Plan: | Kernen Roerdalen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02 |
Op 22 september 2006 is het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) vastgesteld. Dit plan is een streekplan, provinciaal waterhuishoudingsplan en provinciaal milieubeleidsplan in één. Daarnaast bevat het POL 2006 hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan, hoofdlijnen van het economisch beleidskader voor zover het fysieke elementen daarvan betreft en hoofdlijnen van het welzijnsplan voor wat betreft de fysieke aspecten van zorg, cultuur en sociale ontwikkeling. In het POL 2006 zijn verschillende perspectieven per zone of deelgebied aangegeven.
Het POL-stelsel onderscheidt de volgende typen documenten:
Daarnaast zijn de volgende instrumenten van belang voor de doorwerking van beleid:
POL 2006 en de bijbehorende POL-aanvullingen vormen samen de huidige provinciale structuurvisie. POL 2006 is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een kwaliteitsregio. Onder de kwaliteitsregio Limburg verstaat de provincie een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren, werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.
Ambities stedelijk gebied
Verstedelijking en steeds intensiever ruimtegebruik leggen een toenemend beslag op de open ruimte in het landelijk gebied en verminderen de diversiteit van landschap en groen. Het Rijk kent een speciale positie toe aan de nationale stedelijke netwerken en daarbinnen de bundelingsgebieden. Meer concreet vertaald naar de Limburgse situatie gaat het hierbij om het Nationaal Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg met de daarbinnen gelegen stadsregio's. Ter voorkoming van het aaneengroeien van de stadsregio's zijn de tussenliggende gebieden aangemerkt als Rijksbufferzones, waarbinnen geen verdere verstedelijking meer kan plaatsvinden (zie kaart 3b POL). Meer algemeen wordt ingezet op het bundelen van de verstedelijking en economische activiteiten in- of aansluitend op bestaande bebouwde gebieden. De Provincie onderschrijft dit bundelingsbeleid. Door instrumenten als het Limburgs Kwaliteitsmenu, het regionaal laten opstellen en uitvoeren van programma's voor werklocaties wordt sturing gegeven aan het bundelingsbeleid. Er wordt bundeling op twee niveaus onderscheiden: bundeling in stedelijk gebied en bundeling in plattelandskernen. Dit gaat in het op rijksbeleid (Nota Ruimte) dat zich richt op het bundelen van verstedelijking en economische activiteiten.
Perspectieven
Inspelend op de aanwezige kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden maakt het POL onderscheid tussen tien perspectieven. Elke zone in Limburg hoort, qua kenmerken en ontwikkelingsrichting, tot één van die perspectieven. Sommige perspectieven komen alleen voor in stedelijk of landelijk gebied.
Uitsnede kaart 1: Perspectieven (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
De kernen in de gemeente Roerdalen zijn aangeduid als P6a Plattelandskern Noord- en Midden-Limburg met daaromheen de contour van de plattelandskern.
De plattelandskernen zijn overwegend kleinschalig van karakter. De vitaliteit van deze dorpen en stadjes moet behouden blijven. Met het oog daarop wordt ruimte geboden voor de opvang van de woningbehoefte van met name de eigen bevolking.
En voor de groei van lokaal en in een enkel geval ook regionaal georiënteerde bedrijvigheid. Het instandhouden van winkels en publieksvoorzieningen in plattelandskernen vraagt de nodige aandacht, net als de bereikbaarheid per openbaar vervoer zodat sociaal-culturele voorzieningen (ook in de stadsregio's) goed bereikbaar zijn.
Grootschalige economische activiteiten en voorzieningen met een stedelijk karakter en omvang horen hier in principe niet thuis. Voor de plattelandskernen wordt een terughoudend groeibeleid gehanteerd. Enerzijds op basis van het bundelingsbeleid voor wonen, werken en mobiliteit, anderzijds vanwege de (verwachte) krimpende bevolkingsomvang, de aanwezige omgevingskwaliteiten in het landelijk gebied en de belangen van de landbouw en recreatie en toerisme.
Binnen de contour is het Limburgs Kwaliteitsmenu niet van toepassing en is het aan de gemeente om zorg te dragen voor een goede balans tussen groen, water en bebouwing.
De kernen vallen binnen de rode contouren. Onderhavig bestemmingsplan betreft een conserverend plan en sluit aan op het beleid van de provincie.
Kristallen waarden
Op de kaart 'kristallen waarden' zijn de te beschermen kwaliteiten van lucht, bodem en water weergegeven. Op de relevante aspecten wordt ingegaan in Hoofdstuk 4 Milieuaspecten (in met name 4.6 Waterhuishouding).
Uitsnede kaart 4a: Kristallen waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Groene waarden
Op de kaart 'Groene waarden' van de provincie is voor de perspectieven P1 en P2 aangegeven wat voor categorieën binnen deze perspectieven voorkomen. Hier wordt in paragraaf 3.3 Natuur en landschap nader op ingegaan.
Uitsnede kaart 4b: Groene waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Blauwe waarden
Op de kaart ‘Blauwe waarden’ zijn de te beschermen specifieke kwaliteiten van het waterhuishoudkundig systeem weergegeven. Hier wordt in paragraaf 4.6 Waterhuishouding nader op ingegaan.
Uitsnede kaart 4c: Blauwe waarden (actualisatie januari 2011), Provinciaal Omgevingsplan Limburg