Artikel 40 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor:
-
a. het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, zomede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelsgrens bepaalde minimumafstand door:
-
1. erkers, balkons en bordessen tot maximaal 1 meter;
-
2. ingangspartijen tot maximaal 2 meter, mits de bebouwde oppervlakte maximaal 6 m² en de bouwhoogte maximaal 3 meter zal bedragen;
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze niet leiden tot wijziging van bestemmingen;
-
b. het oprichten van antennes en masten tot een bouwhoogte van 15 meter.