direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Kop van Schouwen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00040BpAbg-va03

Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. ondergeschikte horeca;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. wegen, parkeerruimte, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

13.2.1 Algemeen
  • a. op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 13.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden opgericht.
13.2.2 Gebouwen
  • a. de goot- en bouwhoogte mag maximaal de aangegeven maat bedragen ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • b. het bebouwingspercentage mag 100% bedragen;
  • c. bij toepassing van hellende dakvlakken mag de dakhelling maximaal 55° bedragen.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat overkappingen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. speelvoorzieningen die ten hoogste 5 meter mogen bedragen;
    • 2. licht- en vlaggenmasten die ten hoogste 8 meter mogen bedragen;
    • 3. overkappingen die ten hoogste 3 meter mogen bedragen.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.3, onder b voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, met uitzondering van overkappingen.

13.3.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning als bedoeld in 13.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. dit niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, standplaats van kampeermiddelen;
  • b. het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als winterstalling voor of standplaats van kampeermiddelen;
  • c. het uitoefenen van verblijfsrecreatie.