direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd
Plan: Kern Reek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.BPKOMreek-OH01

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. publiekgerichte dienstverlening;
  • b. niet-publiekgerichte dienstverlening;
  • c. maatschappelijke doeleinden als bedoeld in artikel 10.1;
  • d. wonen op de verdiepingen boven de begane grondlaag en in de vorm van grondgebonden woningen, voor zover aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan;
  • e. aan huis verbonden beroepen, overeenkomstig het bepaalde in 7.4.2
  • f. horeca, categorie 1, 2 en 3;
  • g. detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
  • h. bedrijven en bedrijfsactiviteiten van categorie 1 en 2, als opgenomen in de staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij deze regels);

met daarbij behorende

  • 1. groenvoorzieningen;
  • 2. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • 3. parkeervoorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 25.1.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • c. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
7.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag maximaal 8,00 m. bedragen;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 11,00 m. bedragen.
  • e. de diepte van de bedrijfswoning mag maximaal 13,00 m. bedragen;
  • f. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m³ bedragen;
  • g. de oppervlakte aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag maximaal 80 m² bedragen;
  • h. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 2,75 m. bedragen;
  • i. de goothoogte van aangebouwde bijgebouwen mag niet meer de bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning;
  • j. de bouwhoogte van bijgebouwen mag maximaal 5,00 m. bedragen;
  • k. de afstand tot de voorgevel van de bedrijfswoning dient voor bijgebouwen minimaal 3,00 m. te bedragen.
  • l. hoofdgebouwen moeten worden voorzien van een kap van minimaal 30° en maximaal 60°, tenzij ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan een afwijkende dakconstructie aanwezig was en met dien verstande dat binnen de denkbeeldige maximale 60°-contouren van het dak ook afwijkende afdekkingen en dakvlakken zijn toegestaan met een helling van meer dan 60° en minder dan 30°, alsmede rechtopstaande gevelconstructies;
  • m. overschrijding van de (denkbeeldige) maximale 60°-contouren is toegestaan voor dakkapellen, schoorstenen en andere uitstekende bouwdelen, voor zover zij niet meer dan de helft van het dakvlak beslaan.
7.2.3 Overige regels
  • a. buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 3,00 m. bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 m. en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 m. mag bedragen en dat de bouwhoogte van vlaggenmasten maximaal 8,00 m. mag bedragen.
7.3 Nadere eisen
7.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering van de bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
7.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 7.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. een goede parkeerbalans;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:

  • a. de uitoefening van enige tak van handel, bedrijf of dienstverlening, anders dan bedoeld in artikel 7.1;
  • b. opslag en verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  • c. opslag en verkoop van vuurwerk;
  • d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • e. het opslaan of bergen van gebruikte, afgedankte c.q. aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • f. zelfstandig kantoor;
  • g. gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning en/of als afhankelijk woonruimte;
  • h. voor het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • i. seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
  • j. coffeeshop.
7.4.2 Aan huis verbonden beroepen

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis verbonden beroep mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bijgebouwen mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep, tot een maximum van 45 m².
7.4.3 Situering functies

Ruimten waarin het contact met het publiek plaatsvindt (balieruimten) mogen uitsluitend op de begane grond worden gesitueerd;