Kop van Schouwen

Artikel 17 Recreatie - Strand

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Strand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. dagrecreatie op het strand;

en tevens voor:

• b. behoud en ontwikkeling van natuurwaarden;
• c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - reddingspost (1-4)': een reddingspost;
• d. openbaar toegankelijke voorzieningen en bijbehorende opslagruimten;
• e. toiletten, douche- en kleedruimten;
• f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen (1-14)': een seizoens- dan wel een jaarrondpaviljoen met bijbehorende opslagruimten en terrassen en met horeca in de categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 6 Staat van Horeca-activiteiten;
• g. spel-, sport- en speelvoorzieningen;
• h. groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

17.2.1 Algemeen

• a. op deze gronden mogen ten dienste van de in lid 17.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
  • 1. gebouwen;
  • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
• b. strandpaviljoens en openbaar toegankelijke voorzieningen liggen uitsluitend zeewaarts van de duinvoet, waarbij voor de duinvoet de volgende hoogtematen boven NAP gelden:
  

Aanduidingsvlak	Hoogte duinvoet in meters ten opzichte van NAP
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 1	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 2	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 3	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 4	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 5	5
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 6	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 7	6
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 8	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 9	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 10	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 11	6
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 12	7
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 13	4
specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 14	5
specifieke vorm van dienstverlening - reddingspost 1	7
specifieke vorm van dienstverlening - reddingspost 2	7
specifieke vorm van dienstverlening - reddingspost 3	7
specifieke vorm van dienstverlening - reddingspost 4	4

• c. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd in het bouwvlak;
• d. beneden de vloerhoogte van een strandpaviljoen dan wel reddingsposten zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder wanden, toegestaan;
• e. het strandterras sluit aan op het gebouw of het gebouwde terras, waarbij de afstand tussen het verste punt van het strandterras en het gebouwde terras ten hoogste 15 meter bedraagt.

17.2.2 Gebouwen

• a. de goot- en bouwhoogte mag maximaal de aangegeven maat bedragen ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
• b. de gebouwen ten behoeve van de in lid 17.1 onder d, e en g bedoelde voorzieningen worden op strandniveau geplaatst;
• c. de gebouwen ten behoeve van de in lid 17.1 onder c en f bedoelde voorzieningen worden boven strandniveau geplaatst;
• d. de afstand van een strandpaviljoen dan wel een reddingspost tot de duinvoet mag niet minder dan 3 meter bedragen.

17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter, met uitzondering van:

• a. antennes die ten hoogste 5 meter mogen bedragen;
• b. licht- en vlaggemasten die 8 meter mogen bedragen;
• c. speeltoestellen die ten hoogste 4 meter mogen bedragen.

17.2.4 Oppervlakten

• a. de totale vloeroppervlakte van een strandpaviljoen met bijbehorende opslagruimte en exclusief een trap en / of gebouwde opgang naar het strandpaviljoen bedraagt:
  • 1. ten minste 225 m², waarbij de totale vloeroppervlakte van het gebouw ten minste 75 m² bedraagt;
  • 2. ten hoogste 450 m² waarbij de totale vloeroppervlakte van het gebouw en het gebouwde terras beide ten hoogste 300 m² bedragen;
• b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de oppervlakte van het strandpaviljoen ter plaats evan de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 4' , ten hoogste 600 m2 bedragen;
• c. de totale vloeroppervlakte van een reddingspost met bijbehorende opslagruimte en exclusief een trap en / of gebouwde opgang naar de reddingspost ten hoogste 100 m²;
• d. de oppervlakte van een bij een reddingspost behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 15 m²;
• e. de oppervlakte van de binnenruimte en de oppervlakte van het gebouwde terras is voor beide minimaal 1/3 en maximaal 2/3 van de totale bebouwde oppervlakte, exclusief de oppervlakte van het strandterras;

• a. de oppervlakte van een bij een strandpaviljoen behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 25 m²;
• b. de oppervlakte van de gebouwen als bedoeld in lid 17.1 sub f bedraagt ten hoogste 100 m² per strandpaviljoen tot maximaal 25% van de oppervlakte van het betreffende strandpaviljoen;
• c. de oppervlakte van een strandterras bedraagt ten hoogste 50% van de gezamenlijke oppervlakte van het gebouw en het gebouwde terras tot een maximum van 225 m².

17.2.5 Goot- en bouwhoogten

• a. de goot- en bouwhoogte van een strandpaviljoen en reddingsposten bedraagt ten hoogste de aangegeven maat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' gemeten vanaf de onderkant van de vloer van het strandpaviljoen;
• b. de bouwhoogte van de gebouwen als bedoeld in lid 17.1 onder d en e bedraagt ten hoogste 3,50 meter;
• c. de hoogte van de afscheiding van het gebouwde terras mag niet minder dan 1 meter en niet meer dan 2 meter bedragen, gemeten vanaf onderkant vloer strandpaviljoen;
• d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter gemeten vanaf de onderkant van de vloer.

