Dit hoofdstuk bevat een aantal algemene regels die op het plangebied van toepassing zijn.
Antidubbeltelregel (artikel 18)
Deze regel wordt in elk bestemmingsplan opgenomen om te voorkomen dat in feite meer kan worden gebouwd dan in het bestemmingsplan bedoeld is. Dit kan zich voordoen bij woningbouw wanneer (onderdelen van) bouwpercelen van eigenaar wisselen. In een dergelijk geval worden de nieuw verworven gronden niet meegeteld bij de berekening van de bouwmogelijkheden als dat al voor een in het verleden verleende omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) gebeurd is.
Algemene bouwregels (artikel 19)
In dit bestemmingsplan zijn algemene bouwregels opgenomen waarin wordt gesteld dat voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, overeenkomstig het gesteld in artikel 9 lid 2 van de Woningwet, buiten toepassingen blijven.
Algemene gebruiksregels (artikel 20)
In dit bestemmingsplan is een algemene gebruiksregeling opgenomen die expliciet beschrijft welk gebruik strijdig is met het gestelde in het bestemmingsplan.
Algemene aanduidingsregels (artikel 21)
In dit bestemmingsplan zijn de algemene aanduidingsregels opgenomen om specifieke gebiedsgerichte waarden dan wel veiligheidszones te waarborgen. Het gaat hier om een Vrijwaringszone Molenbiotoop en een Veiligheidszone - lpg.
In dit bestemmingsplan is een algemene afwijkingsregeling opgenomen die voorziet in algemeen voorkomende bouwwerken en afwijkingen van het bestemmingsplan.
Deze bevoegdheid heeft ten eerste betrekking op het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bouwgrenzen.