16.5 Afwijken van de gebruiksregels
16.5.1 Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.4.2 voor de uitoefening van beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning en/of bij de woning behorende bijgebouwen met een oppervlakte van maximaal 50 m², met dien verstande dat:
-
a. het beroep of bedrijf uitsluitend is toegestaan als nevenfunctie van het wonen;
-
b. ten hoogste 50 m2 van de woning en/of de bij deze woning behorende bijgebouwen voor de uitoefening van het aan huis gebonden beroep of bedrijf mag worden gebruikt;
-
c. het gebruik voor beroep of bedrijf uitsluitend is toegestaan voor de bewoners van de woning;
-
d. het gebruik geen horeca mag betreffen;
-
e. geen afbreuk gedaan wordt aan het woonkarakter van de omgeving;
-
f. geen onevenredige verkeers- en parkeeroverlast voor de omgeving ontstaat;
-
g. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit;
-
h. geen activiteit plaatsvindt betreffende een inrichting als genoemd in artikel 2.1, lid 1, sub e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, tenzij voldoende vaststaat dat de vestiging van de activiteit geen overwegende bezwaren van milieuhygiënische aard zal oproepen, gelet op de ligging, bedrijfsvoering en omvang van het bedrijf ten opzichte van nabijgelegen woningen;
-
i. geen detailhandel is toegestaan tenzij als ondergeschikte nevenactiviteit van de bedrijfsmatige c.q. beroepsmatige activiteit;
-
j. geen verlichte en/of opvallende reclame-uitingen aan de gevel zichtbaar mogen zijn;
-
k. het gebruik van (een deel van) de gebouwen als seksinrichting niet is toegestaan.
16.5.2 Gastenverblijf
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.4.1, onder g voor het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw als gastenverblijf, met dien verstande dat:
-
a. omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend voor percelen waarop een (bedrijfs)woning aanwezig is, die krachtens het bestemmingsplan op de betreffende gronden toelaatbaar is;
-
b. de aanvrager eigenaar en/of bewoner is van het bouwperceel;
-
c. het hoofdgebouw op het bouwperceel permanent wordt bewoond;
-
d. per bouwperceel maximaal 1 aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw als gastenverblijf is toegestaan;
-
e. het gastenverblijf uitsluitend voor niet-permanente bewoning wordt gebruikt;
-
f. het gastenverblijf uitsluitend niet-commercieel wordt gebruikt;
-
g. de algemene bebouwingsregels voor een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw in acht worden genomen, met dien verstande dat de minimale afstand van het bijgebouw tot de bouwperceelsgrenzen 1 meter moet bedragen;
-
h. de omgevingsvergunning niet tot gevolg heeft dat de belangen van derden onevenredig worden geschaad;
-
i. er aangetoond wordt dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat in het betreffende bijgebouw (veiligheid, milieuhinder);
-
j. op eigen terrein voorzien wordt in parkeerruimte voor minimaal één auto.
16.5.3 Afwegingskader
De omgevingsvergunning als bedoeld in 16.5.1 en16.5.2 kan slechts worden verleend, mits:
-
a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
16.6.1 Dienstverlening en beheer
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door aan de voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dienstverlening en beheer' toe te voegen en het bouwvlak voor gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dienstverlening en beheer' te vergroten, dan wel te verplaatsen, met inachtneming van het volgende:
-
a. de wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering, kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie;
-
b. de gemiddelde netto-oppervlakte van de standplaatsen voor kampeermiddelen wordt niet verkleind;
-
c. het bebouwingspercentage wordt met ten hoogste 50% vergroot, met dien verstande dat de maximaal toegestane bebouwing als bedoeld in lid 16.2 niet wordt overschreden;
-
d. de lichtuittstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
-
e. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
-
f. wanneer het totale bebouwingspercentage op het kampeerterrein 15% of meer bedraagt dient zorggedragen te worden voor ruimtelijke kwaliteitswinst of er dient sprake te zijn van ruimtelijke kwaliteitwinst;
-
g. wijziging vindt slechts plaats als:
-
1. voor de landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
-
2. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst zijn verzekerd.
16.6.2 Meerdere bedrijven bij dienstverlening en beheer
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door aan de voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - gezamenlijke dienstverlening en beheer' toe te voegen om dienstverlening, beheer en onderhoud ten dienste van meerdere kampeerterreinen mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
-
a. de wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering, kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie voor de deelnemende bedrijven;
-
b. de voorzieningen hebben een ruimtelijke relatie met de deelnemende bedrijven;
-
c. de lichtuittstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
-
d. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
-
e. wanneer het totale bebouwingspercentage op het kampeerterrein 15% of meer bedraagt, dient zorggedragen te worden voor ruimtelijke kwaliteitswinst of er dient sprake te zijn van ruimtelijke kwaliteitwinst;
-
f. wijziging vindt slechts plaats als:
-
1. voor de landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
-
2. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst zijn verzekerd.
16.6.3 Gemeenschappelijk parkeren
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door aan de voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden de aanduiding 'parkeerterrein' toe te voegen om een parkeerterrein voor meerdere kampeerterreinen mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:
-
a. de wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering, kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie voor de deelnemende bedrijven;
-
b. de voorzieningen hebben een ruimtelijke relatie met de deelnemende bedrijven;
-
c. de lichtuittstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
-
d. wijziging wordt slechts toegepast als voorzien wordt in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 meter;
-
e. wijziging vindt slechts plaats als:
-
1. voor de landschappelijke inpassing een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
-
2. als realisatie, beheer en onderhoud van de landschappelijke inpassing zijn verzekerd.
16.6.4 Geen bedrijfsmatige exploitatie
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door op de voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie uitgesloten - centrale bedrijfsmatige exploitatie' te verwijderen, indien aangetoond kan worden dat er sprake is van een centrale bedrijfsmatige exploitatie.
16.6.5 Afwegingskader
De wijziging als bedoeld in 16.6.1, 16.6.2 en 16.6.3 kan slechts worden toegepast, mits:
-
a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
-
c. met een onderzoek is aangetoond dat de aanwezige ecologische en natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad;
-
d. met akoestisch onderzoek is aangetoond dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
-
e. voorafgaand aan de ontwikkeling in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gevoerd met het waterschap.