17.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan met het oog op het waterkeringsbelang en natuurbelangen nadere eisen stellen ten aanzien van:

• a. de afstanden van een strandpaviljoen en reddingspost tot de duinvoet;
• b. minimale afstand tussen strandpaviljoens en reddingsposten onderling;
• c. minimale afstand tot strand- en paalhoofden en stenen bermen;
• d. de constructie van het paviljoen en reddingspost;
• e. de verlichting van het strandpaviljoen en reddingspost;
• f. de fundering en in geval van paalfundering aan de paaldiepte en de minimale paalafstand;
• g. de hoogte van de onderkant van de vloer van een strandpaviljoen en reddingspost ten opzichte van het strand in verband met zandsuppletie op het strand.

17.3.1 Voorwaarden

Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en gronden in verband met calamiteiten.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.4.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan in geval van innovatieve ontwerpen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.5 ten behoeve van strandpaviljoens met in achtneming van de volgende regels:

• a. de omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend voor ondergeschikte onderdelen van het gebouw;
• b. de goot- en bouwhoogte bedraagt ten hoogste 50% meer dan in lid 17.2.5 onder a bepaald;
• c. de omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend indien hiermee een verhoging van het verzorgings-, voorzieningen- en kwaliteitsniveau gerealiseerd wordt;
• d. er dient zorggedragen te worden voor ruimtelijke kwaliteitswinst of er dient sprake te zijn van ruimtelijke kwaliteitwinst;
• e. afwijken is slechts toelaatbaar als:
  • 1. voor de ruimtelijke kwaliteitswinst een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
  • 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitswinst zijn verzekerd.

17.4.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 17.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

• a. wordt voldaan aan het beoordelingskader zoals opgenomen in Bijlage 8 Cafetariamodel strandpaviljoens;
• b. de aanwezige waarden niet onevenredig worden geschaad;
• c. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

• a. het bieden van vergaderzaal- en feestzaalaccommodaties is niet toegestaan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen (1-14)', daar is het bieden van een vergaderruime- en feestzaal als nevenactiviteit toegestaan behoudens een discotheek of nachtclub;
• b. detailhandel, met uitzondering van strandgerelateerde ondersteunende detailhandel als nevenactiviteit, voor zover het verkoopvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 25 m2;
• c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en / of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie;
• d. nachtverblijf, met uitzonering van nachtverblijf in paviljoens en reddingsposten ter beveiliging ervan.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

17.6.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.5 sub b met inachtneming van de volgende regels:

• a. het verkoopvloeroppervlak bedraagt ten hoogste 50 m²;
• b. de totale vloeroppervlakte van het strandpaviljoen inclusief detailhandel mag niet meer bedragen dan op grond van deze regels is toegestaan;
• c. de omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend indien hiermee een verhoging van het verzorgings-, voorzieningen- en kwaliteitsniveau van het strand wordt gerealiseerd.

17.6.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 17.6.1 kan slechts worden verleend, mits:

• a. wordt voldaan aan het beoordelingskader zoals opgenomen in Bijlage 8 Cafetariamodel strandpaviljoens;
• b. de aanwezige waarden niet onevenredig worden geschaad;
• c. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

17.7 Wijzigingsbevoegdheid

17.7.1 Vergroten oppervlakte

Het bevoegd gezag kan het maximaal toelaatbaar oppervlak van een strandpaviljoen vergroten met in achtneming van de volgende regels:

• a. de wijziging niet is toegestaan op de gronden aangeduid als 'specifieke vorm van horeca - strandpaviljoen 4';
• b. de gezamenlijke totale vloeroppervlakte van het gebouw, het gebouwde terras, het strandterras en opslagvoorzieningen, exclusief een trap en / of gebouwde opgang naar het strandpaviljoen, bedraagt ten hoogste 900 m² met in achtneming van de volgende verdeling:
  • 1. het totale vloeroppervlakte gebouw bedraagt ten minste 225 m² en ten hoogste 500 m²;
  • 2. de oppervlakte gebouwd terras bedraagt ten minste 250 m² en ten hoogste 525 m²;
  • 3. de oppervlakte strandterras bedraagt ten minste 150 m² en ten hoogste 425 m²;
  • 4. de oppervlakte van een bij een strandpaviljoen behorende opslagruimte bedraagt ten hoogste 15 m²;
• c. het plan mag uitsluitend worden gewijzigd indien met de vergroting van het strandpaviljoen een aanzienlijke verhoging van het openbare verzorgings-, voorzieningen- en kwaliteitsniveau gerealiseerd wordt;
• d. burgemeester en wethouders vragen schriftelijk advies van de beheerder(s) van de waterstaatkundige functie alvorens de wijziging toe te passen;
• e. de lichtuittstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk, hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goedgekeurd lichtplan overlegd;
• f. wanneer door de wijziging het bouwvolume met meer dan 400 m3 wordt vergroot, dient zorggedragen te worden voor ruimtelijke kwaliteitswinst of er dient sprake te zijn van ruimtelijke kwaliteitwinst;
• g. wijziging slechts plaats als:
  • 1. voor de ruimtelijke kwaliteitswinst een beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag;
  • 2. als realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitswinst zijn verzekerd.

17.7.2 Afwegingskader

De wijzigings als bedoeld in 17.7.1 kan slechts worden verleend, mits:

• a. wordt voldaan aan het beoordelingskader zoals opgenomen in Bijlage 8 Cafetariamodel strandpaviljoens;
• b. de aanwezige waarden niet onevenredig worden geschaad;
• c. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
• d. met een onderzoek is aangetoond dat de aanwezige ecologische en natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad;
• e. voorafgaand aan de ontwikkeling in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gevoerd met het waterschap.