direct naar inhoud van Artikel 20 Overig - Waterstaatswerken
Plan: Bebouwde kom Bruinisse
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00026BpAwk-va01

Artikel 20 Overig - Waterstaatswerken

20.1 Bestemmingsomschrijving
20.1.1 De op de verbeelding voor 'Overig - Waterstaatswerken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  • a. waterstaatkundige voorzieningen, dijken, sluizen, bruggen en duikers daaronder begrepen;
  • b. en tevens voor:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer': straten ten behoeve van het doorgaande verkeer, fiets- en voetpaden daarbij inbegrepen;
    • 2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras': een horecaterras behorend bij nabijgelegen horecabedrijven of detailhandelsvestigingen met ondersteunende horeca-activiteiten, waaronder inbegrepen terrasschermen, parasols en horecaterrasoverkappingen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'sluis': een sluis ten behoeve van de beroeps- en recreatievaart;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'steiger': een steiger;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -1': een techniekgebouw;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals parallelwegen, fietspaden, picknickplaatsen, carpoolplaatsen, geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

20.1.2 Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 20.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

20.2.1 Gebouwen
  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mogen gebouwen worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag maximaal 6 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag maximaal 10 meter bedragen.

20.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. met uitzondering van hetgeen in lid 20.2.1 is bepaald, mogen op deze gronden slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de verkeersregeling, nautisch verkeer daaronder begrepen, verkeersaanduiding, wegaanduiding of verlichting en terreinafscheidingen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van verkeersregeling, verkeersaanduiding, wegaanduiding of verlichting mag maximaal 15 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
    • 1. openbare nutsvoorzieningen: 3,50 meter;
    • 2. lichtmasten en overige masten: 8 meter;
    • 3. horecaterrasoverkapping: 4 meter;
    • 4. parasols: 5 meter;
    • 5. horecaterrasscherm: 1,50 meter;
    • 6. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter.

met dien verstande dat de onder 3, 4 en 5 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'terras';

  • e. de afstand tussen een horecaterrasoverkapping of parasol en de voorgevels van omliggende bebouwing moet minimaal 3 meter bedragen;
  • f. bij horecaterrasoverkappingen dienen de uitvalschermen onder een hellingshoek van 20° gemonteerd te worden.