimale breedte | 6 m | 5,5 m |
maximale goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' (m) | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' (m) |
maximale bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' (m) | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' (m) |
maximale gevelbreedte | 25 m bij bestaande woningen. Voor andere woningen geldt de gevelbreedte van het bouwvlak | n.v.t. |
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens | 3 m aan beide zijden | 3 m aan één zijde |
minimale afstand tot achterste perceelsgrens | 5 m | 5 m |
dakhelling | minimaal 30° en maximaal 60° | minimaal 30° en maximaal 60° |
in aanvulling op en/of in afwijking van het bepaalde in tabel 1 gelden de volgende bepalingen:
Bijgebouwen bij woning algemeen | Min. | Max. |
gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen per woning | n.v.t. | 70 m² |
oppervlakte vrijstaand bijgebouw | n.v.t. | 40 m² |
goothoogte vrijstaand bijgebouw | n.v.t. | 2,75 m |
goothoogte aangebouwd bijgebouw | n.v.t. | hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw |
bouwhoogte | n.v.t. | 5 m |
maximale breedte aan de zijgevel aangebouwd bijgebouw | n.v.t. | 4 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' slechts aan één zijgevel bijgebouwen worden gebouwd |
maximale breedte aan de achtergevel aangebouwd bijgebouw | n.v.t. | breedte hoofdgebouw |
afstand tot voorgevelrooilijn van hoofdgebouw | 3 m | |
afstand van vrijstaand bijgebouw tot hoofdgebouw | 1 m | 15 m |
diepte van het hoofdgebouw, inclusief een aan de achtergevel van het hoofdgebouw verbonden bijgebouw | n.v.t. | 17 m |
in aanvulling op en/of in afwijking van het bepaalde in bovenstaande tabel geldt dat voor de berekening van het gezamenlijk oppervlak van bijgebouwen per bouwperceel de aan het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen niet meegerekend worden, die gesitueerd zijn binnen de zone, bepaald door de voorgevel van het hoofdgebouw, de denkbeeldige lijn op 13 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw alsmede de denkbeeldige lijnen uit de zijgevels.
Bouwwerken, geen gebouwen, zijnde | Max. |
bouwhoogte erfafscheidingen | 2 m |
bouwhoogte tuinmeubilair | 3 m |
speeltoestellen | 4 m |
verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten | 5 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 8.4.1 sub f en g is niet van toepassing voor zover het betreft:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1onder d en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3voor de bouw van een woning met een kap met een afwijkende dakhelling, onder volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3voor de bouw van een bijgebouw of overkapping op minder dan 3 m van de voorgevelrooilijn dan wel geheel of gedeeltelijk voor de voorgevelrooilijn, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofdgebouw of een bijgebouw, onder de voorwaarden dat: